5
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
et
Kantongerecht.
dat er verontwaardiging moet ontstaan, nu
elke poging, om de bevolking van het zwaar
geteisterde eiland te helpen, mislukt zijn.
«Geen stapel diplomatieke protesten kan",
zegt het blad, «voor het algemeen gevoel
der menschheid verborgen houden, dat de
ware reden, waarom de eerste stappen tot
oplossing van het Cretenzer vraagstuk nog
niet genomen zijn, schuilt in den zelfzuchtigen
argwaan, waarmede de mogendheden alle
voorstellen van andere mogendheden op
nemen.
Die argwaan moge onvermijdelijk zijn of
zelfs gerechtvaardigd worden door den tegen-
woordigen toestand der Europeesche poli
tiek, maar hij is toch in elk geval niet de
uiting van een gevoel, waarop wij trotsch
kunnen zijn."
De republikeinsche leden van het Com-
mitee of Ways and Maens in de Kamer
van afgevaardigden der Noord-Amerikaan-
sche Unie zijn met elkaar overeengekomen
in deze zitting geen wijziging voor te stellen
in de Dingley-tariefwet. Zij zijn van oordeel,
dat de tariefwet niet verzacht dient te
worden.
De Amerikanen hebben geweeklaagd over
de strenge maatregelen, welke door generaal
Weyler tegen de opstandelingen en op
Cuba worden genomen. Generaal Weyler
is heengegaaneen liberaal ministerie is
in Spanje aan het bewind gekomenmaat
regelen zijn afgekondigd, waardoor men de
opstandelingen wil nopen, zich aan het
Spaansche bewind te onderwerpen.
Er gaat dus van de Spaansche regeering
beslist een verzoenende geest uit. Van de
ambtenaren, die de regeering vertegenwoor
digen, kan zulks niet gezegd worden, indien
juist is wat aan de Daily Chronicle wordt
gemeld. Dit blad toch bevat het volgende
bericht, hetwelk wij woordelijk vertalen.
»Generaal Latorre, militair bevelhebber
van Puerto Principe, heeft een bevelschrift
uitgevaardigd aan de bestuurders van zijn
district, dat in wreedheid alles overtreft, wat
door generaal Weyler is gedaan. Elk persoon,
zonder onderscheid van sexe of leeftijd, die
zijn huis verlaat of zelfs aan de deur staat,
kan onmiddellijk worden doodgeschoten.
Ten gevolge van dit besluit werd een
arme vrouw, die haar woning verliet om
provisies te koopen, op den openbaren weg
doodgeschoten, zonder dat zij met een
woord werd gewaarschuwd nog zes andere
personen zijn aldus vermoord.
Bij hetzelfde besluit wordt verboden, dat
er een andere vlag dan de Spaansche wordt
uitgestoken.
Als eenig buitenlandsch consul, zoo luidt
het besluit verder, eenig bezwaar zal hebben
tegen dit bevelschrift, moet hij mij zijn
redenen mededeelen en aan zal ik dienaan
gaande een besluit nemen, zooals mij zulks
goeddunkt.
Schiedam, 15 December 1897.
Arbeidersverzekering.
Vanwege de Kiesvereeniging «Schiedam"
en het Alg. Ned. Werkliedenverbond werd
gisteren-avond in «Musis Sacrum" eene
openbare vergadering gehouden, waarin de
heer mr. H. S. Veldman, van Delft, met het
onderwerp «arbeidersverzekering" als spreker
optrad.
Nadat de Voorzitter, de heer M. C. M. de
Groot, den spreker bij de vergadering had
ingeleid, ving Mr. Veldman zijn rede aan met
een vluchtig overzicht van de geschiedenis
van de verzekering. Verzekering in denal-
gemeenen zin van voorzorg is zeker zoo oud
als het menschelijk bestaanop weten
schappelijke grondslag bestaat echter de
verzekering eerst sedert de raadpensionaris.
