Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
Een brave beambte.
bureau ^ofersfraaf 50.
19de Jaarg.
Donderdag 26 November 1896.
No. 5654.
m
Feuilleton.
PRIJS VAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maanden i f 1.50
Franco per post door geheel Nederland - 2.
Afzonderlijke Nommers - 0.05
PRIJS DER ADVERTEJNTIJÈN:
Van 16 regels. if o.60
Elke gewone regel meer0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
UOEMEEN OVERZICHT.
25 November '96.
minister-president in België heeft
eren in de Kamer van afgevaardigden
•«"aheid gevonden eenige mededeelingen
rent de jongste gedeeltelijke ministerieele
ls te doen. Op eene interpellatie gis-
r®0 in de Kamer door Lorand over het
,ötslag van mjn;ster van 0orlog en de
^king van de militaire wetsvoordracht
6 °uden) heeft minister de Smet de Nayer
t r'twoord. De indiening van een voorstel
0 hervorming van het leger is in den loop
deze zitting beloofd. Wij hebben het
°rstel, waarmede wij tot de Kamer zou-
n bomen, rijpelijk willen overwegen. Ons
°rstel za] (jen tegenweordigen toestand
^merkelijk verbeteren. Het was een
JVestie van opportuniteit, niet van beginsel,
aar'n <Je regeering en de afgetreden
^."hster van oorlog verschilden. De regee-
n8 wil noch de opheffing van het leger,
5t de gewapende natie. Wij willen het
k^nde leger en het leger te velde ver
eren, terwijl het bestaande actief ge-
^-dhaafd
wordt. Het leger te velde zal
^®st*an uit vrijwilligers en miliciens, terwijl
Plaatsvervanging zoo weinig mogelijk
ehouden blijft.
6 berichten in de laatste dagen omtrent
°ot t0es:tan^ 'n Britsch-Indië in Engeland
j) -angen, luiden iets meer geruststellend.
v°°ruitzichten in de bedreigde districten
Britsch-Indië zijn weer verbeterd; er
°Pnieuw vrij veel regen gevallen in de
9®ste districten.
v r> Jameson gaat vooruit in de ge-
nKenis, maar het kerkerleven, zoo heet
l 'ertraagt zijne genezing. Intusschen
®dt er jets a]g een pjan om voor zijne
rijding eene beweging op touw te zetten.
^e,dge weken geleden schynen de autori-
lt,#n reeds over zijn ontslag uit de gevan-
ls beraadslaagd te hebben. Dr. Jameson
Quertl. d° gren!' teSenover Spanje, ligt
a#n den ingang van een kloof,
ïe6r P°°rt tot Frankrijk. Querterac is een
8enaatkd stadJe> «ertads vesting, moeilijk
hlizp i en 'n bet bezit van een zes
*°ont 'nwoners. Op de bergen in het rond
«v a's op neutraal gebied, een bevolking
tio^twijfetachtig van karakter als van na-
W^eit: een mengelras uit tienvoudige
?-g_Slri2 Gaskonjers, Baskiërs, Catalanen en
ZigL^örs bestaande welks geliefkoosde be
stoof'/1 bestaat in straatroof, of minstens in
Ovarii.
streeks het midden van deze eeuw
er uit Afrika een adem des doods
*o](j eerst over Spanje en Italië, ver-
over Frankrijk: de cholera.
zelf zoo zegt men zou met eene be
weging te zijnen gunste matig ingenomen
zijn, aangezien hij, werd zijne begenadiging
daaraan toegeschreven, in eene valsche
positie zou komen te staan en zijn toe
komst benadeeld zou worden. Dit is ook
het gevoelen van sommige zijner vrienden.
Volgens de gister-avond verschenen avond
bladen zal dr. Jameson om gezondheidsrede
nen waarschijnlijk in vrijheid worden gesteld.
Een dreigend politiek conflict, dat echter
ter elfder ure nog bezworen schijnt, trekt
in Duitschland bijzonder de aandacht.
Volgens oogenschijnlijk officieuse toespe
lingen in de Berlijnsche bladen, zou het
tusschen keizer Wilhem en den Staats
secretaris voor binnenlandsche zaken von
Marschall tot verschil van meening gekomen
zijn, doordat de majoor Liebert door den
Keizer met de overbrenging van een eigen
handig schrijven van Zijne Majesteit en de
orde van den Zwarten Adelaar aan den
keizer van China belast was, terwijl de
Staatssectaris die opdracht had willen zien
geven aan een diplomatiek ambtenaar van
zijn departement, aangezien deze zending
naar China als een diplomatieke zaak is te
beschouwen.
