Gisteren liep te Parijs het gerucht dat er weer huiszoeking gedaan was in de woning ran Picquart. Van een nieuwe huis zoeking was echter geen sprake. Maar wel is een officier van den generalen staf de brieven die voor den overste bezorgd waren, komen afhalen. Aan het Lyon-station te Parijs stond gis teren-ochtend een dozijr. journalisten te wachten. Maar de trein, waarmede Picquart aankwam, werd niet op het gewone spoor gebracht en niemand was bij het uitstappen van den overste tegenwoordig. Tegen negen ure begaf hij zich naar het Vendöme-plein hij is daar langen tijd verhoord door gene raal de Pellieux, die tegen elf uur ook majoor Esterhazy bij zich ontving. Ester- ha zy en Picquart moeten hier dus tegenover elkaar gestaan hebben. In geval het voorloopig vergelijk met Oostenrijk niet vóór 1 December in den Oostenrijkschen Rijksraad afgehandeld is, zal de minister president Banfiy van Hon garije in 't begin van December een zelf- stindig ontwerp bij de Hongaarsche Kamer indienen. Het wordt dan aan de Oosten- rqksche regeering overgelaten een gelijk luidende beschikking te nemen. De regeering in Griekenland is bezig de personen te zoeken, op wie de schuld kan worden geladen voor de nederlagen welke den Grieken door de Turken zijn toegebracht. Er zijn er reeds zes gevonden: vier majoors en twee kapiteins, behoorende tót alle wapenen. De commissie van onder zoek heeft voorgesteld, deze officieren van de ranglijst te schrappen, omdat zij tijdens den oorlog in Thessalië hun plicht niet heb ben gedaan. Ook naar de personen, die de schuld dragen, dat de torpedo's niet in orde waren, wordt met grooten ijver nasporing gedaan. Men meende reeds den schuldige gevonden te hebben in den heer Anastassiou, doch deze protesteert daartegen ten sterkste en verklaarde beslist, dat hij alle verantwoor delijkheid van zich afwerpt, omdat hij geen defecte torpedo's heeft ontvangen. Hij be schuldigt daarentegen vier andere officieren, waaronder de broeder van den minister van marine, dat zij torpedo's hebben in ont vangst genomen, zonder zich er van over tuigd te hebben, dat zij goed waren, ofschoon zij bovendien nog wel waren gewaarschuwd, dat die torpedo's niet waren, zooals zij be hoorden te zijn. Nu beslist afgezien schijnt te zijn van het benoemen van kolonel Scbafer tot gouverneur van Creta zijn de gezanten te Constantinopel druk in de weer, zegt de Daily Chronicle, om een nieuwe candidaat te vinden. De gezanten stellen den eisch, dat de candidaat reeds een goede betrekking heeft bekleed en in den loop der tijden ook uitzicht heeft om nog meer vooruit te komen. De Daily Chronicle zegt niet, op wien de keuze waarschijnlijk zal vallen. De Standard waagt een gissing en geeft plaats aan het bericht, dat prins Jozef van Battenberg, wiens naam ook vroeger met betrekking in deze aangelegenheid is genoemd, binnen kort voor de functie van gouverneur zal worden aanbevolen. Rusland moet op deze candidatuur de aandacht hebben gevestigd en de andere mogendheden hebben totnogtoe geen bezwaren tegen den prins van Batten berg doen hooren. Volgens draadbericht uit Washington moet de president der Noord-Amerikaansche Unie voornemens zijn in zijn boodschap aan het Congres de kwestiën der handelsbe trekkingen en der reciprociteit in bijzonder heden te behandelen. De besluiten betreffende de autonomie voor Cuba, gisteren in de Spaansche staats courant verschenen, bevatten drie artikelen, De wetten, welke de Grondwet aanvullen en speciaal betreffen de vervolging van misdrijven tegen de openbare orde, de ont