Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
eerste blad.
^an hier en van ginds.
bureau 'SSofersfraaf 50.
19de Jaarg.
Zondag 29 November 1896.
No. 5657.
Feuilleton.
zj1 t6 wijzen- 0ók aan te wijzen- Een
i)
ALGEMEEN OVERZICHT.
PRIJS VAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maandenf 1.50
Franco oer Dost door geheel Nederland -*2.
Afzonderlijke Nommers- 0.05
lllllllli'illliii nililiii milium n ui
PRIJS DER ADVERTE.NTi;ËN:
Van 16 regelso,60
Elke gewone regel meero.io
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
het niet een waar woord, dat woord
tan Alfred de Musset in een zijner gedich
te0' overal bloemen bloeien, bloemen,
nfi kust en te keur, als voor het grijpen,
aar ieders smaak en gadingdat overal
schoone is te vinden, zelfs waar het
!et vermoed, niet gezocht wordt Hier en
as en overal is er voor het zoekend oog
rustpuntevenals de honing-zoekende
jjp. neerwiekt op de verspreide bloemen, zoo
de gedachte ook hier en daar rusten
het gevondene schoon, puttend en zich
teVetl(l uit zoete bronne. Waar het koren
v Velde staat, in rijpende goudkleur gol-
°f het gebergte zich verheft, scherp
y ln onbegroeide naaktheid, oi de stroom
°°rtrolt, of de zandwoestijn heerscht, overal
het ware schoon te zoeken, te vinden,
akke poging in dien geest, bloemen te
e ken van hier en van ginds en ze, als
'°sse veldbouquet bijeengegaard, den
'enden te bieden, zal dan ook niet worden
aWezen.
atiri^aar a"es °P doelt Het is niet
6rs dan de voorafsprake van enkele
eepSer'^n over a^es en n0o wat' over bet
^-ste het beste wat mij voorde hand komt
naar de mate mijner krachten hier kan
*°rden besproken.
Und in langen Winternachten
k uhr ich fort, getrostes Muthes
khnsam Reim an Reim zu flechten".
Woorden u'k den laatster. zan8 van
reizehnlinden", het albekende epos van
Regina.
«ichf Zon daalde aan den westelijken ge-
r "einder, en kleurde met haren laatsten
ee6nSloed het netste huisje van Pardoux,
hu- "efelijk gehucht van een honderdtal
l6ga®ni in het Dapartement van Seires ge-
^oïetu gehucht bevindt zich in eene vallei,
ïich üt en heuvels omgeven, en verbergt
dicht a's een vogel in zijn nest, onder een
ew 6eWelf van wilgen- en eikenloof. Niets
Ve|cj'aart de rust en de verrukkelijkheid der
«èd,,611' die het omringen men zou bijna
hiti/6/1' hat God dit nederig hoekje gronds
aUde -en heeft, om er meer dan op eerie
bit .re P'aals de zoete stralen zijner liefde
e storten.
den Duitschen geneeskundige, en dichter
vooral, Dr. Weber, schetsen de samenstel
ling van dat heerlijke dichtwerk ten volle,
en geven u daarbij tegelijk den indruk
weer, die dit kunstwerk maakt op
het gemoed des lezers. Ja, in zichzelf
gekeerd, als alles rust, heeft die dichter
zijne verzen gemaakthet fijne lied, dat
in superbe schoonheid hem toeklonk in de
ooren, heeft hij in zijn stil studeervertrek
opgeteekend en geen andere ooren dan de
zijne heeft ooit zulk een muziek getroffen.
Daar schuilt een wonderbare bekoring van
eenvoudige grootschheid in dat lied, een
bekoi'ing van macht zonder vertoon, van
muziek zonder gedruisch, van onverweldi-
gende pracht, statig en toch eenvoudig als
de strenge lijnen van een klassiek beeld.
Het was 1878, toen Dr. Weber zijn gedicht
in de wereld zond, en nu, in 1896 zijn er
reeds meer dan vijftig uitgaven van versche
nen, vertalingen ervan gemaakt in vele
talen, is het gelezen overal waar beschaving
en kennis heerschen.
