geopend. De achterstallige soldij is sinds
dien betaald. Te Isfahan is het rustig.
Uit Constantinopel wordt aan de Times
gemeld, dat de Sultan doodelijk is geschrok
ken van het bericht van den moord op den
Sjah. Alle openbaarmaking van bijzonder
heden is onderdrukt.
In zake den opstand in Matabelenland
meldt een telegram uit Boeloewajo, dat de
Matabelen naar het noorden trekken om
daar een nieuw rijk te stichten. De vrouwen
verzetten zich daartegen geleid door de
ervaringen welke bij een vroegeren trek is
opgedaan, toen zij zooveel geleden hebben,
van de koorts en de tsetsevlieg. Alle impi's
zijn uit de nabijheid vap Boeloewajo ver
dwenen.
De Chartered Company heeft twee Mei
een bericht ontvangen van de Queque-rivier,
eén dagmarsch van Gwelo, waarin wordt
medegedeeld, dat de colonne van Rhodes
daar aangekomen is. Deze colonne is te
Makalalakop aangevallen door 1000 rebellen,
die met een verlies van 30 personen wer
den teruggeslagen. Den 2n Mei werd Rhodes
te Gwelo verwacht.
Volgens de laatste uit Havana ontvangen
telegrammen hebben de Spanjaarden op
Cuba eene belangrijke overwinning op de
opstandelingen behaald. De opstandelingen
zijn bij Cacarajicura verslagen300 hunner
werden gedood.
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Schiedam, 5 Mei 1896.
Heden-middag ten 2 uur is het 6-jarig
zoontje Bernard, van P. "Wasman, wonende
aan de Breedstraat alhier, terwijl hij op
weg was naar de St. Jozefsschool aan de
Nieuwe Haven, op de Westvest door een
sleeperswagen van den heer W. Tak met
doodelijk gevolg overreden. Bij het afsprin
gen van den wagen, ter hoogte van de
Branderssteeg, had hij het ongeluk te val
len met het noodlottig gevolg dat een der
achterwielen hem over de borst ging.
Door L. Snijders, werkman in de Schie-
damsche Alcoholfabriek, opgenomen, stierf
hij ten huize van Dr. Elzevier Dom, aan
de Lange Haven, waarheen hij onmiddellijk
was gebracht.
Nadat genoemde geneesheer den dood
geconstateerd had, is het lijk van het knaapje
per brancard naar de ouderlijke woning aan
de Breedstraat overgebracht.
Woensdag-avond zal alhier in de zaal
der Officieren-Vereeniging eene uitvoering
worden gegeven door de Fisk Jubilee Singers.
Dit zanggezelschap, bestaande uitgewezen
negershaven uit Zuid- en Centraal-Amerika
en hunne afstammelingen, heeft zich sedert
geruimen tijd zoowel aan de overzijde van
den Oceaan als in verschillende landen van
Europa doen hooren, en overal waar het
zijn uitvoeringen gaf, was reeds bij zijn
eerste optreden het succces zoo beslist, dat
in alle plaatsen zonder uitzondering een
reeks van concerten volgden, die een on
gekend succes hadden.
Men is doorgaans onuitputtelijk in den
lof zoowel over het schoone ensemble door
dit gezelschap gevormd als over de gevoel
volle voordracht zijner liederen, waarin bij
het eigenaardige van de hun eigen melodieën
zich het vuur der tropen zoo duidelijk
doet kennen,
Even boven den Oostmond der Konings
haven te Rotterdam is Zondag-ochtend het
stoomschip Obdam der N. A. S. M., dat
met inachtneming van de noodige voorzorgs
maatregelen ledig van de fabriek Feyenoord
naar de Wilhelminakade gebracht werd, in
aanvaring gekomen met het met ijzererts
geladen stoomschip Cairo, dat met laag
water daar ter plaatse aan den grond ge
varen was. Het stoomschip Cairo bekwam
eene belangrijke scheur in de huid boven
de waterlijn van achteren aan stuurboord
zijde, waardoor een vrij groote schade is
teweeggebracht. Maandag-ochtend heeft de
Cairo, nadat men Zondag met lichters een
gedeelte had gelost, ligplaats genomen aan
het station Maas.
