kennisgeving.
20ste Jaarg. Donderdag 1 April 1897. No. 5757.
Eet gemaskerd bal.
^gemeen overzicht.
feuilleton.
PRIJS VAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maandenf 1.50
Franco per post door geheel Nederland 11'.- 2.
Afzonderlijke Nommers - 0.05
Ui
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—6 regels l I I l f 0.60
Elke gewone regel meer l- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
ÖFFICIEELE BERICHTEN.
BaBürQEMEE3TER en wkthoudees van gCHIE.
•csmk °P. art' der wet van den 4den
"0r7®ber 1872 Staatsblad no. 134), tot
grp ninS tegen besmettelijke ziekten
tenQ^g0Ii j deze ter kennis van deinge-
Zetener J kennls van de mge-
tnepstJ' j *en Fuize van den stadsheel-
NienwLde.n he®r J- A- Rutschy aan de
°P deri no' P' driemaandelijks en wel
8ele.Pnr/m, dinsdag van elk kwartaal,
^enheid zal bestaan tot
«stelooze inenting en herinënting
tegen pokken.
Schiedam, den 31«ten Maart 1897
Burgemeester en wethouders voornoemd,
VERSTEEG.
De secretaris,
VERNÈDE.
31 Maart '97.
lri bestand in het oosten schijnt vooral
Ultschland ernstig te worden ingezien.
Pit'w heeft gisteren, zoodra hij
van e'mar terug was, den Staatssecretaris
ïicf bu'ten'andsche zaken, von Marshall, bij
o 1 'aten komen, blijkbaar om rapport te
vangen over den zichtbaar dreigender
^orden toestand in Zuid-Oostelijk Europa.
8eh 1Siteren heeft de Keizer een onderhoud
lj|a(ja "cef Hohenlohe en Hollman. Enkele
'PetT kr®n£!en die gesprekken in verband
gelo nieuwe crisis-geruchten, maar andere
°ven eerder dat er gesproken is over
tQegVraa^ ^u''sch0 vloot nog langer
^eze Za' Werhen in de Grieksche wateren,
hjke* laatste gissing lijkt wel waarschijn-
Staatscretaris van marine Hollmann
2)
dez^f hetzelfde oogenblik, dat zij elkander
^erde °,nt(^ehking toefluisterden, bleef een
hem m'no voor den koning staan, legde
iRo 6 hand op den schouder en zeide
On 6\i avo.nd) schoon masker."
'osbrrn\. ehijk hoorde men een zwakke
'Ukk^11Dg' en koning zijn masker af-
Uitj, en z'ch haastig omkeerend, riep
tha'. hen gekwetstdat groot zwart
^ker daar.
st0tla SroeP> die om den koning geschaard
de v' waseen oogwenk verstrooid, en
Zvve crwarring zoo groot, dat de samen-
kja ders in de menigte verloren gingen,
gaf F een °Ehcier der koninklijke lijfwacht
ten 0IUn'ddellijk bevel, alle uitgangen te slui-
er' niemand uit de zaal te laten gaan.
zal wel dezer dagen eenigen tijd met verlof
gaan voor herstel van gezondheid. Men weet,
dat de Keizer zijn verzoek om ontslag ge
weigerd heeft, maar toch wordt zijn verlof
door velen als een voorlooper van zijn ont
slag beschouwd.
In de vergadering van het Lagerhuis in
Engeland deelde gisteren de Staatssecre
taris voor buitenlandsche zaken, Curzon,
mede, dat de Russische ambassadeur te
Constantinopel den 25n aan zijn ambtge-
nooten een telegram heeft laten zien van
den Russischen vloovtoogd in de wateren
van Creta. Uit naam van al de admiraals
dringt de Rus daarin er op aan, dat op
Creta een Europeesch gouverneur-generaal
met volmacht en de noodige fondsen zal
worden benoemd en dat de Porte zal wor
den aangemaand om allengs hare troepen
terug te trekken, zoodra de admiraals het
noodig achten. Deze raadgevingen, die door
de Engelsche regeering worden ondersteund,
worden thans door de regeeringen van de
Mogendheden overwogen.
Naar Reuters agentschap te Londen ver
neemt, is besloten, dat alle mogendheden
nog een bataljon naar Creta zullen zenden.
