tigen. Depew en Cornells Van der Bilt heb
ben een rondreis gedaan door de westelijke
staten, en eerstgenoemde deelt mee, dat de
stemming daar meer protectionistisch dan
gunstig voor het zilver is.
Wolffs bureau meldt uit New-YorkDe
Spaansche gezant te Washington ontving
den 8n dezer een van den 4n gedagteekend
schrijven van den staatssecretaris Olney,
waarin deze in vriendschappelijke bewoor
dingen aanspoort tot hervormingen op Cuba,
en het vooruitzicht opent op Amerika's bij
stand tot herstel der orde op het eiland,
indien deze hervormingen als doeltreffend
beschouwd worden.
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Schiedam, 15 April 1896.
Met bijzonder genoegen namen wij giste
ren laat in den namiddag kennis van het
bewijs van vaderlijke welwillendheid door
Z. H. den Paus gegeven ten opzichte van
de alhier te houden Loterij-tentoonstelling
bij gelegenheid van het Gouden Feest der
Eerw. Zusters Dominicanessen.
Heeft de H. Vader daardoor opnieuw
zijne groote liefde voor het bijzonder katho
liek onderwijs en zijne vaderlijke genegen
heid voor het katholieke Holland, dat hem
zooveel bewijzen van trouw en aanhankelijk
heid gaf, betoondvoor het volijverig be
stuur der St. Willibrordus-Stichting is dit
zeker eene gewenschte voldoening bij zijn
veelomvattenden arbeid en voor alle Katho
lieken dezer stad eene krachtige aansporing
om het dubbele comité, van dames en heeren,
dat zich voor deze tentoonstelling zoo veel
moeite en opoffering getroost, naar ver
mogen te steunen.
Waar de H. Vader voorgaat, vertrouwen
wij, dat Schiedams Katholieken zonder uit
zondering zullen volgen, en door aller ver-
eenigd pogen de belangrijke onderneming
der Loterij-tentoonstelling zóo geheel naar
wensch zal slagen, dat zij voor het katholiek
onderwijs overvloedige vruchten zal ople
veren.
In zake het bekende geschil tusschen
leden van de afdeeling Schiedam van den
Ned. Protestantenbond en den kerkeraad
der Ned. Herv. gemeente alhier, is thans,
naar de Schied. Cf. meldt, de volgende be
slissing genomen
Het classicaal bestuur van Rotterdam heeft
bij besluit van 8 dezer (waarvan gisteren
afschrift is gezonden) het beklag van 11
bestuursleden, of commissieleden van de
afdeeling «Schiedam" v/d Ned. Protestan
tenbond en van C. A. W. Oranje en echt
genoot ongegrond verklaard en het besluit
bevestigd, waarbij door den Schiedamschen
kerkeraad is verklaard, dat zij metterdaad
ten duidelijkste getoond hebben zich van de
Ned. herv. kerk te hebben afgescheiden.
Op Donderdag 9 April 11. slaagde te
Maastricht voor het examen als onderwij
zeres onze stadgenoote Mej. Liduina Jansen
T. P. d., leerlinge der Eerw. Zusters te
Venray.
Op de voordracht voor leeraar in de wis
kundige vakken aan de inrichtingen van
Hooger en Middelbaar Onderwijs te Deventer
is als no 1 geplaatst de heer dr. W. Bouwman,
leeraar in de wiskunde aan het gymnasium
te dezer stede.
Met den heer dr. W. Bouwman zijn de
heeren docts. G. C. A. Koopman, te Win
schoten, en J. J. Poortman, te Groningen,
aanbevolen.
Bij een magazijnhouder van rijwielen in
de Zwart Janstraat te Rotterdam Ijeeft men
Maandagavond, toen daar niemand aanwe
zig was, ontvreemd volgens den bewoner
door middel van braak een rijwiel, een
aanbeeld, een veldsmidse, de gasleiding enz.
Dit zoude geschied zijn op last van den
leverancier van al die artikelen, die echter
beweert dat de deur niet opengebroken,
maar open gevonden werd. Bij de politie is
van een en ander kennis gegeven.
