Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
eerste blad.
De Kieswet in de Kamer.
■mm
19de Jaar»;.
Zondag 14 Juni 1896.
No. 5516.
tweern l$ofersfraaf 50.
PRIJS Y AN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maandenf 1.50
franco per post door geheel Nederland - 2.
Afzonderlijke Nommers- 0.05
PRIJS DER ADVERTENTI,ËN:
Van '16 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer.
0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
e behandeling der Kieswet in de Kamer
eantwoordt zeker geheel aan de wenschen
van den Minister Van Houten, die zich van
den aanvang af heeft voorgesteld zijn geestes
product in hoofdzaak ongewijzigd, door de
Kamer te zien aangenomen. Op punten van
ondergeschikten aard toont de heer Van
Houten zich tot overleg bereid. Meermalen
kracht hij reeds eenige wijzigingen in zijne
wet om aan de bezwaren van verschillende
Kamerleden tegemoet te komen maar aan
de hoofdbeginselen zijner wet laat hij niet
tornenelke aanval die daarop wordt be
proefd, wordt door den Minister beslist afge
slagen, en het deert hem blijkbaar niet of
Hij daardoor zijne betrekkelijke medestanders
°f zijne besliste bestrijders voor het hoofd
moet stooten.
He besliste houding door den Minister
tegenover verschillende ingrijpende wijzi
gingen aangenomen, heeft hem inderdaad
succes bereid zij leidde er toe dat de hoofd
beginselen door Minister Van Houten, in zijn
ontwerp neergelegd, ongerept uit den chaos
der parlementaire beraadslagingen te voor
schijn zijn getreden. Zoo zag de Minister,
•Ke terecht begrepen heeft, dat ook het
gemeentelijk kiesrecht bij deze wet moest
geregeld worden, dit gewichtig onderwerp
naar zijn wensch in deze wet belichaamd.
Alle pogingen om de eischen voor het ge
meentelijk kiesrecht te verzwaren met het
°°g op de groote massa die over het ge
meentelijk budget gaat beschikken, waartoe
2U over 't algemeen weinig of niets bedraagt,
moesten de eene na de andere falen, zoodat
ten slotte het gemeentelijk kiesrecht ge
regeld werd, zooals Minister Van Houten het
in zijn ontwerp had voorgesteld.
F e u i 11 e ton.
O
In den zomer van 1884 bevond ik mij aan
boord van de «Glennearn" in den Indischen
Oceaan, op weg van Shanghai naar Londen,
met een lading thee. Wij waren Ceylon
gepasseerd en hadden een vluchtig kijkje
genoten van de kust, een paar uur de aro
matische bries ingeademd, die vandaar tot
ons kwam en naderden nu de verraderlijke
keten koraaleilanden, de Maladieven. Ik was
beneden geweest in mijn hut en kwam nu
weer aan dek. De ondergaande zon had den
westelijken hemel in vuur en vlam gezet
en alles gloorde met een pracht, die men
slechts zelden buiten de eigenlijke tropen
Toonde de Minister te dezer zake aan zijn
stelsel vast te houdenwaar het de bezwaren
gold tegen den termijn van reclame voor
teleurgestelde adspirantkiezers, was de Minis
ter tot toegeven bereid, en bracht hij zelf
eenige wijzigingen in het ontwerp, die aan
veler billijk verlangen tegemoet komen. De
kiezer die in het gelijk gesteld wordt, zal
de kosten der procedure niet behoeven te
dragen, en de door den heer Heldt zoo
noodig geachte portvrijdom voor de adspirant
kiezers werd door den Minister niet bestreden.
Ook op een ander gewichtig punt zijner
wetsvoordracht zag de Minister het stelsel
der wet volkomen gehandhaafd. De candidaat-
stelling en het couloirstelsel werden na
genoeg geheel geregeld, zooals het door den
Minister was voorgesteld. Slechts een kleine
verandering omtrent het getal der kiezers
die een candidaat stellen, mocht in de Kamer
eene meerderheid verwerven. Zoo zullen dan
voortaan 40 kiezers (de wetsvoordracht sprak
van 50) het recht hebben een candidaat te
stellen. De candidaatstelling door de kies-
vereenigingen wordt dan niet meer erkend,
zoodat ook een kiesvereeniging, wil zij haren
candidaat erkend zien, de handteekeningen
van minstens veertig kiezers zal moeten
bijeenbrengen.
