Dagblad voor Schiedam en Omstreken. Werner. 20ste Jaarg. Vrijdag 30 Juli 1897. No. 5854. ■gSuram ^oter&tvacd 50. QFFICieele berichten. Kennisgeving. Kennisgeving. Feuilleton. episode uit den oorlog in Algiers. ifi» PRIJS VAN DIT BLAD: ^°or Schiedam per 3 maanden f 1.50 franco per post door geheel Nederland - 2. Afzonderlijke Nommers 0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regels ƒ0.60 Elke gewone regel meer -0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. ezing voor den Gemeenteraad. Burgemeester van Schiedam, lo, ter algemeene kennis ?at jn p]aats van den heer HOOGENDAM, overleden, in kies- 'Bstrict I eene verkiezing van één Raadslid zal worden gehouden op Vrij- ^a9 den 13,twl Augustus a. s. van des v°ormiddags 9 tot des namiddags 4 gedurende welken tijd ten Raad- ®uize overeenkomstig art. 52 der Kieswet opgaven van candidaten kun- *jen worden ingeleverd. ~at de formulieren, bestemd voor de ^°venbedoelde opgave ter secretarie ,.er gemeente kosteloos verkrijgbaar van heden tot en met 13 Augus ts a. s. van des morgens 8J tot des s, 113 middags 4£ uur. ^'edarn, den 29sten Juli 1897. De Burgemeester voornoemd, VISSER L". B. STUKMEESTER en wethouders van JUnHt op art. 219 der wet van den 29sten l staatsblad no. 85), regelende de '^telling, inrichting en bevoegdheid der is®6ntebesturen. n te weten i i rekening en verantwoording van 0V ^komsten en uitgaven der gemeente, "et dienstjaar 1896, op den 27sten dezer den raad is ingediend, en tegelijk op ecretarie der gemeente, gedurende 14 i" *e tekenen van heden, voor een ieder Hin ezmg is nedergelegdterwijl diereke- tevens, tegen betaling der kosten, in lrÜt aldaar verkrijgbaar is gesteld. 'l 's hiervan afkondiging geschied, waar gehoon, den 29sten Juli 1897. Ur9emeester en Wethouders voornoemd, VISSER, Lo. B. De Secretaris, VERNÈDE. 5) j^'t gebeurde in 1817 ik was toen dertig iRgJ1 ,°ud. Mijne dienstplichten verichtte ik vonc^ behagen in den soldaten koe ^e'dra werd ik bevorderd tot onder la l6r- Ik weet niet, hoe het den kolonel ^r1?°0re. was gekomen, dat ik tot een Zort,i'6n'yk0 Oostenrijksche familie behoorde, 61 ectlter te weten, waarom ik soldaat °1de ^ew?r(fen- Hij behandelde mij met Vfg^'^heiding, en ik was ten toppunt van h' toen h9 mij op zekeren dag zeide, «r dewijl ik mij door mijn goed gedrag °ffici °Pvoe,hng boven de gewone onder- Va)u^en ™l„st te verheffen, de eerste open ly °'iiciersplaats bij zijn corps voor ALGEMEEN OVERZICHT. 29 Juli '97. De vredes-onderhandelingen in de hoofd stad van Turkije gevoerd, beloven nu toch eindelijk tot het verlangde resultaat te zul len leiden. De vertegenwoordigers der Mogendheden maken snellen voortgang met het afwerken van het vredesverdrag. Men is het echter niet eens geworden over de oorlogsschatting en de waarborgen, welke door Griekenland voor de richtige betaiing daarvan moeten gegeven worden. Turkije wil, zegt de Daily Telegraph, zich neerleggen bij het bedrag, dat door de ge zanten is vastgesteld, zijnde vier millioen Turksche ponden, maar het wil tevens Thessalië bezet houden, zoolang het grootste deel der oorlogsschatting niet betaald is. In beginsel schijnen de gezanten daar niets tegen te hebbenzij verlangen evenwel, dat Thessalië onmiddellijk ontruimd worde na het onderteekenen van het vredesverdrag en een ander deel bezet blijft. De geldkwestie schijnt meer moeilijk heden op te leveren dan men gedacht had. Vooral in Berlijn koestert men daarover geen luchthartige gedachten, want de gezanten kunnen zeer goed decreteeren, dat Grieken land een zeker bedrag als schadevergoeding zal betalen maar hoe zal Griekenland dat doen, nu het toch