van den dokter, die gewaarschuwd zijn, den
Chineeschen gezant voor het hof van de
Queens Bench willen roepen om hem te
nopen Soensjatsen voor den dag te brengen.
Rechtsgeleerden betwijfelen evenwel de wet
tigheid van zulk een stap wegens de on
schendbaarheid, den gezanten toegekend.
Naar de Times uit de hoofdstad der
Kaapkolonie verneemt, is het geschil tus-
schen de Kaapkolonie en den Oranje-Vrij
staat over den verkoop van den spoorweg
geëindigd, oogenschijnlijk met een capitu
latie van den Vrijstaat, daar deze heeft be
willigd in de voornaamste voorwaarden der
Kaapkolonie, dat namelijk de spoorwegont
vangsten eerst zullen verdeeld worden na
aftrek van zekere onkosten, die de Kaap
kolonie heeft gemaakt voor de exploitatie
en het aanbrengen van verbeteringen.
Volgens berichten uit de Vereenigde Staten
verwacht men daar een krachtige beweging
voor Cuba, zoodra de verkiezingen zullen
zijn afgeloopen. Onder de burgerij en bij
de regeering der Unie heerscht de meening,
dat het mat de demping van den opstand
hopeloos staat. Weer [wordt het plan be
sproken om Cuba af te koopen tegen be
taling van de Cubaansche schuld, en dit
denkbeeld vindt bij de burgers instemming.
De bewoners van Abessinië moeten zeer
ontevreden zijnzij eischen onmiddellijke
teekening van den vrede met Italië of her
vatting van den oorlog in het begin van
November.
De Italiaansche gezanten worden met
ongeduld door negus Menelik verwacht. De
vorst is niet voornemens den winter met
nuttelooze onderhandelingen voorbij te
laten gaan.
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Schiedam, 23 October 1896.
Het belangrijkste van de in twee bijeen
komsten gespliste raadsvergadering dezer
week was zeker wel de aanneming van het
voorstelNolet tot wijziging der verordening
op het havengeld.
Wij verheugen ons van harte over de
gevallen beslissing na de gehouden be
raadslaging, waarbij zoowel voor- als tegen
standers van de voorgestelde wijziging hunne
zienswijze blijkbaar uit volle overtuiging
verdedigd hebben. Zonder met wiskundige
zekerheid te willen uitmaken of de booten
al of niet na korter of langer tijd bij het
bestaande tarief hier weder zouden aanleg
gen, verblijdt het ons, dat door de nu in
beginsel aangenomen wijziging, de staat van
isolement waartoe onze gemeente vervallen
is, zal ophouden. Dat onze nijvere ge
meente, wat het intercommunaal verkeer
betreft, minder is dan het geringste dorpje
aan de Maas, is toch zeker een toestand
die ieder weldenkende ten zeerste moet
betreuren.
Den heer Nolet, die als voorzitter der
Kamer van koophandel en fabrieken het
initiatief nam om dezen onhoudbaren toe
stand te doen ophouden, en de zekerheid
wist te verkrijgen, dat de booten tot het
nu gewijzigde tarief hier weder zouden aan
leggen, verdient zeker den dank aller be
langhebbenden te worden gebracht voor
hetgeen hij met zooveel volharding en met
zoo goed succes zoowel in 't belang der
gemeente als van hare ingezetenen heeft
nagestreefd.
In een Dinsdag-avond te Rotterdam ge
houden vergadering van timmerlieden heeft
men zich met 193 tegen 29 stemmen ver
klaard voor afschaffing van het aangenomen
of stukwerk, zoodat het regelingscomité in
die richting zal werken. Het roept daartoe
den steun in van de timmerlieden-zelven
door niet om dergelijk werk te vragen en
het integendeel zooveel mogelijk te weigeren.
De bootwerkers te Rotterdam.
Gedurende de jongste arbeidstroebelen te
Rotterdam is meer dan eens melding ge
maakt van de merkwaardige wijze waarop
in enkele dagen een organisatie tot stand
was gebracht in de ongeregelde bootwer-
kersgroep.
Thans is de reactie ingetreden.
De bond telde, in den beginne, zijn leden
bij duizenden, die zoodanig door hun leiders
in bedwang gehouden werden, dat het hoogst
zelden tot ongeregeldheden kwam. Juist
door dit bezadigd optreden had de Bond
een zekere symphathie van de zijde der
niet-belanghebbenden.