Dreizehnlinden De eenvoudige geschie
denis van den heiden-knaap Elmar, door
zijn moeder Irmintruda opgevoed in Chris
tenhaat, maar gesteund door zijne liefde
tot de Christendochter Hildegunde, is gele
zen overal waar de Duitsche sprake bekend
is, dat is over de geheele wereld. Moet
ik U den hoofd-inhoud van het, 25 Zangen
lange gedicht nog verhalen Elmar de heiden,
en Gero de Christen waren vijanden. En al was
de Christelijke Frank ook een van de heer-
schers in den lande, Hildegunde, graaf Bo
do's dochter, had hare liefde den Heiden-
schen Sakser geschonken. Maar Gero, die
de Saksen haat met den haat van den
onderdrukker, doet alle pogingen om graaf
Bodo van den edelen Elmar te vervreem
den. En hij slaagt maar al te welmoord
en brand wordt den heiden verweten, en
Elmar wordt veroordeeld, verbannen ziekte
en plagen zijn hem ten deel op zijn om
zwervingen, uitgeput valt hij neder. Dan
Daar de goede bewoners van Pardoux
zoo eenvoudig zijn, als de bloempjes hunner
velden waren, zoo hadden zij er nimmer
aan gedacht een gedeelte dier weldaden van
het onderwijs te vragen, dat in onze dagen
ook zijne schatten aan de armste klassen
der maatschappij uitdeelt. Waarschijnlijk
zouden hunne kinderen hen altijd nagevolgd
hebben, indien de Voorzienigheid geen zorg
had gedragen, een man van een opgeklaard
verstand en een vriend der jeugd in hun
midden te plaatsen. Die man was de Graaf
van Mirten, die tot Burgemeester van het
plaatsje benoemd, besloot zich geheel aan
het geluk dier brave lieden te wijden, aan
wier hoofd hij thans geplaatst was.
Met behulp van den pastoor, een man
van groote beschaving, maar die, tot dus
verre alleen, niets had kunnen ten uitvoer
brengen, slaagde de heer van Mirten er in
het weldadige licht van het onderwijs in
het dorp te doen doordringen. Door zijne
zorgen werden achtereenvolgens twee scholen
opgericht, en wij nemen de vrijheid onze
lezers de meisjesschool binnen te leiden.
Gelijk wij san het be^ln van dlt verhaal
gezegd hebben, brak de avond aan. Men
was in de maand Meieen warme wind
»Im Konvent zu Dreizehnlinden
Flackerten die Kienspanlichter
Düster auf der düstren Mönche
Tietbekümmerte Gesichter.
In der weiszgetünchten Zelle
Standen sie um einen Wunden
Den am Thor bei seinem Rosse
Spat ein Klosterknecht gefunden".
Het is Elmar. Lietdevol opgenomen door
de monniken, krijgt hij langzamerhand de
gezondheid terug, en na vele twijfelingen
omhelst hij het Christendom. Hij wordt in
onschuld erkend, en krijgt Hildegunde tot
bruid.
Nu ik dit korte overzicht neerschrijf, is
het me te moede, of ik vergeving vragen
moet. Vergeving voor de stoutheid om zóó
veel poëzie in zóóveel proza beide quali-
tatief genomen weer te geven 1 Want
poëzie, de schoonste uiting der edele ge
dachte, is immer en immer, op elke blad
zijde, in elk vers te genieten, te proeven
hadde ik er de plaats toe en de gelegen
heid, ik zou U vers op vers kunnen neer
schrijven, tintelend van gloed, omvattend
van gedachte, heerlijk van vorm. Lees en
herlees ze, die negentien liederen uit den
XVIIlen zang: ïHildegunde's Trauer", en
zeg me of ooit roerender minneklacht door
eenig dichter der treurende geliefde is
in den mond gelegd; of ge uit Heine's
liederen één enkel kunt noemen, dat bij
die melodische zangen is te vergelijkenof
Francois Coppée, Alfred de Musset en wie
ook der Franschen zich kunnen beroemen
op voortbrengselen als deze Of wilt ge iets
anders: sla dan dat vroolijk liedje op, dat
Aiga zingt op het »Erntefest," in zang VI,
met dat refrein dat eiken gelukwensch, elk
danklied sluit
vLustig spielt, ihr Musikanten,
Dass es durch die Berge schalie
Of wilt ge U vermeien in die diepe kennis
van het menschelijk gemoed, die juiste weten
schap der wereld, die wonderbare ontvouwing
bewoog de bladeren der lindeboomen, onder
wier dicht gebladerte het huisje voor de
warmte des zomers beschut was. Reeds se
dert eenige uren was de school ledig, en
zat de hoofdonderwijzeres, mevrouw Delsart
tusschen hare twee dochters, waarvan de
eene negen en de andere zeven jaar oud
was, terwijl zij dan eens de schitterende
zwarte haren van het oudste, dan weder de
blonde lokken van het jongste meisje streelde.
