Stads- en Gewestelijk JMeuws. Levenloos aangegeven trekkelijk kleine sekte, als de Joden zijn, kunnen plaats grijpen? Want men moet niet vergeten, dat al die drukte en lawaai alleen de eerherstelling van een landverrader tot pretext heeft en hoe verschrikkelijk de veroordeeling van een onschuldige ook zoude zijn, toch is daar nooit, indien het een Christen gold, zulk een beweging en onverdragelijke drukte van gemaakt dan van den Israëliet Dreyfus, wiens onschuld toch zeker niet als bewezen kan aangenomen worden. De vereenigde verdedigers van Dreyfus, hier het syndicaat- Dreyfus genaamd, gaan niettegenstaande de kans zich bepaald tegen hen keert, nog maar steeds voort door dik en dun den gevangene van het Duivels-eiland als een onschuldig veroordeelde voor te stellen. Het gouvernement met den graaf Esterhazy voor den krijgsraad terecht te doen staan, heeft aan de natie een bewijs geleverd dat het alles wat mogelijk is wil doen om zelfs den schijn van partijdigheid van zich at te werpen hetgeen de verdedigers van Dreyfus, onschuld toch niet zal bekeeren wat de uit slag er ook van moge zijn want uit al hunne laatste handelingen, als omkoopmg en het verspreiden van allerhanden brochuren en berichten, blijkt maar al te duidelijk dat het streven is zonder eenig wettig bewijs, de verdenking eener gerechtelijke dwaling onder het publiek gaande te houden. Reeds bij de eerste zitting van den krijgs raad op Maandag den lOn dezer viel de zwakte en het onhoudbare van den aanklacht door Mathieu Dreyfus tegen den majoor Esterhazy ingebracht, in het oog en met elk Hur verminderde de waarde der soms zeer slimme doch geen steek houdende combi natiën der vrienden van den gewezen kapi tein Dreyfus. Gelukkig dat voor het grootst gedeelte der zittingen van den krijgsraad het geheim is opgeheven, en er slechts bij hooge noodzakelijkheid met gesloten deuren zal gedelibereerd worden want wat zoude in het tegenovergestelde geval daarover geen wraak geroepen zijn. De vice-president van den Senaat, de heer Scheurer-Kerstner, die als getuige op kwam heeft een allertreurigst figuur ge maakt, Op de vraag van den president Heeft u een bepaald bewijs dat het borderel door den heer Esterhazy en niet door Dreyfus geschreven is antwoordde hij »Neen, ik heb slechts eenige aanteekeningen." Dat was dus het fameuse stuk waarmede Frank rijk en de geheele wereld zich maanden bezig hield Behalve de meer dan gebrekkige wijze waarop de aanklagers zich gedroegen of liever verdedigden, kwam in die eerste zitting het gedrag van den luitenant kolonel Picquart op een wijze aan den dag welke niet weinig verbazing wekte. De bijzonder heden over zijne onverklaarbare handelingen ten gunste van den verrader en zijn samen werken met zijne vrienden worden steeds meer en meer van hun geheimzinnigen sluier ontdaan en doen niet weinig het vermoeden geboren worden, dat het syndi- caat-Dreyfus zelfs in het leger zijn leden telde. Zijn verhoor als getuigen had met gesloten deuren plaats en toen hij na de zitting het Hotel van Cherche Midi verliet, zag hij er verre van opgewekt uit en werd hij door de daar aanwezige officieren zelfs niet gegroet. Den tweeden dag der zitting welke met de vrijspraak van den majoor Esterhazy eindigde, leverde niet veel interessants meer op. Alleen de krachtige verklaring van den divisie-generaal Gonse, eerste onderchef van den generalen staf, dat zijn opinie betref fende Dreyfus zich in niets gewijzigd heeft en hij nooit aan zijn schuld twijfelde maakte grooten indruk. Ook zijn getuigenis over de verdachte handelingen van den luitenant kolonel Picquart waren zoo bezwarend voor dezen laatste dat men zich afvraagt hoe hij nog op vrije voeten gebleven is. Terwijl majoor Esterhazy met de kreten van «leve het Leger 1" werd ontvangen,drong de luitenant-kolonel Picquart haastig door de menigte en de ry van agenten heen, snelde naar een daar gereed staande landauer, waarvan het portier van binnen geopend werd. In dit rijtuig zat Mathieu Dreyfus en een vriend die hem daarheen vergezeld had. Na zijn invrijheidstelling, door een repor ter gevraagd, wat hij nu van plan was te doen, heeft graat Esterhazy geantwoord Vandaag ben ik te gelukkig zooveel sym pathie ondervonden te hebben om aan iets anders te denken dan mijn vrienden die mij door hunnen raad en pen geholpen heb ben, de hand te drukken, doch morgen her vat ik den strijd en ik verzeker u, dat mijn wraak even verschrikkelijk zal zijn als de smarten wreed waren die zij mij aandeden. Dat door deze uitspraak de zaak-Dreyfus zoude zijn