Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
is.
19de Jaarg.
Zondag 6 December 1896.
bureau jföofersfraaf 50.
EERSTE BLAD.
No. 5663.
Parijsche Kroniek.
Feuineto®'
- 0.05
PRIJS VAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maanden
Franco per post door geheel Nederland
Afzonderlijke Nommers
PRIJS DER ADYERTENTIËN:
Van 16 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
De begrootingsdebatten zijn in vollen gang
en leverden tot heden niet veel bijzonders
°D- Het openbaar onderwijs gaf, zooals
alle jaren, weder aanleiding tot aanvallen
°v®r het niet genoeg laïciseeren der scholen,
^arvoor altoos in de Kamer een meerder-
|?9id te vinden is en dus voor het ministerie
sen struikelblok kan worden. De heer
®bne beantwoordde de hem direct gedane
Vraag, of hij ja of neen de wet op de
'aïcisatie wilde uitvoeren op zeer kalme en
Sarcastische wijze. Wij respecteeren de
schoolwet, zeide hij, doch wat vraagt men
°ns thans? Dat wij zouden doen wat onze
v°°rgangers niet konden. Zij konden evenmin
als wij de laïcisatie en bloc uitvoeren en
daarom heeft men hen die vraag niet ge-
ste'd. Doch niet alleen om die reden, maar
0(* om de financiën in evenwicht te hou-
deti. moeten wij de motie van den heer
Lavy bestrijden, waarin de algemeene laï-
cisatie der scholen binnen twee jaren geëischt
*°rdt. En de motie werd ingetrokken, doch
door een andere, zonder tijdsbepaling, van
don heer Millerand uitgaande, vervangen,
We'ke de Kamer met 454 tegen 91 stemmen
^nnam. De noodlottige gevolgen der scholen
z°nder God worden met den dag onloochèn-
daarder, en niettegenstaande de onbetwist-
taarste feiten woekert dit kwaad steeds voort
maakt het volk opnieuw rijp voor rampen
als de commune of eene revolutie fin de
Siècle.
Eene zitting welke meer voldoening aan
gsest en hart schonk, was de jaarlijksche
openbare vergadering der Fransche Acade
mie, den 26sten November gehouden, en
^aar daden van moed, toewijding en naas
tenliefde verkondigd en beloond worden en
^'e ook altijd door een overtalrijk publiek be
kocht wordt. In zijn rapport besprak de
Sraaf d'Haussonville, directeur der Academie,
°P boeiende en welsprekende wijze de daden
i
6) (Slot.)
Te huis gekomen, geleidde mevrouw Del
sart haren echtgenoot naar het graf, dat
ö°or de zorg zijner dochters was opgericht
in haar midden gezeten, verhaalde hij
haar het lijden, dat hij m de tien jaren
2'joer ballingschap ondergaan had.
Ik zal hier deze geschiedenis met verha^
Dat het voldoende zij te weten, dat
o'sart, door eene bende wilden gevangen
nemen, terwijl hij eens een tochtjeop
het eiland deed, tien jaren van doodehjke
van opoffering en deugd der met de prix
de vertu beloonde personen. Na eenige
woorden over het leven van den eersten
stichter dezer prijzen, der. heer Montyon,
drukte hij vooral op de hoogste belooning
(fr. 2000), dit jaar aan den zeereerwaarden
heer abbé Lanusse, aalmoezenier van de
militaire school van Saint-Cyr, toegekend.
De abbé Lanusse is sinds vijf-en-twintig
jaren aalmoezenier van Saint-Cyr, en om
te doen zien wat zijn leven was zal het
voldoende zijn, zijne dienstjaren op te som
men. Van af het jaar 1859 was, hij aalmoe
zenier van het leger en maakte den veldtocht
in Italië mede van 1860 tot 1862 in de
zelfde betrekking die van Mexicoin 1867
en 1868 vrijwillig aalmoezenier gedurende
de campagne van Mentana en eindelijk ge
durende den oorlog van 1870/71 aalmoezenier
der legers van de Rijn, van de Loire, en
later te Parijs. In de dagen van vrede stond
hij als geestelijk hoofd aan verschillende
hospitalen van Frankrijk en wijdde dus zijn
geheel leven aan den dienst van 't vader
land en natuurgenooten.