De Wit haar den te volgen weg heeft ge
wezen, er. sedert in 1807 de eerstelevens-
verzekering-maatschappij hier te lande werd
opgericht, is de verzekering' met rassche
schreden vooruitgegaan.
Dat ook de arbeidersverzekering in de
laatste 20 jaren met groote schreden is
vooruitgegaan, is niet te verwonderen, waar
het leven van den arbeider door zoovele
schrikbeelden als ziekte, ouderdom, onge
vallen en invaliditeit wordt bedreigd. Spr.
zette tegenover deze schrikbeelden van des
werkmans leven uiteen den wettelijken toe
stand, waarin de arbeider verkeert. Als
middel van verweer blijft hem art. 1401 van
het Burgerlijk Wetboek, waarin den
arbeider aanspraak op vergoeding wordt
verzekerd, wanneer hij door de onrecht
matige daad van anderen schade lijdt; maar
aan net gebruik maken van de bevoegd
heid in dat artikel zijn zooveel bezwaren
verbonden, dat de arbeider er niet licht toe
komen zou en ook al mag men aannemen,
dat de arbeider, hoewel niet van lichte schuld
vrij te pleiten met moedwillig een ongeluk
veroorzaken zal, toch blijft voorziening vol
strekt noodig, ook naar de zienswijze der
regeering, getuige het feit dat de verplichte
verzekering reeds voor bepaalde bedrijven
is ingevoerd.
De economischen toestand van den
arbeid besprekend, betoogde spr., dat die
arbeider over 't algemeen niet zooveel ver
dient, dat hij zelf de kosten zijner verze
kering kan dragen. Ook de particuliere zieke-
fondsen, fabriekfondsen, zijn door de geringe
controle, weinige soliditeit en beperkende
bepalingen, niet het geschikte middel van
voorzorg. De tusschenkomst van den Staat
blijkt dus meer en meer noodig, zooals
reeds door de instelling van een Staats
commissie voor de arbeiderspensioneering
is erkend, die na een 2^ jarig bestaan nog
niets van zich deed hooren.
Spr. meent echter, dat die tusschenkomst
van den Staat niet verleend moet worden
door de oprichting van een Staatslijfrente-
bank. Waar wij staan voor het feit, dat
sommige arbeiders kunnen, maar niet willen;
andere willen, maar niet kunnen; waar men
in het algemeen te rekenen heeft met de
zorgeloosheid van den arbeider en veelal
met de onmacht van den patroon, zal een
Staatslijfrentebank roet het beginsel van
vrijwillige verzekering niet de gewerischte
verbetering brengen, hetgeen spr. met het
voorbeeld van het Ned. werkliedentonds dat
in de gunstigste omstandigheden verkeerend,
niet floreert, nader trachtte te betoogen.
üp andere wijze moet de tusschenkomst
van den Staat worden verleend, en wel door
de verplichte verzekering in het algemeen
belang, want hoe minder men verzekert,
hoe grooter armenzorg er zal zijn, en hoe
meer armenzorg hoe grooter de belastingen
zullen zijn; spr. toonde hier aan hoe het
beginsel van verplichte verzekering in
Duitschland leeds is erkend, en in Engeland
de stroom leidt jn de richting van verplichte
verzekering.
Die verplichte verzekering, waartoe eene
bepaling in het arbeidscontract moet worden
opgenomen, is in Duitschland, nadat voor de
uitzonderingweiten van 1878 tegen de soci
aal-democratie gericht een tegenwicht ten
gunste van den arbeider moest worden
gesteld, zoo geregeld, dat voor de verzekering
tegen ziekte de arbeider s/s de patroon J/3
betaaltde arbeider geniet dan 13 weken
geneeskundige behandeling en gedurende
dien tijd de helft van het loon de resultaten
zijn vrij bevredigend, maar een bezwaar
van dit Duitsche stelsel is, dat de adminis
tratie-kosten te hoog zijn.In de verzeke
ring tegen ongevallen betaalt de Duitsche
arbeider niets, maar komen alle kosten ten
laste van den patroon hij geniet wanneer
een ongeval hem treft,vanaf de 14e week (want
de 13 eerste weken komen ten laste der
ziekte-verzekering) een bedrag gelijkstaande
aan 662/s van zijn loon, in geval van
overlijden begrafenisgeld en een uitkeering
aan de weduwe en de kinderen.
