Dagblad voor Schiedam en Omstreken. de hofnarrin. 20ste Jaarg. Dinsdag 7 September 1897. No. 5887, bureau "iSofersfraaf 50. PRIJS VAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maandenf 1.50 franco per post door geheel Nederland - 2.-— Afzonderlijke Nommers 0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsƒ0.60 Elke gewone regel meer-0.10 Voor herhaalde plaasing worden billijke overeenkomsten aangegaan. -5ÏJICIEELE BERICHTEN. Kennisgeving. Burgemeester van Schiedam, lt*eRen^ ^eze ter kennis van de inge- ^et kohier No. 2 van de belasting op ftWtd en andere inkomsten dezer ge- detl fe» over het belastingjaar 1897/8, door te n directeur der directe belastingen eXe otterdam op den 3den September 1897 V&n«Ut°'r verklaard, op heden aan den ont- derj^er^er directe belastingen, ter invor- Y 8 's overgemaakt i^de tS v,or(tt bij deze herinnerd, dat een detlr Verplicht is, zijnen aanslag op den bij ^t bepaalden voet te voldoen alsmede üifin 'eden de termijn van zes weken ingaat, sla» tn welke de reclames tegen dezen aan- behooren te worden ingediend. bef'! 's biervan afkondiging geschied, waar behoort, den 6don September 1897. De Burgemeester voornoemd, VERSTEEG. Kennisgeving. <rkzaamhedcn aan de Buitensluis. W VRgemeester en wethouders brengen typ kennis van belanghebbenden, dat wegens 'W umheden aan de Buitensluis Woens- 8 September a.s., aldaar niet zal lr,en worden geschut. ^^chiedam, 6 September 1897. Qerneester en Wethouders van Schiedam, VERSTEEG. De Secretaris, VERNÈDE. 4XGEMEEN OVERZICHT. 6 September '97. v Be uitlatingen van Von Bismarck gelden (°0r velen in Duitschland en daar buiten steeds als orakeltaal. Het is daarom Riet zekeren ophet melding wordt ge- van een reeks politieke uitlatingen Feuilleton. Romantisch tafereel uit de geschiedenis der XV eeuw. 2) Dp het eerste geschal der trompetten Aderde een grijsaard met een edel gelaat jp. bere houding de tribune der schepenen. II'J was gekleed met eenen karmozijnrood ^bvveelen tabbaard, die tot op den grond ybg, met opene mouwen. Zijne schouders Qaren, volgens de mode van dien tijd, dik Pgevuld, en om zijnen hals hingen ver- ^beidene goude kettingen van groote I aRrde. Op zijn hootd prijkte eene fluwee- muts, ter hoogte van bijna eene halve i de punten zijner schoenen moesten door dhhe overdrevene lengte zijnen hoogen del bevestigen. Zijne pages, ten getale van ^aalf, volgden hem in twee gelederen van den oud-kanselier, door het blad die Zukunft gepubliceerd. Van het nieuwe vverbond" der twee natiën sprekend, meent de Prins, dat de Fransche radicalen nog zoo'n ongelijk niet hebben, als ze er niet aan gelooven zoolang het niet gepubliceerd wordt; hij vreest dat het in dat geval erg zou tegenvallen, indien het werkelijk bestaat. Vorstelijke bezoeken, feesten en toosten", zegt hij, worden ge woonlijk schromelijk overschat, want die worden decoratief gebruikt, zooals de oude Bismarck ook wel eens gebezigd wordt om wat kleurscbakeering te geven, maar die wordt langzamerhand te oud voor tooneel- effect. Faure is een flink koopman, wat voor een toekomstig staatsman een goede school mag heeten daarbij heeft hij voor de moderne reispolitiek allerlei gewenschte eigenschappen hij is gehard tegen de ver moeienissen van spoorwegen en zeereizen, heeft een sterke maag en gedraagt zich handig en met tact, zonder zich schuldig te maken aan overdrijving en rederijkheid. Over 't algemeen beeft hij zich blijkbaar goed en met smaak van zijn zaak gekweten. Maar in de politiek geven ten slotte niet de aangename indrukken, maar de belangen den doorslag. Als Duitschland niet heel onver standig te werk gaat, zijn het Tsarenlied en de