Eene diepe stilte heerschte in het dórp
geen geruisch stoorde de kalmte van dien
sohoonen lenteavond. De nadenkende blik
van mevrouw Delsart volgde den loop der
sterren aan den helderen hemelde vrede
van die bewonderenswaardige natuur scheen
in haar hart te zyn nedergedaald. Zij, wier
droefgeestige glimlach zoo dikwerf door
tranen onderbroken werd, was dier. avond
zonder twijfel onderworpen en gelaten, en
liet niets van haar inwendig lijden blijken.
Enne liefkozing van Regina, haar oudste
dcchter, deed haar uit den droom ontwaken,
w .arin hare smarten haar verdiept hadden
te wijl zij zachtkens de haren op zijde schoof
di i het voorhoofd der kinderen, die op hare
knieën waren nedergebogen, bedekte, be
schouwde zij ze langen tijd met die niet te
der menschenharten, die eene echo vindt
bij den lezer en hem dikwijls met bewon
dering doet opblikken naar den denker,
wiens geest uit die bladen spreekt: zoo ge
dat wilt, hebt ge slechts op te slaan wat u
voor de hand komt, en ge vindt ze, die
kernachtige gezegden, die gedachten in
éénen regel, waarvan Jonckbloet zegt, dat
ze vaak een wereld bevatten.
Tiefste Kenntnis,
Gottes gabe, reich und selten
Durfte stets, weil unverstanden,
Thor und Thörin Zauber schalten
of(Zang XV.)
Zwingt die Macht der menschen Nacken,
Menschenherzen zwingt die Güte.
fZang XIX.)
Of wilt ge hooren verhalen van liefde,
van onbezweken trouwe en rein-beminnen,
van harten in gloed en vurigen hartstocht,
en dat alles rein en hoog-poëtisch tevens
och ik bidde U, lees ^Dreizehnlinden" ge
heel En zoo het klankvolle Germaansche
lied U niet kan bekoren in eigene tale,
daar is een goed werk gedaan door een
goed Hollander. Gomarius Mes heeft, in de
oorspronkelijke versmaat, een vertaling ge
leverd die zeker wel beneden het origineel
blijft, maar toch getrouw genoeg is, de
sublieme schoonheden te vertolken, en Neder-
landsch genoeg, om er veel bij te winnen.
S.
28 November '96.
De Kamer van afgevaardigden in België
bracht gisteren de discussie over de inter
pellatie—-Lorand omtrent het aftreden van
den minister van oorlog, ten einde. Met 73
tegen 38 stemmen en 10 onthoudingen
werd overgegaan tot de eenvoudige o°rde
van den dag, waarbij de regeering zich
had neergelegd.
De motie, door Lorand voorgesteld, welke
aldus moest wijken, luidde aldus »De Kamer,
schetsen moederlijke liefde, die een weer
glans der Godheid is.
Moederzeide Regina fluisterend en
op hare zuster wijzend, zie eens hoe Bertha
op uwe hand in slaap is gevallen.
Maak haar niet wakker, hernam me
vrouw Delsartsedert lang, mijn kind heb
ik met u een ernstig gesprek willen hebben
Bertha is nog te jong om het te hooren
laat ons dus alleen sprekenen laat ons'
haar met de wit gevleugelde engelen laten
praten, die haar in slaap moeten wiegen
»Ik ken uwe zielsgesteldheid, lieve Re'
g.na, vervolgde mevrouw Delsart, met eene
bewogene stemd,e ziel gelijkt zooveel op
de mijne Het geheim, dat ik u wil open
halen, zal voor uw hart zeker smartelijk
zijnmaar het zal uwen moed niet neder
daal- Ziedaar waarom ik u alleen iets wil
toevertrouwen, dat ik nog jaren lang voor
uwe zuster zal verbergen.
Wordt vervolgd.)