Eenige weken geleden verdween de ge
zagvoerder van in de haven te Mainz voor
anker liggend Hoilandsch schip, M. A. van
Beijnen uit Rotterdam. Zondag werd zijn
lijk uit de genoemde haven opgevischt. Het
schijnt, dat bij nachts bij het aan boord gaan
in het water is gevallen.
Blijkens het jongste nummer De Fabrieks
bode heeft de toepassing van het scheids
gerecht aan de fabriek van den heer van
Marken aanleiding gegeven tot het ontstaan
van eene minder goede verstandhouding
tusschen het personeel. Terwijl dit te kennen
wordt gegeven in een schrijven van de
Kamers van meesters en beambten en van
raad van hoofdbeambten der Ned. gist- en
spiritusfabriek, zonder dat daarin het middel
tot verbetering wordt aangegeven, beveelt
de directeur, de heer van Marken, daartoe
opheffing van de openbaarheid der zittingen
van het scheidsgerecht aan.
BINNENLAND.
EERSTE KAMER.
Zitting van Dinsdag 14 April.
De afdeelingen hebben benoemd tot voor
zitters de heeren Prins, Nijsingh, Geertsema,
Van Swinderen en W. Cremers.
Aan de orde was allereerst het voorstel
om ook voor leden der Provinciale Staten
en van den Gemeenteraad de eedsaflegging
niet verplichtend te stellen.
Als ontwerper van dit voorstel was de
heer Gerritsen in de vergadering toegelaten,
gezeten op een voor hem ingerichte plaats
tusschen de ministerstafel en de stenogra-
fenbank.
De heer Van ZinnicqBergmann,
overtuigd van de wettigheid en de wensche-
lijkheid van den eed, ging niet in op de eeds
kwestie zelf, maar had tegen het voorstel
bedenkingen, ontleend aan het verschil in
werkkring tusschen de beide colleges met
de Staten-Generaal. Hij wees op verschillende
misstanden, die daaruit zullen voortvloeien.
De heer Melvil Van Lynden er
kende die misstanden en was tegen het
ontwerp, dat zijns inziens vooruitloopt op
de regeling van den ambtseed.
De afgevaardigde der Tweede Kamer,
de heer Gerritsen, trachtte de bezwaren te
weerleggen door de opmerking, dat aan de
belofte dezelfde kracht blijft toegekend als
aan den eed en dat de misstanden waarop
men wees, thans ook bestaan ten opzichte
van de eed-zwerende Doopsgezinden. Verder
verdedigde hij zijn voorstel wegens het
verschil in kracht van den staatsrechtelijke
en den gerechtelijken eed.
De heer Bergmann was wel overtuigd
en beweerde, dat de belofte, door den
voorsteller bedoeld, niet is een uiting van
godsdienstige gezindheid, doch eene wille
keurige dwaling.
De heeren Van Swinderen en
R a h u s e n, voorstanders van het ontwerp,
stelden in het licht, dat de bewijskracht aan
processen-verbaal toe te kennen niet zal
verminderen en de heer Rengers zag in het
ontwerp de verdere toepassing van een
grondbeginsel in de Grondwet voor de leden
der Staten-Generaal reeds neergelegd.
De heer Sassen zag in het wetsont
werp in beginsel de afschaffing van den
justitieelen eed.
Nadat de heer Gerritsen zijn voorstel nog
nader had verdedigd werd het wetsontwerp
met 24 tegen 17 stemmen aangenomen.
De Kamer bekrachtigde vervolgens de
regeling betreffende de gerechtskosten in
strafzaken, de wijziging der wet regelende
het veeartsenijkundig Staatstoezicht en na
eenige beraadslaging, de wettelijke regeling
van de militaire inundatiën en de daarvoor
te verleenen schadeloosstelling.
Bij het ontwerp, regelende het toe
zicht op het gebruik van stoomtoestellen,
kwam de heer Van Boneval Faure
op tegen het misbruik ook weer hier ge
maakt van de verplichting tot eedsaflegging
in onze wetgeving. Het wetsontwerp werd
na eenige discussie aangenomen.
Na aanneming van dit ontwerp was het
ontwerp personeele belasting aan de orde.
Na korte discussie over dit ontwerp werd
de beraadslaging tot Woensdag verdaagd.
Het voornemen bestaat om het examen
voor surnumerair der directe belastingen,
invoerrechten en accijnzen, tweede gedeelte,
voor hen die volgens art. 7, tweede lid van
het koninklijk besluit van 23 April 1887. no.
