Dagblad voor Schiedam en Omstreken. Magtilda reine. 21ste Jaarg. Woensdag 26 Januari 1898. bureau l&oterztxaat 50. No. 6004. PRIJS VAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maandenf 4.50 franco per post door geheel Nederland - 2. Afzonderlijke Nummers - 0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsƒ0.60 Elke gewone regel meerj-0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. ALGEMEEN OVERZICHT. 25 Januari '98. De Kamer van afgevaardigden in Frank- Djk heeft gisteren hare zitting hervat, en hoewel deze zitting een veel kalmer ver hop had dan die welke Zaterdag werd Sehouden, bleef zij toch niet geheel zonder 'Ocidenten, welke bewijzen, dat de kalmte 111 de gemoederen nog lang niet is terug-, Sokeerd. Allereerst protesteerde de Beauregard *egen de wijze waarop de Kamer Zaterdag behandeldhij beklaagt zich over het °ptreden van troepen. De Kamer-president ®''isson legt uit, dat het personeel met de 0ntruiming der tribunes belast, tegenstand ondervond en dat men daarop enkele sol den heeft laten binnenkomen. Hij zette v°orts de redenen uiteen, waarom hij de VfiI'gadering Zaterdag niet heeft meenen te heropenen (De uitlegging werd ontvangen «net het geroep sZeer goed Daarop was de socialist Jaures weer aan het woord hij stelde voor de beraadslaging °ver zijn interpellatie voort te zetten (Tee- kenen van instemming). Hij verbetert ver- v°'gens eenige door de pers gegeven voor tellingen (Gemor) en gaat dan voort met Zljne vragen te stellen betreffende het proces *egen Zola. Hij vraagt waarom men alleen 's ingegaan op de beschuldigingen, inge bracht tegen de leden van den tweeden r(jgsraad en waarom men de generaals Van het leger aan de beoordeeling der ge borenen wenscht te onttrekken. Jaurès dringt er op aan, dat de officieren getuige- Bls zullen kunnen aflegged en er volledig hebt zal opgaan. Hij spreekt de meening Ult, dat de Kamer geen rechter kan zijn. hhj vraagt of ja dar. neen de leden ^ah den eersten krijgsraad een stuk, in handen hebben gehad, waaruit Dreyfus' Schuld bleek en of dat stuk niet aan den beschuldigde en diens verdediger is mede gedeeld. Feuilleton. HET CONSULT. 6) Mag ik binnen komen vroeg eene bedeesde stem. r~" Wel zeker, antwoordde de gouvernante, ^e hX J™** b'nnen> hij hield een papier in De jonge student was bleeker dan naar LW°°nte> en deze toevallige bleekheid zette bii heiligs aan zijn zacht en opengelaat J; De zwarte cirkel, die de helderheid kom blauwe 00%en n°g meer deed uit- t men, zijn neergebogen voorhoofd, zijne liun gÖ houdiBg> ziJne bijna kleurlooze «et,Z'jne lange verwarde blonde haren, sla?'F dat hiJ eenen kommervollen, Peloozen nacht had doorgebracht. Mejuffrouw Reine werd bijna verschrikt De minister-president Méline zegt, dat de regeering hierover niet op de tribune wenscht te debatteeren. (Toejuichingen in het centrum en rechts.) Jaurès protesteert tegen de begane on wettigheid en schending van het recht. Méline weigert te antwoorden, omdat de regeering het recht niet heeft zich in de plaats van 's lands rechtspraak te stellen. Goblet laat uitkomen, dat de houding van het Kabinet bijdraagt tot verergering van den toestand. Hij zegt dat het Kabinet for meel de overtuiging moest uitspreken dat Dreyfus schuldig is Hij keurt de strafvervol ging tegen Zola at. Baudry 'd Asson leest een verklaring voor. Vervolgens strekt hij de armen uit en valt achterover. Men draagt hem weg. Geroep Sluiting Een voorstel tot sluiting der vergadering wordt verworpen. Brisson deelt mede, dat hij zes moties outvangen heeft. Méline vereenigd zich met die van Bancel waarbij de verklaringen der regeering worden goedgekeurd en ver zoekt aan deze motie den voorrang toe te kennen. Goblet