Omstreeks 14 uren Zondagavond huis
waarts keerende, bemerkte de huishoudster
van den spekslager J. M. Ribourdouille te
Rotterdam, dat de winkeldeur open stond,
dat er dieven waren geweest en ook dat
een brandkastje, hetwelk in een opkamer
gestaan had, daar was weggehaald en naar
den kelder gebracht, waar men het had
opengebroken. De inhoud, bestaande uit ruim
f20 aan geld en verschillende papieren voor
de dieven waardeloos, waren ontvreemd. De
papieren, meest kwitantiën, werden in den
nacht in de Delftschestraat op de straat
gevonden en bij de politie gedeponeerd.
Vermoedelijk is men met behulp van een
valschen sleutel binnengekomen.
Gisterennacht is door agenten van politie
te Rotterdam een begin van brand gebluscht
op het Oostvestplein, waar de decoratie, ter
eere van den geaffecteerde P. C. Verveen
en ter herdenking van diens 25-jarig jubilé aan
het spuithuisje van spuit 12 aangebracht,
in brand stond. Of men hier aan kwaadwil
lig heid moet denken, is niet bekend geworden.
(IV. R. Ct
Te Maassluis is gisteren-nacht overleden
de heer M. Wuister, sedert Mei 1894 wet
houder dier gemeente.
Jaarverslag van de Kamer van Koop
handel en Fabrieken te Schiedam.
I.
Het jaarverslag van de Kamer van Koop
handel en Fabrieken te Schiedam, over den
toestand van handel, nijverheid en scheep
vaart in het jaar 1895, is verschenen.
Het verslag vangt als gewoonlijk aan met
het volgende algemeen overzicht van den
toestand van handel en nyverheid in deze
gemeente.
Algemeen Overzicht.
De weinig bevredigende toestand van
handel en nijverheid, dien wij in ons vorig
jaarverslag moesten constateeren, heeft in
het afgeloopen jaar een gunstiger wijziging
ondergaan, dan met het oog op verschillende
omstandigheden, waarvan we toenmaals mel
ding maakten, mocht verwacht worden.
Althans kan er, wel is waar, nog niet
worden gezegd, dat de hoofdtak van indus-
strie in deze gemeente in bloeienden toestand
verkeerde, het geeft toch een aangenamen
indruk van een, zij het dan ook tijdelyk,
algemeen gunstiger toestand te kunnen mel
ding maken.
Wel zijn de bezwaren, die deze industrie
sinds lang in zijn bloei belemmerden, ja
zplfs zijn voortbestaan ernstig bedreigden,
niet opgeheven of zelfs verminderd, maar,
gesteund door de vorderingen der weten
schap en der practijk, beijveren zich onze
industrieelen daaraan zooveel mogelijk het
hoofd te bieden, in het bewustzijn dat, nu
de jaren van stilstand in de exploitatie van
dat terrein tot het verleden moeten be-
hooren, alles dient aangegrepen, om die
fabrieken meer productief te maken en de
oude renommée van hare artikelen niet
alleen te handhaven, maar ook te doen toe
nemen.
Er bestaat geen twijfel, dat, wanneer be
doelde industrie niet zóo te worstelen had
tegen de ^beschermende bepalingen, welke
tegen haar producten in andere rijken wer
den gemaakt, terwijl zij zelve daartegen
als machteloos en zonder verweer staat,
onze gemeente haar ouden bloei zou zien
herleven.
Dat, niettegenstaande deze belemmerin
gen, onze gemeente Schiedam zich op alle
mogelijke wijzen tracht op te heffen, blijkt
uit de vestiging van nieuwe fabrieken van an
deren aard, en door uitbreiding van die
bestaande, welke reeds jarenlang eenig te
genwicht in de schaal hebben gelegd tegen
de verliezen door eene gedrukte, en dus
kwijnende industrie, haren ondernemers be
rokkend.
Alle kenteekenen doen zich voor, dat, bij
het verloop van 't getij, de bakens meer en
meer zullen worden verzet, nu er ook van
buiten af het oog op Schiedam wordt ge
slagen, als een in hooge mate gunstig ge
legen plaats, die zeldzame gelegenheden
aanbiedt aan den handel en vooral aan de
nijverheid, om zich hier te vestigen.
Dat daarvan meer en meer gebruik wordt
gemaakt getuigen de nieuw gestichte inrich
tingen van industrieelen aard, b.v. een soda-,
een lucifer- en een cartonnagefabriek,
en vooral de uitbreidingen aan sommige
reeds lang bestaande gegeven, waaronder
er zijn die niet alleen hier te lande, maar
ook in den vreemde, een aangroeienden
reputatie genieten, en waarop Schiedam,
juist omdat het door eenzijdige beoor-
deeling of door mindere kennis van plaat
selijke toestanden al te zeer in een verkeerd
licht werd gesteld, trotsch mag zijn.
