Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
Kennisgeving.
siSl f ,ThMsalié' Er is "iets
20ste Jaarg.
Donderdag 15 April 1897.
No. 5769.
"iSmrecm ^ofersftraaf 50.
Twee Oudjes.
^gglCIEEIjEjBEmCHTEy.
Pe Burgemeester van Schiedam,
^tenenf deZ6 ter kennis van de inge-
Jastiïg t,k0lrrenoV0,°r de Persorieele be-
ilet dienstjaar ISQ7 a j ^eente, over
?er directe hein r directeur
J24611 Anril 1NQ7 ngen te Rotterdam op den
heden 1897 executoir verklaard, op
tingen 60 0«tVanger der directe belas-
koorts l, ziJn overgemaakt.
Ieder Vernp0deze herinnerd, dat een
den wet h ,\S' z9nen aanslag op den bij
dat heden ePaa'den voet te voldoenalsmede
hinnen wei?6 jemuJ" van zes weken ingaat,
slaS behoor Z reclames tegen dezen aan-
nooren te worden ingediend.
het beho!!rtrVln afhondiging geschied, waar
cnoort, den 14^n April 1897.
De Burgemeester voornoemd,
VERSTEEG.
ALGEMEEN overzicht.
n 14 April '97.
benLlr'hi-it1 aan de grenzen van Wrie-
een 0n i i1"°® St6eds onveranderd. Tot
C;°r lar,ng iS het n°S «iet geko-
Sche.Cut rS Z'Ch V°0rl00pig tot ee«e
huiter g SSChe" de Grieksche vrij-
^ader^r J? ,Turksche soldaten bepaald.
de Gr! 1 l 1 1 d® ^eheele inval van
vvater benden een storm in een glas
r'cht 1S geweest> 0> a- u't het laatste be-
Van rVan, 11 dezer uit Barissa, de hoofstad
Maar h t6 °ndag 'S kalm voorbÜgegaan.
in nto gebeurde heeft toch misschien
eerste 1 °PZ'Cht nUt 8esticbB Het is in de
Turkii P tS n°g 6enS &ebleken> dat noch
^e noch Griekenland de verantwoor-
PRIJS VAN DIT BLAD
Voor Schiedam per 3 maanden
Franco per post door geheel Nederland"
Afzonaerlijke Nommers
PBIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—6 regels f 0.60
Elke gewone regel meero.lO
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomste'n
aangegaan.
Feuilleton.
Naar 't leven geschetst.
't
j Bi] <U ,°P een Passagiersboot voor Londen.
der la»? ,ru2. tlge drukte van het inladen
Dend oo ®te. koffers ,en kistenbij 't span-
b,j 't |?g nbbk van f inhalen der trossen
iastsiorr gzaam 0Proben der touwen bij 't
baar Zen ,Van wat °P bet dek verplaats
te^,?8' had ik hem met belangstelling
Bet den ouden matroos.
r Jas op die jaren, dat men toch eer
t Z|" 'S baantje zou zoeken aan den wal,
L^gen a 3an leven °P een stoomer te
bandeè krachtige gestellen, krachtige
fijn taa -ar- Bij deed echter nog flink
kere 1' Was ,ln zijne bewegingen ook ze-
aPrak mDQe langzaamheid te ontdekken,
ft t u °°g Van kaime lijdzaamheid, hij
°rst OH,? V?°r den jongsten en sterksten
niet onder.
et> daar wordt gecommandeerd een zeil
delijkheid voor een oorlog op zich wil nemen.
Van Griekenland was dat al genoeg bekend,
en van Turkije dacht men het ook wel,
maar nu is het zekerheid geworden, want
niets was voor den Sultan gemakkelijker
geweest dan den inval te beschouwen als
een voldoende reden voor een oorlogsver
klaring. Het dramatische verhaal van de
woede van den Sultan, die door Nelidof
gestild moest worden, mag men beschouwen
als waar of verzonnen, het blijft vaststaan
dat Turkije zoolang mogelijk zal aarzelen
met een oorlogsverklaringterwijl Grieken
door onmiddelijk alle aandeel in den aanval
te^ loochenen en grooter waakzaamheid te
beloven, het geloof aan zijn vredelievendheid
versterkt heeft.
In de tweede plaats is het voor alle ze
kerheid niet kwaad, dat de Grieken eens
gezien hebben, dat de Turksche soldaten
geen kinderen zijn. De vrijbuiters hebben
leelijk klop gehad en tamelijk groote ver
liezen geleden de Turken hebben bijna geen
verliezen ondervonden.