Marseillaise niet te rijmen. De Russen zijn in politieke aangelegenheden gewoon lijk zeer behoedzaam, en de tegenwoordige Keizer van Rusland heeft te veel plichtbe sef om zijn soldaten te laten uitrukken ter bevrediging van de ijdelheid der Franschen. Desniettemin staat het Fransche potje nu toch dichter bij het vuur en kon, nog lichter dan anders, wel eens spoedig overkoken. Met betrekking tot de Duitsche marine plannen, zegt Bismarck, dat hij niet houdt van paradeschepen en ook niet van een koloniale veroveringspolitiek naar Fransch model. De Duitsche handel in den vreemde moet natuurlijk beschermd worden, maar daartoe behoeft de marinevlag niet voorop twee hunner droegen zijnen stat en zijne hertogelijke kroon, die op een met goud geborduurd kussen lagen. Ik ben de hertog van Cleef, graaf van Marck, zeide de grijsaard. Ik vraag de hand van Maria van Bourgondië voor mijnen zoon Jan van Cleef. Indien gij op hdoge gebooxte let, dan is er geen koninklijk huis, hetwelk mij mijn recht kan betwisten. Uwe rechten zijn bewezen, riep de adel. Het volk lachtte en spottede. Na den hertog van Cleef, kondigden de herauten den graaf van Rivières, heer van Scales, broeder der koningin van Enge land aan. Ho! hol schreeuwde het volk, een eenvoudig graat voor onze hertogin I Hij is van te geringen adel, geeft ons wat beters Wij kunnen onze hertogin aan geen graaf geven. Laat anderen komen. De zaakgelas tigde van den hertog van Clarence, broeder van den koning van Engeland, slaagde niet beter voor zijn meester, dan de graaf van Rivières voor zich zeiven. Zijne fortuin werd te gering bevonden. De trompetten deden zich op nieuw hoo- ren, en nu naderde een man van eene ge- meene en lompe houding, hoezeer hij van te gaan zij moet slechts volgen. Een sterk landleger met de beste wapenen dat is, ook naar het oordeel van Moltke, vooreerst het voornaamste wat Duitschland noodig heeft. Geen schrielheid, maar ook geen herschen- schimmige plannen, waarover men per slot van rekening nog ruzie zou krijgen met andere menschen, die voor onze positie in Europa van belang zijn. Uit verdere mededeelingen van Bismarck blijkt, dat hij, ondanks de uitnoodiging van den Keizer, niet naar Kiel zal gaan om den doop van het pantserschip dat zijn naam zal dragen, bij te wonen. Hij gevoelt zich thans pleizierig en is niet geschikt voor feesten. Voorts geeft Bismarck er zijn afkeuring over te kennen, dat bij overstroomingen niet dadelijk »zoo hoog mogelijk personen" naar het gebied van de overstroomingen zijn gegaan, hetgeen aanbevelenswaardig was geweest, al was het alleen maar ter wille van de populariteit. Ook had er van staatswege hulp moeten verleend worden, niet door een politieke vergadering. Ten slotte wijdt Bismarck nog een woordje aan 's Keizers grootmoeder Augusta, door Wilhelm te Coblentz seen groote vrouw" genoemd. 't Mocht wat", zegt Bismarck, zij was slechts een zenuwachtig figuurtje, dat zich steeds met de politiek bemoeide en dweepte met alles wat Fransch en Katholiek was en mij een vrouwenoorlog" aandeed welke mijn gezondheid meer dan alle parlementaire gevechten heeft geschaad. Het licht voor de hand dat deze kanttee- keningen van Bismarck vooral in de hooge kringen hevig ongenoegen zullen opwekken. Nu de pers in Frankrijk over het Fransch- Russisch verband uitgepraat raakt, heeft zij een nieuw zeer aangenaam onderwerp van discussie gevonden. Zij stelt, of liever een paar bladen stellen de vraagZouden wij niet eens de Kamer moeten gaan ont binden Zou het geen overweging verdienen aan het algemeen stemrecht te vragen, hoe het hoofd tot de voeten in fijn Lyopsch fluweel was gekleed, en begeleid werd door