De',kwestie van het reservefonds in Egypte is met de beslissing van het gerechtshot te Alexandrië een nieuw stadium ingetreden. De correspondent van de Times te Alexan drië verzekert, dat men daar gisteren uit het verhandelde voor het Hof van appèl meende te kunnen voorspellen, dat de re geering ditmaal gelijk, en dus verlof krijgen zal om geld uit het reservefonds der Egyp tische schuldkas te gebruiken voor de Don- gola-expeditie. De regeering grondde haar beroep op tien bezwaren tegen de beschik king der gemengde rechtbanken. Maar ook van de zijde der buitenlandsche commissa rissen worden er bezwaren ontwikkeld. Den 25sten dezer zal de procureur-generaal aan het woord zijn, en volgens de Times zou het Hof waarschijnlijk reeds een week later beslissen. Osman Digna's instructies na den terug keer van Omdoerman zoo wordt uit Soeakin gemeld waren om zijn positie van Adarama weder in te nemen. Vijftig man paardevolk onder Dereer, door Mohamed Moesa Digna uitgestuurd naar Tokar, slaag den er in tien mannen te dooden en negen vrouwen benevens vee te rooven. Zij worden nu achterna gezet. Stads- en Gewestelijk Nieuws. Schiedam, 19 November 1896. Dinsdag is de heer mr. H. M. G. Klop penburg als kantonrechter in het kanton Schiedam geïnstalleerd. Nadat de Griffier het koninklijk besluit van de benoeming en de akte van eedsaflegging had voorgelezen, nam de heer mr. H. M. C. Poortman als plaatsvervangend kantonrechter het woord. Hij herdacht de verdiensten van den over leden kantonrechter, wenschte den heer Kloppenburg geluk met zijne benoeming, hoopte dat deze een aangenamen werkkring in dit kaDton mocht vinden en beval zich in zijne vriendschap aanterwijl hij den heer mr. J. E. van der Boon dank bracht voor zijne hulp als Griffier gedurende de waarneming hem verleend. Daarna nam de nieuw benoemde kanton rechter het woord, die in de eerste plaats H. M. de Koningin dankte voor de benoeming en erkentelijkheid betuigde aan al degenen, die tot die benoeming hadden medegewerkt. Het had hem veel gekost om afscheid te nemen van Ter Neuzen, waar hij 17 jaren had gewoond en wel 6 jaren als griffier en 11 jaren als kantonrechter. Om een ruime ren werkkring te hebben, had hij deze be trekking begeerd en hij hoopte haar hier met even veel genoegen te kunnen vervullen als hij het elders gedaan had. Hij dankte den heer mr. Poortman voor zijne welwil lende woorden. Een aangename samenwer king met den Griffier zou hij op hoogen prijs stellen en de ontvangst hem bereid deed hem hiervan het beste verwachten. De medewerking van den heer mr. F. W. van Riemsdijk, ambtenaar van het openbaar Ministerie, riep hij in ter bevordering van een goede behandeling der strafzaken. Het was hem aangenaam veel goeds te hebber vernomen van den Deurwaarder van het kan tongerecht, den heer A. Bosman terwijl hij de tegenwoordig zijnde Notarissen verzekerde, dat hij een goede verstandhouding op hoogen prijs stelde, omdat zij zoo menigwerf de tussehenpersonen zijn tusschen de justiti abelen en den kantonrechter. Hierna bedankte heer mr. van Riemsdijk voor de tot hem gericht woorden en beval zich in zijne welwillendheid aan, waarna de zitting werd geschorst en de kanton rechter de gelukwenschen van verschillende notarissen in ontvangst nam. (Ff. Cf.) Daartoe uitgenoodigd, woonden wij gis teren-avond de lichtbeelden-voorstelling bij die van wege het Leger des Heils in de zaal der Officieren-Vereeniging werd ge geven. De zaal was matig bezet door een publiek dat grootendeels uit aanhangers van het Heilsleger bleek te staan. Dienten gevolge was waarschijnlijk de bijeenkomst voor een groot deel ook aan Godsdienst