Stads- en Gewestelijk Jïieuws.
dat zij het van het hoogste belang acht,
dat een of meer gouvernementen het initia
tief nem n om zich met anderen te ver
staan over de vorming van een permanent
hof van scheidsrechterlijke uitspraak."
De tweede van de Engelsche afgevaar
digden
«De conferentie verheugt zich, dat ver
antwoordelijke staatkundige mannen van
twee der groote wereldstaten (Engeland en
Amerika) door het verdrag dat zij hebben
ontworpen, hebben erkend de mogelijkheid
van scheidsrechterlijke uitspraak en de
vorming van een vredesgerecht.
De minister van binnenlandsche zaken in
Engeland, sir Mathew White Ridley, voer
de Dinsdag te Blackpool het woord over
het rapport der Landbouwcommissie. Hij
geloofde, dat de commissie den toestand van
den landbouw te zwart had afgeschilderd
en dat het beste geneesmiddel verhoogde
energie van de landbouwers zou zijn, voor
wie de pachten en belastingen misschien
ook wel wat vermindering zouden mogen
lijden.
Uit de Engelsche berichten blijkt, dat
Maandag bij fort Sjabkader in Britsch-Indië
een geregelde slag is geleverd tusschen de
Engelsche troepen en de oproerige Moh-
mand's. Deze laatsten, 6000 man sterk,
hadden een afdeeling van 1200 man, onder
kolonel Woon bijna omsingeld, toen gene
raal Elles met versche troepen uitPisjawar
op het terrein kwant en de opstandelingen
op beide vleugels terugdreef. Het succes
der Engelschen was volkomen. Er waren
van hen vier officieren gewond, 12 minderen
gedood en een vijftigtal gewond. Het ver
lies der Mohmand's wordt op 300 a 400
geschat. De troepenmacht te Sjabkader is
nu op 1700 man geschat, en ook het gar
nizoen van Pisjawar is aanzienlijk versterkt.
Aan de Times wordt uit de hoofdstad
der Kaapkolonie het volgende gemeldde
commissie voor het mijnwerken te Johan
nesburg maakt een rapport openbaar, dat
goede hoop geeft voor de toekomstige
verbetering van den toestand in Transvaal
ofschoon, naar bekend is, de financieele
moeilijkheden voor de Tranvaalsche regee
ring toenemen. In Kaapkolonie zijn° de
vleeschpnjzen tengevolge van het heerschen
der veepest, sterk gerezen, zoodat een
beweging zich begint te vertoonen tot af
schaffing van het invoerrecht op vleesch.
Schiedam, 13 Augustus 1897.
Heden had alhier de verkiezing (candi-
daatstelling) plaats voor een lid van den
Raad dezer gemeente in district I, ter ver
vuiling van de vacature door het overlijden
van den heer I. Hoogendam ontstaan.
Er werden twee candidaten gesteld,
nl. de heer J. O. Bender (vanwege de
christelijk-historischen en antirevolutionairen)
en de heer P. Loopuyt (van liberale zijde).
Over deze beide candidaten zal nu op
Vrijdag 20 Augustus aanst. worden gestemd,
terwijl de herstemming, zoo noodig, op Vrij
dag 27 Augustus zal plaats hebben.
In de vergadering van de liberale kies-
vereeniging «Schiedam" werd deze week
besloten ten opzichte van de vacature-Jansen
zich van deelneming aan de verkiezing te
onthouden.
De Voorzitter achtte onthouding gegrond
wegens de geringe kans op succes, de
democratische gezindheid van den katholieken
candidaat en ter vermijding van noodelooze
uitgaven.
Over het voorstel van den Voorzitter om
zich voor beide vacaturen van deelneming
aan de verkiezing te onthouden, ontspon
zich eene vrij langdurige discussie, die thans
door een inzender, die zich T. v. E. teekent,
in de Schied. Crt. als volgt wordt besproken
Het Besiuur der Vereeniging deelt aan
eenige heeren mede, dat zij voorloopig candi
daat gestelJ zijn voor den Gemeenteraad,
hun verzoekenue mede te deelen of zij zich
eene eventueele benoeming zouden laten
welgevallen en over het program der Ver
eeniging hun meening te zeggen. Een dier
voorloopige candidaten (de heer Bender)
bericht dat hij, behoudens het artikel over
schoolbaden, instemt met het programma en
de voorloopige candidatuur aanneemt, terwijl
een ander candidaat (de heer Loopuyi)
niets van zich laat hooren. De laatste worut.
zeker omdat hij zich over niets wenscht uit
te laten, tot de candidaat geproclameerd,
terwijl omtrent het instemmen met het
programma heel vriendelijk wordt opge
merkt dat men betwijfelt of zijn opvatting
(die van den heer Bender) omtrent de uit
werking en toepassing van dat program
dezelfde is als die welke de Kiesvereeniging
daarmede bedoelt.
