dat nog noodig wasop de anarchistische toestanden in Turkije, vooral in de admini stratie, en de mogendheden te vragen of zij het met de Engelsche rogeering eens zijn op dit puntdat er onder de mogendheden overeenstemming moet heerschen, wie van de zes later, als op een conferentie een besluit werd genomen, dat besluit zou moeten uitvoeren. Reeds nu houden de politici van Amerika en van Europa zich druk bezig met wat Mc. Kinley na de aanvaarding van het president schap der Noord- Amerikaansche Unie doen zal. Men is het er tamelijk wel overeens, dat hij spoedig het Congres zal bijeenroepen tot het doen van voorstellen, in elk geval tot het beramen van maatregelen om in het deficit te voorzien. Alles zal moeten wachten op de oplossing van het financieele vraagstuk. In een interview, dat de ex-pre mier van het Fransche ministerie Ribot met een vertegenwoordiger der Figaro gehad heeft, klaagt deze nu al over de gevolgen, welke Mc. Kinley's politiek waarschijnlijk voor Frankrijk zal hebben. Immers het is volgens den heer Ribot niet anders te verwachten dan dat de nieuwe president het handelstarief weer zal willen verhoogen. Omtrent de munt-kwestie hoopt de Fransche staatsman, dat er aan leiding moge gevonden worde tot inter nationale onderhandelingen, waarin Frankrijk, wiens landbouw kwijnt, een woord zal meespreken. «Onze diplomatie zoo belooft hij zal niet werkeloos blijven." Mc Rinley heeft reeds een blijk gegeven van den tact, welke in het hoofd van een staat zoo noodig is. Alle pogingen toch om hem uit zijn schuilplaats, Canton, te lokken, ten einde hem te feteeren, hebben schip breuk geleden. Als reden daarvoor wordt aangegeven, dat de aanhangers van Bryan, de z.g. goudpartij, steeds hebben voorge steld, als een partij van en voor rijke lieden en de heer Mc. Kinley hen (die dan toch ook millioenen stemmen hebben uitgebracht) niet wil kwetsen door het aannemen van schitterende, feestelijke ovaties van zijn schatrijke partijgenooten. Stads- en Gewestelijk Nieuws. Schiedam, 10 November 1896. Voor de verkiezing van een lid van den Gemeenteraad werden heden alhier van de 1215 kiezers uitgebrachtin de le afdeeling, bureau Raadhuis, 528 en in de 2e afdeeling, bureau Buitenhaven, 164, totaal 692 stemmen. De kiesvereeniging «Schiedam" heeft de candidatuur van den heer Dr. B. de Bruijn voor het lidmaatschap van den Ge meenteraad heden opnieuw aanbevolen. In aanplakbiljetten maakt zij bekend, de stellige verwachting te hebben verkregen, dat haar candidaat bij eene eventueele be noeming tot lid van den Gemeenteraad zich die benoeming zal laten welgevallen. Nadat de lantaa rns voor het gebruik van gasgloeilicht waren ingericht, is gisteren avond de Oostsingel weder van gemeente wege verlicht. Bij de arrestatie van 2 huzaren, die zich Zondag-avond in hun dronkenschap op de Hoogstraat alhier niet ordelijk gedroegen, ondervond de politie zoodanig verzet van de huzaren en ook van burgers, dat zij van de sabels moest gebruik maken. Een der huzaren ontkwam daardoor zijn arrestatie, doch werd later aan het station aange houden. Gisteren-ochtend zijn zij onder politiegeleide naar hun garnizoensplaats te 's-Gravenhage op transport gesteld. Zaterdagavond had een vrouw in een krui denierswinkel aan den Schiedamschendijk te Rotterdam het ongeluk met haar gelaat te dicht bij de brandende sigaar van den winke lier te komen. Het gevolg was, dat de vrouw zich deerlijk een der oogen brandde. Of hier aan een ongeluk dan wel aan moedwil moet worden gedacht wordt door de politie onder