binnenland"
Staatspensionneering.
De aangekondigde openbare vergadering
in zake Staatspensionneering, waarin de
woordvoerders der sociaal-democratische
partij F. van der Goes en W. P. G. Hels-
dingen, als sprekers zouden optreden, werd
gisteren-avond in Musis Sacrum" alhier
gehouden.
Voor de vergadering, die druk bezocht
was, de zaal van vMusis" was geheel
bezet werden socialistische brochures
onder het publiek gevent.
De voorzitter van het Haagsche comité
voor Staatspensionneering, de vergadering
openend, heette de aanwezigen welkom
en verklaarde, dat het doel was ook hier
vasten voet te verkrijgen, ten einde door
een plaatselijk comité, waarin de afgevaar
digden van de vakvereenigingen zouden
samenwerken, den rechtmatigen eisch van
een Staatspensioen voor den ouden afge-
leefden werkman te doen gelden. Daarover
zou de heer Van der Goes 't eerst het
woord voeren.
F. van der Goes.
Het woord pensioen voor den ouden
werkman zoo betoogde Van der Goes
wordt thans van alle kanten vernomen. In
de programs van alle partijen vindt men
iets over staatspensioengeen partij is er
meer die dit vraagstuk ontkent. Dit is reeds
een groote vooruitgang, en al is het ook bij
woorden gebleven, de vraagwat begint
op den ouden .dag de invaliede werkman
dringt zich meer en meer op. Hem rest
niets anders dan zich te wenden tot de
particuliere liefdadigheid, maar de liefdadig
heid is niet in staat zelfs maar in de eerste
behoefte te voorzien, getuige hare herhaalde
klacht dat de armoede toeneemt en haar
steeds dringend beroep om hulp. Nu staat
echter op het geduldige papier de pensioen
verzekering door den Staatgeen enkele
burgerlijke partij, d. i. eene partij die de
bestaande maatschappij wil handhaven en
op den grondslag van het bestaande den
toestand verbeteren, heeft dat vraagstuk
voorbijgezien. Spr. ging de programs der
verschillende partijen achtereenvolgens na,
om tot het besluit te komen, dat zij allen
voorziening in de behoefte van des werkmans
ouden dag min of meer door den Staat
beoogen; zij begrepen dat om de arbeiders-
kiezers te bekoren, zij moesten toegeven, dat
de werkman op den ouden dag niet geheel
aan de particuliere liefdadigheid kan worden
overgelaten maar allen verlangen een pen-
sioenbeiasting, een nieuwe belasting waar
aan werkman en werkgever zal moeten
bijdragenzij willen dat de werkman zijn
eigen pensioen geheel of gedeeltelijk zal
betalen; de radicale bond verzekert, dat het
neerkomt op een verbeterde armenzorg,
maar die verbeterde armenzorg zal de be
zittende regeerende klasse den werkman
zelf doen betalen.
Op geheel ander standpunt staat de
sociaal-democratische partij zij stelt als
eisch een Staatspensioneering waaraan de
werkman niets betaaltzij verlangt, dat de
Staat den werkman op 60-jarigen leeftijd
een pensioen betale gelijkstaande aan s/s
van het loon naar den plaatselijken loonstan-
daard berekend. Ten einde dit doel te be
reiken, wenscht zij ook hier een comité op
te richten, Nadat vanwege het comité be-
staanden uit een 40-tal vak of plaatselijke
vereenigingen een groote meeting in Den
Haag was gehouden, heeft men gemeend
ook den blik eens buiten Den Haag te
werpen. Spr. ging in het kort de geschiedenis
van dat comité na. In Augustus 1896 was
op initiatief van den Alg. Ned. Timmerlieden-
bond een landelijk comité gevormd, dat op
19 Sept. 11. in Den Haag een meeting hield,
waarin de eisch werd gesteld dat van Staats
wege pensioen zou worden verstrekt zonder
eenige kosten direct of indirect voor den
werkman. De resolutie in die meeting geno
men, werd daar niet bestreden, maar eenigen
tijd daarna heeft minister Pierson in de
Kamer gezegd, dat in die resolutie dingen
bewaarheid moesten worden. Nagaand waar
op dit kon slaan, kwam spr. tot het besluit,
dat het moest zijn de zinsnede, »de arbeider
allen maatschappelijken rijkdom voortbrengt."
