Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 19de J aar jr. Zondag 23 Augustus 1896. No. 5573. bureau "g$oter$tvaat 50. EERSTE BLAD. DE ZEGELS. 1( - 0.05 PB IJS TAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maanden Franco per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers PRIJS DER ADTERTENTIËN: Van 1—6 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. In verschillende dagblad-artikelen is reeds Meermalen in 't licht gesteld, dat het Ka tholicisme in de noordelijke landen, waar het bij het geweldig woeden van de Kerk vervolging in de zestiende eeuw, nagenoeg geheel verdrongen was, in den loop dezer eeuw het verloren terrein weder voor een goed deel herwonnen heelt, en tot een bloei 's geraakt, dien zeker niemand had durven voorspellen. In ons land heeft men het getal Katholieken in den loop dezer eeuw ruim zien verdubbelen, en ook in Engeland heeft het aantal volgelingen der aloude Moeder kerk, dank zij talrijke bekeeringen onder alle standen, zich evenzeer belangrijk uitgebreid. In de Scandinavische landen, waar het Lutheranisme het meest wortel had geseho' ten, ziet men evenzeer eene opleving van het Katholicisme en eene merkbare toena dering tot de Moederkerk van Rome, die het beste voor de toekomst doen verhopen. In Zweden en Noorwegen heeft de Katho lieke Kerk weder burgerrecht verkregen en wordt zij met eene welwillendheid bejegend, die aantoont, dat er ten haren opzichte een geheelen omkeer in de geesten heeft plaats gehad. Ook in Denemarken begint het Katholicisme weder in eere te komen. De volgende bijzonderheden over den toestand der Katholieken in Denemarken, aan de IV. IJselbode ontleend, kunnen daaromtrent eenig licht verspreiden Het is in deze maand Augustus 360 jaren geleden dat de Katholieke Kerk in Dene marken werd gesupprimeerd. Onder de regeering van Koning Christiaan III werden de bisschoppen gedwongen onder eede te Feuilleton. (Vendeesche Geschiedenis.) 1) Op een half uur afstand van Conquet, een bevallig dorp aan de kust des oceaans zien de reizigers het oude kasteel van Ploüer- neck, wiens oude en sterke torens zich fier naar den droefgeestigen hemel van Bre- tagne verheffen. Vóór den oostelijken gevel van het oude slot bevindt zich een woud, waar eene eeuwige stilte heerschtten westen, vertoont de zee haren blauwachtigen gezichteinder en de visscherspinken, die met arendsvlucht de golven doorklieven. Over dag hoort men somtijds rond het adellijke huis het gezang van een herder of de bel letjes der kuddemaar des nachts komt geen gerucht de plechtig stilte verstoren geene beweging verraadt er het bestaan noch de nabijheid der menschenmen zou zeggen, dat elk schepsel met aandacht luis beloven, dat zij zich niet langer zouden verzetten tegen de verbreiding van het Lutheranisme in het land en dat zij geene pogingen zouden aanwenden om de Kerke lijke goederen weder in het bezit te krijgen. Al de bisschoppen legden zich hierbij neder behalve Joachim Roennow, bisschop van Roeskilde. De overigen konden verder hun leven slijten en hunne persoonlijke vrijheid blijven genieten als gewone burgers, maar de bisschop van Roeskilde werd van den eeneri kerker naar den anderen ge sleurd, totdat hij te Visly in 1544 in de gevangenis stierf. Den bisschop van Hammer in Noorwegen trof hetzelfde lot. Ook hij sleet zijne dagen in den kerker tot aan zijn dood in 1542. Op IJsland had het Lutheranisme meer tegenstand te overwinnen. Daar zegepraalde het eerst na de terechtstelling of beter den marteldood van John Areson, bisschop van Hoium, den leider van de Katholieke partij. In maar weinig landen grepen de straf wetten tegen de Katholieken dieper in jhet leven, dan in Denemarken. Op St. Maarten van het jaar 1553 vaardigde Christiaan III eene wet uit waarbij zijnen onderdanen ver boden werd een vreemdeling in hun dienst