Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
„dure brood."
de madone
20ste Jaarg.
Dinsdag 10 Augustus 1897.
No. 5863.
5$ureau l^ofersftraaf 50.
Feuilleton.
PRIJS VAN DIT BLAD:
^°or Schiedam per 3 maanden
franco per post door geheel Nederland
Afzonderlijke Nommers i
f 1.50
2.
- 0.05
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regels i ƒ0.60
Elke gewone regel meer l-0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
II. {Slot).
M (Ingezonden.)
et j
valle redeneering omtrent het weg-
v°or |Vai> a"e vo°rdeelen van bescherming
l0otle en 'andbouw door de hoogere arbeids-
*>6^ D' ^aan son(imigen zoover, dat die
^rder,r'S met cijfers wordt gestaafd. Zoo
bier een landbouwvergadering te Pur-
bes ?nd Vo°r eenige jaren gezegd, dat een
gr» 6rminS' we'ke aan den Nederlandschen
k0n °Uw> a"es gerekend, een voordeel
*elfd bezor8en van f 16.912.020, aan dien-
Vee} en graanbouw f7.500.000 en aan den
flG-t f8-845-200. alz0° te zamen
»te zou kosten, alleen wegens ver-
ering van arbeidsloon,
art f'er wordt dus aangetoond, dat de
*hinUler voordeel zal hebben van bescher"
8. omdat zijn verdiensten zooveel grooter
«orde»?
st ..e beer D. concludeerde dan ook, dat de
Jcl hem op die wijze licht werd gemaakt.
het
waar is, zegt hij, dat het argument
l ien heer Veegens opgaat en de levens-
°eften der werklieden beschouwd moeten
^urden a]s (jg grondstoffen der nijverheid,
ziio '00nen d'er werklieden afhankelijk
Van den prijs der levensmiddelen, dat
'oonen dus verhoogd worden als de
°°dprijs stjjgt, wel, dan heeft hij zelf
^"getoond, dat de f 24.per jaar,
hr^ ^6n m'ngegoede méér uitgegeven voor
niet anders zijn dan een voorschot,
flJ) rvoor de vergoeding niet kan uitblijven,
ook niet uitblijft
j aar zoo gemakkelijk wil de heer D. het
'f niet winnen, omdat bij dien slechten
-blag van de »levensmiddelen -grond-
len-theorie" niet wil aannemen, door
hg ,.tegenstander gebruikt, waar deze wil
mjzen dat de nijverheids-ondernemingen
^schade" van de bescherming zullen
eten dragen, maar ook weer verloochend,
ar hij wil aantoonen dat de werkman
6 schade moet lijden. De heer D. wilde
GUADELOUPE.
4)
3 Dewijl gij het geschenk der gravin
0 zeer in waarde schijnt te houden, ka-
^ei'aad, zeide ik, zoo zal ook haar laatste
^asch u wel niet onverschillig zijn, en gij
'L hoop ik, de hand, welke ik u ter
u rz°cning aanbied, niet terugstooten. Om
jWentwille niet, mijn Hollandsche dweeper,
tnarn hij, alle veete zij vergetenmaar
(j-at gij daar zegt van het geschenk, dit
t ng heb ik in de hand zonder er eens aan
denken, en opdat gij zoudt kunnen oor-
e'en over de waardedie ik er aan hecht,
t Gj daar vliegt het poppengoedje. Dit
eggende, gaf hij het, uit vederen zamen-
die theorie niet aannemen, omdat zij een
zwakke en wankelende grondslag is, en
tevens vernederend voor den werkman. Er
bestaat overigens over de loontheoriën eene
groote denkbeeldenverwarring onder de »ge-
leerden"want terwijl eenige beweren dat
duurdere levensmiddelen voeren tot hooger
Icon, beweren weer anderen, waaronder nu
en dan ook Pierson, dat een hoogere prijs
der levensmiddelen eene daling der loonen
teweeg brengt. Voorwaar, geen klein verschil 1
Het loon der werklieden regelt zich niet
naar den prijs der levensmiddelen, maar dat
loon is afhankelijk van de vraag naar de
diensten van den arbeider. Komt er nu door
bescherming van den landbouw of van de
nijverheid [meer werk, ontstaat er grooter
ruilverkeer in het land, dan heeft men ook
de arbeidersdiensten meer noodig, verkrijgen
dezen meer waarde en zullen zij dus ruimer
betaald kunnen worden. En dit komt dan
niet ten nadeele van die ondernemingen,
maar het komt voort en geldt als bewijs
van meerderen bloei, van grooter bedrij
vigheid. Inderdaad, als de loonen zich re
gelden naar den levensmiddelenprijs, dan zou
den de werklieden nooit lijden onder de
gevolgen van misgewas of slechten oogst,
omdat hun loon stijgen zou, naar mate
bijv. de aardappelen enz. duurder waren.
