Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
20ste Jaarg.
Zondag 31 Januari 1897.
"ggureau jSofersfraaf 50.
TWEEDE BLAD.
No. 5707.
PRIJS YAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maanden
Franco per post door geheel Nederland
Afzonderlijke Nommers
f 1.50
- 0.05
PRIJS DER
Van 16 regels
ADYERTENTIËN:
f 0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
Parijsclie Kroniek.
De neiging om van alle gioote artikelen
van verbruik een staatsmonopolie te maken,
schijnt in Frankrijk steeds meer voorstan
ders te vinden en, z«lls de socialist-collac-
tivist Jaurès verklaarde zich bij behandeling
der Suikerwet voor het staatsmonopolie, zoo
als er van geheel andere zijden, ten gunste
fan het monopolie van den Alcohol gewerkt
wordt. De suikerfabricatie is hier in handea
fan een zeer klein getal schatrijken raffina-
deurs waaronder de familieri Say en Lebau-
dj, de bekende millionnairs, de eerste plaats
innemen en ik vind het zeer natuurlijk dat
de gebruikers van die hier altijd dure suiker,
niettegenstaande de grondstof in de laatste
jaren belangrijk daalde, beginnen te morren
en de vraag aan de regeering stellen waarom
Zoo weinigen ten koste van zoo velen moeten
begunstigd olijven Dat nu het staatsmono
polie een middel tot verbetering zoude zijn,
geloof ik niet, daar het particulier initiatief
altijd en verre te verkiezen is, doch de toe
stand waarin de suikerwetgeving zich thans
bevindt kan zoo niet blijven en daarom zal
deze kwestie noodzakelijk eens internationale
kwestie moeten worden welke door de mo
gendheden met kans op succes zal kunnen
worden opgelost, doch waaraan de Fransche
kamers alleen geen voldoend einde kunnen
maken.
Indien Frankrijk er dus toe besluit, weder
een hoogere uitvoerpremie op de Fransche
suiker te betalen is dit uitsluitend, omdat
Duitschland zulk een premie aan zijne fabri
kanten verstrekt en de eenigen, die daarvan
niet weinig profiteeren, zijn die geslepen
Engelschen die, ten koste der F ranschen en
Duitschers, de goedkoopste suiker der wereld
eten, daar dit artikel in Engeland geheel
vrij van belasting en rechten is. Deze ab
normale toestanden zijn de oorzaak dat er
dan ook bijna geen Engelsche suikerraffina
derijen meer bestaan en dat in Nederland,
waar niets beschermd wordt, de eene suiker
raffinaderij na de andere de concurrentie
tegen die landen moet opgeven, en de fa
brieken sluiten.
In den Senaat had de heer Fresneau den
moed een wetsvoorstel in te dienen dat aan
de schreeuwende onrechtvaardigheid waartoe
de onderwijswet van 1886, in vele gemeenten
aanleiding geeft een einde zoude maken.
Men heeft er kostbare scholen gebouwd,
waarvoor geen leeringen te vinden waren,
omdat er de ouders aan de bijzondere scholen
écolea libres de voorkeur geven. In een
gemeente van Ardèche is een school voor
200 jongens en 200 meisjes opgericht en
vier jongens en vijf meisjes zijn er de eenige
leerlingen van. De heer Fresneau eischt, dat
de natie hare natuurlijke rechten en neigingen
zal mogen volgen en de vrijheid van onder
wijs is er een der eersten van. In zake van
onderwijs moet de familie wat te zeggen
hebben en de vrije scholer. moeten evengoed
al de openbare scholen gesubsidieerd worden.
Voor de werklieden moet vooral aan hun
wensch om hunne kinderen naar de moraal
opgevoed en onderwezen te zien, gevolg
gegeven worden en wel in de eenige ware
moraal, welke de christelijke is. De heer
Fresneau verwondert zich, dat de commissie
van initiatief weigert zijn voorstel in over
weging te nemen, temeer daar er zich in
den laatsten tijd eene beweging in die
richting geopenbaard heeft.
Na de verklaring van den minister van
onderwijs, dat er aan de onderwijswet van
1886 niets mag veranderd worden en hij
dus den Senaat verzocht het voorstel niet in
consideratie te nemen, werd er tot de
stemming overgegaan. De verwerping werd
met 213 tegen 33 stemmen aangenomen.
