Dagblad voor Schiedam en Omstreken. bureau 'SSofersfraaf 50. 20ste Jaarg, Zondag 12 December 1897. No. 5969. TWEEDE BLAD. PRIJS VAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maandenf 1.50 Franco Der Dost door geheel Nederland -2. Afzonderlijke Nummers - 0.05 Vervolg Binnenland. TWEEDE KAMER. Zitting van Vrijdag 10 December. Voortgezet wordt de behandeling der be- Sfooting van Binnenlandschezaken. A-an de heer De Ras, die verbetering der Positie van de ambtenaren, vooral van de jagere, ter provinciale griffie aanbeval, be- 'oofde de minister ernstige overweging van Verbetering dier tractementen, hoewel hij h®t oogenblik voor een geheel nieuwe 'ractements-regeling nog niet gekomen acht. De post van f 10,000 voor bestrijding van drankmisbruik werd besproken en ondersteund door de heeren V e r m e u- Ui) enTruyen, die op de toeneming van Pen ciandestienen verkoop wees en N o 11 i n g Pie ook werklieden-vereenigingen die drank misbruik bestrijden, voor subsidiën aanbeval eb die de kwaal o. a. aan de slechte ar beiderstoestanden, het slechte voedsel en Pe slechte woningen toeschreef. De Minister zal geen verschil maken met Vereenigingen er dus ook werkliedenver- eer.igingen steunen. De subsidien zullen o.a. besteed worden om verpleging te bekostigen Van krankzinnigen tengevolge van drankzucht. Herziening der drankwet tot betere hand having der wet acht de Minister noodig. Tegen de stelling der heeren v. B y 1 a n d t (Apeldoorn) en Dobbelman, dat de sociale ellende ontstaat uit het drankmis bruik kwamen de heeren N o 11 i n g en Van Kol op, die betoogden dat juist de armoede reden is tot drankmisbruik alleen sociale hervormingen, betere woningen, beter Voedsel en meer geluk zullen den drank duivel kunnen verbannen, meende bovendien de heer Van Kol. De subsidie werd toegestaan. De post van f 100.000 voor de i n h u 1 d i- gingsfeesten en de ontvangst van Indische en vreemde gasten op verzoek van Pen heer Van der Zwaag, die deze ton in de tegenwoordige omstandigheden niet gewettigd achtte, in stemming gebracht, Werd aangenomen met 72 tegen 2 stemmen (Van Kol en Van der Zwaag). De heer L o h m a n vroeg naar 's ministers zienswijze over de verplichtevaccine, een zijns inziens onrechtmatige dwang op ouders en kinderen, welks afschaffing, ge schiedt zij niet van regeeringswege, door hem zal worden voorgesteld. De heer Van Kol verzocht verbetering van het lot van hetvrouwenpersoneei in de rijks-ziekengestichten, waar de ver pleegsters worden afgebeuld door te langen arbeidstijd. Een strenge enquête naar die toestanden acht spr. noodig. De Minister vond beter dan een enquête dadelijk iets te doen en verwees den spreker naar de op deze begrooting voorgestelde vermeerdering van het getal verpleegsters met 9. Hij blijft diep overtuigd van de nuttige gevolgen der vaccine door de af neming der pokziekte en sterfte. Het geloof aan de vaccine neemt steeds toe blijkens de enquêtes. Vrijlating der vaccine ware niet in 's lands belang, al erkent de min. dat over dit vraagstuk het laatste woord niet is gesproken. Da heer Lohmlan repliceerde met een protest tegen het geniepige middel om rnet- ingeënten kinderen toegang tot de school te weigeren, De heer Van Kol achtte de voorstellen tot verbetering van het lot der ziekenver pleegsters onvoldoende en den toestand PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsƒ0.60 Elke gewone regel meer-0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. dier vrouwen een schande voor het Parle ment. Deze uitdrukking gaf den voorzitter aanleiding den spreker te verzoeken zich te matigen. De Minister bracht den heer Lohman nog onder het oog, dat het doel met de tegenwoordige vaccine-regeling volkomen is bereikt, aangezien het aantal niet gevac cineerde kinderen zeer gering is. Bij de afdeeling Hooger Onderwijs meent de heer Lohman, dat de rijksuniver siteiten moesten worden zelfstandige stich tingen, gedoteerd door het Rijk onder cura torium op toezicht van provinciale besturen en zulks in het belang der zelfstandige ont wikkeling. Verder betreurt hij, dat het bij zonder hooger onderwijs