Men mag dus om eene candidatuur der
Liberale Kiesvereeniging alhier te verwerven,
niet zonder meer zeggen, dat men het pro
gramma aanvaardt, en schijnt het de voorkeur
te verdienen niets te verklaren.
Ik zou wel eens willen vragen van welk
soort zijn zulke beginselen en.zulke
manieren
Op bovenstaand stukje waarbij wij de
namen der candidaten en paranthèse plaat
sten antwoordt de heer G. W. Snel,
secretaris der kiesvereeniging «Schiedam",
het volgende:
Mijn dank voor de geboden gelegenheid
dadelijk op bovenstaand stukje te antwoorden.
Daar echter van de bestuurstafel een ge
heel andere gedragslijn is aanbevolen dan de
door den heer T. v. E. gewraakte, behoort deze
niet door bestuur, doch door de meerder
heid der vergadering die haar koos, te
worden verantwoord.
Heden-middag omstreeks 23/4 ure sloeg
rook uit de bovenverdieping van bet huis
bewoond door A. C. de Wildt aan de Boter-
straat alhier. De enkele nieuwsgierigen, die
zich voor bedoeld huis verzamelden, ver
namen echter al spoedig, dat er aan brand
niet te denken was. Een doek, die als prop
in een schoorsteengat in de achterkamer
dienst deed, begon te rooken, maar nadat
de vrouw des huizes het voorwerp in het
water had geduwd, was het gevaar geweken.
Aan de Vijfsluizen onder deze gemeente
is men vanwege Delfland bezig met het
vernieuwen van de sluizen, in dier voege
dat er nu één groote sluis zal komen. Het
bleek noodzakelijk, een gedeelte van de
poldervaart, waarin het stoomgemaal staat,
droog te leggen. Woensdag was men daar
mede zoo ver gevorderd, dat men de vele
visschen die in de vaart leven, zoo maar
voor 't grijpen had.
Een buitenkansje voor velen en vooral
voor de daar werkende polderjongens, die
de visschen bij emmers opschepten.
Omtrent het bekende geval met den
kotter Cosmopoliet lezen wij in het Rolt.
Nwsbl. het volgende
Korten tijd geleden is door een Engelsch
oorlogsschip naar Engeland opgebracht, de
te Schiedam thuis behoorende kotter Cos
mopoliet, schipper R. Struys, van de reederij
v. Engers, Roelofs Co., als zoude hij zich
bevinden buiten de territoriale wateren, het
geen door den schipper werd betwist.
De reederij heeft gisteren bericht ontvan
gen, dat de schipper in het gelijk is gesteld.
Het jaarverslag van de Kamer van
Koophandel te Rotterdam.
Gisteren verscheen in druk het jaarver
slag van de Kamer van Koophandel en
fabrieken te Rotterdam; een lijvig boek
deel dat veel belangrijks bevat op het
gebied van handel en scheepvaart.
Aan het algemeen overzicht ontleenen
wij het volgende
Het jaar 1896 biedt den geschiedschrijver
des handels weinig stof voor wijdloopige
beschouwingen. Al vertoonde zich ook
menig wolkje in het Oosten aan den poli-
tieken horizon, de vrede werd niet gestoord,
terwijl ook geen ernstige oeconomische
verwikkelingen storenden invloed uitoefenden
op den gang van zaken.
In het najaar volgden handelaren en
geldmannen met gespannen aandacht den
strijd om den presidentszetel, die met groote
hardnekkigheid in de Vereenigde Staten
van Noord-Amerika werd gestreden en
eindigde met de nederlaag van Bryan en
de partij van de vrije aanmunting van het
zilver. De onzekerheid waarin men gerui-
men tijd verkeerd had, aan welke partij
ten slotte aldaar de zege zou blijven, deed
ook in handelskringen in Europa hun terug
werking gevoelen, terwijl de bekende pro
tectionistische neigingen van den verkozen
president Mac Kinley, de voldoening over
dei uitslag van den strijd kwamen temperen.