Er zijn bevelen naar Malta gezonden, dat
de manschappen zich gereed moeten houden
om onmiddelijk in zee te steken. Op Malta
wordt verzekerd, dat 600 man van het
regiment Welsh fusileers bevel hebben ge
kregen zich gereed te houden voor hun
vertrek naar Creta.
De enquête-commissie uit het Engelsche
Lagerhuis hield gisteren wederom eene zit
ting. Gehoord werd de heer Newton, vroe
ger magistraat te Mafekir.g. Deze getuige
verklaarde, dat hij 4 December van den
heer Jameson mededeeling had ontvangen
van diens voornemen om naar Johannesburg
op te rukken. Hij had daarvan geen kennis
gegeven aan den gouverneur, omdat de
heer Rhodes had doen weten, dat zulks
voorbarig en ontijdig zou zijn.
Kolonel Rhodes, daarna in verhoor ge-
De koning werd nu naar zijn klein ver
trek gevoerd en men vond op de plaats
waar hij getroffen was, het pistool, waarmee
de misdaad was bedreven, een dolk en nog
een pistool, met twee kogels geladen, ter-
wjjl de laadprop een stuk leer was,
De koning was in de linkerheup getrof
fen, en de kogel had de zijde en het laken
van zijn kleed in de wonde geschoten. Naar
het kasteel overgebracht, waar de wonde
eerst verscheidene uren later kon gepeild
worden, verloor de koning geen oogenblik
het bewustzijn, en zijn kalmte en vastbera
denheid stelden weldra zijn omgeving ge
rust.
In de balzaal moesten alle aanwezigen
voor het hoofd der politie verschijnen, die
hun namen en woonplaatsen opschreef. De
saamgezworenen hielden zich goed. Ter
zelfder tijd dat hij dit lang en nauwgezet
onderzoek leidde, had het hoofd der politie
in het geheim bevel gegeven, alle wapen
handelaars van Stockholm in zijn wor.ing
op te sluiten.
Toen zijn taak in de balzaal afgeloopen
was, begaf hij zich naar huis en ondervroeg
een voor een de wapenhandelaars. Een
hunner verklaarde onmiddellijk, toen hij de
nomen, gaf eenige bijzonderheden omtrent
de beweging in Johannesburg.
Het Panama-schandaal blijkt in Frankrijk
nog vooreerst niet geëiudigd te zijn. Huis
zoekingen werden gehouden bij de Kamer
leden Boyer en Maret. Boyer werd gearres
teerd en naar de conciergerie vervoerd.
Maret werd om gezondsheidsredenen op
vrije voeten gelaten.
De toestand op Creta blijft vrijwel onver
anderd. Voortdurend hebben er kleine ge
vechten plaats en de beide partijen, de
opstandelingen en de Turksche soldaten, ver
klaren telkens, dat de andere partij begonnen
is.De insurgenten gaven bijv. aan den comman
dant van het Engelsche schip Anson, dat
bij Canea ligt, kennis, dat de aanval op
Akrotiri verleden Donderdag was uitgelokt
door de Turksche ongeregelde troepen.
Intusschen schijnt het vast te staan,
dat de Cretenzers het blokhuis Butsania
aangevallen hebben, dat de bronnen be
schermt, waaruit de stad Canea haar
water krijgt. En de admiraals hebben
blijkbaar de overtuiging, dat de opstan
delingen de schuldigen zijn, ten minste
wanneer er gevochten wordt volgen er
meestal eenige bommen van de schepen
die gewoonlijk weinig kwaad doen.
Zoo geschiedde het ook weder gisteren,
toen de Grieken het fort Izzedin aanvielen,
hetwelk den ingang van de Sudabaai
bestrijkt. De oorlogsschepen der vreemde
mogendheden bombardeerden de Cretenzers
teneinde het fort, dat door de Turken
bezet is en door twaalf kanonnen en een
mitrailleuse wordt verdedigd,te ondersteunen.
De Mahomedanen staken hier en daar
een dorp in brand; zij hebben ook een
christenkerk ontwijd en hun vee de Griek
sche wijngaarden ingestuurd. Daarop zijn
evenwel geen bommen gevallen
Het vertrek van den kroonprins van
Griekenland naar het legerkamp te Volo
wordt algemeen als een veeg teeken voor
het behoud van den vrede beschouwd. Niet
gevonden pistolen zag, dat hij ze voor ka
pitein Ankerström had schoongemaakt en
gerepareerd.