Spr. hield in het vervolg zijner rede vol,
dat de arbeider alles voortbrengt en daar
door de oorsprong is van allen maatschap
pelijken rijkdom. De directeuren en com
missarissen eener onderneming zijn dat niet
zij mogen iets doen aan den handel, op het
kantoor, maar de alles voortbrengende kracht
is de arbeider; daarom is de Staat, die net
orgaan, de vereeniging is van de groote en
kleine bezitters, onder den invloed van de
arbeiders gekomen, verplicht den alles voort
brengenden arbeider,waarop de maatschappij
rust, een pensioen te verzekeren, wanneer
hij niet meer in staat is om voor de winnende
klasse gebruikt te worden.
Werpt men hiertegen op, dat de arbeider
bet toch betaalt, omdat hij zijn deel in de
belasting betaalt, dan merkt spr. op, dat de
arbeider, de winstmachine er voor moet
waken, dat men hem nog niet een extra
belasting doe betalen door voor zijn pensioen
bij te dragen. Spr. wees hier als een
waarschuwend voorbeeld op Duitschland;
daar bestaat die pensioenbelasting de arbei
der is verplicht er aan te betalen van zijn
16n tot zijn 70n jaar. Naar evenredigheid
hunner vdrdiensten worden de arbeiders
verdeeld in 4 klassen en betalen zij resp.
9, 12, 13 en 18 cent per week de patroon
legt er evenveel bij, waartoe hij zegels moet
koopen en die in een boekje plakken; het
rijk geeft de reusachtige som van 50 M.
of f30voor elk pensioen; het hoogste
bedrag dat een arbeider op zijn 70ste jaar
verkrijgt is f 80, het hoogste bedrag dat hy
vorderen kan f 120daarvoor moet hij
minstens 30 jaar bijdragen en 5 jaar moet
hij bijdragen om als invalide gepensioneerd
te worden. Het Duitsche rijk geeft Vioo
aan de arbeiders van het bedrag dat het
aan de soldaten ten koste legt.
Vraagt men hoe dit mogelijk is in een
land waar het algemeen stemrecht heerscht,
dan antwoordt spr.. dat deze regeling niet is
tot stand gekomen met medewerking, maar
ondanks de socialisten, die zoowel tegen den
hoogen leeftijd als het laag bedrag gepro
testeerd hebben.
Zoo zal het ook in ons land gaan als de
arbeiders niet op hun hoede zijn. Reeds
2£ jaar is eene commissie voor Staatspen-
sioneering werkzaam en zij laat niets van
zich hooren. Dat het den Staat onmogelijk
zou zijn den arbeider te pensioneeren, zonder
dat hij er iets toe bijdraagt, geven de sociaal
democraten niet toe, Van Kol heeft berekend
dat een pensioen van f 400 verleend aan
54000 arbeiders van 60-jarigen leeftijd, een
uitgave van 16 millioen zou vorderen dit
bedrag wordt iets minder door dat de huis
bedienden door de meesters zelf moeten
gepensioneerd worden rekent men er echter
iets bij voor de verzekering wegens invaladi-
teit en schat men dan het bedrag op 25 a 30
milloen, dan vraagt spr. of dit bedrag niet
te vinden zou zijn op het leger, door het
op den voet van het Zwitsersche volksleger
in te richten, en door de heele huishouding
van den Staat te veranderenalle directe
belastingen progressief te maken, zoodat hij
die het meeste heeft, het meest betaalt,
en door een personeele belasting van de
groote werkgevers, door van eiken arbeid-
gever boven den 10 man een zeker dedrag
te doen betalen. Eindigend wekte spr. de
arbeiders op zelf de zaak der Staatspensio-
neering ter hand te nemen, omdat zij die
niet zullen verkrijgen, als zij er zich niet
de nooiige inspanning voor getroosten.
langdurig applaus.)