De wet onderscheidt voor het verkiezings-
werk twee dagen, a den verkiezingsdag
waarop door de afgevaardigden van de kie-
zersgroepen de candidaten ten raadhuize
worden opgegeven de burgemeester neemt
die opgave van candidaten in ontvangst, is
vrij op- of aanmerkingen te maken, maar
mag een voordracht niet weigeren, als zij
door minstens 40 personen geteekend is
b den stemmingsdag, den dag waarop de
kiezers uit de opgegeven candidaten eene
keuze zullen moeten doen. Daartoe vertoont
de kiezer zich met de kaart, die hij vooraf
ontvangen heeft of hem des noods denzeltden
dag wordt verstrekt, behoorlijk van de ver
schillende candidaturen onderricht, voor het
stembureau, waar hem dan een stembiljet
te zien krijgt. Onze stoomboot wiegde ge
makkelijk op de lange deining en sneed een
voor in een zee van gesmolten goud, dat
nevens het schip, als ware het door den
staf van een toovenaar aangeraakt, eensklaps
in het diepstö blauw overging. In het kiel
zog, waar het door de schroef tot schuim
gekarnde water wild dooreen schoot, lichtte
reeds hier en daar het bleek e schijnsel der
fosforiseerende zeedieren der tropische zeeën
en ver naar achteren strekte zich dit witte,
als zilver schijnende pad uit, tot waar, juist
boven den horizon, de zoo even opgekomen
volle maan dezen nog met haar uitersten
rand raakte.
Ik trof den eersten machinist, met wien
ik veel verkeerde, over de verschansing ge
leund op de campagne aan en voor een
geruimen tijd spraken wij geen van beiden
een woord, doch genoten in stilte de pracht
van dezen avondstond. Ten slotte begon hij
't gesprek en zeide op nadenkenden toon
Het zal zoowat op deze hoogte ge
weest zijn, dat wij dien Portugees aantroffen
op onze uitreis.
Nu moet men weten, dat Nesbitt, de
machinist, een Schot is met een helderen
kop, die op een Engelsche Universiteit ge
wordt gegeven. Daarmede begeeft hij zich
dan ter volbrenging van het gewichtig ver-
kiezingswerk in de couloirs, anders gezegd
in het stemhokje, waar hij van de buiten
wereld afgezonderd, zijn plicht vervult. De
Hollandsche kiezer zal niet evenals de Vlaam-
sche nabuur, met den «tampon" het «ronde
ken" moeten zwart maken, maar met een
eenvoudig kruisje of streepje achter den
naam van een der candidaten, zijn "wil uit-
uitdrukken.
Ook in zake den tijd van open zijn der
verschillende bureaux bleef het wetsvoorstel
Van Houten onveranderd. Noch zij die een
korter tijd van open zijn der bureaux wilde
zien vastgesteld, noch zij die met Heldt de
stemopnemers nagenoeg den geheelen dag
bij de stembus wilden zien verwijlen, kregen
hun zin. 's Ministers voordracht, de stem-
bureaux van 8 tot 5 ure, winter en zomer,
geopend te zien, bleet onveranderd behouden,
zoodat het vervroegde uur van opening in
't belang van hen die de gemeente moeten
verlaten, behouden bleef.
Twee ingrijpende wijzigingen, door Ka
merleden van uiteenloopende richting op de
wetsvoordracht Van Houten voorgesteld,
hebben noch bij den Minister, noch bij de
meerderheid der Kamer genade gevonden.
Voor het amendementLohman, om iederen
kiezer, die den leeftijd van 45 jaar is ge
passeerd, twee stemmen toe te kennen, is
zeker wel iets te zeggen, als men aanneemt,
dat rijpere ervaring een beter oordeel over
de belangen, die de kiezer geroepen is te
behartigen, waarborgt. De Minister, noch
de Commissie van Rapporteurs wilde echter
van een correctief, als hier werd bedoeld,
iets hooren de levenservaring wordt volgens
hen door den 25-jarigen leeftijd voldoende
gewaarborgd. De meerderheid der Kamer
bleek het met deze opvatting van den
Minister en de Commissie eens te zijn, zoodat
deze poging om een kleine copie te geven
van het meervoudig stemrecht bij onze
Belgische naburen in eere, mislukte.
weest is, doch opeens een onbedwingbaren
lust in een zwerversleven krijgende, naar
zee was gegaan. Hij voer nu al twintig jaar
en was meermalen om den Hoorn geweest
en in Kaapstad en wel een dozyn malen
heen en terug van en naar China en Japan.