Op opvallende wijze wordt in andere
bladen ook gezegd, dat de Pruisische kapi
tein Morgen niet volgens efficieele opdracht
aan den Engelschen veldtocht naar Soedan
deelneemt, maar als privaat persoon, hoewel
keizer Wilhelm hem zijn vriendelijke groeten
aan den sirdar sir H. H. Kitchener meegaf.
Geheimzinnig wordt verder verzekerd, dat
aan het aanstaande bezoek van het keizer
lijke paar aan graaf Waldersee in Altona,
in politieke kringen bijzonder gewicht wordt
gehecht.
Vat men al deze verschillende berichten
samen aldus seint de Berlijnsche corres
pondent der N. R. Ct. zoo maakt het haast
den indruk, alsof de openbare meening ten
gunste van von Marschall gestemd moest
worden, zooals wanneer er op den achter-
Op het platteland en in de steden stond
het leven stil. Querterac, terstond getroffen,
vertoonde nog slechts ledige straten en van
onder tot boven gesloten huizen, als bij een
beleg. Zij, die buitenshuis door ziekte aan
getast werden, hadden geen hulp te ver
wachten het mededoogen was het allereerst
gestorven. Wel waren er door de overheid
plakkaten aangeslagen, voorschriften, ver
ordeningen ten algemeenen nutte doch
wie stoorde zich daaraanDes avonds slechts,
nis de bergwind opstak, verlieten eenige
burgers hun woningen en staken in de
straten reusachtige vuren aan, welker zui
verende, harstgeurige walm men gretig in
ademde.
Op dit uur ook kwamen de lijkbezorgers
met moeite tegen zwaar geld aangeworven,
de dooden van den dag weghalen. Zij stop
ten ze haastig in kisten, wierpen die op
karren en dan ging het in draf door de
straten, naar het kerkhof.
Onder het landvolk paarde de angst zich
aan de domheid. Allerlei onzinnige vertelsels
deden de ronde. De cholera, zoo mompelde
men, de cholera was zoo slim niet, als zij
wel heette; maar tal van dooden, die op
hare rekening werden geschreven, waren
grond spookachtig een minister-crisis rond
waart.
Morgen over acht dagen moet het reeds
vroeger vermelde sensatieproces tegen vijf
te Berlijn wonende journalisten en een
koopman beginnen, die beschuldigd worden
lasterlijke berichten betreffende den opper
hofmaarschalk des Keizers graaf Eulenburg,
den staatssecretaris von Marschall en andere
leidende ambtenaren aan het ministerie van
binnenlandsche zaken rondgestrooid te heb
bed. Onder de twaalf gedagvaarde getuigen
a charge bevinden zich verscheidene andere
journalisten; benevens de zoon van den rijks
kanselier, prins Alexander von Hohenlohe,
freiherr von Marschall, e. a. De voor
naamste beklaagde schijnt de voormalige
kapitein Carl von Lützow te zijn, die zich
bij redactiën en tegenover dagblad-corres
pondenten voor een journalistischen collega
uitgaf, daarnevens evenwel bij de geheime
staatkundige politie aangesteld geweest was
en met de bewering daarmee in opdracht
van frh. von Marschall e. a. te handelen,
tendentieuse verzonnen berichtjes in de
bladen lanceerde zoo o. a. dat graaf
Eulenburg den valschen toost van den Czaar
te Breslau door het officieuse telegrafisch
agentschap zou hebben laten wereldkundig
maken om Engelsche intriges in de hand
te werken. Het proces zal met gesloten
deuren plaats hebben om te voorkomen dat
eenig staatsbelang in gevaar gebracht zou
worden.
Nader wordt gemeld, dat majoor Liebert
die Maandag al naar China zou vertrekken,
volgens de Borsencourier tegenorder heeft
verkregen en ter elfder ure tot gouverneur
van Duitsch-Oost-Afrjka zou zijn benoemd,
zoodat aldus aan den staatssecretaris Von
Marshall de gewenschta voldoening zou zijn
gegeven.
De Vereeniging van Hamburger reeders
heeft bekend gemaakt, dat gisteren op eene
vergadering van reeders, scheepmakers,
stuwadoors en bazen eenstemmig besloten
door een vijand vergiftigd, met loodsuiker
in het water, of met rattenkruit in het brood.