bestrijdt den voorrang, welke evenwel met 375 tegen 171 wordt toege kend. Daarna woidt de motie met 376 tegen 133 stemmen aangenomen. (Bravo's.) Thans wordt overgegaan tot de interpel latie van Beauregard over de handelingen van het syndicaat Dreyfus". Men roept Tot Zaterdag! Méline geeft te kennen, dat de zaak heden tot een einde gebracht be hoort te worden. De Beauregard dient een motie in, waarbij de regeering wordt uitgenoodigd een einde te maken aan de campagne van het finan- cieële syndicaat tegen de militaire rechtspraak. Méline vereenigd zich met de gewone orde van den dag, door het centrum voor gesteld. Deze wordt aangenomen en de ver gadering gesloten. Aan het eind der Kamerzitting heeft de president, Brisson, medegedeeld, dat hij van bij het zien van zijne ontstelde gelaats trekken. Gij zijt niet wel, zeide zij belang stellend. Heden niet minder dan gisteren, was het droevig antwoord van Max, ik heb dezen nacht wakende doorgebrachtzie daar alles. Waarom blijft gij dan zoo waken Om te arbeiden. Waarom werkt gij niet op den dag Omdat het hart een vogel, is, die door het geraas en het licht van den dag ver schrikt wordt, en die alleen in het donker en in de stilte zingt. Heb gij dan verzen gemaakt? vroeg mejuffrouw Reine op eenen toon, die moest beteekenenIk wilde ze wel eens hooren. Ja sprak Max, ik heb er eenige gemaakt; doch zij hebben geene andere verdienste dan waarheid en oprechtheid. Een dichter, die zegt wat hij denkt, lispelde de gouvernante- En die denkt wat hij zegt, hernam de jongeling met geestdrift. Dat is toch wel een wonder, ant woordde mejuffrouw Reine glimlachende. den procureur-generaal het verzoek had ontvangen tot machtiging om een vervolging in te stellen tegen de afgevaardigden Gérault-Richard en De Bernis. Nadere berichten omtrent de anti-semi- tische betoogingen in Algiers, melden dat zij ook Zondag-avond nog zijn voortgezet. De troepen voerden tegen de betoogers charges uit en dreven hen herhaaldelijk uiteen. Twee honderd personen werden gearresteerd. Om kwart over elven werd een alcholmagazijn, aan Joden toebehoorende, op de kade in brand gestoken. De brand weer doofde het vuur. Na dat uur scheen alles tot rust gekomen. Te Saint-Eugène bij Algiers werden verscheidene aan Joden toebehoorende villa's verwoest en geplunderd. De nacht ging overigens vrij kalm voorbij, maar 's ochtends begon het rumoer opnieuw. Op het gerucht dat een Jood een Spanjaard een messteek toegebracht en hem gevaarlijk gewond had, liep het volk dadelijk te hoop en plunderde een Joodsche winkel van Parijsche artikelen. De gouverneur door twee trommelslagers en zes zouaven met de bajonet op het geweer vooraf gegaan, begaf zich toen naar de straat. Bab-el-oued om het volk tot kalmte aan te sporen. Meer dan 3000 menschen schreeuwden»Weg met de JodenVeel inboorlingen uit de hoog gelegen wijk in de stad gekomen, deden aan de plundering mede. Twintig personen werden in hechtenis genomen. De gouverneur van Algiers heeft bevolen, dat alle vreemdelingen gearresteerd of be trokken bij de onlusten, dadelijk uit het land zouden worden gezet. In de gisteren gehouden vergadering van de budgetcommissie van den Duitschen Rijksdag was bij de behandeling der be grooting van buitenlandsche zaken de staats secretaris von Bulow omtrent enkele punten die de algemeene aandacht trekken, mede deelzamer dan men dat anders gewoon is. Hij zeide o. a. dat China voor de vermoorde zendelingen nog 225.000 taëls zoengeld Achmishandel de dichters niet, mejuffrouwsprak Max met nadruk en gevoel. Zij gevoelen zich niet beleedigd of gekronkt door de onrechtvaardigheid, mis kenning en achteruitzetting der menschen. Maar door engelen miskend te worden dit zou hun dood