vele bedienden, die op hunne over kleederen wapenschilden droegen, boven welke eene grafelijke kroon prijkte. Ruimte I zeide hij tot hen, die zich op zijnen weg naar de bank der schepenen bevonden, ik zou wel eens willen zien, dat die Vlaamsche gezichten mij den pas wilden afsnijden. Zeg ons uwen naam en uwe titels, zeide van Raveschoot, eerste schepen van Gent. Mijne zending hier henen, antwoordde de nieuwaangekomene, heeft geen huwelijk ten doel. Hij. die mij zendt, heeft waarlijk geheel andere zaken om handen. Nochtans neem ik de huwelijksaanvraag op mij, we) verzekerd zijnde, dat mijn meester zulks niet zal afkeuren. Wie zou hij toch wezen, riep de menigte, die aldus tot de heeren schepenen durft spreken Uw naam hernam van Ravenscboot. Olivier, graaf van Meulant. Dit zeggende, legde de spreker zijne rechterhand op de heup om eene meer ge paste houding naar zijnen rang aan te ne- het denkt over den tegenwoordigen poli- tieken toestand? Nu zullen wij ons niet bekommeren over de vraag, wie den politieken toestand maakt het algemeen stemrecht, eenige oprechte volksvrienden die iets voelen" voor het algemeen stemrecht, de volksvrienden, die voelen dat zij door het algemeen stemrecht omhoog gaan, enz. enz. Wij bepalen ons alleen bij het feit dat de Kamerontbinding wordt voorgesteld. De Figaro deed het en de heer Cornély deed het in de Gaulois. Ieder heeft het recht te zeggen, dat een bewering van de higaro of van den heer Cornély in de Gaulois geen regeenngsvoorstel is. En hij zal gelijk heb ben, doch nietemin heeft dit voorstel zóó de aandacht getrokken, dat de radicale bladen boos zijn geworden, de officieuse pers zich geroepen gevoelt een bestrijding van dit dit voorstel to geven en de heer Alfred Capus in de Figaro een aardigheid daarop maakt. De radicale bladen noemen een eventueele Kameronbinding een staatsgreep de Temps komt tegen deze bewering op, houdt vol, dat de regeering volkomen het techt heeft de tegenwoordige Kamer naar huis te zenden, doch vindt, dat iets dergelijks thans vol strekt niet noodig is. Maar van regeeringswege is geen enkele aanduiding ontvangen, dat zij voornemens is, tot den voorgestelden maatregel over te gaan. De heer Portas, het hoofd der gerechte lijke politie te Barcelona in Spanje, op wien een aanslag gepleegd is, verzekert, dat zijn aanvaller medeplichtig is aan den moord op wijlen den heer Canovas. De moordenaar zal door een krijgsraad gevonnist worden. Men heeft op hem zeer compromitteerende stukken gevonden. Twee jaar geleden was hij door den heer Portas m hechtenis genomen wegens het uitfluiten der Spaansche vlag in een schouwburg. Hij was medewerker aan verschillende revo lutionaire bladen. menmaar in plaats van grOotsch te zijn werd hy belachelijk, en zijne bespottelijke houding deed een algemeen gelach ouder de menigte ontstaan, ledereen vroeg en niemand kon antwoorden, wie toch wel die deftige graaf Olivier van Meulant mocht wezen, die voor zijn meester de hand kwam vragen van de rijkste erfgename van Europa. In wiens naam doet gij uwe vraag In den naam van den kroonprins van Frankrijk, hernam de afgezant, lachende op zijne beurt om de lange gezichten, welke de menigte maakte, toen hij deze woorden had uitgesproken. Dus zijt gij Afgezant van koning Lodewijk XI, van wien gij, zoo ik mij niet bedrieg, moet hebben hooien spreken. De schrikaanjagende naam van Lodewijk XI, zoo eensklaps ten aanhoore der spot tende massa uitgesproken, bracht baar een oogenblik in verlegenheid; zelfs waren er die hunne mutsen afnamen, minder uit achting dan uit vrees. Wordt vervolgd naSBSRSOBBEB r

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 1