Er is op gewezen, dat het ouderdoms
pensioen in Duitschland bedroevend klein
is, maar daar heeft men ook het minste
het oog op gehadde verzekering is in
hoofdzaak geregeld voor ziekte, ongevallen
en invaliditeit, en wijl men in Duitschland
eerst op 70-jarigen leeftijd gepensioneerd
wordt, heeft men het ouderdoms-pensioen
alleen er aan toegevoegd voor het geval dat
men op dien leeftijd nog niet invaliede
zou zijn.
In het laatste deel zijner rede stelde spr.
zich voor, in korte trekken uiteen te zetten,
hoe hij zich de arbeidersverzekering denkt.
In de commissies voor arbeidsverzekering
moeten arbeider en patroon samen zitting
hebben, opdat wederzijdsch vertrouwen
worde gewekt, en vijandschap weggenomen;
juist het grootste bezwaar tegen het ontwerp
door de vorige regeering, ingediend was dat
het den arbeiders en patroons geen stem
verleent in hetgeen omtrent hun welzijn
wordt beslist..
De vraag of de arbeidsverzekering moet
bezorgd worden door particuliere maatschap
pijen dan wel door Staatsinstellingen meende
spr. beslist in laatstbedoelden zin te moeten
beantwoorden, daar de particuliere maat
schappijen niet t ereid zullen worden bevon
den de strenge voorwaarden aan te nemen,
die de Staat zou moeten stellende Staat
kan zich ook beter met de drie arbeids-
verzekeringen tegelijk bezigheden (ziekte,
ongevallen en ouderdom) daar de eene niet
zonder de andere is te regelen. In Duitschland
heeft men met vele moeite en kosten drie
afzonderlijke verzekeringen, en nu men de
wenschelijkheid inziet ze te vereenigen, kan
dit niet zonder groote kosten geschieden.
Verder behoort de uitkeering niet hooger
te zijn dan volstrekt noodzakelijk is en
moeten arbeiders en patroons ieder een deel
der premie betalenvoor de ongevallen
verzekering [acht spr. het wenscheiijk dat
de patroon het grootste deel bijdraagt,
omdat hem dit waakzamer zal maken om
door doeltreffende maatregelen ongelukken
zooveel mogelijk te voorkomen een voldoend
geneeskundig attest moet steeds worden
overgelegd.
Dat de Staat alleen de pensioen-verzeke
ring zou moeten bekostigen, omdat alle
rijkdom voortkomt van den arbeider die
alles voortbrengt zooals verleden week
te dezer plaatse was beweerd kon spr.
niet toegeven; immers indien dit waar was,
kon de arbeider het buiten den patroon
stellenmaar integendeelhet kapitaal en
de arbeid brengen beiden voortde arbeid
behoeft het kapitaal evenals het kapitaal
den arbeid behoefthoe minder kapitaal,
hoe minder er wordt voortgebracht. Dat
eene Staatspensioneering die alleen door den
Staat bekostigd wordt, armenzorg in anderen
vorm is, kon spr. volkomen beamen maar
hij noemt- het geen verbeterde armenzorg
want die armenzorg zou het gevoel van
verantwoordelijkheid voor eigen toestand bij
den arbeider verzwakken, hem zorgeloos
makenen daarom acht spr. het noodig,
dat de arbeider wel degelijk bijdrage tot de
pensioen-verzekering, al blijft het ook
waar, dat de Staat een groot deel van de
kosten zal moeten dragen
Spr. acht verzekering een groot middel om
den toestand van den arbeider to verbeteren,
maar men moet het niet overschatten. De
groote sociale vragen moeten met koel ver
stand behandeld worden. Spr. hoopto be
langstelling voor de verzekering te hebben
gewekt, en dankte ten slotte voor de bereid
vaardigheid, waarmede men hem had aan
gehoord.
