Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
bureau looier&txaal 50.
Iets uit het lmiselut leven Tan Ruleiis.
20ste Jaarg.
Woensdag 24 November 1897
No. 5953.
Hm i
Feuilleton.
PBIJS TAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maanden
Franco per oost door geheel Nederland
Afzonderiiike Nummers
iüi
PBIJS DBB ADTEBTKNTIËN:
Van 16 regelsƒ0.60
Elke gewone regel meer-0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
AL(xE4^EE^ 0YEKZ1CHT.
23 November '97.
De Kamer van afgevaardigden in België
toonde zich dezer dagen den Sultan van
Turkije al heel slecht gezind. De Porte
had om uitzetting gevraagd van Achmed Riza,
den uitgever van het Jong-Turksche orgaan
Meckweret, dat achtereenvolgens te Parijs
®n te Genève verboden is en thans te
Brussel verschijnt. De radicalen en socia-
Üsten namen de Jong-Turksche beweging
Warm in bescheiming en voeren zoo geweldig
tegen den Sultan uit, dat Gladstone s in
'erband met het dulden der Armeensche
gruwelen zoo vaak uitgesproken «moorde
naar op den troon" nog verre overtroffen
werd. Ook abbé Daens liet zich zoo scherp
hit, dat de vice-voorzitter, Snoy, bij afwezig
heid van Beernaert tijdelijk presideerende,
zijn en anderen uitvallen streng afkeuide
en de houding der Regeering verdedigde
De zaak—Dreyfus wordt in Frankrijk
vooral in de dagbladen steeds druk bespro
ken. De Dreytus-hteratuur is door de jongst
verschenen Fransche bladen al weder met
veel kolommen druks vermeerderd, maar
deze veel vermeerderde uitgave kan niet
tevens een «verbeterde'' heeten. Men blijft
cr precies even wijs door als te voren. Mis
seinen heeft George Thiébaud het nog zoo
tuis niet, die in den Getulois te kennen
geeft, dat de geheele Dreyfus-bewegmg een
tegen de Regeermg genente manoeuvre der
oppositie is als tegenwicht tegen het door
de Fransch-Russische vriendschapsbetuigiu
gen verhoogde regeeringsprestige en ook
tegenover 's Pausen verzoenende raadge
vingen aan de monarchisten met betrekkin
tot een practisch samengaan met de repu
bltkeinsche regeering.
De Jour. verzekert, dat majoor Fornizetti
die over een paar maanden toch afge
beden zou zijn als directeur van de militaire
gevangenissen te Parijs zoodat zijn maat
schappelijke positie niet sterk lijdt onder
zijn ontslag nu met onthullingen voor den
dag zal komen. Hij vertelt o. a., dat Dreyfus
den 15n October in arrest werd gebracht.
Het bevel tot inhechtenisneming was gedag-
teekend op den 14en, hetgeen bewijst, dat
tot de arrestatie besloten was, voordat men
den beschuldigde had gehoord en zelfs
buiten medeweten van den gouverneur van
Parijs, generaal Saussier, die haar eerst
een dag later vernam. Tusschen 18 en 24
Oct. kwam een hoofdofficier tweemaalden
kapitein ondervragen. Bij zijn eerste bezoek
vroeg dezen den majoor Fornizett i of hij niet
geruischloos de cel van den beschuldigde
kon binnentreden met een projectielamp in
de hand om het gelaat van Dreyfus plotseling
te kannen verlichten. Hij wilde den kapitein
plotseling door den mand doen vallen. Majoor
Fornizetti antwoordde ontkennend, waarop
het verhoor zonder dergelijke tooneelvertoo-
ning plaats had.
In den Echo du Nord vindt men het
niet zeer waarschijnlijk luidende verhaal
van een advocaal uit Rijsel, die in 1894 bij
een bezoek aan het paleis van keizer Wil
helm een nummer van de Libre Parole zag
liggen, waarop geschreven was «Kapitein
Dreyfus is gevangen". De Fransehman wist
toen nog niets van Dreyfus arrestatie hij
vernam die eerst 's avonds te Berlijn uit
den Figaro. Hij meent uit het geval te
mogen opmaken, dat het militaire Kabinet
van keizer Wilhelm zeer goed van Dreyfus'
handelingen op de hoogte was.
