Daffblad voor Schiedam en Omstreken. Eerste blad. isme on Socialisme. 20ste Jaarg. Zondag 15 Augustus 189? No. 5868. bureau ^ofersfraaf 50. Bertrand Duguesclin, O OFFICieklK berichten. Gemeente Schiedam. Politie. Feuilleton. PRIJS VAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maanden Franco per oost door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsƒ0.60 Elke gewone regel meer 1-0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. Openbare Aanbesteding. toSj Donderdag 26 Augustus a. s. 'sna- ags ten 2 uur zal door Burgemeester .Wethouders van Schiedam, openbaar men aanbesteed, volgens bestek no. 44. verhoogen van een gedeelte van den Groenendijk onder de Gemeente Schiedam. Destek en teekening is van 17 Augustus tegen betaling van f 0.75 ter Gemeente re retarie verkrijgbaar en ligt ter inzage het bureau van Gemeentewerken- Eurgemeester en Wethouders voornoemd, VISSER, L°. B. De Secretaris, VERNÈDE. Gevonden voorwerpen. (t' Terug te bekomen aan de volgende ^fesseneen gedragen gestreepte werk- 'dtlsbroek, bv L. v. Meurs, Broersvest 187; !®ri gebruikte sigarenpijp, bij D. v. d. *h°len, Ploegstraat 33een duimstok, bij Deijl, Maashofje 2en een houten ribbe, lang. bij den sluiswachter aan de Bin- ^dsluis; een bril met huisje bij P. Eijs- 6rg> Lange Nieuwstraat 27. Terug te bekomen aan het Commis- een grijs konijn. (Ingezonden.) ^en kan in het algemeen een liberaal, Wat zich daarvoor uitgeeft, niet boozer maken dar. met de voorspelling: uw zoon zal zeker tot de radicalen behooren, zoo hij tenminste geen volbloed socialist ismaar uw kleinzoon zal zeker tot het socialisme behooren. Maar wie zich boos maakt, zegt het spreekwoord, heeft ongelijk. »Wat!f zoo uitte zich de toorn van den verbolgen liberaal: wat!? zal mijn zoon tot de rooden behooren, mijn zoon, de zoon van den meest fatsoenlijken liberaal, die op den aardbodem te vinden isdat is niet mogelijk, daar zijn wij veel te nette menschen voorEn mijn kleinzoon zal bij de socialisten te land komen Nu nog fraaier. Neen, Liberalisme en Socialisme zijn gezworen vijanden j zij zijn vruchten van verschillenden boom." Zoo toornde en toornt nog de liberaal, als hij hoort gewagen van het bloedverwant schap tusschen liberalen en socialisten. En tochde familietrek is onmiskenbaarhet Liberalisme is de stamvader van het Socialisme. Wij willen aan de hand van de Nieuwe Provinciale Groninger Crt. de parlemen taire geschiedenis der laatste vier jaren even in herinnering brengen. Daaruit zal de lezer zien, dat als eenmaal de menschelijke rede tot richtsnoer en leiddraad van der men schen handelingen is aangenomen, m..a. w.als de leer der liberalen wortel heeft geschoten, dat dan de aanhanger dier leer zich op een hellend vlak bevindt en*, door niets meer tegengehouden, even pleistert bij het radica lisme, om dan zijn weg voort te zetten en te arriveeren bij het [socialisme, die schrik der hedendaagsche maatschappij. Wij keeren met onze gedachten eenige jaren terug. Overal in den lande werd onder aanvoering van den heer Domela Nieuwen- huis de stem van het revolutionair socia lisme gehoord. Toen eerst in Zwolle op een congres was vastgesteld, dat de socialis tische partij eene revolutonaire partij was, werd vergissen wij ons niet, dan is het vier jaar geleden -- op den eersten Kerst dag in »De Toekomst" te Groningen bij het gehouden congres door de afdeeling Hooge- zand Sappemeer het voorstel ingediend, om eene geheel andere tactiek te volgen, voor goed te breken met het parlementaire stelsel, en ter bereiking van het voor gestelde doelafschaffing van het privaat bezit, tot volslagen revolutionaire en ruwe middelen de toevlucht te nemen. Door den afgevaardigde van genoemde afdeeling werd met klem het voorstel ver dedigd, waarmede de heeren Domela Nisu- wenhuis en Cornelissen hunne volkomen instemming betuigen. Tegenover dit drie manschap stond een ander, rilTroelstra— Van Kol—Schaper. Krachtig werd door hen het voorstel bestreden en de aanvallen tegen hen door Luitjens—Nieuwenhuis—Cornelis sen afgeslagen. Na een heftig debat werd het voorstel Hoogezand-Sappemeer met een groote meerderheid van stemmen aange nomen. Toen dus de overwinning aan de revolutionairen, en de parlementair-socia listen verslagen. En thans, na slechts eenige jaren, is de geheele revolutionair-socialistische partij ondergegaan, en openbaren de parlementair- socialisten eene krachtige actie. Toen Domela Nieuwenhuis, Cornelissen en Luitjens de eerste woordvoerders, thans Troelstra, Schapers en Van Kolja, buiten Amsterdam wordt de stem van het eerste driemanschap niet meer gehoord. Binnen enkele jaren aldus een geheele ommekeer in de socialistische partij. Maar er is meer. Menschen, die op den wachttoren stonden, voorspelden, dat er van de parlementair-socialisten kracht zou uitgaan, en deze partij, hoe klein dan ook, in de toekomst op den gang van zaken, meer en meer invloed zou hebben. Nog geen vier jaar zijn verloopen, sedert wij in de gehoorzaal der Groninger recht bank aantroffen Troelstra Van Kol Schaper. De beide laatstgenoemden, beschuldigd wegens hoon tegen de overheid, op de bank der beklaagden, de heer Troelstra, de advo caat der socialisten, in de balie als hun