W. P. G. H e 1 s d i n g e n.
Daarna sprak de heer Helsdingen,
die begon met te zeggen, dat er vele mis
standen bestaan die dringend verbetering
eischen, op een misstand zou hij echter in 't
bijzonder de aandacht vestigen nl. dat de
arbeider, die het leeuwenaandeel heeft in
alles wat wordt voortgebracht, ter wijl hij in zijn
leven soms werkeloos langs de straat slen
tert, in zijn ouden dag aan de poort wordt
gezet. Wel is er menig doekje voor't bloe
den als hij goed oppast wordt hij bij een
jubilee met een ruststoel of een horloge
vereerend begenadigd, maar dan gaat ge
woonlijk de poort gauw openzelfs een
Nutsinsigne verhindert niet, dat hij weinig
tijds, daarna op straat wordt gezet.
Op enkele uitzonderingen na laat men
dan de arbeider aan zijn lot over en zijn
toevlucht is het armhuis. Spr. gaf een op
effect berekende schets van die instelling,
zooals er een bestaat op den Schiedamschen
dijk te Rotterdam God beware er ieder
Rotterdammer voor, er in te komen de
arbeider, van vrouw en kinderen gescheiden,
is er als opgesloten, een paar uren in de
week mag hij uit, maar in het costuum der
weldadigheid, als armhuismannetje, zoodat
hij voor ieder kennelijk isdat zijn de
liefdadige instellingen, in werkelijkheid in
stellingen van onbarmhartigheid, waarin de
werkman in zijn ouden dag weggemoffeld
wordt. Spr. meende, dat de arbeider, die de
wereld door den arbeid heeft vooruitgebracht,
voor zulk een lot moest bewaard worden
door Staatspensioneering de kinderen voor
wien hij anders tot last is, zouden hem dan
gaarne in hun huis ontvangen en hij zou
zijn laatste dagen te midden van die kin
deren kunnen slijten.
In denzelfden geest ging geheel de rede
van Helsdingen voort. Onze beperkte
ruimte laat niet toe die op den voet te
volgen. Het medegedeelde zal voldoende
zijn om te doen zien in welken zin Helsdingen
zijn gehoor bewerkte. Nadruk legde hij er
nog op, dat als er iets voor den arbeider
gevraagd wordt, dit nooit kan, maar alle
andere dingen wel kunnen. Wel kon men
in dep loop van 25 jaren 400 millioen voor
den schandelijken Atjeh-oorlog uitgeven,
maar voor Staatspensionneering is er geer.
geld. Van de 7£ millioen, die voor pen-
sionneering van Nederlandsche ambtenaren
wordt uitgegeven, komt slechts aan de
lagere ambtenaren, de 7 dienen om »de
groote ganzen te spekken." Spr. wekte dus
zijn gehoor op, zelf de hand aan de ploeg te
slaan, opdat zij niet sop hun ouden dag als een
uitgeknepen citroen op den mesthoop gegooid
worden." In den levensstrijd tusscher. kapi
taal en arbeid moet de arbeid zegevieren.
Van een maatschappij die acylen opricht
voor honden en katten, maar voor den
ouden werkman niets gevoelt, was niets te
verwachten, de arbeiders moesten dus zelf
de hand aan den ploeg slaan en met ijver
den strijd voor hun belangen voeren.
Debat.
Van de gelegenheid tot debat werd ge
bruik gemaakt door de heeren E. J. M. Beu
kers G. Czn., A. F. van Lissa en C. Kerdel.
De heer Beukers stelde in 't licht, dat de
door sprekers bedoelde Staatspensioneering
eigenlijk is een liefdadigheid door den koker
van den Staat en vroeg of ook de socia
listische leiders vooral geen geld behoefde
en het kapitaal noodig hadden evenzeer als
het kapitaal den arbeid behoeft.
De heer Van Lissa achte een pensioen
verzekering waarin de arbeiders niet bij
dragen een armenzorg in anderen vorm,
een aalmoes als pensioen. Betalen de arbei
ders zelf mede hun pensioen, dan is dat idee
van armenzorg weggenomende Staats-
tusschenkomst zij slechts een tijdelijk hulp
middel.