eigening door den staat, het openbaar onder wijs, de pers, de openbare vergaderingen en de militaire rechtspraak zullen gelden voor Cuba en Porto Rico. In oorlogstijd zal «en wet op de openbare orde toepasselijk zijn welke in dezelfde termen vervat is als artikel 17 van de Grondwet (schorsing van verschillende, met name aangeduide grond wettelijke rechten, door de Cortes of de regeering wegens de veiligheid van den staat of buitengewone omstandigheden.) Aan de besluiten gaat in de staatscourant een inleiding vooraf, waarin de constitutio- neele eenheid wordt erkend en bevestigd als grondslag van de integriteit van het staatsgebied. De inleiding tracht de oppor tuniteit van de besluiten aan te toonen en noemt het een door stret ge rechtvaardig heid geboden taak voor de regeering alle pogingen in het werk te stellen, opdat de grondwet over de gansche Antillen in toe passing worde gebracht. Schaudaal in de Oostenrijksclie Kamer. Volgens nader berichten zijn de tooneeien in de Oostennjksche Kamer Woensdag zoo ruw en grof mogelijk geweest. De verbit terde haat tusschen Duitschers en Czechen, door de taalverorderingen aangewakkerd heeft zich op de meest stuitende wijze ge openbaard, zelden misschien nog nooit, was een parlement van een dergelijk schandaal getuige, Aanleiding tot het woeste tumult gaf het voorstel van den Czechischen afgevaardigde Dyk om van een aantal verzoekschriften tegen de taalverordeningen jngekomen, er slechts een te lezen voor te lezen, en in het zittingsverslag op te nemen. Reeds was over 84 dezer verzoekschriften hoofdzakelijk gestemd, waardoor veel tijd verloren ging, maar de Duitschers, in wier geest de ver zoekschriften zijn, vonden daarin een prachtig middel tot obstructionisme. Men begrijpt dus hoe boos zij waren over Dyks voorstel. Naar de letter van het regle ment was dit voorstel ook ontwettig, daar de vergadering over het voorlezen van elk verzoekschrilt ^afzonderlijk moet beslissen. Toen de Voorzitter het voorstel toch in stemming wilde brengen, ontstonden er hevigen protesten aan de linkerzijde. In de zaal ontstond een onbeschrijfelijk tumult tal van afgevaardigden drongen tegen den zetel van den voorzitter op, die ten slotte de vlucht moest nemen. Later in de zaal teruggekeerd, vond de Voorzitter, Abraho- mowiecz, Wolf op den voorzittersstoelhij kon niet aan het woord komen, zoodat hij opnieuw de vergadering schorste. De mi nisters verlieten daarop de zaal. Toen begon de vechtpartij, die reeds in een vorig overzicht is vermeld. De rechterzij rukte in gesloten gelederen tegen de tribune op, onder aanvoering van Potoczek en drie Jor.g-Czechen, om de Duitschers van het voorzittersgestoelte te verwijderen. Goed schiks ging dat niet, dus maar kwaadschiks, en weldra ontstond er een gewoon vuist gevecht. Wolf kreeg met de bel een klap tegen zijn voorhoofd, Ghon kreeg een bloedenden neus, Lorber een gekneusden arm, enz. Schönerer stond met een ministeriëelen stoel te zwaaien, maar die werd hem ont rukt, Pfersche (volgens anderen Lemisch) trok, in 't nauw gebracht, zijn zakmes. Op de tribune werd luide vfoei" geroepen. De voorzitter verscheen eindelijk weer en sloot de vergadering, met het verzoek hem te komen vertellen wie de geweldadigheden hadden gepleegd. Na afldop van de vergadering verschenen dertig politieagenten in de zaal. Er wordt beweerd, dat vervolgingen zullen worden ingesteld tegen de heeren Wolf en Pfersche. De journalisten, die Wolf na de bataille gesproken hebben, verklaren dat hij er uitzag als een lijkaan de handen had hij