Eenige werkgevers meenden hiertegen
een dam te moeten opwerpen, maar het
grootste deel der werkgevers was van oor
deel, dat de geheele beweging uiteen zou
spatten, zoodra de strike geëindigd zou zijn.
Met de inwendige organisatie werd voort
gegaan en voor een blijvende aanraking
tusschen kapitaal en arbeid werd zorg ge
dragen.
Al spoedig hoorde men, dat een aantal
bootwerkers, nu de aardigheid van den
bond er af was, geweigerd had, contributie
te betalen en dus als leden geschrapt diende
te worden. Na verloop van eenige maanden
had dit zulke groote verhoudingen aange
nomen, dat de bestuursleden niet meer
gesalariëerd konden worden,
Hierom of om de belangstelling levendig
te houden, ging men zich met zaken be
moeien, die volstrekt niet in de lijn van
het bootwerk lagen. Men denke slechts aan
de kaarsenfabriek te Schiedam.
Ook trok men met Wilson naar Londen,
zoogenaamd om de arbeiderstoestanden
aldaar te gaan bestudeeren, maar met het
kennelijk doel om warm gemaakt te worden,
voor de internationale aansluiting.
Eindelijk, na tallooze haarkloverijen on
derling, bedankten enkele bestuursleden
voor hun functies en in de verkiezing van
Zondag 11. werd de voorzitter, die den bond
tot bloei gebracht had, de heer De Jong,
uitgeworpen.
Nu zijn er tweedehands grootheden aan
het bestuur gekomen, welke slechts voor
een goede begrafenis van den opgerichten
bond zullen hebben te zorgen, 't Begin is
daarvan al gemaakt, 't Bondsgebouw inde
Boompjes is n.I. ten verkoop aangeslagen.
(Tijd.)
Gisteren-namiddag is in het notarishuis
te Rotterdam verkocht het pand Boompjes
116, waarin het bestuur van den N.N. B.B.
zijn zetel heeft opgeslagen. Het huis, dat
in veiling opbracht f 11,800, werd gekocht
voor f12,240 door den heer Job Knoester,
handelaar in fruit. Zooals werd medegedeeld
werd kort na de oprichting van de N.N.
B.B., dit huis gekocht door N. de Heer
namens dien bond. De hypotheekhouder liet
het thans, aangezien de rente niet betaald
werd, verkoopen. NR. Ct.)
Een firma te Rotterdam is tot de ont
dekking gekomen, dat uit haar pakhuis niet
minder dan 171 balen bloem zijn gestolen.
Gebleken is dat de daders van tijd tot tijd
eenige balen hebben verdonkeremaand,
waarbij mannen van de Dienstverrichting
werden aangenomen voor het vervoer. In
bewaring is gesteld een knecht van den be
stolene, op wien het vermoeden rust dat
hij een medeplichtige of wel de hoofdda
der is.
Het 50-jarig bestaan der Delfische Stu-
denten-societeit Phoenix zal op 27, 28 en
29 November a. s. met eene driedaagsche
feestviering worden herdacht. Het programma
der feestelijkheden zal nader worden bekend
gemaakt.
Aan oud-coraissarissen en eere-leden van
het bestuur wordt een uitnoodiging gericht
tot bijwoning van een réunie-diner op 27
November.
In der. ouderdom van 56 jaar is te Vlaar-
dinger-Ambacht overleden de heer C. M.
Ham, sedert 1886 lid van den gemeenteraad
en na 1895 wethouder. Ook was de over
ledene hoogingeland van Delfland. Zijn ver
scheiden zal in ruimen kring gevoeld worden.
In onze Vroedschap.
Het Begrootingsdebat.
De vergadering door den Raad dezer ge
meente aan de behandeling der begrooting
gewijd, had over 't algemeen het gewoon
verloop. Slechts enkele volgnummers gaven
aanleiding tot eenig debat, dat wij hier in
korte trekken willen wedergeven.
Bij volgn. 22, opbrengst der school
gelden (lager onderwijs) wees de heer Dom
er op, dat er kinderen op de school van
mej. Van Driel en den heer Tijl gaan,
waarvoor niet betaald wordt. Hij meende
dat voor elk kind dat op die scholen geplaatst
is, moest betaald worden.