verdediger. En thans wordt dezelfde Schaper geroepen om in de raadszaal den zetel in te nemen van den heer Guyot, die als vice- president hem destijds in verhoor nam werd de heer Troelstra, met wien de overige leden der balie liefst niet omgingen, in drie districten als volksvertegenwoordiger ge kozen, en had het weinig gescheeld of ook de heer Van Kol was geroepen om mede 's lands wetten te maken. Toen dus wetten-overtreders, thans onder dezelfde regeeringsvormen wetten- samenstellers. Met deze feiten voor ons, hadden we zeker recht om te spreken van een kentering, en dat in zoo korten tijd. Wat we mededeelden, stemt zeker tot nadenken. Waarom wij deze geschiedenis van de laatste vier jaren in herinnering brengen Om daaruit te doen zien, dat er voor velen van het station-Liberalisme, d. w. z. de huldiging var. de menschelijke rede, slechts een korte tijd noodig is om na eene kleine verpoozing bij de wachtplaats het Radica lisme aan te komen bij het eindstation Socialisme. Tegenover dezen snellen afloop der wateren zullen alleen bestand blijken zij, die hun uitgangspunt ook in de politiek niet zoeken in de menschelijke rede, maar in de Souve- reiniteit Gods. Laten we dan al wat in ons vermogen is aanwenden, om ook in de politiek op den bodem van de Souvereiniteit Gods te staan. Wie zich laat leiden door zijne rede, dwaalt telkens verder af. Het is de fout van het Liberalisme geweest, en het zal ook de oorzaak van zijnen ondergang zijn, dat de menschelijke rede genoegzaam werd geacht tot oplossing der maatschappelijke vraag stukken. Aan die fout hebben de christelijke partijen zich niet schuldig gemaaktdaarom zal dan ook de toekomst niet aan het Libera lisme behooren, maar wel, zoo ieder zijn plicht betracht, aan de christelijke partijen. Kleine oorzaken hebben soms GROOTE GEVOLGEN. Historische waarheid.) 4) ffl. In 1559 verdedigde Duguesclin Dinan, hetwelk belegerd was door den hertog van ^hncastre men had een wapenstilstand ge goten, zoo als het in dien tijd veelal het Sebruik was, de vijandelijkheden voor eenigen te staken, ten einde beide partijen hunne verliezen te herstellen, en hunne be- 'angrijkste zaken zouden kunnen afdoen. De troepen der twee vijandige legers v6rrnaakten zich gedurende den wapenstil stand met spiegelgevechten, in afwachting, dat het uur zoude slaan, waarop zij elkan der in ernst zouden aanvallen. Duguesclin was nooit de laatste bij dergelijke krijgs- vermaken. Op zekeren dag, dat hij, begeleid door zijne schildknapen en eenige soldaten, er te paard henen reed, wierp zich een bleek, met ketenen beladen man voor zijne voeten, die om hulp en genade bad. De ridder herkende in dien man zijnen beschermeling Jacques Plougastec. Genade heer, nep de gevangene, heb medelijden met mij zij hebben mijne vrouw en mijne kinderen vermoord, mijn huis in brand gestoken, en zij hebben gezegdwij zullen u te meer teisteren, omdat gij door Bertrand Dugesclin beschermd wordt. Maar wie heeft zóó durven handelen De troepen van Sir Thomas van Cantorbery, en ook die heer in eigen persoon. Zoo, zoo! zeide de ridder, zonder de minste ontroering te laten blijken. Ik heb reeds eene rekening met dien heer te vereffenen, omdat hij mijn jongeren broeder gevangen wilde nemen, ondanks den wa penstilstand wij zul'en zien wat er van komen zal. Dit zeggende, wendde hij zijn paard naar de tent van den hertog van Lancastre, waar zich de jonge hertog van Montfort bevond. Mijn heer, zeide hij wij moesten een tournooi hebben, maar ik kom u een twee gevecht voorstellen, een gevecht op leven en doodwegens twee beleedigingen, die mij zijn aangedaan door Sir Thomas van Cantorbery. Acht dagen geleden nam hij mijnen broeder gevangen, een jongeling, die, op den wapenstilstand vertrouwende, ongewa pend eene wandeling deed buiten de muren van Dinan. Gij hebt mij voldoening gegeven door den wensch te uiten, dat het gevecht niet plaats zou hebben. Maar zoo aan stonds heb ik vernomen, dat een man, dien ik onder mijne bijzondere bescherming genomen heb, ondanks den wapenstilstand uitgeplunderd, van vrouw en kinderen en woning beroofd, zelfs in ketenen geklonken is en dat alles door dienzelfden sir Thomas van Cantorbery. Ik werp hem dus den hand schoen toe, en d at God den handhaver van het goede recht bijsta! De hertog van Montfort en de hertog van Lancastre bewilligden in den eisch van Du guesclin, en besloten, dat de strijd op het oogenblik zelf zou plaats hebben. Men begaf zich dus naar het terrein, waar zich wegens het tournooi de geheele adel der beide legers verzameld had, en een heraut verkondigde, dat de ridder Bertrant Duguesclin een tweegevecht op leven en dood eischte met Thomas van Cantorbery. Toen verscheen deze laatste in het strijdperk, en weldra deed zich de kreet der twee secon danten en van den tournooimeester hooren laat hen doen! Al spoedig waren de beide lansen der kampvechters gebrokentoen sprongen beiden van hunne paarden en vielen eikaar aan met de strijdbijl in de eene en den dolk in de andere hand. De strijd was langdurig en verschrikkelijk want de beide kampioenen betoonden gelijke krach ten en gelijke behendigheid. (Slot volgt.) oj OF

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 1