reeds tot over de ooren in de schuld steekt en slechts met moeite, of in 't geheel niet, aan de verplichtingen tegenover de buitenlandsche schaldeischers kan voldoen. De Duitschers verlangen, dat de tegen woordige schulaeischers niet te kort zullen schieten door de lasten, welke noodzake lijk thans weer op Griekenland moeten worden gelegd. Duitsehland heeft dan ook voorgesteld in het vredesverdrag de be paling op te nemen omtrent het vormen van een commissie van toezicht op de Grieksche financiën. De andere gezanten, In mijn gansche leven had ik zoo veel genoegen niet gesmaakt, als toen mij deze belofte gedaan werd. De meergevorderde jaren hadden mij ernstig doen nadenken, en met zelfvoldoening zag ik een nieuw leven voor mij aanbreken. Ik wist nog niet, dat er geschreven stond, dat er op aarde geen geluk voor mij was weggelegd. De goede overste, die het zoo wel met mij voorhad, stierf aan eene beroerte. Zijn opvolger was een trotsch en stuursch mensch. Ik weet niet, waarom een heimelijk voor gevoel mij waarschuwde, dat die man ge heel mijne toekomst zou vernietigen. Zoodra was hij niet bij het regiment aangekomen, of mijn voorgevoel veranderde in eene ver schrikkelijke zekerheid. Op den dag zijner aankomst hield hij eene monstering der troepentoen hij bij mij kwam stond hij stil. Het scheen, als hij zich wilde herinneren, waar hij mij vroeger ergens gezien mocht hebben. Ik. sidderde, want ik herrinnerde het mij zeer goedhet was de broeder van degene, die mij te Weenen eenen slag met zijnen handschoen gegeven had, toen ik valsch speelde, waarbij hij tegenwoordig was. Toen hij mij van het hoofd tot de voeten beschouwd had, zeide hij in bijsonder die van Rusland, hebben zich daartegen verzet. De Duitsche gezant van Saurma - Jeltsch heeft zijn regeering geraad pleegd en wacht op bevelen. Misschien heeft men nog de eigenliefde der Grieken willen ontzien, maar den schuldeischers, waarvan vele Duitschers zijn, is het niet euvel te duiden, wanneer zij waarborgen verlangen van de door hen voorgeschoten kapitalen, te meer nu de meerderheid der gezanten voornemens schijnt te zijn, Griekenland den raad te geven, ons door middel eener leening de oorlogsschatting te betalen. Verder deelt de Daily Telegraph mede, dat de gezanten zich het recht voorbehou den om als scheidsrechters op te treden, in geval er moeilijkheden mochten ontstaan tusschen de Turksche en Grieksche gevol machtigden, belast met de uitvoering van het definitieve vredesverdrag. Het bericht, het eerst verspreid door de f rankfurter Zeitung, dat er een bondge nootschap of althans een millitaire samen werking is tot stand gekomen tusschen Turkije en Rumenië, wordt door andere voorname bladen bevestigd. Men moet zich daarover niet te zeer verwonderen, wordt er bij gevoegd. Het is een logische gedrags lijn dat de Sultan zich de dadelijk hulp van Rumenië verzekert voor het meer dan denk beeldige geval van verwikkeling en op zijn landgrenzen aan den kant van Servië en Bulgarije, terwijl anderzijds Rumenië alle belang heeft om tegenover deze naburen te kunnen rekenen op den steun van de Otto- mansche legermacht. De vertrouwelijke zending waaraan Munir- Pacha zich laatstleden Donderdag te Sinaia heeft gekweten, de bijzondere audiëntie door den Sultan aan den heer Djuvara toegestaan, enkele uren na den terugkeer van zijn buitengewoon gezant bij koning Carol en de hooge onderscheiding aan den Rumeenschen gezant te Constanti- nopel in den loop der audiëntie verleend, Hoe heet gij Werner I ZooHebt gij geenen anderen naam Frans Werner, kolonel Gij zijt een Oostenrijker Ja, kolonel. Zijt gij te Weenen geweest Vroeger