35, en de resolutie van 12 November 1888,
no. 56, daaraan in 1897 zouden kunnen deel
nemen, in plaats van in dat jaar, in het
laatst van 1896 te houden.
Atjeh.
Naar aanleiding van de laatst uit Atjeh
ontvangen telegrammen zegt het Hbl.:
Wijst het verlaten (en slechten) der beide
posten Biloel en Lamkoenjit, waarvan de
telegrammen gisteren melding maakten, op
het voornemen om, voorloopig althans, onze
stelling binnen de oude geconcentreerde
linie te beperken
Het is niet onmogelijk, maar het ver
moeden ligt veeleer voor de hand, dat gene
raal Vetter thans zijne troepen zooveel
doenlijk wil samentrekken om met des te
meer macht tegen de VI Moekims en de
daarin gelegen versterkingen van Oemar
te kunnen ageeren, en daarna, in verband
met de verdere operatiën, de bezetting van
Groot-Atjeh opnieuw te regelen. Men ver-
gete daarbij niet, dat Biloel en Lamkoenjit
slechts geheel tijdelijke posten waren
eigenlijk niet meer dan versterkte bivaks
zoodat hunne slechting, zonder vooruit te
loopen op de toekomst, kon plaats hebben.
In de eerstvolgende dagen, als ook de
overige van Java gezonden troepen zijn aan
gekomen, zullen wij vermoedelijk den uitslag
van verdere operatiën vernemen.
Als het heden ontvangen bericht juist is,
dat Toekoe Oemar weder in onderwerping
wil komen, dan zullen hem zeer strenge
voorwaarden gesteld worden. Wordt hem
levensbehoud verleend, dan is toch zijn
verwijdering van Sumatra onvermijdelijk en
is zijn rol uitgespeeld. Het is niet waar
schijnlijk dat hij zich daarin nu reeds zal
schikken, zoodat het bericht alleszins be
vestiging noodig heeft.
Bij het door ons medegedeelde telegram
dat overste van Heutsz naar Atjeh is ge
zonden, teekent het N. v. d. D. het vol
gende aan
De luit.-kolonel J. B. van Heutsz is een
welbekende figuur, die ook onder de Atjehers
een reputatie heeft verworven van beleid
en kennis. In de Atjeh-politiek heeft zijn
naam een bepaalde beteekenis, vooral sedert
de verschijning van een uitvoerige studie in
het Indisch Militair Tijdschrift over de po
litieke geschiedenis van Atjeh, waarin door
een vergelijking van de verschillende stelsels
wordt aangetoond hoe verderfelijk juist die
voortdurende verandering is geweest. Zijn
eigen systeem, samenhangende met dat der
scheepvaaitregeling (Scherer), wordt popu
lair omschreven door zitten op de geldkist
door met een strenge blokkade aan de kust
inkomende rechten te heffen.
Van Heutsz was langen tijd, als kapitein,
chef van den staf te Atjeh, onder generaal
Van Teyn. Bij de verkenning van Kota
Toewankoe in 1890 werd hij zwaar gewond
en toen voor zijn kranig gedrag begiftigd
met de eere-sabel. Daarbij is hij ridder van
de Militaire Willemsorde. Hij is uit de school
van generaal Van Teyn en houdt van krach
maatregelen.
Velen hebben in overste Van Heutsz al
tijd een toekomstig gouverneur van Atjeh
gezien.
Of deze hoofdofficier thans met een be
paalde opdracht naar Atjeh gaat, blijkt uit
ons telegram nog niet. Wellicht gaat hij
als commandant van een der nieuwe ba
taljons.
Luit.-kol. Van Heutsz is thans 45 jaar.
Hij werd 2e luitenant 13 Aug. '72; 1ste
luit. 8 Febr. '73kapitein 10 Jan. 1886,
majoor 7 Oct. '91 en werd bevorderd tot
zijn tegenwoordigen |rang op 20 Juli 1894.
Nadat hij eenigen tijd militair commandant
was geweest van Sumatra's Oostkust, ging
hij met verlof en is nog niet lang inlndië.