Volgens den Rappel zou keizer Wilhelm
voor de veroordeelmg van Dreyfus een brief
aan den toenmaligen president der Repu
bliek Casimir-Perier hebben geschreven,
waaarin hij dezen op zijn woord van eer
«en zoo ncodig op zijn woord als keizer
verzekert dat Dreyfus Frankrijk niet voor
rekening van Duitschland heeft verraden
Kolonel Piquart heeft Zatendag aan een
verslaggever gezegd, dat hij niets zou los
laten voordat de minister van oorlog hem
gemachtigd had te spreken. Hij laakte het
in graaf Esterhazy zeer, dat deze zich van
de pers heeft bediend, te meer daar hij
ook den naam van een ander officier heeft
genoemd.
Volgens de Rappel zijn de ministers het
onder elkander niet eens over de houding,
welke in de zaak—Dreyfus moet worden
aangenomen.
De minister van koloniën in Spanje heeft
per telegraaf protesten ontvangen tegen het
plan om aan Cuba-zelf het vaststellen der
heffing van rechten over te laten.
De nieuwe zitting van den Rijksdag in
Duitschland zal den 30n November 's mid
dags te 12 uren door keizer Wilhelm in
de witte zaal van het koninklijk slot te
Berlijn worden geopend.
Een nieuwigheid welke vele Bondstaten
willen navolgen, is dat de rijksbegrooting
voortaan niet met twee, maar met éen
jaarcijfer zal worden aangeduid, ten einde
aan alle verwarring voor goed een eind te
maken. De nieuwe begrooting, die op 30
dezer bij den Rijksdag wordt ingediend,
heet dus die van 1898.
Volgens de officieele Chineesche lezing
van de gebeurtenissen die op den moord
der Duitsche missionarissen gevolgd zijn,
zou de Duitsche vlootvoogd zelf geen
kennis gegeven hebben aan het Tsjoeng-
li-ju-men, het ministerie van buitenlandsche
zaken in China, van zijn plan om een punt
van de kust te bezetten.
De onderhandelingen omtrent het vredes
verdrag in de hoofdstad van Xurkije ge
voerd, volgen kalm haar weg. Zoo nu en
dan wordt bekend gemaakt, dat zoo en zooveel
artikelen zijn goedgekeurd, maar van den
gang der onderhandelingen verneemt men
weinig. Men moet zich derhalve alleen tevre
den stellen met de resultaten, welke door
enkele bladen worden medegedeeld. Daarom
dit enkele bericht uit de Times«De ge
volmachtigden hebben het bedrag der schade
loosstelling, welke aan particulieren moet
worden betaald, vastgesteld op 2.500.000
lOIO.
- 3)
De wind woei hevig, en er begon sneeuw
vallenmaar eene te levendige vreugde
'erwarmde het hart der oude vrouw, zoo
fiat zij op de gestrengheid van het jaargetijde
geen acht sloegzij doorliep de lange
ruimte, die de Lange Nieuwstraat van de
Keizerstraat scheidt, zonder andere zorg,
fian dat hetgene zij in haar mandje droeg,
koud mocht woiden. Eindelijk kwam zij
voor een zeer klein huisje; voor weiks deur
vijf steenen trappen den stoep vormdenzij
klopte aan, en de stem van een jong meisje
fieed zich van binnen hooren
Zijt gij het, goede Gudula T
Ja, kind, ik ben het, doe open.
De deur werd geopend en een jong
francs. Dit aanbod is door de Turksche ge
volmachtigden aangenomen ad referendum
Wanneer dit voorstel definitief wordt aan
genomen, zal het verdrag tevens een clausule
bevatten, waarbij de Grieksche regeering
zich verplicht om dit bedrag te betalen boven
het bedrag, dat zij verschuldigd is voor het
voldoen der oorlogsschatting".
Er wordt den sultan weinig rust gelaten.
Rusland plaagt hem met de nog onbetaalde
oorlogsschattingOostenrijk vroeg vol
doening en heeft ze gekregen. De sultan
schijnt echter alles te doen om de mogend
heden in goed humeur te houden. Doch,
indien de Daily News goed is ingelicht,
moeten de mogendheden nog meer eischen.
Zij willen beslist, dat de Turksche
regeering zal erkennen, dat aan Creta
autonomie moet worden toegestaan. En nu
I die regeering geen lust toont om met die
autonomie der. spoed te maken, welke
noodzakelijk wordt geacht, bespreken de
mogendheden het is nog steeds de
Daly News, die spreekt demogelijkheid
om een maritieme demonstratie te nouden
in de Dardanellen en, mocht dat niet
baten, Constantinopel te blokkeeren.
