Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 19de Jaarg. Zaterdag 27 Juni 1896. No. 5526. xxveaxx "gj&oier&txaat 50. Zijn Uitgaansdag. f PRIJS VAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maanden Franco per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers f 1.50 - 2. - 0.05 PRIJS DER ADVERTENTI;ËN: Van 16 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. ALGEMEEN OYERZ1CHT. 26 Juni '96. De vergadering door het Lagerhuis in ingeland gisteren gehouden, gal de ver tegenwoordigers van de departementen van oloniën en buitenlandsche zaken aanleiding eenige mededeelingen te doen omtrent de ditenlandsche aangelegenheden, die onder de tegenwoordige omstandigheden met be langstelling worden vernomen. De Minister v»n koloniën, Chamberlain, verklaarde te verlangen, dat de beloofde enquete naar den inval in de Zuid-Afrikaansche republiek dadelijk nadat het proces tegen Jameson afgeloopen is, ontdaan blijve van eenig Partij-karakter. Hij zal zich daarom op de hoogte stellen van het algemeen gevoelen van het Huis, in de hoop dat men het algemeen eens zal worden over den vorm der enquête en nopens de punten waarover 2i.j loopen zal. Ten aanzien van de vraag ol de Britsche troepenmacht in de districten van Zuid- Afrika waar de troebelen heerschen, ver sterkt moeten worden, heeft de Minister den oppersten commissaris in de Kaapkolonie Ultgenoodigd, generaal Carrington te raad plegen. De regeering heeft telegrammen ont vangen van dr. Leyds, maar, zeide Cham berlain, lettend op de bezwaren door de regeering van Transvaal gemaakt tegen de openbaarmaking van de depêche waarvan zij slechts een kort overzicht had ontvan gen, ben ik nu niet geneigd mede te deelen, wat wij geantwoord hebben, voor ik weet dat de Transvaalsche regeering dat antwoord in handen heeft. De staatssecretaris voor buitenlandsche zaken, Curzon, deelde mede, dat de ver tegenwoordigers der mogendheden te Con- stantinopel in gemeen overleg optreden ter zake van Creta. Hun is opgedragen, aan fe dringen op de benoeming van een chris ten-gouverneur, het herstel van de con stitutie van Halepa, de bijeenroeping van eene volksvergadering en algemeene am- Feuilleton. 3) (Slot.) Maar ook nu schudde Karei van der Mey zeer beslist, hoewel geenszins droefgeestig, het hoofd. Het ging hun niets aan. En hem vergezellen konden ze ook niet. Zij hadden geen vrijen dag. Alleen gaat hij er op uit. Ja, hij zal de schade inhalen van al zijne ontberingen. Nu zal hij een pret hebben van belang. Hij richt zijn schreden naar de poort Neen, naar het station? Neen, naarOch! Gis liever niet. Gij zoudt toch niet komen, waar Karei nu nestie. De volksvergadering is uitgeschreven tegen den 29en Juni. De agent-generaal van Transvaal te Lon den heeft aan den minister Chamberlain een depêche medegedeeld, waarin de regee ring verklaart met leedwezen te hebben vernomen, dat de jongste telegrammen van dr. Leyds beschouwd worden als te zijn ingegeven door een vijandelijken geest. Er was daarmede niets vijandigs bedoeld. De Transvaalsche regeering verlangde niet anders dan in vriendschappelijken zin met Enge land samen te bewerken, dat de schuldigen hunne straf kregenimmers, zoodoende, zullen de beide regeeringen den vrede en het vertrouwen in Zuid-Afrika herstellen. Een nieuw vrij wat opzienbarend proces is deze week in Duitscliland gevoerd. Voor het gerechtshof in het paleis van justitie in de Berlijnsche voorstad Moabit stond eergisteren terecht de door Frankrijk uit geleverde advocaat Friedmann, die indertijd als verdediger optrad van den hofceremonie- meester Kotze, die in graanspeculaties 400.000 Mark verloor en ofschoon toen door tal van invloedrijke vrienden, als geheimraad Rudolf Lindau, redacteur Rudolf Mosse van het Berliner lageblatt, bankier Bleichröder enz. nog