zijn. Sluit den hemel niet voor deze bannelingen op aarde.... Mejuffrouw, zeide hij na eene korte tus- schenpoozing, ik moet u om eene gunst verzoeken. Mij En welke is die gunst Ik zou mij gelukkig achten, indien gij de muziek geliefdet te componeeren voor mijne verzen. Ik zal het beproeven. Het is wel is waar een ruw broddel- stuk, wat uwer onwaardig is, maar gij zijt zoo bekwaam, gij kunt het zoo licht door uwe toonen beschaven. Ik blaak van ongeduld, jonge heer, om uwe verzen te hooren. De jongeling zette zich aan de zijde der gouvernante en las betalen moest, waarvan ongeveer 200.000 taëls tot den bouw van drie herdenkings kapellen met keizerlijke opschriften in Thieng, Tsao-tsjaufoe en op de plaats van den moord gebouwd zouden worden. Op het oogenblik onderhandelde Duitschland met China over mijnbouw en spoorweg concessies. Wat de zaak-Dreytus aangaat, antwoordde van Bulow op een desbetreffende vraag van Eugen Rechter: Gij zult begrijpen, dat ik het onderwerp slechts met de grootste voorzichtigheid aanroer, ten einde ook den geringste schijn te vermijden, alsof wij ons in binnenlandsche Fransche aangelegenheden zouden willen inmengen, hetgeen wij steeds met zorg vermeden hebben. Ik geloof mij des te meer op zulke reserve te moeten toeleggen, wijl te verwachten is, dat de in Frankrijk zelfs aangevangen rechtsgedingen over de geheelen zaak licht verspreid zal worden. Ik beperk mij dus ertoe ten aller- stelligste te verklaren, dat tusschen Dreyfus en Duitsche organen, van welken aard ook, nooit ofte nimmer betrekkingen of verstand houdingen van welken aard ook bestaan hebben. De namen Walsin, Esterhazy en Picquart hoorde ik drie weken geleden voor de eerste maal van mijn leven. Het verhaal van de zoogenaamd in een papier mand gevonden brieven van een geheim- zinigen agent zou misschien in een prulroman een aardig figuur maken, maar bestaat slechts in de fantasie en niets van dien aard is in werkelijkheid ooit geschied. Ik mag eindelijk'met ingenomenheid consia- teeren, dat de dusgenoemde Dreyfus-zaak wel veel stof heeft opgejaagd, maar de tusschen Frankrijk en Duitschland bestaande, gelijkmatig kalme betrekking niet heeft vermogen te storen. Aldus de verklaringen van von Bülow, waarbij vermeld mag worden, dat de gezant te Parijs, graaf Münster, dezer dagen te Berlijn vertoeft en daar bij den Franschen gezant de Noailles officieel uitgenoodigd is. Nu, gij weet aan de Madrigal nog al eene aardige wending te geven, zeide mejuffrouw Reine, nadat de student zijn vers had voorgelezen. Ken ik wellicht ook het meisje, dat u zulke galante verzen doet maken? vroeg zij met eene bewogenestem. De jongeling sloeg de oogen neder. Uit de zuchten van Max, uit zijne neêr- slachtigheid en opgeruimdheid, uit zijne verlegene houding, maar vooral uit zijne achterhoudendheid, kon de gouvernante alles gemakkelijk raden... Eene vrouw, zoo als er zoo vele zijn, zou, zonder zich daarover in het minste te verontrusten, dit stilzwijgend gevoel hebben laten aangroeien, zij zou onbeschroomd aan de eerste ontboezemingen van eene maag delijke ziel voedsel gegeven en die aange moedigd hebben, door woorden van hoop op de toekomst, betere vooruitzichten en der gelijke schoonklinkende, paaiende fraaiig heden meer. (Wordt vervolgdj, NIEUWE SGHIEDAMSGHE COURANT Gelijk de golfslag in zijn klotsen Zich stoot, wanneer hij de oevers raakt. Of 't vaartuig ver van klip en rotsen, lu veiligheid de haven naakt; Gelijk de zwaluw in haar zweven, Door moederlijke wiek omgeven. Mag van de valk het oog ontvliên Zoo wenscht ook aan uw voet gekomen, Mijn hart, met al zijn angstig schromen, Zich veilig door nw woord te zien.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 1