te nemen, die niet lid was van de Luther- sche Kerk. In 1569 stelde zijn opvolger Frederik II 25 geloofsartikelen voor, die moesten onderteekend worden door ieder vreemdeling, die zich in Denemarken neder zette. Deed hij dit niet binnen drie dagen, dan werd hij uit het land gezet. En bleef hij toch, dan verbeurde hij zijn leven en bezit- zittingen. Om den lezer in de gelegenheid te stellen die geloofsartikelen te beoordeelen, worden er hier eenige aangehaald: »de mensch kan zonder goede werken zalig wor den de aanroeping der heiligen is afgoden dienst; de paapsche Mis is het afbeeldsel tert naar het gehuil van den wind in het gebladerte der eiken, en naar het gedruisch van den oceaan, wiens golven schuimend op de rotsen breken. Geen woorden zijn in staat de treurige woestheid van deze streek te schilderen de verhitte verbeelding geeft zich geheel aan den afschrik over, dien deze plaats in boezemt. Daar bestaat voor den geest geene overdenkinghet oog dwaalt met afschrik op den zwarten zoom der bosschen, of op de steile oevers der zee. Het kasteel is in volmaakte overeenstem ming met de strengheid van het landschap De grijze tint der muren, de kanteelen en torens, die in puin neder liggen, het oude ijzeren en verroeste balkon, de treden der half verbrijzelde trappen, het geheel komt goed met de droefgeestige somberheid der plaats overeen. Welke familieën hebben beurtelings dit gothische kasteel bewoond Van welke rid ders is deze uitgestrekte woonplaats de bakermat geweest Hoe hebben de kasteel bewoners geleefd, op welke wijze zijn zij gestorven In welke gevaarlijke zee-verrich tingen, of in welke roemrijke gevechten hebben die tijdgenooten van Duguesclin hun nen naam doen weerklinken Ik weet het niet, maar ik heb het laatste voorval van van den Antichristhet vagevuur is eene uit vinding van den Antichrist." Maar ondanks alle vervolgingen werd het geloof er niet uitgebluscht. Dit was vooral ook te danken aan het Jesuieten- collega te Braunsberg, Menige Lutheraan- sche familie zond er hare zonen heen, ge troffen als zij was door de goede resultaten van het onderwijs der paters. En zoo gebeurde het dikwijls dat de zonen terug keerden het hart vol van liefde voor het geloof, dat zij hadden leeren kennen en waardeeren, en dat zij veel deden om dat geloof, levendig te houden in hun vaderland. En hierin werden zij bijgestaan door de missionarissen uit de Sociëteit Jezus, die in Denemarken arbeidden onder levensgevaar, en ook door de aan de katholieke gezant schappen verbonden kapelaans want de gezanten genoten voor zich en voor hun huis Vrijheid van godsdienst ook in de hoofd stad zelve. De eerste katholieke kerk, die na de re formatie werd "geopend, werd in 1609 te Altona in Holstein gesticht, de tweede te Friedrichstadt in 1623 en de derde te Ko penhagen in 1630. Voor deze laatsten droeg Koning Chris tiaan IV zelf bij, op aandrang van baron Courmesevin, den Frarischen gezant. Op het einde der 17de eeuw waren er op 4 andere plaatsen nog katholieke kerken ge bouwd. En ondanks de wettelijke onbekwaam heden en achteruitzending, waaronder de Katholieken zuchtten, telde Kopenhagen, de hoofdstad, in 1787 meer dan 5000 Katho lieken. Maar verder ging de ontwikkeling in de 18de eeuw niet. De Sociëteit van Jezus was gesupprimeerd, zoodat de paters niet langer in dat deel van 's Heeren wijngaard konden arbeiden. Hunne plaats moest nu in Kopenhagen ingenomen worden door se culiere geestelijken, die helaas maar al te dat geslacht der ridders gehoord, en ik zal het u mededeelen. In 1793, bewoonde de markies Tréseguidy Ploüerneck met zijne twee zonen, zijne schoondochter en zijn kleinzoon, die nauwe lijks twaalf jaren oud was, dit kasteel. De markiezin de Tréseguidy, zijne echtgenoot, was sedert verscheidene jaren dood. Deze oude en brave familie bemoeide zich weinig met