Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
tr
bureau IPofersteaaf 50.
19de Jaar^.
Dinsdag 2 Juni 1896.
No. 5506.
algemeen overzicht
^euill e ton.
PRIJS VAN DIT BLAD:
Noor Schiedam per 3 maanden
Franco per post door geheel Nederland
Afzonderlijke Nommers
f 1.50
- 0.05
PRIJS DER ADVKRTENTIËN:
Van 1—6 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
Vreeselijke ramp te Moskou.
roerino- ,°e beschaafde wereld ont
vet fct6n f™'8 Wekt> De minister van
rep*. Zaterdag-avond aan het
verl!> f bekend' dat het schitterend
een °'1 r kroningsfeesten gestoord is door
Van reSel«k* ramP- Noor den aanvang
tiet Volksfeest op het Chodynskoje-veld
teni«Kt,Petr°fsky"paleis' waarb« de Sedach"
Werri rS Gn andere feestgaven uitgedeeld
h ontstond er onder de uit vele
zulk r enden bestaande volksmenigte
2av 6en gedra"g naar de plek waar de
en werden uitgedeeld, dat met onweer-
a.aar geweld honderden menschen
her 5® werden. De orde was spoedig
steld, maar reeds bij het eerste opdringen
ren zeer velen op de smartelijkste wijze
gekomen of gekwetst. De berichten der
33t j spraken 's namiddags te vier ure van
oocien en 459 gekwetsten, maar vol
te In 6 ^euter-dépêche, Zaterdag-avond
het Uren U't ^oskou verzonden, bedraagt
hun aar'ta' der Pers°nen die gedood of aan
honilIe!iWOnd'ngen bezweken zijn, dertien-
ontro r> ack'"en"d6rtig. De Tsaar, die diep
gelast a WaS' heeft, naar gemeld wordt,
tvinne at aan elh huisgezin dat zijn kost-
hen za^61 °ren bee't, 1000 roebel geschon-
slachtnfr Worden> en dat de begrafenis der
bieden V°°r zijn rekening moet ge'
CataJ.er de °°rzaak dezer verschrikkelijke
q^Ioo'0^,e zÜn verschillende lezingen in
hit M^'l 6ns een keuter-depêche waren
Nriid en de omliggende dorpen reeds
qi a^'av°nd zooveel menschen naar het
der° yt'skoje"vel(' getrokken, dat te mid-
nacht reeds 200,000 personen daar
6en Waren, die den nacht in de open
lucht bij vuren doorbrachten, onder vroolijk
gezang. Steeds bleet de menigte toenemen
totdat zij om vier uur ongeveer verdubbeld
was. De politie werd spoedig met een aantal
Kozakken versterkt, toen de menigte tot
een ontzagwekkende massa was aangegroeid
en de tenten begon binnen te dringen
waarin de giften voor het volk bewaard
werden. Om zes ure begon de verdeeling
dier giften. Honderden personen met de
uitdeeling belast konden aan de woest op
dringende menigte niet vlug genoeg de in
pakjes verdeelde gaven uitreiken. Tusschen
de tenten ontstond een verschrikkelijk ge
drang dat door het opdringen van honderd
duizenden steeds toenam en waarvan een
verschrikkelijk aantal personen het slacht
offer werden. Hartverscheurend was het
geschreeuw en gekerm tot dat eindelijk de
Kozakken de menigte terugdreven. Tot laat
in den namiddag reden brandweer- en goe
derenwagens langzaam door de straten,
lijken vervoerende naar de kerkhoven en
de hospitalen.
Eene andere lezing meldt, dat het ongeluk
moet geschied zijn, omdat de begeleiders
der wagens waarop de gitten naar de plaats
werden vervoerd waar de uitdeeling zou
geschieden, op verzoek van talrijke per
sonen die de rijtuigen volgden, pakjes onder
de menigte wierpen, ofschoon de uitdeeling
eerst om 11 ure des voormiddag zou plaats
hebben. Als een loopend vuurtje verspreidde
zich daarna onder de hondderduizenden die
op het veld gekampeerd lagen, het bericht
dat de uitdeeling begonnen was. Dadelijk
maakte de massa zich op en stroomde weg
in de richting van de tenten, waar toen de
catastrophe ontstond. De catastrophe werd
nog verschrikkelijker doordat voor de ten
ten een neger, vadem breede gracht zich
bevond. De opdringende menigte wierp de
de eerste rijen in deze gracht, die in den
loop van ongeveer vijftien minuten door
honderden menschen werd gevuld.
