Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 19de Jaarg. Zondag 31 Mei 1896 No. 5505. jSttreau i3ofersfvaaf 50. TWEEDEBLAD. De Missiën in Afrika. -0.05 PRIJS VAN DIT BLAD Voor Schiedam per 3 maanden Franco per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. Volgaarne verleene wij de noodige plaats ruimte ter opname van de volgende regelen Bijna ieder jaar zendt de Sociëteit der Witte Paters Missionarissen naar de mis siën van Equatoriaal Afrika. Ook dit jaar zal een Karavaan naar die Missiën vertrekken10 Juni a. s. zal zij Marseille verlaten. Deze karavaan zal bestaan uit 14 Mis sionarissen acht Paters en zes Broeders. Van deze veertien Missionarisses zijn zes NederlandersPater Van Wees uit Breda, Broeder Petrus Claver (Kerssemakers uit Huibergen), Br. Egidius (Van Lieshout uit Lieshout), Br. Wilhelmus (Wouters uit Swalmen, Br. Jacobus (Mulders uit Utrecht), Br. Philippus (Braun uit Sittard). Van deze Broeders bestemd voor de ver schillende Missiën van Equatoriaal Afrika, hebben de vier eerstgenoemden hun vor ming tot Broeder in de Missie begonnen in den Huize Gerra onder Haaren, waar toen ter tijd het Postulaat was gevestigd. n de jaren 1890/91 vertrokken zij naar et Noviciaat te Maison Carrée bij de stad Algiers. Laatstgenoemde Broeder is Postulant geweest te Mariënthal, in het groot Her- °S om Luxemburg, waar nu Pater Sweens aan het hoofd staat. Pater van Wees, onlangs Priester gewijd te Carthago, alwaar ®t groot Seminarie van de Sociëteit der itte Paters is gevestigd, is bestemd voor *®t Vicariaat van Noordelijk Nyanza, welk Vicariaat bevat Oesagara, Oenyoro en ge heel Ouganda, behalve ééne provincie. Pater van Wees is in 't bizonder bestemd v°or de schoone Missie van Ouganda, waar Hod het werk der Witte Paters zoo bui tengewoon zegent. Hoe moeitevol en gevaarlijk de reis naar deze Missie is, blijkt duidelijk uit de brieven van Pater Laane, die verleden jaar naar Ouganda vertrokken is. In het Huisgezin van 26 Mei 1. 1. ver haalt Pater Laane hoe hij zich met veel koffers en kisten heeft moeten inschepen op boomstammen door negers uitgehold. Men begrijpt allicht hoe dergelijke vaar tuigen broos en weinig bestand zijn te-en stormen, die op het Victoria-Nyanzameer even plotseling als geweldig opsteken. Pater Laane overvallen door zulk een storm heeft zich van vergaan in de golven der Nyanza alleen kunnen redden door het overboord werpen van twintig kisten waar onder al zijn eigen goed. Welk een zwaar offerde meest noodza kelijke voorwerpen met ongekende moeite viJf maanden lang gedragen, ten koste van groote sommen gelds, te moeten weg werpen, wanneer men nog op luttel afstands van de bestemming is. j Welk een verlies voor een broodarme Missie, welke een oefening van geduld voor de Missionarissen wederom een jaar op het onontbeerlijke te moeten wachten Met een stevig gebouwde zeilboot het meer over te trekken zou zeker beter zijn en veiliger dan met uitgeholde boomstammen. De aankoop echter van het materiaal voor een zeilboot plus de kosten van het transport van dat materiaal naar de mis siën zouden een som gelds vorderen van ongeveer vijf duizend Gulden. De aposto lische vicarissen Mgr. Hirth en Mgr. Guiller- main kunnen ter nauwernood voorzien in al de behoeften van de Vicariaten Noord en Zuid-Nyanza, aan hunne zorgen toever trouwd. Zij zijn dus niet bij machte zulk een buitengewone uitgaat te doen, ofschoon een stevige zeilboot te hebben een ware uitkomst zou zijn voor de Missionarissen, die zoo dikwijls het meer