geen steun vindt bij liberalen en critiseert de antwoorden van den minister o. a. over de klachten dat bij de eind-examens der gymnasia de leer lingen vooraf bekend zijn met de vragen. De heer Everts wenschte wijziging van het leerplan der gymnasia. De heer Vermeulen juicht toe de bevordering der Zuid-Afrikaansche studen ten, ook de tegemoetkoming der klachten over de eind-examens verheugt hem, doch hij wenscht dat de leerlingen van bijzondere gymnasia geëxamineerd worden door hun eigen leeraren. Hij juicht toe het Grieksch als verplicht leervak te doen vervallen, ter wijl hij den eisch eener klassieke opleiding voor geneeskundigen en wiskundigen met den Minister wil laten vervallen. De heer K u y p e r kon wat het Grieksch betreft niet met den heer Vermeulen mee gaan. Spr. weidt uit over de tegenstelling tusschen hem en de liberale wereld en levensbeschouwing. Nadat hij daarover door den Voorzitter tot de orde geroepen was, vervolgde hij zijne rede en besprak het latten op geestesrichting bij het doen van hoogleeraarsbenoemingen, betoogend dat de sociale rechtvaardigheid geldt niet alleen voor materieele maar ook voor geestelijke belangen. De heer Roessingh betoogde de nood zakelijkheid van rijksbeurzen voor jongelieden die ten platlelande wonen en niet in de gelegenheid zijn de gymnasia te bezoeken. De heer S m i d t drong bij de regeering er op aan om beide categoriën van leeraren in het pensioenfonds als rijks ambtenaren op tenemen. De minister van Binnenlandsche zaken, de heer Goeman Borgesius, ver klaarde het objectief standpunt van den heer Vermeulen te opprecieeren, te meer om dat gebleken is dat op practische punten ook in hooger onderwijs samenwerking alleszins mogelijk is. Tegenover den heer Kuyper ontkende de Minister dat aan de hoogescholen slechts mannen van een en dezelfde richting worden benoemd. Hij hoopte, datookdeheerLohmanzoa erkennen, dat hij geen onzijdigheid had betracht. Verder deed de Minister eenige toevoe gingen omtrent het vergemakkelijken van de eindexamens voor de leerlingen der bij zondere gymnasia, de afschaffing van het Grieksch als verplicht leervak voor de gymnasia en het heffen van een proportio neel minerval. De Minister zal een eventueele vraag om een protestantschen leerstoel bij de Rijks universiteiten in overweging nemen. Over uitbreiding van het beurzenstel ten behoeve van het platteland wil hij denkenhet pensioensbelang is tot onderzoek aan prof. Van Pesch opgedragen. De heer K u ij p e r, kortelijk repliceerende, wees nog op het verschil in de kosten die voor het openbaar en bijzonder gymnasiaal onderwijs worden besteed en lichtte zijn meening op andere punten toe. Bij art. 50 dankte de heer H e 1 d t voor 's Ministers voornemen om den toestand van de verpleegsters van het academisch zieken huis te Leiden te verbeterenhij hoopt dat dit voorbeeld zal gevolgd worden in particu liere en gemeentelijke ziekenhuizen, waar het lot der verpleegsters dikwijls veel te wenschen laat. De heer D r u c k e r deed de wenschelijk- heid uitkomen der oprichting van een leerstoel in de psychiatrie aan de Leidsche universiteit. Met genoegen heeft hij gezien dat de minister met het gemeentebestuur in onderhandeling daarover is getreden. Mochten die spoedig afloopen, dan hoopt hij dat de minister bij suppletoire begrooting een voorstel zal doen. De Minister deed die toezegging. Heden (Zaterdag) 11 ure voortzetting. Een ernstige wenk. De Haagsche correspondent van het N. v. d. D. schrijft in het nummer van 29 No vember het volgende, naar aanleiding van den treurigen afloop der bakkersbeweging te 's-Gravenhage, hetgeen zeker wel eens ernstig mag overwogen worden, zoowel door patroons als door gezellen, door bakkers als door anderen Een ernstige wenk. Dezen hebben de leiders der bakkers beweging nu toch ook begrepen, dat de gang der zaken hun gegeven heeft. Of de nachtarbeid voor afschaffing vatbaar is, bleef onbeslist. Of men door overleg tusschen patroons en werklieden iets ten gemeenen nutte had kunnen ver krijgen, evenzeer. De gelegenheid, die de tegenpartij had en gretig aangreep, om