oefening gewijd. Zij werd geopend met het zingen van een der liederen van het Leger des Heils en gebed, waarna de voorstelling der lichtbeelden een aanvang nam. De eerste beelden die zich vertoonden, waren die van H.H. M.M. de Koningin en de Koningin-Regentes, waarbij de menigte het Volkslied zong. Bij het verschijnen van het portret van den aanvoerder van het Heils leger, generaal Booth, werd een toepasselijk lied gezongen. Daarna werden verschillende gezichten uit Engeland, Frankrijk, Neder land en verschillende andere Europeesche Staten en uit streken in andere werelddeelen vertoond. De voorstelling was hoofdzakelijk gewijd aan eene uiteenzetting van het geestelijk en maatschappelijk werk van het Leger des Heils, dat majoor Govaars door toelichtingen bij de lichtbeelden nog aan het publiek verduidelijkte. Verschil lende voorstellingen werden begeleid door een niet onverdienstelijken solo-zang van een der vrouwelijke heilssoldaten, ter wijl de toelichtingen telkens door blijken van instemming en uitroepen van de aan wezige aanhangers van het Heilsleger wer den ontbroken. De voorstelling, afgewisseld met het zingen van liederen van het Leger des Heils, werd besloten met eene opwekking van majoor Govaars en met gebed, waarbij de heilssoldaten op de gebruikelijke wijze antwoordden. Tijdens en na de voorstelling werd voor het geestelijk en maatschappelijk werk van het Heilsleger gecollecteerd. Met leedwezen vernemen wij, dat de heer J. Egener, kapelmeester der dd. Schutterij, heden-middag 12£ ure te Rotterdam na een ongesteldheid van eenige dagen is overleden. De heer Egener was als een bekwaam musicus te dezer stede algemeen bekend. Vooral de Schutterij muziek en de Symphonie- Vereeniging hebben aan zijne bekwame leiding veel te danken. Door den zwaren mist ondervonden gis teren te Rotterdam de aankomende en ver trekkende stoom- en schroefbooten groote vertraging. Er waren er, die in het geheel niet aankwamen of vertrokken. In een vergadering van den Rotterdam- schen Bestuurdersbond, Dinsdag avond met afgevaardigden van een 25 tal werklieden- vereenigingen gehouden, tot oprichting van een plaatselijk comité in zake pensionneering van den ouden werkman door den Staat, werd een voorloopig comité samengesteld. Tot leden werden benoemdW. P. G. Helsdingen, Burghart, Boas, Johs. de Bruin en mej. Keuzenkamp. Dit comité zal zich met de voortbereidende werkzaamheden belasten, waarna een defi nitief comité uit de verschillende werklieden- vereenigingen gekozen zal worden. De bestuurdersbond beschouwde thans zijn taak in deze als beëindigd. Naar het Stadhuis te Rotterdam begaf zich gisteren-middag ten 12 uur een bruids paar, gezeten op een tandem, versierd met een bruidsbouquet en vergezeld van de ge tuigen in sportcorstuum, waaronder vier heeren en vier dames, gezeten op rijwielen. Door de glibberige straten en de dicht opdringende menige bereikte de bruiloft stoet na zeer veel moete het stadhuis, na> dat enkele dames op straat gevallen waren. Een ontelbare menigte stremde het ver keer in het centrum der stad en moest nabij het stadhuis door de politie met ge weid teruggedrongen wordenniettemin beklommen de straatjongens de kozijnen en ramen van het stadhuis om de trouwlustigen gade te slaan. Na twee volle uren wachtens kwam ten slotte de wethouder van den Burgelijken stand de trouwkamer binnen, alwaar ver scheidene jonge paren in afwachting waren van het oogenblik dat de voltrekking van hun huweljjk aangebroken was. Gedurende het lange wachten had menig vermakelijk incident op het stadhuis en in de omgeving plaats. Ten 2 uur werd het huwelijk op de ge wone wijze