Doch heeft men ooit gehoord dat de vrouwen
der werklieden, de huismoeders, lachten om
een hoogen aardappelenprijs, omdat de
mannen dan toch méér verdienden Het
tegendeel is wel altijd waar geweest!
Het is waarlijk belangwekkend, te lezen
wat de heer D. schrijft en aanvoert om zijn
beweren te staven, dat bescherming oor
zaak is van arbeidsvermeerdering en dus van
hoogere loonen vooi het volk. De vrijhande
laar ziet dat gevolg voorbij volgens dezen
heett de bescherming alleen de macht, om
de prijzen te verhoogen ten koste van den
een en ten bate van den ander. Doch vol
gens den protectionist is vermeerdering
van arbeid het doel, verhooging van den
prijs het middel. En die prijsverhooging
is niet onbillijk, want een ieder kan zich
gestelde, beeldje aan den wind prijs, die
het spoedig voortslingerde, zoodat ik te
vergeefs er mijne hand naar uitstrekte.
Wjj trokken juist voorbij eene breede rots
kloof, diep onder ons bruiste een ontzag
gelijke woudstroom, die zich in de Ebro
ontlastte. Langzaam en op de vleugelen
van den wind gedragen, zweefde het beeld
over de golven, waarin zich zijn schitterende
kleuren spiegelden, tot dat het eindelijk
door eene hooggaande golf nedergesleept,
voor altijd aan ons oog onttrokken werd.
Weemoedig staarde ik op de plek, waar
het kleinood verdwenen wasde Franschman
lachte nog spottend toen plotseling een
geweerschot uit het kreupelhout, waarmede
het bovenste gedeelte der rots bezet was,
losbrandde, en den hoed mijn makkers door
boorde. Pit gat oogenbükkelijk eene andere
wending aan onze gedachten. Daar wij de rots
slechts langs omwegen en met tijdverlies kon
den bestijgen, verkozen wij onzen marsch te
versnellen, hetgeen ten gevolge had, dat
wij het allen ongedeerd ontkwamen. Wij
hadden onzen weg nog niet lang voortgezet,
toen wij in een dal aankwamen, rondom
binnen de grenzen van hetzelfde land, de
bescherming ten nutte maken, wijl iedereen
kan optreden als mededinger in de be
schermde vakken, of zijne kinderen in die
vakken kan doen opleiden. Iedereen kan
das als mede-voortbrenger genieten van het
voordeel der »te dure" prijzen, inplaats van
als gebruiker die »dure" prijzen te betalen.
Ook dit wordt voorbijgezien, dat altijd de
concurrentie er blijft, om overmatigheden
te beletten. Maar het is begrijpelijk dat
ambtenaren, postjesmenschen of de bureau
cratie niet van bescherming gediend zijn,
omdat zij vreezen voor hoogere prijzen
doch dezen vergeten, dat hun loon moet
opgebracht worden door de nij veren, door
de menschen die daarvoor arbeiden en
zwoegen moeten, lieden dus die er alle
recht op hebben, dat de middelen om in
hun onderhoud te kunnen voorzien, om hun
bedrijf in stand te houden, huB niet ont
houden worden. Hoe goed en aangenaam
zou het zijn, als het onzen landbouw goed
ging en als ook onze nijverheid eens bloeide
als onze groote industrieele inrichtingen
volop werk hadden, het werk ook bijv. dat
nu tot bedragen van vele tonnen gouds naar
het buitenland gaat, dikwijls met een mede-
dingings-verschil van slechts eenige procenten.
Als die fabrieken dan aan honderden werk
lieden méér, werk en brood konden ver
schaffen van hun overvloed aan werk weer
konden afstaan aan kleinere inrichtingen,
die dan mede voldoende werk hadden I Dan
zou er drukte zijn en vertier, dan zouden
winkeliers en vervaardigers van allerlei
artikelen voor dagelijksch gebruik omzet
hebben en werk, en door alle geledingen
der maatschappij zou als een trilling van
bedrijvigheid en meer welvaart gaan. En al
zouden de prijzen van sommige artikelen
stijgen, men kon ze dan toch betalen 1 Doch
die hooge prijzen zijn niet het doel, zegt
de heer D., ze zijn slechts het middel
maar tegelijk zijn zij een kenteeken van
welvaart. »Dure landen zijn welvarende
landen", en er is niet één economist die
dat tegenspreekt 1 M. J. V.