De door onweerstaanbaar geweld voor
been, Jacques, gij kunt zeggen wat gij
Wl't, maar die reis verontrust mii ik k»n
er niets aan doen."
"Gij droomt, vrouwje, ik doe toch de
erste reis niet. Laat eens zien ik ben 35
i,ar',en reeds 20 zweef ik met mijn schin
sH de Sroote golven."
eer i 1 1S waar» Jacques, maar het is de
hun i..focb' Voor langen tijd gedurende ons
ouwelijk, ik ben bang."
Yvnn Pr?* daPPerder zijn, voor den duivel,
mi; tr.„L zen keer zullen de bruinvisschen
"aJ toch niet opeten."
ïArl^m ban£' a zuchtte Yvonne opnieuw,
om, wat zullen de anderen zeggen
Vertrekken er geen twaalf uit de haven,
en zullen die vrouwen niet grienen zooals
gij Daar heb je den kleine, die uit school
komt. Hé Jacques, kom hier, mijn jongen,
gij zult uwe moeder gezelschap houden, gij
zult uw verder vervangen, niet waar?
«Waarom gaat gij heen vroeg het kind,
met de oogen vol tranen.
«Om geld te verdienen, mijn kind om
een nieuw schip te koopen, een kanten
muts voor^ uwe moeder en ook iets voor u."
»Wat vroeg de jongen, wiens oogen
bij deze belofte ophelderden.
«Wat gij wilt."
«Nu dan wil ik een groot horloge, dat
geregeld tikt, dat schittert als het uwe."
«Ah! mijn oude kompas zoudt gij willen
hebben? Nu, op mijn woord, ik zal het u
geven voor uw eerste zeereis."
Het kind klom op de knieën van zijn va
der, en hem de armen om de hals slaande,
nep hij
«Dan zal ik spoedig vertrekken
«Mijn God," zeide de moeder, terwijl
twee groote tranen over hare wangen
rolden.
Doch dadelijk verliet haar zoon zijn plaats
om haar te omhelzen en gerust te stellen.
uitgeschoven massa kwam toen over de
gracht, door de neergeworpen lichamen
niet bemerkende of zij grond of menschen
onder de voeten had, Het gedrang werd
zoo verschrikkelijk dat de planken der ten
ten werden ingedrukt en de menschen de
tenten binnen stormden Gendarmes werden
met hunne paarden verpletterd. Doorge
drongen tot in de tenten, begon de menigte
de verschillende giften onder het volk te
slingeren, waardoor er vreeselijk gewoel
ontstond, dat verder tallooze olïers eischte,
meer verminkten dan dooden. Het grootste
deel der omgekomenen is gestikt.
Nadat de orde was hersteld, kwam de
massa tot bezinning, ontnuchterd door het
verschrikkelijke tooneel, dat zij thans zag. Zij
begon nu zelf, diep getroffen door hetgeen
geschied was, de lijken uit de gracht te halen.
Hierbij hadden hartverscheurende tooneelen
plaats, telkens wanneer familieleden werden
gevonden. De ter hulp geroepen officieren
van gezondheid begonnen onmiddellijk de
gewonden te verbinden. De gekwetsten
werden daarna op wagens der militaire
lazaretten naar de ziekenhuizen gebracht.
De lijken werden op brandweerwagens,
met stroomatten bedekt, naar de brandweer
posten en ziekenhuizen overgebracht, gevolgd
door duizenden treurenden. In één hospitaal
werden zelfs drie personen opgenomen, bij
wie een acute krankzinnigheid was ingetreden
doch die intusschen weer genezen zijn.
De omgekomenen zijn verreweg voor het
meerendeel boeren en arbeiders. Slechts
enkelen behoorden tot de andere volksklas
sen. Van de vreemdelingen, die te Moskou
zijn gekomen ter bijwoning der feestelijk
heden, is niemand gedood of gewond.
In de kerk van het paleis van het Kremlin
had gisteren, op verlangen des Keizers, een
zieledienst plaats voor de gedooden, welke
door het keizerlijk paar en alle leden der
keizerlijke familie werd bijgewoond. Het
keizerlijk echtpaar bezocht de zwaargewon
den in de ziekenhuizen, en richtte tot de
•Stil nu, vrouwtje," zeide de matroos ernstig,
«gij maakt het mij moeilijk, en het is niet
goed om hun, die gaan vertrekken, den
moed te benemen."