zocht. Het meest waarschijnlijke is echter het eerste, naar reeds uit het voorloopig onderzoek is gebleken. De vrouw bevindt zich onder behandeling van een dokter. (R. N.) Zondag hield de N. N. B. B. een huis houdelijke vergadering in de veilingzaal van het Verkooplokaal te Rotterdam. De voorzitter, De Licht, deelde mede, dat de laatste 14 daag vele bootwerkers zich als lid van den Bond hebben laten inschrijven. Het bestuur werd aangevuldal de gekozenen lieten zich hunne benoeming welgevallen. De gewijzigde statuten werden vastgesteld en besloten daarop de koninklijke goed keuring te vragen. Met de Harwichboot arriveerden Maandag ochtend aan de Westerkade te Rotterdam een 25-tal oude paarden uit de mijnen in Engeland met bestemming meerendeels voor de slachtbank. De arme dieren hadden gedurende de zeereis vreeselijk geleden en elkander half dood getrapt. Vreeselijk verminkt werden de dieren aan wal gebracht en werden af gemaakt door het afsnijden van den hals. Een 20-tal ondergingen dit lot, de kade geleek daardoor een bloedbad. Maandag-ochtend hebben een 25-tal werk lieden op de vijlenkappersfabriek van de heeren Kerkhoven er. Vonk in de Van Reijnstraat te Rotterdam hét werk gestaakt, omdat de firmanten weigerachtig bleven hun verzoek in te willigen, om de twee vijlenkappers, die Zaterdag-avond ontslagen werden, weder in dienst te nemen. Op de fabriek wordt doorgewerkt. De aan den arbeid gebleven vijlenkappers, 25 in getal, hebben onderling een vereeniging opgericht om elkander en de patroons te steunen. Ongeregeldheden vielen tot dusver niet voorde fabriek wordt door de politie be waakt. Van de stakers hervatte gisteren niemand het werk. Het Atjeh-vraagstuk. Men meldt aan de Tel. uit Rotterdam, dato 9 Nov. In een openbare vergadering, die niet talrijk bezocht was, belegd door de liberale kiesvereeniging «Rotterdam", behandelde heden-avond in het «Nut" de heer J. A. Kruyt, oud-consul generaal der Nederlanden te Pinang, «Het Atjeh-vraagstuk". De voorzitter, de heer mr. van Aalten, opende de vergadering met een kort woord, waarin hij er op wees, dat de vereeniging ook belang stelt in de publieke zaak en daarom den heer J. A. Kruyt, bekend door zijn brochure en zijne artikelen in het week blad De Nederlander, genoodigd had om te Rotterdam het Atjeh-vraagstuk te bespre ken. Hij heette den spreker welkom. De heer Kruyt ving zijne rede aan met er op te wijzen, dat de Atjeh-oorlog reeds 24 jaar lang duurt en een vervelende en afgezaagde geschiedenis is geworden. Door de regeering is het Atjeh-vraagstuk dood verklaard, doch het is er en blijft nog steeds meer dan een ander vraagstuk de aandacht vragen. De Atjeh-zaak moet blijven publiek domein, een zaak, die de openbare bespreking van alle partijen vordert, daar gebrek aan open baarheid slechts nadeelig kan werken. De heer Rutgers van Rozenburg had ongelijk deze zaak in geheime zitting te behandelen het volk heeft recht de waarheid te hooren: geheimzinnigheid der Regeering maakt zijns inziens verdacht. Millioenen, men spreekt van 450 millioen, zijn ten koste gelegd, die voor andere goede zaken konden aangewend worden. De mi nister van oorlog erkent het zelf in zijne begrooting. Vele slachtoffers heeft de Atjeh- oorlog gevorderd. Onze nationale trots is geschokt en daarom is het niet alleen ons recht, maar ook onze plicht om het vraag stuk te behandelen, daar de oplossing van 't Atjeh-vraagstuk ten nauwste samenhangt met onze koloniale politiek. Spreker verwees vervolgens naar zijne brochure «De Atjeh-Oorlog" getiteld, naar