voltrokken en trok c 3 bruidstoet, omstuwd door een dichte menigte, naar de echtelijke woning. Gisteren was het een jaar geleden, dat de scholier A. F. Hoogsteden te Rotterdam vermist werd en weinige dagen later op lage wijze vermoord in den Coolpolder werd weer gevonden. Naar den dader wordt nog steeds gezocht! Dinsdag heeft in de Rotterdamsche Schie te Overschie, een aanvaring plaats gehad tusschen een spoelingschouw, schipper H. Bosschie, en het Rijnschip no. 32 schipper J. van Kleef, uit Gouda, waardoor laatstge noemd schip een groot gat in den boeg be kwam. De schuld moet, naar men beweert, worden geweten aan den schipper van den spoelingschouw, die dan ook de schade zal moeten vergoeden. Bij de verkiezing voor leden van de Kamer van Kooohandel te Delft zijn herkozen de heerenP. J. J. B. v. d. Chijs, P. E. G. van Berckel en F. W. Braat, allen aftredend, terwijl de heer J. Verbeek Jr. gekozen werd. Het aantal kiezers bedraagt 319 slechts 36 kwamen stemmen. Men meldt aan de Tel. uit Delft, dato 18 dezer: Heden had de aangekondigde proefrit plaats met de electrische tram tusschen Scheveningen en Delft. De proef is uitstekend geslaagd. Tegen woordig bij den rit waren de directie der Haagsche Tramweg-Maatschappij, de hoofd ingenieur bij den provinc. waterstaat, de gemeente-architect van Delft en eenige leden van het Dagelijksch Bestuur der gemeente Delft. Omstreeks half twaalf kwam de wagen te Delft aan en vertrok onmiddellijk weder. Voor Delft zou het eene groote verbete ring zijn, indien de stoom vervangen werd door electriciteit, het schokken, waarvan de huizen waar de tram passeert het nadeel ondervinden, wordt dan toch bijna geheel vermeden. Gisteren werd voor het front van het le bataljon 4e regiment Infanterie te Delft een 16 jarige tamboer wegens verregaand wan gedrag met een briefje van ontslag uit den dienst verwijderd. Te Vlaardingen is binnengekomen de bomschuit Sch. 189, Maria, reeder H. den Duik Pz., waarvan de schipper en 3 matro zen gedurende de zeereis ernstig ziek zijn geworden en genoodzaakt waren huiswaarts te keeren. VLAARDINGEN, 19 November. De Con ferentie der St. Vincentius-vereeniging viert alhier haar vijftigjarig bestaan. Voor de leden wordt onder leiding van een eerw. pater Dominicaan een driedaagsche oefening met retraite gehouden, die aanstaanden Zondag met een plechtige H. Mis en een solemneel lof 's avonds te 6 uur gesloten wordt. Gisteren avond werd door de muziek der d.d. schutterij eene serenade gebacht aan den heer dr. J. Voogd, ter herdenking van den dag, waarop genoemde heer vóór 12£ jaar als officier van gezondheid bij het corps werd aangesteld. BINNENLAND. TWEEDE KAMER. Zitting van Woensdag 18 November. De beraadslaging over de Indische be grooting en motie-Van Vlijmen, in zake Atjeh-kwestie werd voortgezet. De Minister van Koloniën, de heer B e r g s m a, bracht dank aan c 3 leden, die lof hadden gebracht aan zijne werkzaam heden. Voorts trad hij in beantwoording der gedane vragen, die zijns inziens in twee groepen waren te verdeelen al. die betrek die 1 kelijk den financieelen toestand en zake het Atjeh vraagstuk. Over de vermoedelijke oorzaken Toekoe Oemar's afva 1, j,jj kan hij niets naders medédeelen. g^gii in de stukken deed. Men kan gissen, doet men 't niet. Oemar weet 't nu»» zelf niet. Het vertrek der patrouille*® van naar Anak-Galoeng, geschiedde op^ 'a te den linie-commandant, om de stre „p zuiveren van den vijand, die onze tra ten beschootmet den tocht naar La werd geenszins uitbreiding van ons js beoogd, maar alleen ophelfing van s J' schuilhoeken. in De benoeming van den comman de Zuïderstelling geschiedde bij „,iantj 7 Febr. '96 door den legercomma ^g0. waarschijnlijk niet in overleg met de"°jef. verneur van Atjeh, maar dit behoefdeoo.