De heer Den Breems, wethouder van
onderwijs, vooropstellend dat de lagere
school bezocht wordt door kinderen die het
volle schoolgeld betalen, gedeeltelijk betalen
en door cnvermogenden, meenden dat waar
aan de kostelooze en tusschenscholen geen
gelegenheid wordt gegeven uitgebreid lager
onderwijs te genieten, den kinderen dier
scholen niet mocht geweigerd worden aan
andere scholen dat onderwijs te volgen.
Hierop antwoordde de heer Dom, dat het
hier een geheel ander geval is dan bij den
cursus in moderne talen; daar is het koste
loos toelaten bepaald voorzien, hier is het
volgens de betrokken verordening niet ge
oorloofd. Er kan wel tijdelijke, geen geheele
vrijstelling van het betalen van schoolgeld,
gegeven worden. Ook na de opmerking van
den heer Den Breems, dat de Wet niet
toelaat van onvermogenden schoolgeld te
heffen, bleef de heer Dom volhouden, dat
volgens de bepalingen der betrokken ver
ordening geen enkel kind gratis op die
scholen mocht geplaatst worden, en dat B. en
W., door toch kinderen gratis op die scholen
toe te laten, iets gedaan hadden, dat zij niet
mochten doen.
De heer Den Breems, volhoudend dat de
wet op het lager onderwijs niet toelaat
van onvermogenden schoolgeld te heffen,
wees er op dat dit gratis onderwijs in tal
van omstandigheden een zegen was voor
de kinderen die vroeger op die scholen be
taald hebben en er nu zijn gebleven.
Dit gat den heer Dom aanleiding te vragen
of die kinderen welke nu gratis op bedoelde
scholen gaan, er vroeger ook geweest zijn,
of van de armen- of tusschenscholen zijn
gekomen.
Nadat de heer Den Breams reeds had op
gemerkt, dat hij in de openbare raadszitting
geen namen kon noemen, antwoordde de
Voorzitter op het verwijt van den heer Dom,
dat B. en W. iets gedaan hadden wat zij
niet mochten doen, dat wanneer de Raad
beoogd had een verordening in 't leven te
roepen zoo exclusief als de heer Dom be
doelde, de toenmalige Voorzitter van den
Raad zeker, art. 70 der Gemeentewet in toe
passing brengend, haar der regeering ter
vernietiging had moeten voordragen.
In antwoord op de opmerking van den
heer Den Breems, dat bedoelde vrijstelling
hoofdzakelijk werd toegepast voor kinderen
wier ouders in minder doen zijn gekomen,
betoogde de heer Dom, dat onder de gege
ven omstandigheden de verordening op de
invordering der schoolgelden moest gewijzigd
worden, want volgens de bestaande veror
dening moet voor ieder kind betaald worden.
Op de vraag van den Voorzitter las de heer
Dom het artikel der verordening op deze
kwestie betrekking hebbend voor dat artikel
laat wel een tijdelijke, geen geheele vrijstel
ling toe. Volgens de verordening voor den
cursus in moderne talen kunnen leerlingen
gratis worden toegelaten de hier betrokken
verordening stelt niemand geheel vrij.
De heer Den Breems merkte ten slotte
op dat de heer Dom blijkbaar herhalings-
en lager onderwijs met elkaar verwart. Bij
het lager onderwijs bestaat het recht gratis
ook meer uitgebreid lager onderwijs te ge
nieten, bij het herhalingsonderwijs is het
een gunst voor onvermogenden, die daartoe
aan zekere eischen moeten voldoen. De
geheele kwestie had naar de wethouder
van onderwijs mededeelde, weinig te be
duiden, daar slechts een of twee der niet
betalende leerlingen niet reeds vroeger op
die scholen gegaan hadden, terwijl de overige
4 van de 6 vroeger betaalden.
In verband met de aanhangige kwestie
omtrent het winstcijfer der drinkwaterleiding,
werd door den heer De Groot bij volgn. 36
voorgesteld, het bedrag van de drinkwater
leiding met f4000 te verlagen.
De Voorzitter meende daarentegen, dat
het cijfer voorloopig tot het uitgetrokken
bedrag moest worden behouden.