afgedaan, kan ik niet gelooven, doch zijn vrienden zullen om zijn onschuld te bewijzen nu naar andere middelen moeten zoeken dan door ongegronde aanklachten de schuld op anderen te werpen of door praatjes den twijfel in de gemoederen leven dig te houden. Donderdag-morgen verscheen de Aurore met een open brief, zeven kolommen lang, van Eir.ile Zola aan den President der Re publiek gericht, met het opschrift »J'ac cuse. en waarin hij de ministers Mer- cier en Billot, de chef van den Generalen Staf, generaal Boisdeffre, de generaals Gonse en Peilieux de luitenant kolonel Paty de Clam, den majoor Ravary en de beide krijgs raden enz. beschuldigt, wetens en willens kapitein Dreyfus onschuldig veroordeeld te hebben. Hij eindigt met te zeggen, dat hij het gevaar kent, hetwelk deze aanklacht met zich brengt, doch hij wil in een open baar debat de waarheid aan den dag ge bracht zien. De luitenant-kolonel Picquart moet reeds in arrest genomen zijn. De Kamer en de Senaat stelden hunne bureaux weder samen en gaan de werk zaamheden hervatten. De begrooting zal zoo spoedig mogelijk worden afgehandeld en enkele wetsvoordrachten en de onvermijde lijke interpellatiën daargelaten, kan men niet veel van deze Kamer meer verwachten De tijd der verkiezingen nadert en het is moeielijk te voorspellen of de gematigde republikeinen of de radicalen en socialisten daarbij de overwinnaars zullen zijn. Laten wij hopen dat de af brekers der maatschap pelijke orde niet in getal mogen toenemen, want het is reeds groot genoeg om het der regeering lastig te maken en de beste bedoelingen te dwarsboomen, en hoewel de kans op het oogenblik nog niet groot is, dat deze uiterste partijen aan het be wind komen, een vroeger radicaal ministerie- Bourgeois heeft meer dan voldoende aan gewezen waar wij dan zouden belanden. Moge Frankrijk daarvoor bevrijd blijven! Parijs, 1/14 Jan. 1898. Fidélius. Schiedam, 15 Januari 1898. Aan het bureau van den burgerlijken stand en de bevolking alhier zijn gedurende het jaar 1897 aangegeven. Geboren Mannelijk geslacht 489 Totaa, Q53 Vrouwelijk 464 i waarvan 11 tweeling en 2 driehnggeboorten (wettigj hiervan waren bij de aangifte in leven Mannelijk geslacht 13 1 T ,q Vrouwelijk 6 en levenloos Mannelijk 'geslacht 9. Onecht Mannelijk geslacht 8 T Vrouwelijk 6 j l*m Overleden Mannelijk '229 i Totaa, Vrouwelijk 223 Ongehuwden I ^annel'i'c l^2 Totaal 262 Vrouwelijk 120 I Gehuwden j 5?anneli|k, Totaal 103. f Vrouwelyk 43 j In weduwenstaat Mannelijk ^6 I Totaal 84. 1 Vrouwelijk 58 i Gescheiden van echt. Vrouwelijk 1. Burgerlijke stand 1 Mann. 1 Totaal 2 onbekend 1 Vrouw, 1 i (Wettig) Mannelijk 25 j Totaa, 3?> Vrouwelijk 12 f Onecht Mannelijk 1. Huwelijken tusschen Jonkmans en jongedochters 178 en weduwen ^(toi 193 Weduwnaars en jongedochters 7 en weduwen 5 Echtscheidingen 2. Woonplaatsveranderingen Inschrijving in het bevolkingsregister: Mannelijk 558 Vrouwelijk 599 I Afschrijving uit het bevolkingsregister: Mannelijk 665 Vrouwelijk 730 Landverhuizingen naar Noord-Amerika of andere overzeesche gewesten Vrouwelijk 1 naar Pretoria. Betolking op 31 December 1897 26884. (Op 31 December 1896 bedroeg de be volking 26627.) Totaal 1395. Heden-ochtend 10 ure is in de Buiten haven alhier, in tegenwoordigheid van de heeren wethouders Visser en Den Breems en den directeur der gemeentewerken, den heer J. M. A. Zoetmulder, beproefd de nieuwe stoornbrandspuit ten dienste der gemeente geplaatst op het sleepbootje de Mentor, van de firma L. Smit Co. Dit nieuwe bluschmiddel is onder alle opzichten proefhoudend gebleken. Een straal van 45 M. lengte bij een dikte van 24 millimeter werd verkregende proef heeft bewezen, dat men zelfs zonder slang vanaf de stoomboot over de diepste huizen aan de Hoofdstraat kan spuiten vooral in geval van brand bij hoogwatergetij zal dus de nieuwe stoomspuit aar. de Hoofdstraat goede diensten kunnen bewijzen. Maar ook in de andere havens en grachten der gemeente zal zij een welkom hulpmiddel bij brand zijn, daar de firma Smit zich verbonden heeft, hare stoombootjes zóo in te richten, dat zij alle sluizen en bruggen kunnen passeeren; de stoombootjes door haar ten dienste der gemeente gesteld, zullen on derscheiden zijn door de aanduiding «Haven dienst Schiedam." Onder de slachtoffers van de aardbeving welke het eiland Amboina heeft getroffen, behoort ook een vroegeren bewoner dezer gemeente, den kanonnier 2e klasse Dirk Janse. Door tusschenkomst van den burgemeester dezer gemeente werd namens den minister van Koloniën aan de moeder van den omgekomene, van