gered, weldra weder voor een kwart millioen in schulden stak niettegenstaande zijn jaarlijksch inkomen 130.000 M. bedroeg en die ten slotte nog 6000 M. van minder jarigen zou verduisterd hebben, voor het welk hij door Frankrijk werd uitgeleverd. Het publiek was eergisteren, evenals bij de behandeling van het proces-Hammerstein, door het eischen van toegangskaarten zoo veel mogelijk uitgesloten, zoodat het slechts uit een dozijn menschen bestond. Friedmann erkende wel lichtzinnig en nalatig van aard te zijn, maar zich aan zoo'n bagatel van 6000 M. te vergrijpen, daar was hij toch zeker niet ezelachtig genoeg voor, meende hij, en dat hij de vlucht naar het buiten land had genomen, was volstrekt geen bekentenis zijner schuld, want dit deed hij enkel als commissaris van toezicht der ge failleerde Rh-Westf-Bank, waarvan zijn neef directeur was, zoodat men allicht booze aangeland is in het kantoor van de heeren N. Co. Hadden hem zijn makkers daar gezien, ze waren zeker omgevallen van het lachen. Niet de drank, niet het spel, niet de natuur is zijn hartstocht maar het kantoor. Daarvan is hij niet af te slaan. Belachelijk. En ja, zie, ook hij-zelf lacht, 't Is een eenigs- zins zenuwachtig lachen, wanneer hij aan den patroon zijn naam bekend maakt. »Van der Mey herhaalt deze. »Toch niet famillie van dien Van der Mey, die »Om u te dienen, mijnheer 1 U bedoelt zeker van uw vroegeren boekhouder Jawel, mijnheer, zijn zoon. Ik ken de geschiedenis natuurlijk, al weet ik de heeren niet ge noeg te bedanken, dat zij de zaak hebben stilgehouden. Anders had ik met zulk een naam niet licht ergens een plaats kunnen krijgen. De naam Van der Mey is nu niet geschandvlekt. Voor de wereld althans niet maar ik heb geen rust, mijnheer, vóór de geheele schuld is afgedaan. Als 't u blieft 1 Zoo sprekende, telt hij de ronde torn van vermoedens kon krijgen, als zou hij iets van diens speculaties geweten hebben. Een feit was het, dat neef Friedmann persoonlijk anderhalf millioen verloren had en dat hij beschuldigde bij zijn vlucht nog inderhaast 700 Mark had moeten leenen, waartoe o. a. Max Harden, van de Zukunft, er 300 ge leverd had. De uitspraak van het Hof was vrijspraak. Dit vonnis wekt algemeen verbazing. De toestand op Cuba maakt thans een ernstig punt van beraadslaging in den Senaat van Spanje. Door de senatoren Comas en Jimeno zijn voorstellen ingediend, die o. a. opzegging inhouden van de tractaten, welke tusschen Spanje en de Vereenigde Staten bestaan, wijl door die tractaten de moge lijkheid ontstaat, dat Amerikaansche bur gers onttrokken worden aan de jurisdictie der militaire rechtbanken op Cuba en wijl de opzegging Spanje in de gelegenheid zal stellen krachtig op te treden tegen de Vereenigde Staten, die toestaan dat van hun gebied uit hulp wordt verleend aan de opstandelingen. De Temps deelt mede, dat Duitscliland, Frankrijk en Engeland langs diplomatieken weg aan Spanje den eisch gesteld hebben tot schadeloosstelling voor een bedrag van 15 millioen peseta's ter vergoeding van nadeelen, door hun onderdanen geleden ten gevolge van den opstand op Cuba. Om in de steeds drukkender oorlogskosten te voorzien, stelt de Regeering een nieuwe reeks van belastingen voor, o. a. op alcohol voor industrieel gebruik, op stoombootpas sagiers, op advertenties enz., en zullen de Staatsloterij en het zoutmonopolie verpacht wordenvoorts zijn nog in aantocht een nieuw contract met de tabaksmaatschappij, een scheepvaartbelasting en een nieuwe leening 1 De zaak tusschen maarschalk Campos en generaal Borrero is geëindigd. Thans echter heeft de laatste opnieuw zijn getuige aan den eerste gezonden met de mededeeling dat naar zijn meening het geschil nog in den zelfden staat verkeert als op den dag waarop de regeering het duel verhinderde. twaalfhonderd gulden