Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
20ste Jaarsr.
Donderdag 6 Mei 1897
No. 5786.
IJÖurecut jöolersfvaaf 50.
^ÜPHROSYNE.
e u i 11 e ton.
PRIJS YAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maanden
anco per post door geheel Nederland
Afzonderlijke Nommers
OVERZICHT.
- 0.05
PRIJS DER ADYERTENTIËN:
Van 16 regels f o.60
Elke gewone regel meer0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
De onrf* 5 Mei '97-
8 tusschen Griekenland en
De ter Tu,"R:ije-
Van kolonel Vassos, die
v°orspe[ te evestigd wordt, blijkt het
^•eksche tr'J" Van de terugroeping der
van a?6" Ia;,Greta en een nieuw
Van bet nieim6 Jredekevende voornemens
d® ftiaatreffel 6 i a^'net' Althans, zoo wordt
6r v°lgens rIHrï u 6 Athene uitoelegd, daar
's aangewezen 6ur'ckt geen enkel officier
d®« schijn te redü te vervanKen- 0m
tr°epen en' vvorden de Grieksche
k°ninkrijk te "f e|r°eperi om het eigenlijk
B®* wordt n verdedigen.
de kieken meer dan tiJd> dat
^ant volgens de la". V°°r geld kiezen>
0,1 °ok hun niededeelingen wordt
Barsalos bedrei^i^® verded,gmgslinie bij
derde verdprf- ,en. zuden ZÖ z'ch op de
Wgte 'g'ngslinie bij het Otrys-ge-
be®ft nameliik t0rUgtrekken- Edhem-pasja
v°°rnemen t .Versterklng gekregen en zijn
te bezetten u nnen gegeven om Farsalos
2ich al re H reg'ment van Terlipi had
Na d6 i S Van Eurditza meester gemaakt.
Turken ezettlng van Karditza trokken de
'Purken or!' bldkt inderdaa(E dat de
°Puieuw a 6 neder'aag bij Velestino niet
Uitz°nden n,elen' maar wel verkenners
Posten van J tGrrein °p te nemen' De
een v Gneken ziJn 200 sterk, dat
törugslaan 6 a iaSt6rker legermacht kunnen
Salos geseind d°°r ReUter uit Far"
b°e eervni' böt gevecdt bij Velestino dat,
6en betrekl° ri Grieken> ook, hun slechts
dader a 6 9 succes bezorgde, worden
Vrijdae- arf bijzonderheden gemeld
6ersten 7pril deden den Turken den
bii sff" °P dG Grieksche stellingen
^Valerjl 'u waarbÖ vooral de Turksche
Br'ekschen lar(!nekkl§ bare charges op den
lekschop i- eKK,g "are charges op den
en linkervleugel herhaalde, zonder
Novelle door MATHILDE.
9)
Eu
,ehouders hpan ongeduldig over zijn
7 Vülemnvn 65, as: Alienor hertogin,
Qyuie wnfj]*es Champfleury geboren de,
Een
f^nvvachtiff010^0 gi' ..ontsnapte Lerinval
7- en spronu fP J den brief van zich
biJa gelaat °w^S „leu..,gew.onde..tijs?r °P-
dezen aan het wankelen te kunnen brengen.
Eens stormde de cavalerie zelfs een steile
berghelling op tegen het vuur van 200
Grieksche infanteristen in, maar slechts
weinig ruiters kwamen tot de kruin der
helling en toen zij weken, was de helling
bezaaid met lijken van menschen en paarden.
Kolonel Smolenitz had uit Farsalos zooveel
versterking naar Velestino gezonden, dat
de Grieken daar tenslotte 18.000 man sterk
waren en de Turken over de geheele linie
deden afdeinzen en na dezen aftocht zelfs
Karditza konden bezetten. De Turken hadden
600 dooden, de Grieken 100, maar de ge
wonden waren aan beide zijden zeer talrijk.
Het zelfvertrouwen der Grieken was door
dit glansrijk afslaan van den aanval der
Turken geheel hersteld, maar aanstonds
dreigde nu weer gevaar voor Farsalos, dat
onmogelijk van troepen ontbloot kon blijven,
daar anders de Turken van Trikala zou
den trachten het van den basis Domokos af
te snijden. Dit gevaar is zelfs zoo groot,
dat velen zouden wenschen, Smolenitz thans,
nu het behaalde succes deze operatie zon
der ontmoediging der troepen mogelijk
maakt, onmiddellijk op Domokos te zien
trekken. Inderdaad heet het in sommige
berichten reeds dat Farsalos nagenoeg ge
heel ontruimd is en het Grieksche leger de
beste stellingen in het Otrysgebergte reeds
bezet heefthet succes van Velistino maakt
dat de ontruiming van Farsalos niet als een
échec behoeft beschouwd te worden.