^ De Minister sloot zich aan bij de door den heer Cremer gebracht aa ^gt Indische leger, en verdedigde uitvoer1» ^et voorgedragen stelsel voor Atjeh, da i^D„ gevolg van omstandigheden, voor het ü0|jpje blik het beste is. Bivakken buiten de zijn noodig om den vijand te verjao wanneer en waar hjj zich vertoont. 6p Dat hij op twee gedachten zou m. betrekkelijk de te volgen Atjeh-p° 1 wordt ten stelligste door hem bestred® Een afwachtende houding wordt m® volgd. De verantwoordelijkheid vod zending van Vetter naar Atjeh berm den Minister. Hij ontkent dat die T. Oemar onaangenaam heeft gestemd; j, algemeene richting in de Atjeh-p°" je wordt bepaald door het opperbestuu', détails in Indië. De Minister betoogd0 onaannemelijkheid der motie-Van Y'Ü jgf vooral ten aanzien van de overnemin» belastingen. Vooreerst blijft civiel en ffl»1 bestuur in ééne hand en het plan lS a stelsel van het sluiten van contracten betrouwbare hoofden te handhaven. t e streven zal zijn om doorbeS"- j. diging van het voorloopig«s gI), sel den oorlog te beëindig^ Hij acht Indië sterk genoeg zich ze'1 i heipen, hoewel overtuigd dat Neder' steeds bereid is de vlag in Indië te ha haven. De Minister ontkent, dat Condor in 81 ware geweest Toekoe Oemar in te 'lS Nogmaals verzekert de minister, dat, men hem de middelen niet onthoudt, nu op den goeden weg zijn ter beëindig1 van den Atjeh-oorlog. jj Hij verdedigt verder zijn financieel b®1 en ontkent optimist te zijn, maar waarschU tegen overdreven vrees. Wederinvoer' van verhoogde invoerrechten is onmog®'vfle Zoo kort na weigering der Kamer om da»r te besluiten. De heer Cremer, de verschill®"te sprekers beantwoordende, dankte ten s'° den Minister voor de duidelijke uiteenzet'1 van de Atjeh-polïtiek die, naar hij h°°' zegenrijke resultaten moge hebben. De heer Rutgers vanRozenbu'e| vond de rede des Ministers over 't g®'1 f, volkomen bevredigend. Zij heeft hem vg[1 sterkt in zijne goede opvatting omtrent d®2^. Minister en van den tegenwoordigen Sr verneur-generaal. D'e heer B a h 1 m a n n maakte den ef' nister de opmerking, dat men door m®'^ deren productenverkoop in Nederland kas zou kunnen versterken, .dat de v° stelling omtrent den toestand in het Pedh'S® veel heeft van het bekende telegram l'°rl ]5 règne a Varsovie, dat hij het overig® betreurt, dat de Minister niet heeft toe^ geven aan den aandrang van de regeering omtrent de spoorwegverbind' tusschen de kampementen. De heer B o o 1 hield zijn beschouwing vo1' la' De heer Van Gennep betoogde, a wij thans staan op den bodem der bil'v - heid. De indirecte voordeelen die Indië 0 oplevert, kunnen wij niet te hoog scha'1® Belachelijk blijft hij in dit verband noe(fl het behoud van den memoriepost als ba slot. De heer Pijnacker Hord ij k c° stateerde, dat de heer Cremer nog °P mistischer is dan de Minister ten opzi®*1 j, van het Atjeh-stelsel. Spr. kwam op '®2 de meening van den heer Rutgers, da' Kamer zich bij het Atjeh-stelsel van regeering zou hebben nedergelegd. De m®® derheid misschien wel, niet de Kamer. t De heer Van V1 ij m e n, meer }lCie ontvangen hebbende, meende zijn moti® kunnen intrekken. f! De Minister, nog kortelijk de sprek®,0 repliceerende, achtte het onbillijk om vorsten der hoofdplaatsen aansprakelijk g-; stellen voor de ongerechtigheden hun® onderdanen. Dat zoo goedkoop recherc® vaartuigen zijn aan te schaffen als de h® Van Vlijmen beweert, kan d* Minister n' aannemen. tl'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1896 | | pagina 2