de buitenwereld. In het begin van zijn huwelijk had de graaf de Tréseguidy zijne vrouw naar de feesten te Brest medegeno men, maar na den dood zijner moeder had hij de pleizierreisjes gestaakt, en wijdde hij zijn laven geheel aan de studie en aan den godsdienst. De baron, zijn broeder, eenige jaren jonger en van eene minder strenge inborst, had het leven gevolgd van de edellieden van zijnen tijd. Hij had drie of vier jaren aan het hof van Lodewijk XVI doorgebracht. Maar bij was daarna de kale oevers komen bewonen, waar zijne kindschheid was voor bijgegaan. Het was eene opmerkelijke zaak Het grootste aantal ridders uit 'firetagne nam geen deel aan het weelderige leven van Lodewijk XIV noch van Lodewijk XV. De gemaakte vroolijkheid, de geestige los bandigheid dezer eeuw, kwam slecht met de fierheid en met den ridderlijken ernst veel onder den invloed geraakten van het rationalisme, dat aan de Fransche Ency clopedisten zijn ontstaan te danken had. Menigeen onder hen was meer legatie-se cretaris dan katholiek missionaris. Onder zulke omstandigheden verminderde het aan tal Katholieken in Denemarken snel. In 1840 telde Kopenhagen niet meer dan 500 Katho lieken en hun geheel aantal in Denemarken bedroeg toen 865. Zelfs met inbegrip van de hertogdommen Sleeswijk-Holstein en Lauenburg, die in 1866 door Pruisen ver overd werden, bedroeg toen de katholieke bevolking van Denemarken niet meer dan ruim 2200 zielen. Doch in 1849 schonk de Grondwet gods dienstvrijheid. Een harer bepalingen houdt in, dat de ingezetenen het recht hebben genootschappen te stichten, waarin zij God kunnen dienen volgens hun geweten, zoolang niets geleerd wordt strijdig met de zeden of openbare orde. Een der leden van den Rigsdaag wilde de Jesuieten en andere ordes geestelijken uitsluiten, maar de groote Deen- sche staatsman en rechtsgeleerde, Oersted, verklaarde zich tegen het amendement op dezen grond, dat zulk eene uitsluiting vol komen in strijd zoude zijn met de beginselen van burgelijke en godsdienstige vrijheid. Aldus werd het Katholicisme eerst sedert 50 jaren op gelijken voet gesteld, wat de wet betreft, met de Staatskerk. In zekeren zin leeft er nu de Katholieke Kerk in ge lukkiger omstandigheden dan de Staats- of Volkskerk, want zij is volkomen vrij van Staatsinmenging en controle. Natuurlijk is de Katholieke Kerk ook volstrekt niet onder hevig aan de rationalistische strekking die het Lutheranisme in Denemarken ondermijnt en ontbindt. Want al houdt Denemarken in schijn nog vast aan de beginselen door Maar ten Luther en zijne omiddeiijke volgers vastgesteld en al werd het volk er niet, zooals de Pruisen door Frederik Wilhem III dezer jonge lieden overeen zij haakten in het midden der weelderige feesten van Ver sailles naar de kale rotsen van den oceaan en naar den heerlijken gezichteinder van hun vaderland. Na de wereld gezien te hebben, waren de twee jonge lieden naar het kasteel we dergekeerd, en deelden zij de afzondering van hunnen vader. De graaf sloot zich na het ontbijt in zijne bibliotheek op, of las het huisgezin iets godsdienstig voorde baron ging te paard uit, gevolgd van zijn bediende en eenige honden, om in het bosch te jagen. Wat mevrouw de Tréseguidy be treft, zij nam plaats aan de zijde van tiaren schoonvader, die slechts zelden zijnen arm stoel verliet. Gedurende deze lange eentoo- nige dagen, liep de kleine Raoul met den zoon eens visschers, Janekin geheeten, rond iiet kasteel, of wel hij plaatste zich tusschen den markies en zijne moeder, dikwijls een onderbroken gesprek aanhoorende, dat op gewekt werd in de ziel dezer schepsels door het geklots der golven, het gesuis van den wind in de zalen, of door den verwijderden toon des jachthoorns, die uit het bosch weerklonk. Wordt vervolgd.) NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1896 | | pagina 1