De heer Kerdel betoogde, .dat er geen
sprake was van voorlichting: Van der Goes
heeft de kwestie oppervlakkig behandeld
en Helsdingen geeft slechts op het gevoel
gewerkt. Beslist onwaar is 't, dat de 400
millioen aan den Atjeh-oorlog besteed, aan
Nederland hadden kunnen ten goede komen,
die millioenen zijn grootendeels uit de Indi
sche kas genomen en waren zij niet voor
Atjeh besteed, dan hadden zij den inlanders
moeten ten goede komeneen leger op
Zwitserschen grondslag is, waar wij koloniën
te verdedigen hebben, onmogelijk.
Van der Goes, de verschillende sprekers
beantwoordend, begon met de zeggen, dat
de vraag of ook niet de socialisten op kapi-
talistischen voet leven, bevestigend kan wor
den beantwoord; in de tegenwoordige maat
schappij kan dan niet anders, omdat het
geld het eenige middel is, zich het genot
des levens te verschaffen. Dat de door spr.
bedoelde Staatspensioneering armenzorg in
anderen vorm was, kon hij wel toegeven,
maar een aalmoes is 't niethij achtte het
rechtmatig dat de Staat in dezen vorm den
arbeider weergeeft wat de patroon winst
neemt op zijn arbeid; niet de arbeiders zijn
de bedeelden, maar zij die rente of pacht
zonder arbeid genieten; er zijn nu specu
lanten, dobbelaars, die met niets doen geld
verdienen, en de kleine voortbrengers, die
van de vrucht van hun arbeid leven ook
zonder bankiers, notarissen enz. zou men
goed kunnen leven. Wegens den beperkten
tijd kon de kwestie slechts oppervlakkig
behandeld wordenals spr, van een volks
leger gesproken heeft, dan bedoelt hij een
leger binnen de grenzen.
Helsdingen, meer bijzonder den laatsten
spreker beantwoordend, verklaarde,dat hij een
diep ernstige rede beoogde hij hield vol
dat de arbeid het leeuwendeel in de voort
brenging heeft. De splitsing in Indische
en Nederlandsche kas dagteekent van den
tijd, er geen Indische baten meer zijn nu
zal de schuldenlast op Nederland gaan
drukken, anders ware de baten in de Neder
landsche kas gevloeid. Spr. wilde slechts
betoogen, dat men wel 400 millioen stemt
voor den Atjeh-oorlog, maar nooit 400 mil
lioen voor de arbeiders. Zelfs als was zijn
beweren geheel en al onjuist, dan was dit
geen reden om dezen bok tot een olifant
op te blazen en daarachter de Staatspen
sioneering weg te moffelen.
Dus zoo repliceerde de heer Kerdel als
de oorlog niet had plaats gevonden, zou er
een batig saldo zijn geweest, dat Helsdingen
voor Nederland wilde gebruiken {Ja 1 wordt
er in de zaal geroepen). De socialistische
spreker ontkent dit bedoeld te hebben.
Daarna werd de vergadering geschorst onder
mededeeling, dat zij over acht dagen zou
worden voortgezet.
Maandag wordt te Vlaardingen weder de
Visscherijschool geopend voor jonge zee
lieden boven de 15 jaar. Op de lessen wor
den behandeld de kaart van de Noordzee,
de breedteberekening, het kompas en zijn
gebruik, het houden van het journaal, het
kaartpassen, enz.
Door den gemeenteraad te Delft is inder
tijd f300 toegestaan voor ontwerpen van
een plan tot verbetering of verbouwing
Stads Doelens. Door de gemeente is nU
aangekocht een perceel grond aan het
Doelenplein, waardoor bij eventueele vet"
bouwing eene verbinding wordt verkregen
van den Doelen met het Rietveld.