Deze cijfers zijn treurig en ontmoedigend
en hetgeen in de meeste landen, ook in
Nederland, na een strijd van vele jaren, als
rechtvaardig en hoogst billijk werd bevonden
en ingesteld, wordt hier door den Senaat
eenvoudig weg onwaardig geacht, zelfs eer s
ernstig besproken te worden. Men ziet hier
helaas maar al te welsprekend uit, hoe de
sectengeest soms lang het gevoel van billijk
heid bij eene meerderheid kan beheerschen.
Het bezoek van den nieuwen Russischen
minister van buitenlandsche zaken, de graaf
Mouravieff, aan den Franschen minister
Hanotaux weerspreekt al de praatjes, welke
over een minder goede verhouding tusschen
Rusland en Frankrijk naar aanleiding der
Oostersche kwestie in omloop gebracht waren,
en bewijst integendeel de intime vriendschap
tusschen de twee rijken, want, hoewel
Mouravieff ook Berlijn zal bezoeken, het
feit dat hij vóór alles met den Franschen
minister wil confereeren, toont duidelijk,
dat hij eerst met den bondgenoot zijn plan
de campagne wil vaststellen, alvorens met
de andere Mogendheden te onderhandelen.
Voor het ministerie—Méline kan dit bezoek
ook niet anders dan voordeelig zijn, en het
zal het getal zijner tegenstanders nog doen
verminderen.
De Figaro heeft een zijner reporters, den
heer Chincholle, naar Pontarlier gezonden,
teneinde daar eens goed te informeeren
wie toch die zonderlinge man, dr. Grenier,
wiens Mohammedaansche vertooningen nog
dagelijks besproken worden, inderdaad wel
is en zie hier in korte woorden wat hij er
van hoorde. Dr. Philippe, zooals men hem
daar veel noemt, kwam zich nu vijf jaren
geleden te Pontarlier vestigen en geniet er
de grootste achting er is, zoo zegt men
daar, geen tweede mensch als hij te vinden.
Als een rijk man kwam hij in deze streek
en gaf alles wat hij bezat aan de armen.
Eens bemerkende, dat hem nog 4000 francs
over bleven, maakte hij er dadelijk klein
geld van, liet de behoeftigen bij hem komen
en gaf ieder zijn aandeel. Eene vrouw die
wat te laat was gekomen, schonk hij een
klein voorwerp dat op zijn bureau stond
met de permi sie, het te mogen verkoopen.
Voor zijne patiënten is hij een genees
heer onder duizenden. Eens verzorgde en
genas hij zeven typhudijders en hij gaat
nooit uit zonder wat geneesmiddelen bij
zich te hebben, welke hij aan zijne zieken
uitdeelt. Hij neemt geen betaling voor zijne
diensten aan, daar volgens zijn beweren God
den mensch verbiedt zijn kennis te verkoopen.
Overal hoort men den uitroep»hij is
zoo goed," en weer anderen noemen hem
een nieuwen Vincentius a Paulo.
De heer Chincholle wenschte, dat hij die
uiterlijke godsdienstige demonstratiën te
Parijs liet varen, doch voorspelt aan zijne
medeleden der Kamer dat, zoodra zij hem
zullen kennen en hooren spreken, zij niet
meer met hem zullen lachen.
Men kon na dit alles alleen nog de vraag
stellenwaarom bleef die brave man niet
doodbedaard te Pontarlier zijn leven met
weldoen slijten in plaats van lid der Kamer
te worden om daar, wat te doen
Misschien krijgen wij daar spoedig een
antwoord op, doch het laatst wat ik van
zijn daden hoorde, was, dat hij de questeurs
der Kamer gevraagd heeft om hem ergens
in het gebouw een hoekje af te staan, waar
hij vrij aan zijn behoeften, om zich meer
malen per dag het gelaat, handen en voe
ten te wasschen, kan voldoen, daar hij dit
thans buiten aan de Seine gaat verrichten
en door het publiek bespot en uitgelachen
wordt.
Hoe jammer dat dr. Grenier bij al zijn
goed tegelijk zoo dwaas moet doen.
Fidklius.
Parijs, 16/29 Januari 1897.
Yervolg Binnenland.
In de laatste dagen hebben vele leden
van het Rijks-college der Zeevisscherijen
de vischhal te IJmuiden bezocht, in verband
met het onderzoek, door den Minister van
Waterstaat in dezen aan het College opge
dragen.