De Duitsche geheimraad prof. dr. von la
Valette St. George heeft zich naar Neder
land begeven om met de vertegenwoordigers
onzer regeering een onderhoud te hebben
betreffende de regeling der vischteelt en
vischvangst op Nederlandsch en Duitsch
gebied.
De op een paard en op klompen bij 1 c
oefeningen verschenen Haagsche schutter
werd gisterenmiddag door een groote
menigte uit het socialistenlokaal in
Koninginnestraat te 's-Gravenhage naar n
lokaal van den schuttersraad begeleid, w»aaI
hij gedagvaard was.
Hij reed thans in zwarte burgerkleedm?
met hoogen hoed op en een rijzweep in(1
hand op een ongezadeld ros.
De politie belette op de Groote Mark
dat anderen dan de gedagvaarden het lok»a
binnen traden.
Men schrijft aan de Tel. uit Den Haaïf
dato 14 April
De schutterij-oefening in het Malieveld
werd heden-middag voor een groot gedeel'e
verstoord door eene steeds meer opdrio*
gende volksmenigte, wier bedoeling het was
den schutter, die op klompen ter oefeninS
gekomen was en onder bevel van een onder
officier afzonderlijk exerceerde, toe te juicheo
en aan te moedigen. Een persoon ging zelf3
zoover om zich in het midden van he'
Malieveld te begeven met een flesch He'
en dezen drank den schutter aan te bieden-
De politie, in te gering aantal aanwezig, kon
eenvoudig niet optreden tegenover de over
macht, te meer daar de schutters, aange
wezen om het terrein at te zetten, ha»r
niet voldoende de behulpzame hand boden-
Ten slotte stond het bataljon tot op een
tiental passen afstande omringd door he'
gepeupel, dat ook nog een dreigende houding
aannam tegen de officieren eener compagnie
die een commando uitvoerde, welke in den
looppas moet geschieden en waarbij enkelen
onder den voet geraakten.
De oefening moest veel vroeger dan ge
woonlijk eindigen.
Maandag zijn te Scheveningen de werk
zaamheden aangevangen voor het maken
van een bazaltmuur beginnende bij het dorp-
Als veiligheidsmaatregel tegen hoog water
bij ruw weder worden zanddammen me'
steenblokken langs den muur aangelegd.
Het Hoogheemraadschap Delfland is op
het laatste oogenblik met zulke bezwarende
voorwaarden komen opdagen, dat de bouW
van een vast circus voor den heer Carre
te Scheveningen wellicht niet zal geschieden
De aanbesteding had reeds plaats gehad-
Gisteren werd het Brongebouw van he'
Staalblad Haarlem geopend meteen matinée
te halfdrie van het stedelijk muziekkorps-
Het is wel zeer vroeg in den tijd doek
men heeft denkelijk deze feestelijkheid ge
geven met oog het op eenige Engelsche jour
nalisten en teekenaars van Engelsche tijd
schriften die Zaterdag 1.1. zijn overgekomen)
en op de jurytribune vlak bij het punt van
afrit van het bloemencorso, dit feest hebben
meegemaakt. Zij brachten gisteren ook een
bezoek aan de bron in de Haarlemmermeer
den oorsprong van het staalbad Haarlem-
Wanneer de indruk, dien de stichting op
deze publiciteitsmannen maakt, gunstig Is'
dan kan hun bezoek aan de Staalbron voor
Haarlem als badplaats zeer gunstige resul
taten afwerpen.
Overigens is er over het Brongebouw op
dit oogenblik nog weinig nieuws te meiden-
Half Mei begint de reeks zomercoucerteB
en de Badcourant. die tot dusver meer een
programma met annonces was, verschijn4
dit jaar bij den uitgever J. C. PeerebooB1)
meer in courantvorm, d. w. z. met voor he'
blaadje passende lectuur.
De badinrichtiug, een keurig gebouw vla^
bij het Brongebonw, straat nu onder behe®r
van dr. K. Prins, te Heemstede.
Door het springen van een vlampijp êe
raakte gisteren-morgen te Nieuwersluis
machine defect van den sneltrein, welk®
om 9.40 u. v. m. (spoortijd) van Rotterda"1
naar Amsterdam vertrekt. Een hulplocoH1®
tief moest worden ontboden om den 'r0l'>
weder te vervoeren.