De torenspitsen van den Oude-Kerkstore®
te Delft hebben al wat te doen gegeven1
Een der vier spitsen is gedeeltelijk afgebro'
ken en nu hebben B. en. W. zich tot de°
Raad gewend met het voorstel om een®
commissie van drie bouwkundigen te beno®'
men, en deze op te dragen een nauwkeurig
onderzoek in te stellen naar den toestand
der vier spitsen (welke B. en W. inmiddels
alle willen laten besteigeren), opdat ee"
rapport kan worden uitgebracht met opgaaf)
zooveel mogelijk, van den weg, die gevolgd
zal moeten worden om tot eene solide her
stelling te geraken. B. en W. zouden de
adviezen aan de beslissing van den Raad
willen onderwerpen, en de uitvoering van
het dientengevolge vast te stellen bouwplan
wenschen op te dragen aan den gemeente
architect.
Door commissarissen van Stads Bank van
Leening te Delft wordt aan den gemeente
raad voorgesteld om eene oude schuld pef
resto f13000 ad 4% aan de Nutsspaarbank
aldaar at te lossen. Zij missen echter
daarvoor kapitaal en stellen voor, dat de
gemeente uit eene geldleening die som betale-
Zij zijn gaarne bereid de rente daarvan te
voldoen, evenals de kosten, die de gemeente
zal moeten betalen voor een eventueele
tijdelijke geldopneming.
Door Burg. en Weth. wordt een gunstige
beschikking aanbovolen.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Woensdag 8 December.
Aan de orde isdeJustitie-begroo-
t i n g. De Minister de heer Van der
L i n d e n, de sprekers beantwoordende, begon
dadelijk met de Z a a k-H o o g e r h u is.
Hulde brengende aan het bezadigd optreden
in deze van den heer Troelstra, vond de
minister de bespreking dezer zaak prema
tuur, nu een aanklacht wegens meineed is
ingediend, aan welkeklachtgevolg
zal worden gegeven, blijkens een
door den Minister ontvangen telegram van
den officier van justitie te Leeuwarden be
richtende, dat de zaak reeds gesteld is in
handen van den rechter-commissaris. Nu de
zaak bij den rechter aanhangig is moest de
afloop worden afgewacht. Vooralsnog echter
handhaaft dei Minister zijn verklaringen
in deze in zijn memorie van antwoord af
gelegd. Hij betreurde, dat deze zaak ge
maakt is tot een volksagitatie, dat men
wantrouwen heeft gewekt in de onkrenk-
baarheid der rechterlijke macht en men
haar heeft doen ontaarden in een socia
listische propaganda.
De weigering van het gevolg geven aan de
klacht wegens smaadschrift door de recht
bank achtte de Minister niet juist. Hij heeft
niet ingegrepen, omdat hij geen klacht ont
ving, die, ware zij bij hem ingekomen, door
hem vervolgd zou zijn.
Uitbreiding der gevallen voor revisie van
vonnissen acht de Minister wenschelijk.
De motie-T r o e s t r a liet hij rusten nu
de voorsteller aankondigt haar tej zullen
iutrekken.
In zake de uitzetting van B e i 1 e r
en vrouw Cronauer ontwikkelde de
Minister dat er alle grond was om ze als
vreemdelingen zonder middelen van bestaan
uit te leiden. Hij ontkende eenige inmenging
van een vreemde regeering of justitie. Ove
rigens waren de informatiën omtrent Cron
auer niet gunstig. De Minister zou waken
tegen inbreuk op het aloude asylrecht in
Nederland, maar wil strenge handhaving
van de uitleiding van behoeftige personen,
vooral in het belang van de arbeiders hier
te lande die anders nadeel zouden onder
vinden van een overstrooming van ons land
door behoeftige vreemdelingen.
De toelating van vreemde prostituees en
het verbod van bordeelen, besprekend zegt
de Minister dat de laatste inrichtingen z. i-
nog de minst gevaarlijke vorm van prosti
tutie zijn.
In zake de Maltusiaansche pro
paganda wil de Regeering een stand
punt van onthouding volgen wegens het
verschil over de zedelijke strekking van dit
onderwerp en welk middel zelfs door Malthus
zelf van positief Christelijk standpunt is
verdedigd.