De nieuwe Duitsche amoassadeur te Con
stantinopel,vrijheer von Marshall-üieberstein,
is daar door den Sultan met buitengewone
onderscheiding en praal ontvangen. Hij en
de overige personen der ambassade werden
in zeven hotrijtuigen afgehaald, en de Sultan,
getooid met de door den JJuitschen keizer
geschonken eeresabel en den keten van den
Zwarten Adelaar ontving de vrijheer in
dezeltde zaal, waar hij indertijd vriend
j Wilhelm-zelven ontving.
Dat juist Duitscnland voor alle Mogend
heden ook weder de eerste is om zijn
troepen van Creta terug te trekken, omdat
het zijn troepen met langer wil gebruiken
voor politie-dienst in den vreemde, zal zeker
de aangename stemming bij de ontvangst
nog verhoogd hebben.
In de vergadering der Kamer van afge-
meisje, dat eene koperen lamp in de
hand hield, die blonk als goud, ontving
vrouw Gudula en ontdeed haar van mandje
en schoudermantel.
Zachtjes, zachtjes, Elisabeth, zeide de
oude vrouw met eene zekere vroolijke be
langstelling zachtjes, want weet, dat er
kosibare dingen in dit mandje verborgen
zijn. Raad eens wat
Ik weet het niet, antwoordde het jonge
meisje op verstrooiden en droefgeestigen toon.
- Het is een stuk van een gebraden
hoen, mijn kind! zoo dik en heerljjk als
van een kalkoen. Juffrouw Dennesens heeft
het mij tot mijn avondmaal gegeven en ik
breng het medespoedig aan tafel, het is
nog warm.
Bit zeggende, zette de oude zich aan de
reeds gedekte tafel, en het stukje gebraad
in tweeën verdeelende, waarvan zij het
kleinste voor zich behield, gaf zij het andere
aan het jonge meisje.
Deze wilde eten, maar kon niet zij schoof
haar bord op zijde, en twee groote tranen
rolden langs hare wangen.
Op dit gezicht verloor ook vrouw
Gudula, die het zich zoo wel had laten
smaken, eensklaps allen eetlust.
Hij is dus heden nog niet gekomen
vroeg zij medelijdend.
Sedert drie dagen niet
Ik zal hem niet trachten te verdedigen
hij handelt niet goed, hij doet zeer slecht
maar misschien heelt hi} deze of gene drin
gende bezigheid, die hem te huis houdt.
Mijn hemelmen kan niet altijd zoo als
mén wil.... Welaan, mijn kind, moed gevat
en ik ben zeker, dat hij heden avond of morgen
zal komen. Eet een stukje en wees getroost,
mijne dierbare Elisabeth.
Hij zal begrepen hebben, zuchtte
Elisabeth, zonder iets op de troostredenen van
vrouw Gudula te antwoorden: hij zal be
grepen hebben, hoe dwaas het is, zich met
een weesmeisje in te laten, die geen ander
bestaan heeft dan haren handenarbeiddie
geene andere ondersteuning heeft, dan u
goede Gudula
Een weesmeisje, dat is waarmaar
een weesmeisje, die eene zeer goede op
voeding heeft, die kan lezen en schrijven,
en tot de aanzienlijkste faimliën van Antwer-
pen behoortja, dat verandert de zaak I Was
uw vader niet een voornaam handelaar En
was de burgemeester, die nu sedert jaren dood
js, niet de neef uwer moeder
Ja, maar onvoorziene tegenspoeden
hebben mijnen vader ten gronde gericht;
hij is van verdriet gestorven; ook mijne
moeder is bezweken, en ik alleen ben in
deze wereld overgebleven, tot last van uwen
hoogen ouderdom en armoede.
Tot last, Elisabeth Zie daar woorden,
die mij toornig zouden kunnen maken 1 Tot
last 1 Zijt gij niet mijn troost, mijne vreugde
Wat zou ik zonder u hier beneden doen
Kom kom, de tijden kunnen beter worden.
En ónze schoone jongeling heeft te veel
verstand en een te goed hart, om in deze
iets kwaads te willen smeden. Geven wij
den moed niet verloren..:. Hoor! Voet
stappen op straat 1 hij is het; ik ken hem
aan zijnen gang.
De klopper der deur werd op hetzelfde
oogenblik m beweging gebracht; vrouw
Gudula deed open, en een jong mensch,
met een zacht en bevallig voorkomen, trad
binnen in het eenig vertrekje, hetwelk vrouw
Gudula ter harer beschikking had.
Wordt vervolgd).