Alles tezamen genomen, gelooven wij in-
tusschen dat, al viel ook meer dan eens
levendigheid in zaken te constateeren, er
geen reden is in alle opzichten met tevre
denheid op het atgeloopen jaar terug te
zien.
En wat speciaal Rotterdam betreft, mag
het oordeel eveneens luiden. In de hoofd
artikelen van onze markt was de stemming
vaak lusteloos, maar toch kwamen ook
weer tijden, dat deze verbeterde en gele
genheid opende tot zaken doen.
Voor Rotterdam als havenplaats is 1896
een jaar van groote beteekenis geweest.
De cijfers welke in het verslag gegeven
worden, wijzen alle op groote toename van
het verkeer, zooveel wat betrett de zee
scheepvaart als de Rijnvaart en de binnen
scheepvaart.
Speciaal op de vermeerdering van deze
laatste wenscht de Kamer de aandacht te
vestigen, omdat daardoor het bewijs wordt
geleverd, dat de groote vooruitgang van
Rotterdam als zeehaven direct terugwerkt
op het verkeer met het binnenland en de
verlevendiging hiervan met de eerste ge
lijken tred houdt.
Van sommige zijden hoort men wel eens
de klacht uiten zegt het verslag dat
hetgeen gedaan is voor onze zeehavens
slechts aan den voorspoed dier plaatsen
zeiven toen goede komt. Wanneer men nu
ziet, dat het aantal„rivier en binnenschepen
en zeilschepen die hier kwamen, bedroeg
Binnenschepen in 1886 60,117 met een
inhoud van 5,238.830 M3.
en in 1896 85.453 met een inh. van
11,533.582 M3
Zeeschepen in 1886 3,737 met een inhoud
van 6,128.477 M3
en in 1896 5,904 met een inh. van
14,012,915 M', zoodat, terwijl in 10 jaren
de vermeerdering der zeescheepvaart be
droeg 58 pCt. wat het aantal en 128 pCt.
wat den inhoud betreft, die van de rivier
en binnenvaart eveneens was 42 pCt. wat
het aantal en 120 pCt. wat den inhoud
betrett, dan gelooven wij dat die cijfers
duidelijk spreken om het onbillijke en on
juiste van die klacht aan te toonen. Wel
»s onder die binnen-rivierschepen de Rijnvaart
begrepen, doch uit de daarvoor in het
verslag gegeven cijfers blijkt, dat al heeft
deze een groot aandeel in de vermeerdering,
wij gerechtigd zijn te beweren, dat de
binnenscheepvaart en dus het verkeer met
het binnenland in even hooge mate gebaat
is geweest door de groote toename van het
zeeverkeer.
In verband met Schielands grootsche
plannen, waarvan wij melding maakten, is
den gebruiker van de stallen in den kar
renstal te Rotterdam tegen 1 Jannari de
huur opgezegd.
Ook de directeur der gemeente-reiniging
zal met zijn bureaux, smederij, enz. den
karrenstal moeten ontruimen.
In overweging zou worden genomen om
den noodboezem achter de begraafplaats ge
legen en de Slaakkade, beiden thans behoo
rende aan Schieland, aan de gemeente
Rotterdam in eigendom over te dragen.
Bij de ontvreemding te Rotterdam in den
nacht van 5 op 6 Aug. jl. ten nadeele van
landbouwer Pieter Kronenburg, Dordtsc' en
Straatweg 319, zijn gestoleneen bedrag
groot f600, bestaande uit: 2 bankbiljetten
van f100, waarvan een zoo goed als nieuw
3 bankbiljetten van f40; 2 bankbiljetten
van f60; 1 muntbiljet van f10; eenige
bankbiljetten waren geborgen in een oude
geellederen sigarenkoker.
De dieven hebben twee secretaires uit
de woning gehaald en die in een weiland
gebracht, alwaar ze die meubelen hebben
opengebroken en uit een daarvan is het
bovenvermelde bedrag gestolen.
Dinsdag 10 dezer is te Rotterdam de
voorloopige hoofcommissie voor de in 1898
aldaar te houden internationale bakkerij
tentoonstelling samengesteld geworden als
volgt
De hh. Th. Brans, H. v. Gefïen Gzn., A.
v. Hattem Jzn., J. Jansen, J. Koomen, J.