bloedige schrammeneen vinger was verrektaan het lichaam had hij verscheiden builen en blauwe plekken. Insgelijks pro fessor Phersche. Geen van beiden had ver wondingen aan het gelaat, geen van beiden droeg bijna nog een ongeschonden kleeding- stuk alle knoopen waren vetdwenen dassen en boorden zagen er allertreurigst uit. De echtgenoote van den heer Wolf en de zuster van professor Pfersche woonden de zitting bij. Toen zij het gevecht zagen, ijlden de beide dames naar de couloirs en werden slechts met moeite van het binnen dringen in de vergaderzaal tegengehouden. Zij bleven vol angst buiten wachtenen toen de heer Wolf als laatste de zaal verliet, viel zijn vrouw hem snikkend om den hals. De heer Wolf bevond zich eergisteren evenwel vrij goed alleen had hij nog, zegt een telegram uit Weenen, kleine wondjes aan de duimen. Er wordt beweerd, dat hij gedreigd heeft in de volgende zitting met een revolver te zullen verschijnen In de vergadering door het Huis van afge vaardigden gisteren gehouden, hebben de schandalen hun toppunt bereikt, zooals blijkt uit het volgend telegraphisch verslag. De voorzitter werd ontvangen met kreten Er uitDe gausche linkerzijde staat op met luid geschreeuwde sociaal-demo craat Beiner wil zich op den voorzitter werpen. Kamerbewaarders treden tusschen beiden en met dezen ontstaat een worste ling. De socialist Besel klimt over de ministerbank en verscheurt de papieren, die op de tafel van den voorzitter liggen. De socialisten bezetten daarop de presidents tribune, bewerende dat Bessel door de Kamerbewaarders geslagen is. De voor zitter neemt de vlucht, terwijl een gevecht ontstaat tusschen de socialisten en andere afgevaardigden. Eindelijk worden Berner en zijne vrienden eruit gezet. Zeventig politie-agenten dringen de zaal binnen en een commissaris van politie laat, na een sommatie om het voor zittersgestoelte te ontruimen, de socialisten met geweld daarvan verwijderen. Al deze tooneeien hehben plaats voor de opening der vergadering. De afgevaardigden der linkerzijde begroe ten het verschijnen der politie met het geroep van foeifoeidat door het publiek op de tribunes herhaald wordt. Sommige toeschouwers hitsen de afgevaardigden op en zwaaien met zakdoeken. De publieke tribunes worden ontruimd. Om 1 uur was de vergadering nog niet geopend, en bevond de politie zich nog steeds in de zaal. Nadat eindelijk de vergadering geopend was, moest de voorzitter in den loop der beraadslagingen achtereenvolgens dertien afgevaardigden voor drie vergaderingen schorsen en hen door de politie uit de zaal laten verwijderen. De Köln. Zeitung deelt nog omtrent deze schandaal-zitting mede, dat de president van zijn zetel werd getrokken, een slag in het gelaat kreeg en de deur werd uitge worpen. De hoofdmannen der oppositie moeten gistereh besloten hebben, tot het uiterste vol te houden' De socialisten vormen groepen voor het gebouw van den Rijksraad, maar alles blijft tot heden buiten het Huis van afgevaardig den rustig. Men beweert, dat de Duitschers de socia listen aanspoorden in het Huis de kat den bel aan te binden, hopende dat hun uitzet ting een volksbeweging tengevolge zal hebben. Tal van Duitsche studenten zijn in hech tenis genomen. Stads- en Gewestelijk Nieuws. Schiedam, 27 November 1897. De beplanting met boomen wordt in verschillende straten dezer gemeente nog voortgezet. Men is ihans bezig den Singel met boomen te beplanten van de Villastraat tot de Ooster straat. De doode boomen in de Lange Kerkstraat worden door nieuwe vervangen. Heden-middag is alhier door