Verder zal de heele geschiedenis misschien
voor de Mogendheden een aanleiding zijn
om het voorstel van Engeland, aan te drin
gen op het terugtrekken van de Grieksche
en ïurksche grenstroepen, nog eens te
overwegen. Het is toch niets dan een parade,
maar een parade die te gevaarlijk is om ze
rustig toe te laten, en die bovendien de
troepen noodeloos blootstelt aan de hevige
kou die in die hooge streken nogheerscht,
en die de Italiaansche vrijwilligers dwong,
onmiddelijk terug te keeren.
De correspondent der Times te Athene
heeft eergisteren een onderhoud met Deli-
annis. De toestand kan niet lang duren,
moet de minister gezegd hebbenGrieken
land kan niet geruimen tijd achtereen 80.000
man op de been houden, al heeft de regee
ring in de laatste twee jaren goud opge-
te hijschen, om 't zware slingeren van het
schip te verminderen. Hij is nog een der
eersten, die 't ruwe touw grijpen, vlug ha
len uit alle macht en 't logge doek uit de
plooien doen geraken. En waar minder er
varen onhandig zijn, wijst hij hem met een
enkel woord, een enkel gebaar terecht.
't Zeil hangtde wind doet het zwellen.
De oude zeeman kijkt er eens naar, knikt
goedkeurend en gaat tegen de verschansing
leunen, starend in zee, naar de breede gol
ven, die aanrollen en tegen 't vaartuig bre
ken. Zijn makkers zitten neergehurkt of zijn
in 't vooronder verdwenen, maar hij staat
daar, roerloos, steeds starend, alsof hij de
woelige oppervlakte van het roerloos diep
voor 't eerst aanschouwde.
Eindelijk, met een zucht, wendt hij zich
om en gaat op een rol touwwerk zitten.
En er spreekt kommer uit zijn gerimpeld
gelaat.
Wat er toch in dat oude zeemanshart
mag omgaan 1
Wel, oude, zoo sprak ik hem
toe, hem bemoedigend op den schouder
kloppend, ge houdt je nog kras voor je jaren.
Hij opschrikkend, schouderophalend
Ik vaar al zoo lang, meneer. Als ik 't
nu nog niet kon
Kunnen en kennen is twee. Je deed 't
nog wat kranig, hoor I
legd. Dit heeft haar wel in staat gesteld,
de zware uitgaven te dekken zonder een
beroep te doen op de markt. Maar blijven
kan 't zoo niet. Als Griekenland vechten
moet, dan dadelijk. Sedert Zondag-middag
heeft de regeering geen tijding van de grens
ontvangens. In het leger aan de grens wordt,
verzekerde Deliannis, stenge tucht onder
houden en behalve een kleine schermutse-
ling, waarbij een onderofficier gewond is,
heeft het aan geen gevechten deelgenomen.
Dit is in hoofdzaak wat de minister ver
telde. Overigens kan de correspondent van
de grenzen geen nieuws brengen; al wat
men er te Athene van hoort is te onbe
trouwbaar, zegt hij. De berichten van den
correspondent der Times op de grens luiden
beslist oorlogzuchtig. Er is sprake van
den Turksche stelling, die belegerd wordt,
van Grieksche officieren, die den oorlog
onvermijdelijk noemen, enz.
De Turksche gezant te Athene heeft er
de aandacht van den Griekschen minister
van buitenlandsche zaken Skoezis op geves
tigd, dat nieuwe benden op het punt staan
Macedonië binnen te vallen. Een ander
bericht over deze benden komt uit Korfoe.
De leiders der opstandelingen hebben de
volgende proclamatie uitgevaardigd:
Soldaten van het Christendom en van
de Vrijheid! Wij verhelTen de banier der
vrijheid in de Griekensche provinciën. La
ten wij ons allen vereenigen en strijden wij
onder haar schaduw met het wachtwoord
«Vrijheid of de dood 1" De rechtvaardigheid
van onzen strijd wordt erkend door alle
vrije volken en gezegend door God. De
overwinning zal spoedig onze wapenen kro
nen. Het Turksche rijk zal worden opgelost,
en gelijkheid, vrijheid en broederschap zal
regeeren, waar thans wettelooze tirannie
heerscht. Vooruit, Grieksche broeders 1 God
zij met ons 1"
Een flauwe glimlach vergezelde 't antwoord:
'k Moet wel, meneer.