Van de gelegenheid tot debat werd ge
bruik gemaakt het eerst door den heer
Godschalk, die meende, dat wanneer toch
een deel door den Staat en een deel door
de patroons wordt betaald en de arbeiders
dus voor 2/3 genadebrood eten, er het
laatste deel ook nog wel bij kon, en de
arbeider dus niets moest bijbetalen; dat
hij daardoor zorgeloos zou worden ten op
zichte van het vermijden van ongelukken,
kon hij niet toegeven.
De volgende debatter, de heer Van Wur-
mond, kwam er tegen op dat Van der
Goes in de vorige vergadering zou gezegd
hebben, de arbeider alleen alles voorbrengt
hij heeft wel degelijk erkend, dat er nog
andere menschen bij het werk noodig zijn,
maar hij had meer het oog op aandeel
houders, advocaten enz.hij meent, dat de
spreker het oog had op kamers van arbeid
toen hij zeide, dat patroons en arbeiders
samen moeten zitten, maar hij meent dat
zij dan niet veel zouden uitvoeren.
De heer Van Es meende, dat de arbeider
tot de verzekering niets kan bijdragen
liever zag hij verzekering door middel van
belasting de aalmoes, die de arbeider aldus
ontvangt, moet hij toch betalen.
Ds. Hugenholtz, verklaarde het niet eens
te zijn met het beweren van spreker, dat
waar de arbeider en de patroons de ver
zekering niet betalen kunnen, zij er toe
moeten gedwongen worden; veeleer gaat hij
mee met het beweren der socialisten, wier
beginselen hij overigens niet deelt, dat in
dit geval de Staat als orgaan der gemeen
schap de kosten der verzekering moet dragen.
De opmerking in de vergadering der vorige
week gemaakt, dat de arbeider alles voort
brengt, is bestreden met de bewering, dat
de arbeid het kapitaal behoeft zoowel als
het kapitaal den arbeid; maar spr. meent,
dat zoo het kapitaal daarbij een rol vervult,
dit slechts een passieve is, terwijl het actief
in handen is van den werkman; bet product
van den arbeid is de reëele waarde, de
ruilwaarde regelt zich slechts naar vraag
en aanbod en is dus slechts denkbeeldig;
dit doet hem volhouden, dat de arbeider
heeft het leeuwendeel in de productie, en
dus zijn rechtmatig deel uit de handen van
den Staat moet ontvangennochtans acht
hij die toestand niet ideaal: de gezonde toe
stand zou zijn, dat de vrucht van den
arbeid den werkman genoeg was om te
kunnen levendan had hij geen pensioen
verzekering noodigmaar om daartoe te
geraken zon de levensbron voor ieder toe
gankelijk moeten zijn de grond het ge
meenschappelijk bezit van allen.