Erger is het het gesteld in Epirus 1 Daar
namen de Grieken een sterke stelling in
bij Pentepigadia, op den weg naar Janina,
doch ongelukkig telden zij daar slechts
600 euzoni en 400 man linie-troepen,
terwijl zij Woensdag en Donderdag bestookt
werden door 6000 Turken, 't Was duidelijk
dat zij versterking behoefden, maar deze
kon hun niet zoo spoedig verleend worden.
Wel-is-waar stonden.op zeven uur afstands
6500 man en 30 kanonnen in goed gekozen
stellingen te Kanapoolos en Koemtschades,
d'en0bneVtad'r''> W°0g »Wat
met m°™Pe'de bij, »gij kunt, gij moogt
BlJ is 6en- dlen'.. d'en «aan huwen.
zijn moeder;" ademloos
hield hij op, als snakte hij naar luchteen
oogenblik later vervolgde hij kalmer
»Hij is een aristocraat van het zuiverste
water en mijn dochter mag en zal niet met
zoo een verbonden worden.
»0 vader, welk een vooroordeel," snikte
het arme kind.
'Dat gaat u niet aanGij schrijft hem
morgen, dat de naam zijner moeder een
scheidsmuur tusschen u beiden heeft gewor
pen en nu geen woord meer 1 Ga naar bed 1"
Zij gehoorzaamde weenend. De gedachte
van verzet kwam niet eens in haar op
onder vele tranen schreef zij Armand, dat
Lerinval zijn woord had,teruggetrokken, dat
zij diep bedroefd was, maar zij wilde en
mocht niet ongehoorzaam zijn. Misschien
zou de tijd verandering aanbrengen, doch
vooreerst moest hij niets meer beproeven.
Vader was zoo vertoornd en kon zijn naam
zelfs niet hooren uitspreken. Er kwam een
antwoord op den brief, doch Euphrosyne
zag het niet. Lerinval en Catharina zorgden
er voor, dat niet de minste gemeenschap
tusschen de twee jongelieden bestond. Toch
leed de vader meer van Euphrosyne's ver
driet, dan zij wel meende. Zij pruilde en
weende niet, zij was alleen wat stiller dan
maar het zenden van versterkingen op zulk
een moeilijk terrein en tegen de bergen op
vereischte tijd, zoodat de Turken de stel
lingen konden nemen, voordat de uitge
zonden versterkingen ter plaatse konden zijn.
De Grieken, hoewel van de noodige ver
sterking beroofd, hielden niet alleen Woens
dag, maar ook Donderdag-ochtend, toen de
Turken met artillerie terugkeerden, nog
langen tijd stand maar toen er geen ver
sterking kwam opdagen en zelfs de weinige
kanonnen die zij bij zich hadden, zwijgen
moesten, sloegen zij des middags plotseling
op de vlucht, weldra de ook op een tweeden
heuvel geplaatste reserven medesleepend en
allengs, toen zij zich door de Turken van
verre achtervolgd zagen, door paniek be
vangen. In volle vaart ging het nu de ber
gen af naar Kanapoelos, waar men stand
hield? neen ook daar was de schrik
in de troepen geslagen en vermochten de
officieren niets meer op de manschappen,
die het eveneens op een loopen zetten. Zoo
ging het verder van post tot post, een steeds
aangroeiend en ten laatste elf duizend man
tellend leger van laffe vluchtelingen l Zij
konden niet tot staan gebracht worden,
voordat zij veilig in de oude posities, aan
de oostzijde van Arta, dus waar zij voor het
uitbreken van den oorlog gelegerd zyn ge
weest, waren teruggekeerd en Epirus dus
weder door het Grieksche leger ontruimd was,
t Was niet zulk een doile paniek als op
23 April bij Mati en Larissamen trapte
elkaar niet onder den voet en schoot met
in 'twild de eigen vrienden dood, maar
het was toch een onweerstaanbaar optreden
van redeloos geworden menschen, niet enkel
soldaten, maar ook boeren en boerinnen uit
den omtrek met duizenden schapen, die her
haaldelijk alle doorgangen verstopten. De
stad Arta aan de Grieksche zijde der rivier
stroomde geheel vol met landvolk uit den
wijden omtrek zoowel als met gewapende
helden
De Atheensche bladen Efimerus en Akro-
anders. Eens dat zij alleen waren nam hij
haar bij de hand.