zijn 3-jarig verblijf in Atjeh, zijn 6 jarig verblijf te Djeddah en zijn 10-jarig verblijf in Pinang. De vraag of de oorlog na het tractaat van 1871 volkomen gerechtvaardigd was, kon hij geheel onderschrijven. Vervolgens gaf hij een overzicht van den Atjeh-oorlog in zijn begin, zijn verderen vooruitgang tot op onze chgen onder de verschillende legerhoofden, <en en ander toegelicht met bekende bijzonderheden en door een duidelijke kaart. De fouten en lamlendigheid in den krijg bedreven, werden niet verzwegen. Onder meer betreurde spreker het, dat de blokkade: was tegenge houden en eerst in latere jaren was inge voerd. Het verraad van Toekoe Oemar werd in een helder licht gesteld. Spreker kon zich ever het algemeen vereenigen met het regeeringsantwoord om te komen tot een pacificatie met Atjeh en hoopte ten slotte, dat bij de troonsbestijging van H. M. de Koningin de oorlog geëindigd zou zijn. Aan het debat namen deel de heeren Lambregtse, Vrede en Niermeyer. De voorzitter sloot met een woord van dank de vergadering. Maandag-ochtend omstreeks 6?)^ uur, is uit de gracht aan de Vlamingstaat te Delft, opgehaald het lijk van de 68-jarige vrouw R. De ongelukkige, die het beroep van klopster uitoefende, schijnt te water geraakt te zijn, door het misloopen van de brug aan de Oosterstraat aldaar. BINNENLAND. TWEEDE KAMER. Successierecht. Blijkens het Regeeringsantwoord op het verslag der Tweede Kamer over het wets ontwerp, houdende nadere regeling van het recht van successie en van overgang bij overlijden, heeft de Minister van Financiën teruggenomen de daarin aanvanke lijk voorgestelde samensmelting van het recht van overgang van effecten en rente- gevende schuldvorderingen en het evenredig recht van registratie op scheidingen met het successierecht en de verhooging van dit laatste recht. Deze laatste verhooging is niet meer noodig als equivalent voor de verminderde opbrengst van de personeele belasting of voor eenigen anderen Regee- ringsmaatregel. Dientengevolge vervalt ook het voorstel van samensmelting van de op centen met de hofsom. Het gewijzigd wetsontwerp bepaalt zich dus nu tot de regeling van het recht van overgang van de onroerende goede ren, nagelaten door niet-inge- zetenen en voorts tot maatregelen om de ontduiking tegen te gaan, die reeds nu een te grooten omvang heeft gekregen en steeds dreigt toe te nemen. De wijziging der bestaande wet brengt mede dat de belasting in de rechte lijn en de zijlijn verschillend blijven en dat beide met een gelijk getal percenten verhoogd worden. Nu de opcenten behouden blijven, worden genoemde percenten in het gewij zigd ontwerp gesteld (in hooldsom) op 4£ voor de rechte lijn en 8£ voor de zijlijn, eene verhooging van beide dus met 3£ pCt. Die 3£ pCt. en 38 opcenten van een bedrag van f3.400,000, bedraagt f164.220, wat een billijk equivalent is te noemen. Ten opzichte der Maatregelen tegen ontduiking blijft bepaald, dat al wat binnen den tijd van een jaar vóór het over lijden geschonken wordt gerekend wordt, als legaat te zijn verkregen. Nu het ontwerp tot zoo geringe betee- kenis is teruggebracht, kan de bepaling van den datum der inwerkingtreding aan de Kroon worden overgelaten. De gewone audiëntie van den Minister van Marine zal op Vrijdag 13 November a. s. niet plaats hebben. De Minister van Buitenlaudsche zaken heeft aan de Tweede Kamer ingezonden een afdruk van het op 19 Mei 1894 te Lissabon tusschen Nederland en Portugal gesloten verdrag tot regeling der wederzijdsche uit levering van misdadigers. De aandacht der regeering is door Kamer leden gevestigd op den voorziening eischen- den toestand, waarin zoowel de beroemde gebrandschilderde ramen van de St. Jans- kerk te Gouda, als dat keikgebouw zelf verkeeren. Naar het eerste nummer van Het Sticht orgaan van de a.