»En zij die blijven, Jacques, zal hun deel
beter zijn De vrouw, die in haar huis ach
terblijft, is die niet te beklagen
Op het oogenblik trokken verschillende
matrozen zwijgend voorbij de deur zij be
gaven zich naar de haven waar het schip,
waarop zij waren aangemonsterd, gereed
lag om te vertrekken. Jacques voegde zich
bij hen, niet zonder eens met zijn mouw
een traan van de gebruinde wang te heb
ben weggeveegd.
«Geduld Yvonne," zeide hij, «ikzalterug-
keeren, en dien dag zult gij mijn vertrek
zegenen, want ik zal rijk hier komen."
Het kind volgde zijn vader, en de moeder
de oogen op de groep gevestigd, die zich
verwijderde, bleef kalm en rustig.
Arme vrouw 1 Haar hart brak niet ir.
snikken uit, hare lippen lieten geen zucht
ontglippen, zij liep niet met de menigte
naar de kade zij liet het hoofd op de borst
zinken, en hare bevende handen namen het
werk weder op.
«Beneem mij den moed niet," had Jacques
ongelukkige lijders warme woorden van
medelijden en troost. Er is een gerechtelijk
onderzoek ingesteld naar de oorzaak der
catastrophe. De gerechtelijke overheid heeft
reeds de plaats van het onheil bezichtigd.
Volgens nader bericht liggen op het kerk
hof van Wagankofï 1282 lijken, met doeken
bedekt, slechts een deel in kisten. De aan
blik is werkelijk verschrikkelijk. Het gelaat
en de ledematen van vele dooden zijn zoo
misvormd, dat men de personen slechts kan
herkennen aan hun kleeren, indien deze ook
niet totaal vernield zijn.
Het kerkhof is gevuld met groepen wee-
nende menschen, die zoeken naar hun familie
leden en steeds trekken meerdere massa's
met hetzelfde doel naar het kerkhof. De
politie bewaart de orde. Verscheiden gees
telijken doen gebeden. Van twee uur af
begon men de lijken te begraven. Na drieën
verscheen de priester Johannes uit Kroon
stad, om de treurenden te zegenen en te
troosten.
De president der Fransche republiek heeft
door tusschenkomst van den minister van
buitenlandsche zaken den Franschen gezant
aan het Russische hof opgedragen den keizer
te doen weten, hoezeer hij getroffen is door
het onheil op het veld van Chodynskoje.
Omtrent het feest-zelf, dat in den aanvang
op zoo ontzettende wijze verstoord werd,
meldt een Reuter-telegram uit Moskou het
volgende: Heden-middag op het Chodynskoje-
veld bij het Petrofsky-paleis had het volks
feest plaats, waarbij de gedachtenisbekers
en andere feestgaven werden uitgereikt.
Toen het keizerlijk paar uit het paleis
wegreed naar het paviljoen aan de overzijde,
gingen tallooze signaalballons op, de kanonnen
bulderden en uit duizenden kelen klonk
het gezang «God bescherme den Tsaar 1"
Toen het keizerlijk paar zich op het balkon
aan het volk vertoonde, brak een oorver-
doovend hoera los de Tsaar en de Tsaritsa
groetten zoolang de ovatie duurdetelkens
nog werden de nationale liederen herhaald en
gezegd, en de krachtdadige wil van Yvonne
had haar smart overwonnen.
Twee jaren waren sinds het vertrek van
den matroos vervlogen. Kleine Jacques, die
nu ongeveer acht jaren was, groeide aardig
en was voor zijn leeftijd sterk en flink.
Hij dacht dikwijls aan zijn vader en wilde
zich op een of ander schip laten aanmon
steren. Op zekeren dag kwam hij met ver
heugd aangezicht het huis binnen springen.
«Moeder." riep hij, «daar is het schip van
vader, de naam staat erop".
Y vonne stond bevend ophaar hart dreig
de te springen. Geheel het dorp was in
beweging, en de vrouwen der afwezigen be
gaven zich, half lachend half weenend, naar
de haven.
Zacht kwam het schoone vaartuig binnen
vallen onder de vreugdekreten der menigte
alle stemmen vereenigden zich, om een
«welkom" uit te roepen. Eindelijk was het
uur gekomen, het uur, dat alle droefenis
der afwezigheid doet vergeten.
(Wordt vervolgd.)
.O
lllllllltillliUiiihMiiiimiiiiiiiiiiiiimi-minimiiriiiiiiiiiimiui.'iifuiimMniii.'ii
TT 1 Ju"i '96.