'Hebt gij verdriet, Euphrosyne vroee hij
Zij knikte van ja.
'Het is onverstandig en ondankbaar van
u, mijn kind I dat gij een vreemdeling, dien
gij eerst sedert zoo korten tijd kent meer
bemint dan uw vader."
'Dat is niet waar," antwoordde Euphrosyne
levendig, »dat is niet waar 1"
'Gij geeft mij reden dat te denken,
Euphrosynegij treurt omdat gij niet met
dien hertog in het huwelijk moogt treden.
Doch ik verzeker u kind, dat gij mij geen
grooter bewijs uwer liefde kunt geven dan
door dat offer. Het i s noodig, dringend
noodig voor mijn rust," voegde hij er ge
jaagd bij.
»Ik breng het immers," fluisterde zij,
»Ja, maar hoe Met een treurig, beklemd
hart, met de hoop, dat ik mijn verbod zal
intrekken en met de gedachte, dat ik een
ware tyran ben. Mijn dochter gij weetniet
en gij zult het ook nooit weten, hoe groot
de omvang is van hetgeen mij die zaak
deed lijden. Vermeerder mijn smart niet
Of hebt gij dat niet voor uw armen va
der over
polis beschuldigen het onzichtbaar blijvende
hoofdbestuur van de Ethnike Hetaria van
verduistering der bijeengebrachte opstands-
kas.
In officieele Turksche kringen tracht men
het denkbeeld ingang te verschaffen, dat
Turkije geen vrede zal sluiten zonder Thes-
salië te behouden als waarborg voor de
betaling van de schadevergoeding en dat
het anders tot Athene door zal rukken.
Volgens draad berichten uit Athene hebben
de Turken te Larissa een paar huizen ge
plunderd en in brand gestoken en heden
vernield. De minister-president Rallis heelt
deze feiten ter kennis gebracht van den
Franschen gezant.
Daarentegen wordt aan de Post uit Con-
stantinopel gemeld
De Sultan moet zoo vertoornd zijn over
de mishandeling van gewonde en gevangen
Tsjerkessen, dat hij voornemens is geweest,
de verbanning van zijn Grieksche onderë
danen uit Turkije niet meer uit te stellen.
De vertoogen van het Fransche gezantschap
ten hunnen bate bleven van de zijde der
Porte zelfs onbeantwoord. Daarentegen zou
de ernstige positie var. het Grieksche konings
huis te Athene den Sultan zoo bewogen
hebben, dat hij tot elke tegemoetkoming
bereid is. Maar Griekenland behoort zich
dan rechtstreeks tot Turkije te wenden
door de vreemde mogendheden zou Turkije
zich den vrede niet laten opdringen.
De Porte heeft aan de ambassadeurs te
Constantinopei verklaard, dat, aangezien alle
verdragen door den oorlog waren afgeschaft,
de Hellenen die verblijf houden in Turkije
volgens de Ottomansche wet alleen moeten
worden geregeerd.
In de vergadering van het Lageihuis in
Engeland heeft gisteren de minister van
koloniën, Chamberlain, medegedeeld, dat by
de aardbeving op de Eilanden onder den
Wind geen verliezen zijn geleden, maar op
Guadeloupe is het verlies aan levens en
eigendommen groot.
'O, ik wil meer, veel meer voor u dra
gen, dat weet gij wel."
»Nu, toon dat kind, en offer mij blij
moedig dien aristocraat op."
Sedert dat oogenblik week Euphrosvne's
treurigheid, ten minste voor Lerinval's oog
zij scheen weêr even blijde als voorheen'
en misschien was zij het ook. Een offer
hoe bitter ook, heeft altijd iets zoets voor
een heldhaftige ziel.
»Zoudt gij Roche-aux-fleurs willen ver
laten, vroeg Lerinval eens.
»0, vader zoo gaarne," hernam zij en al
het lijden, al de minachting, die zij van de
dorpelingen ondervonden had, trad haar
levendig voor den geest.
Wel, wij vertrekken spoedig! In een
dorpje bij Hordeaux heb ik een landgoed
gekocht Uitmuntende vrienden van mij
wonen ini de buurt en daar gaan wij heen."
»Heerhjk vaderen wanneer vertreK-
ken wij
Spoedig mijn kind, en wij gaan over
Parijs.
Wordt vervolgd