-r. prop. club «Keuchenius" te Utrecht) meldt, is het in de Staatscom- missie, die te adviseeren heeft voor pensionneering van den werkman, tot gewichtig besluit gekomen. Zij heeft na lijk besloten dat deze verzekering v®rP tend gesteld moet worden. A<jeh* bet Bij het departement van koloniën is volgende telegram ontvangen, d° 8 deze' den gouverneur-generaal van Ned--'" betreffende Atjeh Inden afgeloopen nacht maakte een colon uit MesdjidIndrapoeri en Selimoen toch in den omtrek licht gewond 2 officier®11 gewond 6 militairen beneden dien rang- Het is te verwachten, dat het sP°efp komen zal tot Staatsexploitatie van d telefoondienst. Hoewel toch verschil'®" van opvatting, blijkt de meerderheid Tweede Kamer gestemd te zijn tot h®tt0^ staan aan de Regeering van de gevraag gelden tot het maken der noodige VÉ.r bindingen tot intercommunale lijnen ®a" Rijkstelegraafkantoren, waar thans com111" nale netten met het intercommunale "e aangesloten zijn. Daarin toch werd gezien een eerste om te komen tot algeheele Staatsexploit»11®' zoowel van de locale netten als van d intercommunale, en tevens van de intef' nationale lijnen. De Germania, de punten vermelde1"*' welke de Ned. R.-K. Volksbond den Katb°' lieken Kamerleden verzocht heeft op b®' concept program te plaatsen, schrijft «Deze eischen strooken geheel met h®' sociaal-politiek pogram der Duitsche Ce"' trumspartij, dat alzoo ook in Holland de verdiende waardeering vindt." Te Wateringen circuleert een adres aa" het bestuur van de Holl. Spoor, verzoekend® den locaaltrein van halftien 's avonds ult Den Haag naar Delft en terug weder l® laten rijden, of zoo daartegen te bezwar®" bestaan, in beide richtingen 's avonds e®" trein te laten stoppen aan de halte Klei)' weg, daar het station Rijswijk te ver afg®' legen is. Zondag-avond werd in Den Haag e®" agent van politie door een persoon, met wie" hij beweert nooit eenige onaangenaamheid te hebben gehad, plotseling met het hoo'd tegen de steenen geworpen, waardoor de agent een bloedende wonde kreeg. De aa"' valler ging op de vlucht, doch werd do®r een sergeant der jagers, bijgestaan do"r eenige burgers gearresteerd, en aan de polif'e overgeleverd. Zaterdag is het mond- en klauwzeer uit' gebroken op de hoeve «Duinrel" te Wass®' naar, toebehoorende aar. baron Van Pallandt- Rijkspolitie is tot bewaking der hoeve daa<"' heen gezonden. Het voornemen bestaat tot afmaking va" al het op de hoeve aanwezige vee. Door de reederij te Scheveningen is aa" het gemeentebestuur te 's-Gravenhage aan gevraagd een terrein ten Zuiden van de" vuurtoren tot het maken van een zoog®' naamd schuitengat, waarin een gedee't® van de vloot gedurende den winter kon geborgen worden. Te Haarlem is in bewaring gebracht de heer M., wegens poging tot moord op een® weduwe, die weigerde ham te huwen. 1" de woning van haren zoon heeft hij de vrou^ met een mes een snede in den hals toeg®' bracht, onder de woorden, dat haar laatst® uur geslagen was. Op aanklacht van d* weduwe werd hij opgespoord. (N. v. d. D.) De Londensche correspondent van 't N d. D. schrijft «Het is te voorzien, dat aanstaande" winter de steeds stijgende broodprijzen groot® eilende zullen veroorzaken. De prijs van e®" 6^

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1896 | | pagina 2