de politie aangehouden de persoon van J. de B., zon der vaste woonplaats, die al bedelende hier werd aangetroffen. De heer J. C. Norenburg, inspecteur v»° politie le klasse, die tengevolge van pleuH3 en longontsteking in bedenkelijken toestand verkeerde, is gelukkig aan de beterhand- Sedert eenige dagen mag het gevaar geweken beschouwd worden. De patiënt is echter nog zeer zwak. De heer L. A. C. Ingenhoes, alhier, lS benoemd tot bestuurslid van den Alg. Nederl- Kegelbond en heeft deze benoeming aan' genomen. Heden-middag 12£ ure is de 12 jarige Betje van Vliet, wonende aan de St. Ann»' Zusterstraat, met het scheppen van een emmer water aldaar in de gracht geraakt- Zij werd gered door C. Korengevel, groente' koopman, die, zich ver over 't water buigend) haar zijn pet toestak en vervolgens wedef op het droge bracht De katholieke liefdadigheid heeft zich te Rotterdam weder schitterend betoond. Het bedrag der collecte voor de St. Eh' sabeths-vereeniging, na de liefdadigheids- predikatie door den zeereerw. pastoor F. J- van den Berg, 11. Zondag in zijne kerk aa° het Steiger gehouden, ad f 1622.65, is ten gevolge van nagekomen gitten, gestegen tot f 1870.45. En daar de collecte te Kralingen f 140.85 opbracht, heeft het totaal de f200d overschreden. Daarenboven werden nog door mevrouw* de presidente ontvangen 100 eieren, G wollen dekens, 15 moltondekens, 6 molton wiegedekens, 3 wollen wiegedekens en 82$ el oogjesgoed. Sedert 20 Nov. 1.1. wordt te Rotterdam vermist de politie-agent 4e kl. Timmers. In den nacht van 19 op 20 dezer deed hij de dienst op de Willemskade en werd aldaar het laatst te 2 uur 's nachts gezien- Tot nog toe is geen spoor van hem ont dekt. Men vermoedt dat hij in de Maas is verdronken. In verband met het verdwijnen van dien agent wordt aan het R. N. het volgende medegedeeld De eigenaar van op den wal aan de Willemskade liggende goederen had vroeger de bewaking toevertrouwd aan twee wakers, doch daar dezen niet goed de wacht hielden wat bleek uit het herhaaldelijk voor komen van kleine diefstallen verzocht en verkreeg hij een post van twee agenten van politie en onstsloeg hij de wakers. Eén dezer, reeds geruimen tijd bij den eigenaar in dienst, verzocht kort daarna weder m dienst te worden genomen, terwijl hij be loofde goed te zullen opletten en de patroon willigde ten slotte dat verzoek in, zoodat hij volstaan kon met bewaking door één agent en den bedoelden waker. Deze laatste is de man, met wien Timmers op den avond van zijn verdwijning de wacht heeft gehad en met wien hij naar men zegt m twist moet geraakt zijn en daar nu vermoe dens rezen, dat die waker van T.'s geheim zinnige verdwijning meer moest weten, is hij reeds vier malen bij de politie m verhoor geweest, doch zonder voldoend resultaat. Omtrent de inbeslagneming van de clichés met onzedelijks afbeeldingen te Rotterdam) deelt men aan de Tel nader mede, dat de knaap in dienst van een boekhandelaar aan den Westzeedijk bij zijn patroon van oneerlijkheid verdacht werd, om welke redenen hij aoor de politie gefouilleerd werd. Bij dit onderzoek aan den lijve werden op hem bevonden onzedelijke platen, die hij verklaarde zelve af te drukken met de cliché's, die later ten zijne huize in beslag werden genomen. Hij weigerde de herkomst der cliché's op te geven. De knaap, zekere G. H., verkocht de afbeeldingen voor 15 cent per stuk aan schooljongens en andere, waaronder hij gretig koopers vond. Na opgemaakt proces verbaal is hij op vrije voeten gesteld.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 2