De heer Veldman,de verschillende debatters
beantwoordend, stelde in het licht, dat hij
zijne meening omtrent het door den heer
Van der Goes in de vorige vergadering
gesprokene uit de verslagen had geput; hij I
hield vol, dal het eergevoel van den arbe'
bij de verzekering gemoeid was door
daaraan mede te betalen, zoodat ar^el,0t
patroon en staat ieder een deel daar e:
bijdragen maar hoeveel de Staat er
bijpassen is moeilijk te zeggenvoor
oogenblik is dit niet anders dan armen2®
te noemen. Dat alles aan de gemeens""
zal behooren. (De heer Hugenholtz viel sf I
hier in de rede, opmerkend^dat hij dit f' i
socialistisch beginsel niet voorop gezet
maar slechts van gemeenschappelijk grH
bezit gesproken had) kan wellicht op den du,
het gevolg zijn van de ontwikkeling
tegenwoordige toestanden. Dat ten gev'
van de verplichte verzekering het
ongelukken in Duitschland schrikbaren^
toegenomen, bleef spr. beweren. ut
stelde spr. in het licht dat bij verpik"
verzekering de arbeider geen gevaar l°°'
geroyeerd te worden voor uitbetaling- J
Op dien grond bleef spr., ook in antvvO"
op de repliek van den heer Van Es,
plichte verzekering ook voor ziekte ste'
boven particulier initiatief; dien zeik'6.,
spreker antwoordde hij, dat een verbrunj,
belasting hier geen dienst kon doen, om"
dan de prijzen der levensmiddelen z°y,
stijgen den heer Godschalk antwoordde MJj
dat het geen genadebrood is wat -
arbeider gegeven wordt als patroon
staat ieder een deel tot de verzekering
dragen, omdat zij dit moeten betalen.
het denkbeeld door bezuiniging op de Staa
uitgaven de verzekering te vergemakkelijk"1
ging hij mede.
Nadat de heer Hugenholtz, als lid d
commissie voor de lezingen, den sprek9_
dank had gebracht voor de prettige eet\
voudige wijze waarop hij zijn onder^9'1
had behandeld, werd de vergadering geslot9"
Aan de stoomboot Sommelsdijk, vare»"
van die plaats op Rotterdam, overk^9^
heden-middag bij het afvaren van het Ho°
alhier het ongeval, dat zij haar schroefv9'
loor, waarschijnlijk door daarmede teg9"
de steenen te slaan.
De boot werd door een sleepboot van
firma L. Smit Co. weer naar het H°0'
teruggehaald, waarna de passagiers op
sleepboot overstapten en daarmede n»9'
Sommelsdijk werden vervoerd.
De heeren G. J. Vincent Co alhier war9"
bij de heden te Araterdam gehouden a»"'
besteding door het Departement van K»'"'
niën, minste inschrijvers voor de verva»1'
diging van duizend ijzeren ledekanten,
een bedrag van f 11170.
Te Vlaardingen is door het springen v9''
een fleschje met terpentijn, hetwelk rt>eP
op een brandende kachel had gezet, e9"_
inboedel geheel verbrand, terwijl de eigena9'
ernstige brandwonden kreeg. Hij had l'e
tegenwoordigheid van geest om terstond
de Vaart te springen, zoodat hij er betref
kelijk goed afkwam. De inboedel was
verzekerd.
Maandag-avond had te Vlaardingen ee"
vreeselijk ongeluk plaats. De omstreeks^'
jarige Van Dijk, welke eerst een paar dag9'1
in de stoom-touwslagerij van den he9'
Verbruggen werkzaam was, is, zonder d9'
iemand iets merkte, vermoedelijk door e«p
drijfriem gegrepen en letterlijk verm»"'
seld, zoodat het lijk van den knaap n'9'
naar de ouderlijke woning, maar dire"'
naar de begraafplaats werd gebracht.
De verbouwing van het raadhuis te Bi''
legersberg is opgedragen aan den laagst9''
inschrijver, den heer L. N. Krijgsman 'e
Schiebroek, voor f 2666.
De
Zaak-Korpel.
kantonrechter te dezer stede hee
heden, bij breed gemotiveerd vonnis h9'
wettig en overtuigend bewezen achtend ds'
Jan Korpel, steenkolenkoopman alhier, zond9'
gevaar voor zich-zelven zijne vrouw hȣ'
kunnen redden uit het levensgevaar, tervBj'
de dood daarop gevolgd is (art. 450 van h9'
Wetboek van Strafrecht) hem schuldig V®1"
klaard aan het hem ten laste gelegde e"1
overeenkomstig den eisch van den ambtena®'
van het O. M., veroordeeld tot 3 maand®11
hechtenis.
De beklaagde was niet ter terechtzitting
verschenen.