op de tafel uit. De heer N., of Co., wie het wezen moge, kijkt verbluft. Ja, hij herinnert zich nog uitste kend, hoe, jaren geleden, de oude Van der Mey op hun kantoor oneerlijkheden had ge pleegd en hoe het bedrag der ontvreemde gelden bij de ontdekking de som van f1200 had bedragen. Ook wist hij zich te binnen te brengen, dat de daarop, naar het heette om gezond heidsredenen, ontslagen boekhouder, na ver loop van eenige jaren was gestorven, van hartzeer wellicht. Maar over de geheele zaak was niet meer gesprokende schade was door hen in stilte gedragen. En nu komt de zoon de treurige geschie denis weer opwarmen. Onnoodig! Dat geld het kan door hen gemist worden. Wij hadden 't al vergeten, Van der Mey 1 Maar deze had het niet vergeten. Hij had jarenlang van zijn inkomentje van vier honderd gulden, buiten de extra-verdiensten, op zij gelegd wat hij kon missen en dik- De Times verneemt uit Athene, dat de Sultan op aandrang der groote mogendheden onvoorwaardelijk besloten heeft tot bijeen roeping van het parlement op Creta, hetgeen gisteren te Chania is afgekondigd, maar men gelooft, dat die proclamatie te laat komt, daar vele afgevaardigden reeds het gebergte zijn ingetrokken, om met de wa penen aan den strijd van de bewoners van het eiland deel te nemen, en anderen reeds in het geheim vergaderd hebben. Niet bevestigd heeft zich het bericht, dat zij zouden besloten hebben zich bij Griekenland aan te sluiten. Het was te voorzien, dat men in de Noord-Amerikaansche Unie in de nieuwe phase van het Engelsch-Venezolaansch ge schil een woordje mede zoude spreken. De jingoes zijn nu echter veel minder aan matigend dan eenige maanden geleden, toen Cleveland ten hunnen pleiziere zoo geducht met de Monroe-leer schermde. Wel is hun sympathie aan de zijde der Venezulanen en nemen zij als zeker aan, dat de En- gelschen, die onder leiding van Harrison be zig waren met den aanleg van een weg ten onrechte de Koejoeni-rievir overschre den, welke door Chamberlain—zeiven als voorloopige grens erkend was, zoodat Harri son dus zijn arrestatie alleszins zou verdiend hebben, maar zij steken niet de krijgskla- roenen en zwijgen voorshands van de Monsoe-leer. Volgens een telegram uit Washington aan de New-York Herald heeft de Britsche gezant Pauncefote te Washington zelf de tusschenkomst ingeroepen van den secre taris van buitenlandsche zaken Olney, opdat deze van de Venezolaansche regeering de invrijheidstelling verkrijge van Harrison. De Engelsche gezant Pauncefote en de Vene zolaansche gezant generaal d'Andrade, heb ben over de arrestatie van Harrison ieder een conferentie gehad met den Amerikaan- schen Staatssecretaris van buitenlandsche zaken. De heer Olney heeft reeds de noedige stappen gedaan en instructies gegeven aan den Amerikaanschen gezant te Caracas. Volgens berichten uit Toronto is bij de wiils zelfs wat hij eigenlyk niet missen kon. Hij had ontueerd, geleden, gestreden ter wille van de eer van zijns vaders naam, maar ook uit innige liefde voor den vader, die zwak was geweest, maar voor wiens fout de zoon geen wrok mocht koesteren. Wij kunnen het niet aannemen, Van der Mey; het is uw bespaard geld. Op uw naam kleeft toch geen smet. Neen, mijnheer, het is geld, dat u toekomt. Zoolang u 't niet terug heeft ont vangen, is onze naam wel degelijk bevlekt. Maar daarna, hoop en vertrouw ik, zal hij weer geheel zijn gezuiverd. Och, mijnheer neemt 'tals 't u blieft aan. Bederf mij dezen dag niet. Ik heb er jaren al naar uitgezien, als naar mijn heerlijksten uitgaansdag- N. Co. zorgden, dat deze dag de on- vergetelijkste dag zijns levens bleef. NIEUWE SCHIEDAMSGHE COURANT Abusief stond boven het vorige nummer Donderdag 26 Juni 1896 dit moest rijm Vrijdag 26 Juni 1896.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1896 | | pagina 1