Na deze bekroonde volgt een lange rij van
nederige weldoeners, waarvan er enkelen
zijn die waarlijk als voorbeelden kunnen
dienen, en wat zoude de maatschappij er niet
enorm bij winnen, indien zij meer navolgers
vonden. Zeer opvallend is het getal vrouwen
tegenover dat der mannen, hetwelk door deze
onthullingen van goede daden aan de wereld
bekend gemaakt wordt. Het is dit jaar vooral
gunstig en bedraagt 83 percent tegen bijna
76 in het vorige. Ja, het zwakke geslacht
is in die daden van naastenliefde en toe
wijding het sterke ver vooruit. In het kwaad
is het juist het tegenovergestelde en op
honderd misdadigers vindt men hier 86
mannen tegen slechts 14 vrouwen. Wat
daarvan wel de rede zijn kan De graaf
d' Haussonville geeft er ons een aan. »Van
salie deugden, zoo zegt hij, is het die der
toewijding, welke het meest door uiterlijke
>daden tot onze kennis komt. Door hare
j>zwakte is de vrouw misschien meer dan
ïde man tot opoffering geneigd en sommigen
vbeoefenen haar met vuur en heldenmoed
»en dezen worden ons meestal medegedeeld,
verveling moest doorbrengen, en zijne fa
milie geene tijdingen van zich kon doen
geworden. Een man, die denzelfden naam
als hij droeg, en insgelijks hetzelfde eiland
bewoonde, was in dien tusschentijd gestor
ven, en die dood had mevrouw Delsart in
eene dwaling gebracht.
Op het oogenblik, waarin zijne kinderen
zooveel tranen op zijn graf stortten, beproefde
hij een laatste middel, om zich aan de sla
vernij te onttrekken. Hij slaagde. Gedurende
zijne slavernij, had hij door zijn uitmuntend
gedrag en zijne talenten zich de algemeene
achting van den stam waardig gemaakt.
Daar hij een goed schilder, een goed mu
ziekkenner en een goed geleerde was, zoo
verwekte hij in dien volksstam de begeerte
naar wetenschap, en hij zag zijn huis door
talrijke leerlingen bezoeken.
Door zijne zuinigheid, maakte hij van die
beroemdheid gebruik, om eene aanzienlijke
som te vergaderen. Het geld overwint vele
hinderpalendoor kracht van het goud,
ndoch hoevele anderen worden or.s ver-
szwegen? Het schijnt immers zoo natuurlijk
vaan ons mannen dat de vrouwen zich
vtoewijden
Over de getrouwe dienstboden die hare
meesters tot in het ongeluk volgen sprekende,
riep de redenaar zijne hoorders toe»Ik
szoude wenschen u van elk harer een woord
»te kunnen zeggen. Ik zoude verlangen met
»de duistere namen dezer Maria's Josephine's,
»Adele's, Veronica's onder deze koepel te
»doen weergalmen, haar voor eenige oogen-
»blikken uit hare nederige betrekkingen te
Drukken, en hoe kort dan ook de illusiën
»van den roem te laten smaken. Doch er zijn
»er te veelVan twee moet ik toch even
»wat zeggen. Chloé, van haar eigen naam
sCacé Chiloé werd te Pointe a Pitre (Guade-
sloupe) geboren, en was var. haar tiende
jjaar bij dezelfde meesteres in dienst.
ïZij is thans 52 jaren oud en gedurende
sal dien tijd verflauwde hare toewijding geen
sdag en hare diensten zijn daarom des te
shooger te roemen, omdat hare meesteres
szeven en tachtig jaren telt, geruineerd is
sen Chloé dus niet kan betalen, zooals zij
swel zoude wenschen en evenmin iets voor
share toekomst kan doen.
sZij wijdt zich ook niet alleen aan hare
smeesteres, want te Brest waar zij thans
swoont, is zij bij de ongelukkigen goed
sbekend en geeft alles wat zij niet heeft
sdoch krijgt, weder aan hen die het nog
smeer dan zij noodig hebben. Heeft zij een
suur vrij dan is het nog voor de armen dat
szij werkt en kleederen maakt. Om iets
svoor haar zelve bijeen te sparen daaraan
sdenkt zij niet, en haar hoofddeugd is de
szorgloosheid. Na dezen lof durf ik haar hier,
sin tegenwoordigheid van vele staathuis-
shoudkundigen, niet geheel als voorbeeld te
sstellen. Deze brave vrouw is een negerin.