het vraagstuk te verplaatsen en om te zetten in de vraag of het dames-comité zich be moeide met zaken, waarvan het geen ver stand had, was voor het publiek (dat ten aanzien van de vrouwenbeweging doorgaans niet symphatiek gestemd is) een welkom middel om zich met grappen en aardigheden van de ernstige kwestie af te maken. Maar wat als een feit vaststaat, is dit, dat het publiek niet rijp is voor arbaids- vraagstukken, maar.de arbeiders-zelven evenmin. Want de bakkers hebben zich met een bewonderenswaardige kalmte gedragen, den strijd gevoerd op een wijze, waarop niets is aan te merken maar zij hebben één cardinale fout begaan zij zijn geweest als de Franschen in 1870, want zij begon nen alsof er geen knoop aan een slobkous ontbrak, terwijl reeds na den eersten voor postenveldslag bleek, dat bijna alles aan hun organisatie en «intendance" ontbrak. Niet alleen de eigen troepen waren onbe trouwbaar, maar ook had men niet gere kend met de massa, die gereed stond om de plaatsen in te nemen van hen, die zich opofferden voor de gemeenschappelijke zaak. Voor 't oogenblik althans is.hier voorde bakkers de campagne totaal verloren. Zij zijn verslagen over de geheele linie. De pa troons schrijven de vrede voor, als om nogmaals tot 1870 -71 terug te keeren Bismarck aan Thiers: En de indruk, ver sterkt door het lot, dat vermoedelijk aan een deel der 60 slachtoffers wacht, heeft, las ik 't wel zie, voor ten minste vijfjaren elke arbeidersbeweging hier ter stede ge smoord. Of nochtans dat succes der patroons zonder bedenking is Ik zou het durven betwisten. Terecht m. i. wees de voorzitter van het comité, Adam, er in het Vaderland op, dat het zaad, nu uitgestrooid, zal opschieten en vruchten dragen. En die vruchten, vrees ik, zijn haat tegen degenen die van de voor- deelen zouden genoten hebben, als men de overwinning had behaald, maar nu van de nederlaag profiteerden om aan de ruif te komen, en wrok tegen de overwinnaars, die van hun macht gebruik maakten om de tegenpartij te vernederen. Wellicht zal men over een paar jaren inzien, dat zij toch geen ongelijk hadden, die in het heetst van den strijd pogingen deden om beide partijen tot een verzoenend vergelijk te brengen. Zes-en-twintig jaren na 1871 is Elzas-Lo- tharingen nog een gevaar voor Europa. Men verdraagt een nederlaag, geen vernedering. Een bediende in de grossierderij in ge distilleerd aan de Rivierviscbmarkt te 's-Gravenhage werd gisteren door zijn patroon naar het agentschap van de Bank gezonden ter verwisseling van f400 aan specie in bankpapier. Hij heeft het geld echter niet teruggebracht en er zich mede uit de voeten gemaakt, zooals later gebleken is naar Brussel, waar hij door de politie gevat is. Het gemiddelde cijfer der besomming van de Scheveningsche haringvloot is, in weerwil van den minderen aanvoer, hooger dan het vorig jaar. Het bedraagt namelijk thans ruim f8800 tegen f 7300 in 1896. Tengevolge van het groote netten-verlies bij den jongsten storm, zullen echter slechts enkele reeders er beter door varen. De hoogste besommer is een logger van den reeder A. van der Toorn Jzn. ad f 14.500. Volgens nader aan de Tel. gedane mede- deeling bestaat bij de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij het voornemen, om nog meerdere uitbreiding aan den geldig heidsduur harer retourkaarten in locaal verkeer te geven dan voor eenige dagen door ons werd medegedeeld en later door haar geadverteerd is. De geldigheidsduur der bovengezegde retourkaarten zou namelijk op één maand worden gebracht; zonder onderscheid van den af te leggen afstand. De heer P. W. Jansen te Amsterdam heeft den predikant Hulsman, te Zandvoort, in staat gesteld een gebouw aan te koopen, dat ingericht zal worden tot eenZandvoortsch j>Ons Huis", lokaal voor Christelijke en maatschappelijke belangen. Men schrijft aan het R. N. uit Amsterdam Nauwelijks is de dag der plechtige inhul diging van H. M. Koningin Wilhelmina bekend, of het blijkt, dat verscheidene cor- pororatiën reeds geruimen tijd met de NIEUWE SCHIEDAM COURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1897 | | pagina 5