H. Kuneman, M. Ravenswaaij, J. J. Ros-
mölder, J. F. Ulrich en Th. K. Wittenhorst,
allen te Rotterdam, M. Kranen en F. J.
Smit te Schiedam, J. J. Couturier, C. J. N.
v. Etten. H. C. Funke en J. H. Sch^'
gen. Borgerhofï van Sassemte Amstef
Hieruit zijn gekozen tot leden van
Dagelijksch Bestuur, tevens Comit®
Uitvoering, de hh. J. S. Ulrich,
J. Schü rman vice voorzitterC. J*
Etten, le secretaris; H. v. Geffen ^zD"e's.
secretaris J. H. Kunemann,le penning"0®
ter J. H. Schramp, gend. Borger'10 f
Sassem, gedelegeerd commissaris en
Hattem Jzn, plaatsvervangend gedel®#00
commissaris, tevens 2e penningmeester-
De bureelen der tentoonstelling zijn v°
loopig gevestigd Hofdijk 22, te Rotter"8
Door uitzetting van een buis der
leiding sprong eergisterenavond 8 "ur f
de Havenstraat te Vlaardingen het
op drie verschillende plaatsen omho°S
werden de straatsteenen uit hun vo®£
geworpeu.
Het mocht echter de ambtenaren, he
met het toezicht op de leiding, SP° jg
gelukken dit onheil te herstellen, doch
bewoners van Haven- en Achterst9
werden door afsluiting van de hoofdkr88'1'
tijdelijk van leidingwater ontbloot.
Door de heeren Visser te Sliedrecht 0^
De Vries te Rossum is aangekocht
Taanschuurpolder te Maassluis, ge,egje
tusschen het stationsemplacement
rivier het Scheur aldaar.
Genoemde heeren zullen dit terrein
ophoogen met zandspecie uit de rivief 0
eene hoogte van 4 M, -f A. P., ong®v"e
1 M. boven den hoogst bekenden vloed'
Wanneer deze plannen zijn ten uitv0^
gebracht, zal dit een goede gelegen'10'
geven om inrichtingen van industrie0'"
aard aldaar te vestigen.
De Minister van Buicenlandsche Zak®0
brengt ter kennis van belanghebbenden
de heer K. J. A. van de Polder, secreta1"'8
tolk bij Harer Majesteits gezantschap
Tokio, op Maandag 23, op Denderdag
en Zaterdag 28 Augustus a. s., 's namiddag"
van 2 tot 4 uren, aan zijn Departe®e0
voor belangstellenden te spreken zal zij®-
Stet
In de Stct. (no. 188) vindt men een vel
slag, door de heeren H. W. E. Struwe ®n
G. de Wijs uitgebracht nopens het do°r
hen als gedelegeerden van de Nederlandse'10
regeering bijgewoonde Congres voor Z°n'
dagsrust, dat van 7 9 Juli te Brussel 's
gehouden, onder eerevoorzitterschap v811
den minister van nijverheid en arbe'd'
Nyssens, en gepresideerd door den he®r
A. Clermont, directeur van den spoor
MaastrichtLuik.
Wij hebben over het verhandelde
dat Congres uitvoerige mededeelmgen °P*
genomen in onze Eerste Bladen van de°
lOen en 11 Juli (rubriek België), en nen10"
dus uit het verslag van de heeren Struv"
en De Wijs slechts deze zinsnede over
«Onze algemeene indruk is, dat, ofsch°°0
hier te lande op velerlei gebied verbeter'1^
mogelijk is, de toestand zich gunst'£
onderscheidt van dien in België en Frank'
rijk, maar dat in Amerika, Engeland, Zw'4'
seriand het beginsel«Zondagsrust lS
noodig en mogelijk", veel meer is doorge'
drongen bij regeering en bevolking."
De oud-minister vanBuitenlandsche Zak®0'
Jhr. Roëll, begaf zich gisteren-middag v°°r
geruimen tijd naar Hohwald, in de Duits®110
Vogesen.
Verschillende hoofdofficieren van de
macht, meer bijzonder van het korps-wape°
der genie, maakten gisteren hun opwachting
aan den Minister van Oorlog ter gelegenhe'
van de audiëntie.
Aan de leden der Staten-Generaal lS
rondgedeeld het rapport der Staatscommiss10
betreffende den waterweg van Dordrech'
naar zee en een exemplaar van de Handeling11
der Staten-Generaal in het jaar 1836—3'"