»De tweede, Euphrasie Jaley, in Caen
salgemeen onder de naam van Nana, bekend
sdient van haar dertiende jaar af bij den
sdokter Liégeard in welke familie zij onlangs
szestig jaren oud werd. De dokter, die de
sarmen der stad gratis behandelde, gaf haar
szoo de eerste les in 't toewijden en zij
s bracht haar goed in praktijk met geheel
wist hij over duizend hinderpalen te zege
pralen en de kusten van Frankrijk te be
reiken. Toen hij eindelijk zijne geboorteplaats
bereikt had, vernam hij hoe groot de wan
hoop zijner gade geweest was, toen zij
haren echtgenoot voor altijd verloren ge
loofde, en tot welk eene hoogte hare, deug
den bij dat ongeluk gerezen waren, als
christin zoo wel als moeder. Hetgeen men
hem van de opvoeding verhaaltle, die zij
aan hare kinderen gaf, bracht hem op het
zonderlinge denkbeeld, zich onder de ge
daante van een bedelaar te vertoonen, om
reeds te voren onbekend zooveel geluk te
genieten, en eindelijk om aan zijne vrouw
en kinderen eene al te levendige ontroering
te sparen. Wij hebben gezien hoe hij zelf
zijne ontroering niet had kunnen bedwingen.
Den volgenden morgen, die op den ge
lukkigen dag volgde, vertrok het gelukkige
huisgezin naar de naburige stad. De gelde
lijke omstandigheden van den heer Delsart
hebben hem toegestaan, eene uitgestrekte
»haar leven aan de kinderen en kleinkinde
ren van haren eersten meester te wijden.
d Een-en-dertig kinderen zag zij geboren
worden en hielp hen opvoeden alles uit-
»denkende om in de dagen van tegenspoed,
»welke de famillie soms te doorstaan had,
»het allernoodigste te verschaffen. Aan zeven
sleden der familie sloot zij de oogen en zag
Dde anderen groot worden en de wereld
»ingaan; doch wanneer zij soms weder in
»het nest terugkeeren, vinden zij er altjjd
»Nana nog even moederlijk en vol opofterin-
sgen als vroeger terug."
Na haar volgden nog zoovele andere.
Zuster Dorotheè, Veronique Lauzeas, Julie
Fantarnondoch genoeg, het aflezen dier
namen bewijst gelukkig dat er nog in deze
wereld vele goede brave vrouwen gevonden
worden die het goede doen met een hooger
doel dan een prijs Monthyon te winnen,
waaraan zij wellicht zelfs nooit gedacht
hebben, want de deugden die zij beoefenen,
hebben die prijzen niet noodig, doch zoo
wij ze met vreugde zien toekennen dan is
het minder voor haar zelve dan voor anderen
aan wien hare geschiedenis tot voorbeeld
en navolging kan strekken.
Onder de zes-en-zestig prijzen welke
daarna voor letter- en geschiedkundige wer
ken werden uitgereikt, moet de tegenwoor
dige minister van Buitenlandsche zaken
beloond voor het eerste deel van zijn groot
werk Histoire du Cardinal Richelieu zeker
genoemd worden. De prijs »Gobert" welke
hij behaalde, bestaat uit fr. 10,000 en er
gaat slechts een stem op om deze belooning
goed te keuren en toe te juichen. Nu een
studie van den grooten Richelieu te maken
kan voor een staatsman en diplomaat zeker
niet schaden en het werk van Hanotaux zal
zijne ministrieele positie dus zeker verbeteren
en versterken.
Fidélius.
Parijs, 21 Nov.—4 Dec. 1896.
kostschool op te richten, waar alle meisjes
uit den omtrek en van goeden huize, van
de lessen van de moeder van Regina en
van Bertha als om strijd komen gebruik
maken.
Moge deze eenvoudige geschiedenis meer
dan ooit toonen, dat, indien God er behagen
in schept edele harten te beproeven, Hij
hun ook vroeg of laat eene belooning toe
staat, die aan hunne beproevingen geëven-
redigd is.
F. S.
NIEUWE SCHIEDAMSGHE COURANT