dat overlijden mededeeling gedaan. Een onderzoek is ingesteld geworden naar het gebeurde in en om het Beursgebouw te Rotterdam op 2 Januari 11., toen schutter de Koning zooals hij zich noemde aanleiding gaf, dat de goede orde verstoord werd. Pij dat onderzoek is gebleken, dat bij de betreffende compagnie de 3e van het 4e bataillon, geen schutter van dien naam is en door den persoon in kwestie blijkbaar een andere naam is opgegeven. Daar het gebeurde plaars greep juist toen het commando «ingerukt marsch" gegeven was, en alzoo de schutter van zijne militaire verplichtingen volgens de letter der schut- terijwet ontheven is, moet eene eventueele strafvervolging voor den schuttersraad vrij spraak tengevolge hebben. Een onderzoek naar den werkelijken schutter is, naar wij vernemen, dan ook opgegeven. {Tel.) Van het zeilschip Helena Maria liggende in de Nassauhaven te Feijenoord, is eergis teren door middel van braak diefstal ge pleegd. Ontvreemd is een zwarten blikken trommel met koperen hangslot, inhoudende f 900 aan bankpapier, assurantiepapieren, hypotheekbrieven, enz. Twee mannen, verdacht van dezen diefstal, worden door de politie opgespoord. Beiden zijn met hun buit gezien, waarmee zij, deze op hun rug dragende, de vlucht namen. In de gisteren te Delft gehouden zitting van den Gemeenteraad werden goedgekeurd voorstellen van B. en W. betreffende het toezicht op den handelscursus en een ge wijzigde verordening op de scholen voor lager onderwjjs. De raad keurde ook goed het voorstel van B. en W. om te berusten in het schrijven van den minister van binnenlandsche zaken, houdende, dat de indertijd in bruikleen gegeven vier festoenen moeilijk waren terug te geven, daar die zijn ingemetseld geworden in een der buitenmuren van het rijksmuseum te Amsterdam. De door Burg. en Weth. voorgestelde commissie voor het onderzoek van de hoekspitsen.van den ouden kerktoren werd goedgekeurd en alzoo benoemd de heeren C. B. Posthumes Meijes te Amster dam, N. Molenaar te 's-Gravenhage en T. J. Nieuwenhuis te Utrecht. Aan den pachter der bad- en zweminrichting werd een toelage verleend van f300 ter tegemoetkoming in de schade door het stinkend water in 1897 door hem geleden. De vooi waarden der verpachting van Stads Doelen werden vastgesteld. Het voorstel om met het oog op de 5 en 6 September te houden inhuldigingsfeesten de kermis te vervroegen, werd in hoofdzaak met het oog op de financieele schade d;e de gemeente daardoor lijden zou, verworpen. Tengevolge van dit besluit wordt de feest commissie in de noodzakelijkheid gesteld, de inhuldigingsfeesten op nader te bepalen dagen te stellen. Vergadering van de Kaïner van Koop handel en Fabrieken. Nadat in de gisteren gehouden vergade ring van de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier, de eerste in het ingetre den jaar, door den voorzitter, den heer J. J. G. Noiet, de wensch was uilgesproken, dat het jaar 1898 voorspoedig mocht zijn voor de leden der Kamer en voor de Schie- damsche handel en industrie, werd overge gaan tot de benoeming van een voorzitter en een vice-voorzitter der Kamer. Als zoodanig werden herbenoemd de heeren J. J. G. Nolet en mr. VV. H. Jansen. Het vaststellen der rekening werd uitgesteld tot de volgende vergadering. Vervolgens kwam aan de orde een verzoek van de Redactie der Schiedamsche Courant om de vergade- deringen voortaan in het openbaar te doen piaats hebben. Men merkte op, dat meer dan eens vroeger deze aangelegenheid was ter sprake gekomen, doch dat op dergelijke verzoeken steeds afwijzend was beschikt. Als hoofdreden voor het houden van ver gaderingen met gesloten deuren werd aan gevoerd, dat de Kamer is een adviseerend li chaam, en dus niet bevoegd was zelf publici teit aan hare adviezen te geven, hetgeen in strijd zou kunnen zijn met de bedoeling van den geadviseerde. Op den algemeene regel, dat niet bij die adviseert, maar alleen de ge adviseerde over de publiciteit van het ad vies te beslissen heelt, behoort de Kamer van Koop handel geen uitzondering te maken. Daar tegenover werd aangevoerd, dat de Kamer van Koophandel niet alleen adviseerend, maar dikwijls ook zelfstandig handelend optreedt, in welke gevallen zij alleen over de publiciteit aan hare handelingen te geven, heeft te oordeelen. Daarenboven worden de vergaderingen van de meeste Kamers in het openbaar gehouden en kunnen, wanneer het algemeen belang het vereischt, de deuren worden gesloten. Deze meening, om de vergaderingen openbaar te maken, werd

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 2