Nu, dan schijnt ge toch wel pleizier
in 't zeeleven te hebben, dat je geen baantje
aan den wal zoekt.
Pleizier
En dit enkele woord ging weder verge
zeld van een meewarrigen glimlach,
Kom, oude, steek eens op. Je hebt
zeker muizenissen in 't hoofd.
Dank u, meneer.
En na een paar trekjes
Och, ik moet er mij wel overheen
zetten maar t wordt mij toch wel eens te
machtig ziet u
Hij zweeg, trok eens aan zijn sigaar
Ik eerbiedigde zijn stilzwijgen, door droe
ve gedachten veroorzaakt.
Als tot zich-zelven sprekend, gintr hii
voort: 63 J
Wat zou 't heel anders kunnen zijn.
Beste vriend, zei ik, begaan met zijn
stille smart, ontlast je hart eens.
Och, 't zal me niets geven, maar toch
spreek ik er nog wel eens graag over. Ze
weten 't allemaal al aan boordIk heb
vóór een jaar mijn zoon verloren.
Weder een stilzwijgen. Geen alledaag-
sche plichtplegingen wilden mij tegenover
zoo langen rouw over de lippen.
Hij ging voort
De toestand op Creta blijft in de laatste
dagen vrij wel onveranderd. Christenen en
Turken blijven elkaar in kleine gevechten
bekampen.
De Turken hebben het voorstel aange
nomen van kolonel Vassos omtrent de vrij
lating der gevangenen van Maxala, die heden
in vrijheid zullen worden gesteld.
De officier van den Turkschen generalen
staf, die is afgezonden om een onderzoek in
te stellen naar den inval der Grieksche
banden, moet hebben geconstateerd, dat
onder de vrijseharen zich ook Grieksche
soldaten bevonden, benevens Grieksche offi
cieren.
De vrijseharen houden zich des daags
schuil, wordt uit Massona gemeld, en treden
alleen des nachts op.
Gisteren vuurden de Turken op de
Christen «opstandelingen" en hen die Akro-
tiri bezochten. De internationaale marine is
tusschenbeide gekomen.
In een telegram uit Canea aan de Daily
News wordt beweerd, dat de Russische
consul een onderhoud heeft gehad met de
hoofden van den opstanddit onderhoud
moet tot geen resultaat hebben geleidde
opstandelingen blijven beslist een vereeni-
ging met Griekenland eischen.
De Christenen hebben een dorp in de
nabijheid van Candia geplunderd en daar
na verbrand.
Eene ministerieele crisis is in de laatste
dagen in Rumenië ontstaan, maar reeds
weder opgelost, 't Was trouwens bij de
vorige crisis, toen Aurelian het presidium
aanvaardde, al aangekondigd, dat dit slechts
een tijdelijke overgang zou wezen om Deme-
ter Stoerdza weder aan het bewind te bren
gen. Wel werd deze tot Kamer voor
zitter gekozen, maar heel spoedig legde hij
die. functie neder, en toen was zijn teruo-.
keer aan het bewind nog slechts een kwestie
Een flinke kerel, meneer. Hij voer
ook, op een pakketboot. «Vader, had hij
gezegd, nog één reis met die pakschuit, en
dan ga ik eens op de groote vaart. Dat
geeft wat meer, en dan zal ik je eens een
goeden ouden dag bezorgen" Maar het
heeft zoo niet mogen zij. De laatste reis
met die pakketboot De Arend heette
die was zijn allerlaatste. In 't gezicht
van de haven verging het schip met man
en muisZware zeeën en scheef geladen
zeggen zeU hebt 't zeker wel in de
courant gelezen.
Jammer van dien flinke jongen.
Nu kwam er leven in mijn vriend.'
Een flinke jongen, mijnheer'? Een
beste, brave kerel, 't Zou hem aan zijn
hart gaan, als hij zag, hoe zijn oude vader
nog voort moet. Mij kan 't niet schelen
rmjn handen zijn nog sterk en de zee is
mij hef, vooral sinds die ramp. Als ik hem
nog maar had. Een traan biggelde in den
baard van den brave.
Hoe oud ben je nu
—7 Bij de zeventig.
Bij de zeventigDit antwoord stemde
my tot nadenken en stilzwijgend bleet ik
zitten, tot de plicht de oude nep.
t Zeil moest gereefd en met zijn oude
knoken hielp hij weer dapper mee.
(Slot volgt.)