met rotsen en bosschaadjen bezet, waar wij
door een aantal geweerschoten begroet
werden. Onze manschappen bevonden zich
nog niet allen in het daleenigen wer
den min of meer zwaar gewond, de meesten
kozen de vluchtwij werden gevangen en
weêrloos gemaakt, alvorens wij den tijd
hadden den degen te trekken. Wij waren
in de macht der gevreesde guerillas, van
welke eenigen ons beiden op het nauwkeu
rigst bewaakten, terwijl de overigen de
overigen de vluchtelingen nazetteden. Wij
beiden werden toen voor eenen man ge
voerd met een wild en woest uitzicht, die
alleeen door zijne schitterende montering
zich van anderen onderscheidde. Hij erkende
in ons twee officieren, voor zooveel ik uit
zijne woorden kon besluiten, en beval aan
hen, die ons vasthielden, ons spoedig uit
to plunderen en terstond dood te schieten.
Ik had zoo veel Spaansch geleerd, dat ik
zijn bevel verstaan kon en hem het laag
hartige van zijn gedrag voor oogen hield.
Hij scheen echter mijne woorden in den
wind te slaan, stak op zijn gemak een
sigaar aan en beval, dat men de overige
ALGEMEEN OVERZICHT.
9 Augustus '97.
De Spaansche minister-president
vermoord
Een geruchtmakende, ontzettende tijding
komt uit Spanje.
Volgens een olficieele dépêche uit Santa
Agueda zijn gisteren op den heer Canovas drie
revolverschoten gelost door een anarchist. De
heer Canovas werd doodelijk gewond en is
om éen uur overleden met den uitroep op
de lippen nLeve Spanje 1"
De moordenaar van Canovas is volgens
nader bericht gevangen genomen. Hij is een
Napolitaansch anarchist, genaamd Michel
Angine Colli.
De heer Antonio Canovas del Castillo
werd 8 Februari 1828 te Malaga geboren,
studeerde te Madrid in de filosofie en de
rechten, was tevens een ijverig beoefenaar
van de letterkundige en historische studiën
en begaf zich na het eindigen zijner studiën
in de journalistiek, om van daar uitstappen
te doen naar de politiek
In 1852 werd hij door zijne geboorte
plaats naar de Cortes afgevaardigd, in het
zelfde jaar werd hem een functie aange
boden in het ministerie van binneniandsche
zaken twee jaren later had hij op als zaak
gelastigde te Romein 1858 kwam hij als
secretaris-generaal aan het hoofd te staan
van het ministerie van buitenlandsche
zakenin 1864 werd hij als minister van
buitenlandsche zaken in het ministerie op
genomen later was hij minister van financiën
en koloniën.
Nadat hij in 1868 wegens de revolutie
uit het land was gebannen, werd aan Cano
vas den 31 December 1874 na het pronun-
ciamento van Martinez Campos, het presi
dentschap van het ministerie opgedragen.
Sedert is de heer Canovas bij afwisseling
meestal met den liberalen ieider Sagasta
hernaaldelijk als minister-president opge
treden. Hij betoonde zich steeds een trouw
aanhanger der Bourbonsche dynastie, die hij
door koning Alfonso XII en diens zoon
gevangenen dieper in het gebergte zou
wegvoeren. Mijne beurs en horologie waren
reeds spoedig in de handen des geduchten
bevelhebbersdaarna werd mij mijne brie-
ventasch ontrukt, waarin men de beeldtenis
der koningin des Hemels vond. Daar
ik de ijzeren gelaatstrekken van den ver-
schrikkeljjken aanvoerder dier woeste bende
bestendig had gadegeslagen, toen hij ons
vonnis uitsprakdaar ik zag, dat reeds
verscheidene schutters hunne snaphanen op
mij gericht hielden, in afwachting, dat de
plunderaars hun mijn lijf zouden vrijlaten,
had ik alle hoop op redding opgegeven, en
hadden mijne gedachten zich op eene andere
wereld gevestigd. De ontdekking der Madona
op mijne borst bracht een' guustigen om
mekeer in mijn lot te weeg. Het beeld
werd den aanvoerder getoond, die terstond
zijn hoofd ontblootte, het teeken des kruises
maakte en bevel gaf, mij het leven te
laten en het beeld terug te geven.
{Slot volgt.)
NIEUWE SGHIEOAMSBHE COURANT
VAN