moeten oversteken om de verschillende missieposten van de talrijke eilanden in het meer te bedienen. O mocht de Goddelijke Voorzienigheid, die zoo zichtbaar over deze schoone missiën waakt, aan eenige edelmoedige zielen de gedachte ingeven de missionarissen van zulk een boot te voorzien I Hoe gelukkig zou Broeder Felix in 't bizonder zijn met zulk een boot, Hij, een oud Maasschipper uit Dussen, zou de boot, genoemd naar een der Heiligen van Nederland, met vaste hand besturen en aan alle Missionarissen ver zekeren, dat nu geen gevaar meer te vreezen was. Ons vertrouwen op de edelmoedigheid van het Katholieke Nederland is dunkt ons niet misplaatst. Sinds jaren toont zich Ne derland zoo edelmoedig voor de Missiën. In - tien jaar schonk het aan de Sociëteit der Witte Paters behalve een vijftigtal studenten, die zich nog op het Priester schap voorbereiden, 17 Priesters en 38 Broeders. De annalen der Afrikaansche Missiën, uitgegeven door den Eerw. Broeder Ber- nardinus van Oudenbosch, zijn welkom in veel huisgezinnen. Veel slaven worden vrij gekocht dank vooral de edelmoedigheid van de lezers der annalen. De tegenwoordige Superieur van het klein Seminarie der Hollanders en Vlamingen te Mechelen, de zeer eerw. Pater Coulbois, heefs tijdens zijn negenjarig verblijf in de Missie van het Tanganika-meer, waarvan Z.Eerw. Apostolisch Provicaris was, over de 2000 slaven vrijgekocht. Ook dezen keer vertrouwden wij gehol pen te zullen worden. De bede uzegene de goede God Neerland voor de edelmoe dige wijze waarop het de Missionarissen steunt" zal ons antwoord zijn. goederen aan den boedel van een gefailleerde veranderd in een geldboete van tlOO. Blijkens bericht in de Staats. Ct. kunnen dit jaar vijf studenten in de geneeskunde aan eene der Nederlandsche Universiteiten worden aangenomen om voor rekening van het Departement van Marine te worden opgeleid tot officier van gezondheid der 2de klasse bij de Zeemacht, onder genot van een subsidie van f 5600. Aanmelding onder overlegging der vereischte stukken, bij ge zegeld request bij den minister van marine. De Minister van Buitenlandsche zaken brengt ter algemeene kennis, dat de Zwit- sersche kantoren Fahy, Damvant, Reclère, Bressaucourt en La Motte, voorloopig ge sloten zijn voor den invoer van uit Frankrijk afkomstig vee. Intusschen kan, op aanvrage van belang hebbenden, van het Zwitsersch Departement van Landbouw vergunning worden bekomen voor den invoer langs die kantoren van uit Nederland herkomstig vee, dat door Frank rijk wordt doorgevoerd. (St.-Ct.) Door den Minister van Waterstaat is aan de heeren C. J. baron Leembrnggen, A. L. De Sturler te Leiden en T. A. O. De Ridder te Katwijk aan den Rijn concessie verleend voor een stoomtram langs den Hoogen Rijndijk van Leiden naar Alfen. volgens naar den Coolsingel, waar men beider spoor was kwijt geraakt. Ter opsporing van man en kind werd in alle richtingen gezocht totdat men het kind gelukkig ongedeerd in de ouderlijke woning terugvond, waar het onbewust van al die beslommeringen zat te spelen. De meubelmakerij van de wed. Blijstra te Harlingen is afgebrand. Mede werd het huis van den kruidenier Sluik, in de Simon Stijlstraat aangetast en is grootendeels ver brand. Ook andere huizen hebben schade geleden, doch niet belangrijk. In verschillende bladen komt het bericht voor, dat het lijk van den voortvluchtigen Bolswarder kassier D. J. Brouwer zou ge vonden zijn in de Schelde bij Antwerpen. Te Bols ward is echter, naar de Leeuw. Ct. meldt, officieel hiervan