En tot overmaat van ramp duchtten de be
woners der vlakte voortdurend de een of
andere boevenstreek van dat jgespuis daar
boven," dat immers van de algemeene ont
steltenis zou kunnen gebruik maken, om
een slag te slaan. Dat »gespuis daarboven"
waren de meergemelde bergbewoners.
Inderdaad stond voor deze bergbewoners
de kans bovenmate schoon. Op de verlaten
velden dwaalden ossen, schapen en gelten
onbeheerd rond, ver van de hoeven en stal
len. Ook stonden vele hoeven, door den dood
ontvolkt of door de beangste bewoners ver
laten, open en onbewaakt. Doch het gespuis
van daarboven bleef zich schuil houden en
verliet zijn holen niet. Waarom Om een
zeer gegronde reden, Ook onder hen woedde
de ziekte.
Ja, zij scheen onder deze lieden zelfs nog
erger huis te houden, dan onder de bewoners
van de vlakte. Het was ongelooflijk, het
was verbazendWant zie, te Querterac
begon de plaag reeds af te nemen, maar
de bergbewoners bleven sterven als ratten
•n muizen
Men schudde het hoofd. Maar te geljjker
is, de arbeiders die zich tot Donderdag
ochtend vroeg aanmelden, op de oude voor
waarden, zonder de in het begin dezer week
toegestane loonsverhoeging, weder aan te
nemen, maar alle andere niet meer.
Het aantal werkstakers bedraagt nu te
Hamburg ongeveer 5500 dok-, 40 kraan- en
500 kaaiwerkers. Hunne werkstakingskaart
hebben er 4570 ingeleverd; van deze zijn
er 3108 getrouwd. j
De dokwerkers te Bremen hebben bij het
bestuur van de Entrepot-maatschappij een
een eisch om loonsverhooging ingediend,
met het dreigement, dat zij dadelijk het
werk zouden staken als hun eisch niet vóór
gisteren-avond 6 uur ingewilligd was. Het
bestuur heeft geantwoord, dat het binnen
drie dagen bescheid zou geven.
Omtrent den Opstand op Cuba heeft de
regeering in Spanje weder eenige bemoe
digende berichten ontvangen.
De Cubaansche hoofden Serafin Sanchez,
Carillo en Larosa zijn verslagen bij Vigia,
Riczarro, Guccimil, Esmeralda en Domas.
De opstandelingen hadden meer dan 100
dooden, waaronder de bevelhebber Serafm
Sanchez, van wien grooten invloed uitging
in het district las Villas. Generaal Weyler
zet zijne operaties tegen generaal Maceo
steeds voort.
Uit Villa, in de provincie Santa-Clara,
schrijft de bevelhebber Gomez, dat hij be
schikt over 35.000 goed gewapende man
schappen, waarmede hij naar de provincie
Havana wil optrekken.
Ook op de Philippijnen zijn de Spaansche
wapenen zeer gelukkig. Volgens een telegram
uit Manilla heeft de kolonne-Aguir 4000
opstandelingen verslagen bij Santa Cruz. De
opstandelingen hebben zware verliezen ge
ledenonder de gesneuvelde behoort de
bevelhebber Francisco Abad.
De stad Paz San Juan, welke bezet werd
door den vijand, is met gevelde bajonet door
de Spanjaarden genomen de opstandelingen
boden heftigen tegenweer.
tijd bewonderde men den eerbied van deze
lieden voor hunne dooden. Zag men hen
niet eiken avond naar omlaag dalen, een
stoet van drie of vier hortende karren, be
laden met doodkisten en daarachter de
treurende mannen en vrouwen, in zwijgen
den somberen optocht Zoo trokken zij het
tolhuis voorbij, naar de begraafplaats. En
bij dien aanblik sloegen de weinige voorbij
gangers op de vlucht, zoodat ten slotte geen
woestijn eenzamer zou hebben kunnen zijn,
dan de droeve plek, waar de processie in
den nacht bij toortslicht hare lading neer
zette. Deze onterfden, deze vagebonden van
het leven wilden hun afgestorvenen niet
anders ter ruste leggen dan in gewijde
aardeDat was toch waarlijk een
edele, een aandoenlijke trek in hun karakter.
Wordt vervolgd.)
NIEUWE SCHIEOAMSGHE COURANT