Gisteren-middag is te Amsterdam in een
koffiehuis op de Nieu wmarkt een dienstmeisje
door haren vrijer met een mes in den rug
gestoken, waarop de man zichzelven een
wond in de borst toebracht.
Vrijer en vrijster waren eergisterenavond
nog samen uitgeweest, doch met ruzie van
elkander gescheiden. Gisteren nu kwam de
man plotseling het koffiehuis binnen er.
pleegde de hier vermelde daad. Beiden
werden naar het Binnengasthuis vervoerd
waar de wonden niet gevaarlijk bleken
te zijn.
De schrik zit er bij de dienstmeisjes van
den Parkweg en omstreken te Amsterdam
nog een beetje in door al die moordverha-
len. Maar haar uitgaanavoadje er voor
in den steek laten, dat zou toch wat erg
wezen.
Een hoffelijk kruier is den velen Betjes
en Keetjes te hulp gekomen. Hij posteert
zich op de vrije of vrijers-avondjes bij een
der rondpoints en de bange maagdjes zwer
men op hem af als de bijen om een koningin.
Is het stelletje zoo wat compleet, dan ge-
leidtonze cavalier de dames naar het Leidsche
Plein. Onder weg wordt er hier en daar
nog eentje opgepikt en onder de veilige
lichten van den Stadsschouwburg wordt da
zwerm losgelaten en dan trippelen de meisjes
heel dappertjes alleen naar haar ontspan
ningsplaatsen.
Om tien uur staat de wakkere kruier
weer op post op het Leidsche Plein en de
gedienstige geesten worden weer veilig bg
haar meneeren en mevrouwen thuis ge
bracht.
Op het eiland Texel zijn bij den sneeuw
storm van Dinsdag nagenoeg alle rijwegen
versperd geraakt. Woensdag waren een
aantal arbeiders bezig alles weer open te
maken. Het postvervoer kon alleen door
voetboden geschieden. De stoomboot Ada
van Holland had moeilijke tochten in den
storm en kon de laatste maal, door de volte
in de Texelsche haven, eerst twee uren
later dan gewoonlijk binnenstoomen.
Al het ijs is van de kust verdwenen.
Door de vele sneeuw, waar eergisteren
weder een groote massa is bijgekomen, zijn
vele wegen in Friesland bijna niet meer te
passeeren. De anders zoo drukke weekmarkt
te Leeuwarden was dientengevolge gisteren
zoo slecht mogelijk bezocht.
Enkele stoomzuivelfabi ieken in de provin
cie staan stil, omdat het onmogelijk is er
de melk heen te brengen.
Eene raadsvergadering te Bergum kon
doorgaan, omdat het den raadsleden niet
mogelijk was het gemeentehuis te bereiken.
Den 13 Januari heeft de ouderlijke woning
te Deventer verlaten en is daarin tot heden
niet teruggekeerd eer. 43-jarige scholier,
gekleed met zwart pakje en donker blauwe
overjas, dragende kort geknipt haar en een
sportpetjehij heelt een kunstoog. Ver
moedelijk is hij in het bezit van geld. De
commissaris van politie te Deventer ver
zoekt namens den vader zijne opsporing en
aanhouding.
Te Apeldoorn wordt sedert Woensdag
der vorige week vermist D. W. Van Kampen,
oud 57 jaar, bewaarder van het kinder
ziekenhuis. Wijl de vermiste aan zwaar
moedigheid leed, vermoedt de familie, dat
hem een ongeluk is overkomen. Men acht
het mogelijk, dat hij zich in de richting van
Delft heeft verwijderd. Hij is klein van
gestalte, heeft een korten grijzen baard en
was gekleed met ruige muts, korten duffel-
schen jekker, uitgestukte pilowbroek en op
klompen.
Donderdagmorgen is de trein van Valken
burg naar Meersen bij den overweg niet
ver van Houthem, aan een groot gevaar
ontsnapt. Een hollend paard, gespannen
voor een kar, rende in dolle vaart door den
afsluitboom heen, welke aan splinters vloog,
doch op de spoorbaan kwam het dier te
vallen. De machinist had het geluk den trein
nog bijtijds te doen stilstaan, waardoor
groote ongelukken voorkomen werden. Nadat
kar met paard verwijderd waren, kon de
O.