wel eens, kolonel. De kolonel fronste de wenkbrauwen en verbleekte. Drie dagen daarna werd ik bij hem ontboden. Uw naam is niet Werner, zeide hij, toen ik de kamer intrad. Ik bleef onbewegelijk staan zonder te antwoorden. Hij hernam Gij zijt de baron Ngij werdt genoodzaakt Weenen te verlaten, wegens een schandelijk voorval, hetwelk mijn broeder u openlijk verweet! Ben ik wel onderricht Ik stond verplet bij deze verschrikkelijke woorden. Ik meende den kolonel aan te vallen, maar ik wederhield mijik ver genoegde mij met hem eenigszins bits toe te voegen Welnu, mijnheer de graaf! ik sta ter uwer beschikkingjaag mij met schande uit uw regiment weg, gij kunt het, gij zijn even zoovele uitwendige bewijzen, dat er iets buitengemeen belangrijks is voorge vallen, wat de banden die Turkije en Ru menië al vereenigden, nog heeft versterkt. Een geheel andere verhouding is die, welke er sedert eenige weken bestaat tus schen Turkije en Servië. De moeilijkheid is te danken aan de Arnauten die twisten hebben uitgelokt op de grenzen van beide elkaar rakende landen. Sedert de Turksche overwinning over de Grieken zijn de Ar nauten zeer trotsch en zeer aanmatigend geworden. Zij behooren wel niet tot het Turksche ras, maar zijn toch Muzelmannen en zij voeden tegen de Serviërs hun chris telijke naburen eene opgewondenheid die al van oude dagteekening is I Het wordt bevestigd, dat de Servische gezant te Constantinopel aan de Porte een nota jheeft overgebracht, om haar nauw keurig kennis te geven van de aanhouden de invallen der Arnauten op Servisch grond gebied en te protesteeren tegen de heillooze gevolgen die daaruit kunnen voortkomen. De Saturday Review verzekert, dat de Servische regeering een koop heeft gesloten voor veertigduizend geweren en vijf millioen patronen, die worden geleverd door Oosten rijksche of Duitsche handelshuizen. Opmerkelijk is het, dat, naar deze week werd bericht, de Czaar van Rusland dat zelfde getal geweren en patronen aan Alex ander, den koning van Servië, had ten ge schenke gegeven. Beide berichten zijn echter wel te rijmen. De Servische koning kan koopen en de Czaar betalen. Rusland kan alzoo Servië tegen Turkije willen steunen, wat te meer uitkomt, nu Rumenië, dat mat Rusland niet op al te besten voet staat en meer na de Tripple-Alliantie r.eigt, den steun zoekt van den Zieken Man. De groothertog van Luxemburg, hertog Adolf van Nassau, vierde Zaterdag zijn 80n verjaardag, een voorrecht dat in geen zeven eeuwen aan een Luxemburgsche groother tog was te beurt gevallen. Zijn zwakke hebt er de macht toe. Maar, voegde ik er bij, op eenen door verkropte woede ver stikten toon, gij zoudt beter doen mij ter stond te laten doodschieten, want wie weet, wat er gebeuren kan Het scheen, alsof hij iets profetisch in deze woorden zocht; ten minste de graaf naderde mij met veel vriendelijkheid en kalmte. Gij vergist u omtrent mijne in zichten, zeide hij, ik wil u niet wegjagen en nog veel minder laten doodschieten. Ik wilde u alleen doen weten, dat ik u her kend hebopdat gij u niet zoudet verwon deren, indien ik de belofte, u door mijnen voorganger gedaan, niet ten uitvoer leg; maar ga voort met u te gedragen zoo als gij u tot nu toe bij den dienst gedragen hebt, en ik zal trachten het schandelijke van uw vroeger gedrag te vergeten. Ik zal den ijver van een goed onderofficier in u weten ta waardeeren en te beloonen maar tevens reken ik het mij ten plicht', u te zeggen, dat, zoolang ik de eer heb het regiment te commandeeren, gij nimmer offi cier zult worden. Wordt vervolgd.) I-1 'Ml' mi j:ni|.":.;;.-n-d

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 1