Als machinist op een Portugeesche boot
had hij de geheele kust van Afrika langs ge
varen en eens het zwarte continent te voet
doorreisd, van zee tot zee, juist beneden de
evennachtslijn. Hij had overal goed uit zijn
oogen gekeken. Als hij dus liet merken,
dat hij iets te vertellen had, was ik niet
de man, om hem niet aan te moedigen.
Wat was dat met dien Portugees
was dat een schip
Hij keek mij verbaasd aan.
Hoe beb ik het nu met u Hebt u
nooit iets gehoord van dien Portugeeschen
brik, die wij op onze laatste reis ontmoet
ten Niet Wel, dat was een geval, zooals
het wel weinig zal voorkomen. In elk
geval, ik heb van zoo iets nog nooit gehoord;
laat staan het te voren zelf bijgewoond.
Maar het is nogal een lang verhaal, dus
doen wy beter, als wij gaan zittten.
Wij namen een paar krukjes en de «mees
ter" begon zijn verhaal:
Evenmin als het den heer Lohman mocht
gelukken de dubbele kiezers in de wet te
brengen, mocht de heer Harte er in slagen
zijn opkomstplicht in het wetsontwerp—Van
Houten belichaamd te zien. -Hoe welsprekend
de heer Harte ook zijn lievelingsdenkbeeld
ook verdedigde, welke pogingen hij ook
deed om dezen plicht met de economie der
wet—Van Houten te doen sluiten doorhem
voor te stellen als een opkomst- niet als
een stemplicht, het mocht hem niet baten;
de Minister, die zich wars van allen dwang
betoonde en reeds te kennen had gegeven
nooit een wet te zullen contrasigneeren,
waarin iets van dien dwang was opgenomen,
bleef onverzettelijk. Ook van de Commissie
van Rapporteurs, te dezer zake in zich-zelve
verdeeld, was geen steun te verwachten.
De Kamer bleek, toen het op stemmen
kwam, voor de groote meerderheid niets
voor stemplicht te gevoelen. De opkomst
plicht bleek nagenoeg alleen bij de katholieke
leden bijval te vinden. Ook dit door velen zoo
noodzakelijk geacht correctief bleef das
buiten de Wet.
Zoo bleef dus het wetsvoorstel Van
Houten tot heden zonder eenig ingrijpend
correctief. Zonder het meervoudig kiesrecht
en zonder opkomstplicht zal het de beschik
king over 's Lands zwaarwichtige belangen,
bij aanneming, gaan leggen in de handen
van de groote massa, die langs verschillende
wegen den drempel van het kiesrechthei
ligdom zal overschrijden en er haar over
winningsfeest zal vieren. Blijke het dan,
dat het beroep herhaalde malen op het ge
zond verstand van het Nederlandsche volk
gedaan, niet te vergeefs is geweest, en de
toekomstkiezers het werktuig, hun in de
hand gelegd, zullen weten te hanteeren tot
heil des lands en tot welzijn van zijne
ingezetenen
Wij zeilden in Februari naar Londen
uit met een lading ijzer en hadden in de
Golf van Biskaye en de Middeilandsche Zee
beestachtig weer gehadmaar toen wij die
vervloekte Fransche loodsen in 't Suezkanaal
kwijt waren die kanaalloodsen zijn zoo
wat de de ellendigste kerels, die ik ken
was ons leed geleden en hadden wij
voortdurend mooi weer.
We waren ongeveer precies op deze hoogte,
toen wij op de middag een brik passeerden,
die zoowat vier mijl om de Noord lag. Het
was volkomen windstil en de zon brandde fel.
De brik had alle zeilen bij 'gezet, maar
lag geheel hulpeloos op de golven te dobbe
ren. De afstand was gering doch zij toonde
geen vlag, toen wij haar salueerden.
Onze kapitein vloekte over haar slechte
manieren en wij stoomden door, doch toen
wij zoo dicht bij haar waren, als onze koers
toeliet twee mijl zoowat kwam ik op de
brug en zag, dat hij nog steeds bezig was,
haar door zijn kijker op te nemen en toen
ik bij hem kwam zeide hij «Die brik be
valt mij maar half. Ze, ziet er niet uit, zooals
het hoort. Ik zal naar haar toe stoomen en
zien wat er met haar aan de hand is."
(Slof volgt.)
NIEUWE SCHIEDAM COURANT