In antwoord op een vraag van den heer
Jansen, welke zienswijze de commissie ten
dezen opzichte was toegedaan, deelde de
heer Maas mede, dat, nadat de commissie
reeds aan B. en W. per brief had kennis
gegeven, zij voornemens was jaarlijks fl0.000
voor heistellingen te reserveeren, zij
vernomen had, dat er bij B. en W-
plannen bestonden, waaromtrent in af' j,
ting van hunne voorstellen nog geen L,
tieve mededeelingen konden worden ged
B. en W. moeten ook rekening houden
de begrooting. Hoewel spr. zich ovel t 'j,
hield, dat de uitkomst der rekening
'97 een aanzienlijk hooger batig saldo
die van het vorig jaar zou opleveren,
de post niet met f 4000 verminderd wol
omdat dan ook de post der onvoofï'
uitgaven zooveel lager zou worden. r
De heer De Groot kon zich met het d j
den heer Maas aldus ontwikkeld f\n*nC\
beleid niet vereenigen. Naar de behoe
van den post voor de onvoorziene uitgaV st
het winstcijfer der drinkwaterleiding va
te stellen, dit noemde hij het paard acn
den wagen spannen.
Hierop antwoordde de heer Maas*
het hem speet geen mededeeling °®trgjj
de bedoelde plannen te kunnen doen.
hoopt, dat wanneer die plannen komen,111
zijn financieele politiek recht zal doen
dervaren. I
Een principieel debat ontspon zich daat^,
nog tusschen den Voorzitter en den hej
De Groot over de bevoegdheid van den Ba®
bij het vaststellen der begrooting. De t
zitter meende, dat de Raad zich bij
vaststellen der gemeente-begrooting m?ek.
houden aan de begrooting voor de dri"
waterleiding, terwijl de heer De Groot v0'
hield, dat de Raad daarin geheel vrij
en zich niet behoefde te houden aan
begrooting, die hij niet had vastgest®'0.
Het gevolg geven aan het denkbeeld
den heer De Groot, zou de geheele
meentehuishouding in de war sturen. Wa"
zou het bijv. heen moeten, wanneer
Raad in plaats van f47000 eens f1000 a'5
inkomsten van de drinkwaterleiding
vaststellen, dan zouden de belastingen m°e'
ten verhoogd worden.
En als daarna de heer De Groot he
recht van den Raad tot het onbeperkt v»st'
stellen der begrooting vindiceerde, a"t-
woordde de Voorzitterhet recht heeft
Raad zeker, maar absurde zou het zijn.
Hiermede liep dit vrij ingewikkeld deba
ten einde, waarna de behandeling der t>®
grooting werd vervolgd en deze ten slot'?
op de bekende wijze in haar geheel w®rd
vastgesteld.
BINNENLAND.
H. II. M. M. de Koninginnen zijn gistere"'
namiddag te 5 uur per Staatstpoor in d®
residentie aangekomen en hebben zich
gesloten rijtuigen naar het koninklijk pal®lS
begeven.
Overeenkomstig den wensch van HH.
waren geen autoriteiten aan het station te'
verwelkoming aanwezig.
Dr. Salverda de Grave is gisteren met het
geven van onderwijs aan H. M. de Koning'"
geëindigd.
Bij het afscheid nemen vereerden
MM. hem het portret van Koningin Will®''
mina in zilveren lijst met chiffre en e""
fraai souvenir in zilver. De Koningin-Reg®"'
tes benoemde hem tot ridder in de ord®
van den Nederlandschen Leeuw.
Ter bijwoning van de kerkelijke plechtig'
heid van de bevestiging van H. M. de Koning'"
op Zaterdag a. s. is o. a. ook uitgenoodig^
vrouw van der Sande, de vroegere min va"
H. M. (U. D.)
Blijkens een telegram van den gouverneur*
generaal van Nederlandsch-Indië van
dazer wordt de gouvernemants-koffioogst "P
Java voor dit jaar thans geraamd °P
263,000 pikols. (Stct.)
Sommige leden der Tweede Kamer mee"'
den zoo lezen wij in het voorloopig ver'
slag der Staatsbegrooting dat toepassi"g
der bestaande wettelijke regeling van bet
huwelijksrecht op het huwelijk van H. f
de Koningin tot bezwaren aanleiding z°u
geven, in verband waarmede de vraag i"ees
of het dan niet wenschelijk zou zijn z°°
spoedig mogelijk eene speciale regeling o"5'
trent het huwelijksrecht der Koningin en de
privaatrechtelijke positie van haar gem"a'
vast te stellen.
Sommige leden beantwoordden die vraag
in bevestigenden zin, anderen zagen de nood'
zakelijkheid eener speciale regeling niet i"*