En, waar zijne nijvere en ordelievende
inwoners zich beijveren, alles wat mogelijk
is tot zijn bloei bij te dragen, daar blijft
het gemeentebestuur niet achter, een open
oog voor de belangen der gemeente te heb
ben, en die naar de eischen van den tijd
krachtig te bevorderen.
Brander ij en. Zooals reeds met een
enkel woord werd aangeduid, werkten deze
fabrieken het vorige jaar niet ongunstig.
De tweede helft des jaars was zelfs niet
onvoordeelig te noemen, door de hoogere
prijzen van den moutwijn.
De handel in gist en spoeling, deze voor
name bijproducten eener branderij, had
evenwel met groote bijkomstige moeilijkheden
te kampen, die de financieele resultaten,
door het gedistilleerd verkregen, aanmerke
lijk reduceerden.
Gisthandel. Dit voorname bijproduct
der branderijen er zijn wel eens tijden
geweest dat het daarvan 't meest winstge
vende artikel was, had dit jaar veel
zwarigheden te doorworstelen. De concur
rentie toonde zich zeer machtig en de oprich-
ring van gist- en spiritusfabrieken in het
buitenland met name in Engeland, waar
de »Home-produce" meer wordt begunstigd,
droeg het hare er toe bij, den handel in
dit product beteekenende hinderpalen in den
weg te leggen, hinderpalen, die ddar
alleen door een matigen prijs en uitstekende
kwaliteit te bekampen zijn. Dat de nieuwe
wet op de stokerijen in België, waarmede
een invoerrecht van 10 centimes per kilo
gepaard zal gaan, daaraan geen voordeel
zal doen ligt voor de hand.
Onze gistfabrikanten zijn zich van dien
toestand wèl bewust, en trachten in hun
eigen belang die maatregelen te nemen,
welke hunne terugdringing van de Engelsche
markt zullen kunnen voorkomen. De handel
op België is dit jaar vooruitgegaan.
Spoelinghandel. De prijzen der
spoeling waren in het afgeloopen jaar slechts
middelmatigalthans in de eerste helft des
jaars. Verschillende oorzaken droegen daar
toe bij. Vooreerst oefenden de lage graan
prijzen op dit voedigsmiddel voor het vee
natuurlijk veel invloed uit, maar vooral
waren de belemmeringen die onzen vet
mesterijen, wat den invoer van het vee in
België betreft, in den weg werden gelegd,
de reden, dat dit jaar op dat gebied on
gunstig te noemen is. Was gedurende ge-
ruimen tijd België voor ons gesloten, het
magere vee was bovendien duur en voor
het vette kon geen behoorlijke prijs worden
bedongen. Dit werkte nadeelig op het ver
bruik van spoeling, en oefende op dien han
del een drukkenden terugslag uit.
De spoelinghandel, benevens die in geperste
en gedroogde spoeling, leverde, vooral in het
eerste halfjaar geen bijzonder voordeelige
resultaten op. Later, namelijk in het tweede
halfjaar, is dit verbeterd, ook door het
wijken van »mond- en klauwzeer."
Scheepvaart. De scheepvaaart naar
hier bleef stationairniettegenstaande de
lossing hier ter stede door verschillende
omstandigheden wèl zoo voordeelig als in
het naburig Rotterdam kan geschieden, en
onze importeurs in het belang der gemeente
en van vele rappe handen, die dan meer
werk zouden kunnen vinden, hun steun niet
onthouden. Door de maatregelen, door
de importeurs aangewend, bij de buiten-
landsche kooplieden, om de schepen met
granen uit de Oostzee en van de Zwarte
Zee hier te doen lossen, is de scheepvaart
ten minste stationair gebleven.
Kon de minder gunstige uitwendige toe
stand van de haven, vooral de ingang daar
van, nu juist niet uitlokkend voor het scheep
vaartverkeer genoemd worden. Het ge
meente-bestuur heeft niet geaarzeld daarin
de r.oodige verbetering aan te vangen, en
besloot tevens tot uitbreiding der havenge
legenheid aan de Maaszijde, terwijl eene
nieuwe herziening van het havengeld-tarief
het hare er toe zal kunnen bijdragen, de
concurrentie van nabijliggende gemeenten
zoo mogelijk het hoofd te bieden.