niets bekend. De aan dat bericht toegevoegde mede- deelingen omtrent den faillieten boedel moeten, aangezien er nog geene verificatie heeft plaats gehad, als voorbarig worden beschouwd. Aan den Minister van Waterstaat is door een groot aantal vischhandelaren, reeders visschers en andere belanghebbenden bij de exploitatie der visschershaven te IJmuiden een adres gericht, met verzoek het daareen te willen leiden, dat de aansluiting der spoorwegverbinding van de visschershaven met den spoorweg Velsen-IJmuiden zoowel als de afgifte der gronden aan de zuidzijde der visschershaven ten spoedigste tot stand komt. Atjeh. Vervolg Binnenland. H. M. de Koningin-Regentes heeft de gevangenisstraf van 2 maanden waartoe de winkelier P. L. H., te Harlingen veroor deeld was, wegens het onttrekken van Naar aanleiding van het bericht dat vier bataljons zijn uitgerukt om Lam Tehen te tuchtigen, merkt de Tel. op Na de met zooveel succes uitgevoerde krijgsoperatiën in de kloof van Beradin blijken onze troepen ook het verdere terrein te gaan zuiveren. Lam Tehen is een kam pong ten zuiden van Lampeneroetr.aar laatstgenoemde plaats voert een zijweg van Kota Radja en bovendien is zij aan den stoomtramweg gelegen, zoodat onze troepen aldaar gemakkelijk konden worden gecon centreerd. Van Lampeneroet zijn zij over het van hout gezuiverde terrein getrokken, aan de grens waarvan het doel van den tocht is gelegen. Een ernstige tegenstand is na de jongste nederlagen der Atjehers hier niet te verwachten. Van den Maastrichtschen correspondent ontving de Tijd het volgend schrijven Het is ons een genoegen, he tbericht van gisteren in zooverre te mogen rectificeeren, dat door de stakende glasblazers wel een nader voorstel tot onderhandeling, met het bestuur wel te verstaan, aan den patroon is gericht, maar dat dit geenszins tengevolge heeft gehad ontslag van hun familieleden uit de fabriek. Van dergelijken maatregel is in 't geheel geen sprake. Een misverstand hoewel van onverdachte zijde, gaf aanleiding tot het snel verbreiden van dat bericht. De geheele recherche was eergisteren avond te Rotterdam in de weer tot opsporing van een Sjarig knaapje, wonende op de Slaakkade, dat omstreeks vijf uur in den namiddag door een onbekenden man van den Westersingel zou zijn medegenomen in de richting van den Binnenweg en ver- GEMENGD NIEUWS. Te Spankeren bij Dieren is door tot heden onbekend gebleven dieven ingebroken in de Ned. herv. kerk. Door het verbreken eener ruit hebben zij zich toegang tot de kerk verschaft en namen alleen mede een elftal koperen sluitingen van bijbels, die met geweld waren afgerukt. De brandkast hebben zij verzet en getracht te openen, hetgeen niet is gelukt. Een lastige patiënt en een listige directeur. Een panter in de Rotterdamsche diergaarde leed aan verstop ping, waarvoor een laxeermiddel moest gebruiken. Het goedje rook hem wat verdacht, althans wat men ook probeerde, hij dankte er voor, het in te nemen. Toen verzon de directeur een list. Hij liet den panter met het geneesmiddel besproeien en of deze al als een dolle door de kooi heen en weer sprong en blies van woede, de oppasser, veilig door de stevige tralies, trok er zich niets over aan en sproeide voort, totdat de vette olie het dier van het lijf droop. Er bleef nu voor den panter niets anders over dan zijn huid schoon te likken; op die wijze kreeg hij het laxeermiddel naar binnen, en werd zjjn leven tegen wil en dank gered,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1896 | | pagina 5