Deze Ankerström had zich onder de tal
rijke menigte gemengd, welke op het plein
voor het kasteel des konings de gebeurte
nissen van den nacht besprak.
Het hoofd der politie, die onder de me
nigte op en neer wandelde, bemerkte hem
ging naar hem toe, nam zijn arm en zeide
»Ik ben inderdaad verheugd u te ontmoe
ten ik heb u iets te zeggen." En hij voerde
dezen mee, zonder dat iemand iets ver
moedde.
Met den wapenhandelaar, die zijn pisto
len had schoongemaakt, geconfronteerd, kon
Ankerström een heftige beweging van spijt
niet onderdrukken en riep uit»Dwaas die
ik benik herinner me zelfs niet, dat ik
zoo onverstandig geweest was, u mijn naam
te noemen 1"
Ankerström, gewezen vaandring bij 't re
giment der blauwe garde, had reeds een
verschillende oproerige bewegingen tegen
Gustaaf III deelgenomen.
Hij was twee-en-dertig jaar oud zijn kroe
zige haren en dichte zwarte baard gaven
iets wilds en afschrikwekkends aan zijn
alleen te Weenen en te Constantinopel
vreest men zeer, dat de Grieksche oorlogs
verklaring ophanden is, maar te St. Peters
burg is vast order gezonden aan de vrij
willige vloot in de Zwarte Zee om zich
gereed te houden voor het eventueel over
voeren der in Rusland geconcentreerde
200.000 man Russische troepen I Te Athene
zelf werd Zaterdag het gewicht van 's Prinsen
vertrek zóó levendig gevoeld, dat reeds van
zes uren des middags tot diep in den nacht
een dichte menigte voor het koninklijk paleis
stond samengepakt om van het vertrek
getuige te zijn. Er werden patriottische
liederen gezongen, revolverschoten gelost,
toespraken gehouden enz. Een redenaar
sprak, op een tafel staande, het volk toe
en een deputatie werd aangewezen om den
Kroonprins een adres van hulde over te
brengen. Constantijn ontving deze deputatie
in zijn paleis en antwoordde, dat hij zijn
plicht kende en zijn plicht zou doen. Kort
daarna begaven de Kroonprins en de Kroon
prinses zich naar het koninklijk paleis, waar
tegen 9 uur een plechtige dienst gehouden
werd onder leiding van den aartsbisschop
Prokopios van Athene, in tegenwoordigheid
van de geheele koninklijke familie. Intus
schen was de menigte die op vertrek van
den kroonprins wachtte^nog opgewondener
geworden, zoodat men het geraden achtte,
dat de kroonprins en de prinses door een
poortje in het park vertrokken om demon
straties van het volk te ontgaan. Dit ge
schiedde te half elf. Langs een omweg
reden de Kroonprins, de Kroonprinses en
prinses Marie naar den Piraeus, waar een
groote menigte, eenige duizenden Creten
zers daaronder, op de kade stond om ge
tuige te zijn van het vertrek van de Skafa-
teria. Vóór zijn vertrek uit Athene had de
Kroonprins een onderhoud gehad met den
Koning dat een uur duurde nu sprak hij
nog wel een uur lang aan boord van het
jacht met Delyannis die hem uit Athene
gevolgd was. Op de kade heerschte de
uiterlijk, dat volkomen in overeenstemming
was met zijn wreed en wraakgierig gemoed
Hij was gehuwd en vader van twee doch
ters zijn gezin bevond zich toen niet te
Stockholm. Hij verklaarde, dat hij alleen
het plan had opgevat den koning te dooden
en verzocht, dat zijn vonnis en terecht
stelling spoedig zouden plaats hebben.
Denzelfden dag ontdekte men, dat de
schrijver van den naamioozen brief, den dag
te voren aan den koning ter hand gesteld,
de majoor der blauwe garde, Lillienhorn
was. Gustaaf was verpletterd, toen hij dit
hoorde en wilde hem niet laten gevangen
nemen. Lillienhorn, door den koning, die
hem als een broeder lief had, met welda
den overladen, had deelgenomen aan de
samenzwering tegen zijn edelmoedigen
meester, maar, zooals wij zagen, den moed
niet, zijn laag opzet tot het einde toe te
volvoeren.
(Slot volgt,)
i
NIEUWE SGHIEOAMSCHE COURANT
K3K3&