Graanhandel. De graanhandel heeft dit
jaar geen winst afgeworpen. De plotselinge rij
zing in het voorjaar werd door een even
spoedige daling gevolgd, waardoor al de
behaalde winst verloren ging, terwijl de
enorme achteruitgang van den prijs der mais
in het najaar gevoelige verliezen berokkend®
Die handel beperkte zich nu ongeveer tot
plaatselijke consumptieuitvoer van hier,
naar België of den Rijn, van granen en
mout, was in verscheidene jaren van geen
beteekenis meer, waarvan het gevolg med®
was, dat er geen noemenswaardige opsla?
van granen dit jaar plaats had.
Veehandel. Dit leverde de veehandel
geen bevredigende uitkomsten, zooals reeds
hiervóór met een enkel woord is aangestipt-
Het magere vee was op de voor- en najaars-
markten, vooral door het tijdelijk openstellen
van de Belgische grenzen en de daar ge*
volgde aankoopen, te duur om eenige winst
bij omzet te kunnen behalen, terwijl het
vette slechts zeer matige prijzen kon bedingen-
Wanneer de uitvoer naar België, bij het
thans in ons district ophouden van het
»mond en klauwzeer", weder tot zijn nor
malen toestand terugkeert, zal er eerst een
nieuw tijdperk van leven door dien handel
kunnen aanbreken.
Vetmester ij en Schapenweider ij-
Veel van het hierboven aangevoerde kan
ook op deze takken van veehandel worden
toegepast. Een gunstig hooi-jaar en lag®
spoelingprijzen maakten echter den toestand
gunstiger dan die bij het tegengestelde het
geval zou geweest zijn, en kwamen, vooral
de laatsten, de vetmesterij ten goede. Het
ophouden van het smond- en klauwzeer"
heeft dit bedrijf van vele belemmerende
maatregelen verlost.
Vetmesterij is hier van beide genoemde
de hoofdtak. Schapenweiderij heeft slechts
op geringe schaal plaats, om van de in
gebruik zijnde weilanden nog een weinig te
profiteeren, wanneer het rundvee die ver
laten heeft.
BINNENLAND.
In een uitvoerig adres heeft het locomotief-
personeel der voormalige Rijnspoor aan den
Minister van Waterstaat medegedeeld, dat
door het ingediende wetsontwerp voor hen
niets zal worden tot stand gebracht.
Adressanten verzoeken, dat bij de behan
deling van het wetsvoorstel de Minister me-
dewerke, dat er eindelijk eens verbetering
in hun positie kome.
In Friesland gaat rond een adres aan de
Tweede Kamer, waarin wordt aangedrongen
op verscherping der bepalingen ter gunste
van de bij de wet beschermde vogels.
Atjeh.
Een bulletin van de Telegraaf van gis
teren-middag 5 uur meldt
De kolonne onder Van Heutz keerde
Zaterdag terug. Zij behaalde weinig succes.
Drie der onzen werden gedood en negen
gewond. Heden vertrokken 4 bataillons, onder
aanvoering van overste Bendien tot houden
eener demonstratie tegen Kroeng Kali.
De Telegraaf herinnert er aan, dat den
19 April twee kolonnes, onder de luitenant
kolonels Bendien en Van Héutz, uitrukten,
om de posten Anak Galoeng. Lam Barih,
Senelop en Lam Soet te ontzetten en te
slechten. De eerste kolonne volbracht haar
taak zonder groote verliezen te lijden Lam
Barih en Anak Galoeng werden in brand
gestoken.
De tweede kolonne stuitte op veel ern
stiger verzet en ontmoette bij Senelop ver
woeden tegenstand. Twee officieren der
onzen en 66 minderen werden gekwest,
terwijl 13 minderen sneuvelden.
Vermoedelijk is bij die gelegenheid het
tuchtingswerk nog niet geheel volbracht
en moet met name Lam Soet nog geslecht.
Dat de Atjehers zich daar nog hebben
durven staande houden, bewijst wel, dat de
moed er bij hen niet uit is, en zij niet doen
als Toekoe Oemar, die het in Lam Pisang
blijkbaar te benauwd heeft gekregen.
Op post in Afjeh.
III. (Slot.)
Des anderen daags, des morgens vroeg,
gaven zij weer teekenen van leven zij be
schoten ons van alle kanten en de kogels
vlogen weer door ons logies. Het scheen
dat het plan der kwaadwilligen nu was, een
gedeelte van Senelop om te trekken en ons
van zeer nabij onder hun vuur te nemen.
De bezetting, van het op een afstand van
800 M. iinks van ons gelegen blokhuis, Tjot-
Seneng, had dit plan in het vizier en zorgde