Daffblad voor Schiedam en Omstreken. 21ste J aars Dinsdag 15 Februari 1898. No. 6021. bureau ^ofersfraaf 50. De houten borden. a* amm OVERZICHT. 1? eui 1 Ie t o n. NIEUWE PBIJS TAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maanden Franco per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nummers 1.50 - 2.- - 0.05 PBIJS DKB ADVKBTENTIËN: Van 16 regelsƒ0.60 Elke gewone regel meer-0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. 14 Februari '98. Het proces Zola. He behandeling van het proces-Zola voor et Hof van Assisen te Parijs heeft reeds 6 geheele vorige week in beslag genomen, riog is het einde van dit geruchtmakend Pr°ces niet te zien. Ook Zaterdag, de zesde dag tvoei van het proces, was het alweder zeer goeiig doch door doeltreffende politie-maat- -gelen in en om het paleis bleet de orde ®vvaard. Zola komt in het paleis van stitie, begroet door het geschreeuw Ter °od>t waterWeg met de omge- °®hte kerels! Weg met de Joden Onder- *eg hadden agenten de menigte moeten ^erspreiden. Picquart werd ontvangen rnet e* geschreeuw: Weg met PicquartWeg ttle' de verraders Esterhazy werd begroet ^et het geroep»Leve het legerLeve sterhazy 1" Als Picquart voorbijkomt, roept stem«Leve de menschen, die niet bang zijn 1" Hen protest, door vele advocaten getee- end, ig gezonden aan den deken der orde. e advocaten betuigen den deken hun diepen eerbied wegens de vaderlandsliefde ®n de verontwaardiging waarmede hij verzet eeft aangeteekend tegen de toejuichingen, gisteren aan een der getuigen ten deel gevallen. Zij betreuren deze betooging, wijzen aüe solidariteit met andere betoogingen af, en geven hun diepen eerbied te kennen v°°r het leger en de legeraanvoerders. Hr zijn wat minder advocaten aanwezig an den vorigen dag. Om twintig minuten ever twaalven wordt de zitting geopend. lcquart, de beteekenis van zijn getuigenis van den vorigen dag toelichtend, zegt«Ik geloof dat Zola zich sterker heeft uitgedrukt an zijne bedoeling was, toen hij zeide, dat 6 krijgsraad Esterhazy op bevel heeft vrij gesproken. Ik vermeen, dat de krijgsraad eeft geoordeeld op onvolledige of onvol- d°ende stukken. Picquart voegt er bij, dat een lid van den krijgsraad gezegd heeftIk zie, dat de eigenlijke beklaagde Picquart is, en ik ver zoek dat hem wordt toegestaan rekenschap te geven. In antwoord op een vraag van den presi dent, zegt Picquart, dat de fotografie van het borderel zoo nauwkeurig was, dat zij aan schriftkundigen is voorgelegd. Voorts verklaart hij, Leblois, een heer of vijftien ontvangen te hebben, maar dat hij nooit het geheime stuk onder de oogen gehad heeft, waarop de woorden voorkwamen, dat canaille van D. Kolonel Henry houdt zijn vroegere ver- klaruigen volhet dossier lag op tafel en de enveloppe, welke het document in kwestie bevatte, lag naar Leblois gekeerd. Generaal Gonse wordt teruggeroepen en verklaart, dat het dossier in wanorde was. Kolonel Henry herkent den tekst van het dossier, dat in de enveloppe was. Labori antwoordt, dat er tegenspraak is tusschen de woorden van kolonel Henry en die van het rapport-Ra vary. Kolonel Henry wendt zich tot de verdediging en zegt niet te zullen dulden, dat men twijfelt aan zijn getuigenis. Overste Picquart protesteert tegen de woorden van kolonel Henry en handhaaft krachtig zijne ontkenning. Kolonel Henry roept uitIk handhaaf ten stelligste mijne meening. Picquart heeft gelogen, Picquart vraagt verlof ophelderingen te mogen geven en zegt«Kolonel Henry, commandant Lauth en anderen krachten, geholpen door den heer Paty de Clam, allerlei lasterlijke beschuldigingen tegen mij uit, omdat zij niet willen, dat iemand aan hun werk raakte. Ik voor mij meen, dat er licht moet ont stoken worden. Na met smaadredenen over stelpt te zijn, op het punt vanuit het leger gejaagd te worden, beweer ik, dat ik het slachtoffer ben van mijn goede trouw en mijn onkreukbare houding. Als Clemenceau tracht de punten nader toe te lichten, waarover Henry en Picquart niet overeenstemmen, verzet de president er zich tegen. Clemenceau protesteert en zegt dat hij de waarheid aan het licht wil brengen «Indien gij dit niet wilt, ontneemt mij dan het woord". De president ontneemt hem metterdaad het woord (Geraas). Labori staat op en zegt: «Indien gij meent ons het woord niet te mogen ver- leenen, zal ik maatregelen nemen om de rechten van de verdediging te laten eer biedigen. Na tal van incidenten, verklaart kolonel Henry ten slotte, dat het stuk, waarin de woorden cette Canaile de D.voorkwamen, nooit iets te maken had met de zaak Drey fus. (Beweging.) Mr. Demange wordt gehoord, Labori vraagt hem, of hij wil spreken over de zaak Zola in haar betrekking tot de zaak Esterhazy. Demange geeft een historische uiteenzet ting en verklaart waarom hij zich niet tot den minister van justitie gewend heeft. Hij had de zaak aan de regeering uiteengezet, maar bemerkte, dat deze geen revisie wilde ondernemen. Labori vraagt hem, waarom hij een revisie mogelijk achtte. Hij antwoordtOmdat ik meende na de door Sales gedane onthullingen dat de wet geschonden was. Clémenceau vraagt Demange of hij daarbij niet steunt op een vertrouwelijke mededee- ling van Sales, wien een lid van den krijgs raad had gezegd, dat een geheim stuk was meegedeeld. Demange roept: Zeker wel. (Ontroering De president zegtIk zal deze vraag niet stellen. (Langdurige vroolijkheid.) Labori vraagt aan mr. Demange, of het facsimile van het door ce Matin openbaar gemaakte borderel in het oog loopende ge lijkenis vertoont met het origineel, wat door Pellieux was ontkend. Hen karakterschets uit de eerste helft der 18e eeuw. 9) vaart zou Voorzeker zeer schoon ge bild w^n' a's n'et mijn aartsvijand, de had 6 X' Z'cb weder bij neef en nichtje tyer aatIgesloten, waardoor mij alles vergald "ver ,i r eens, moeder! vier bruggen eeno f'be voerden tot het kamp. Eerst en pir,a i-M dan eene vlot'> eene ton la„ e'lJa eene wipbrug. Bij de schipbrug ZondJri'® gS 1 groote zeevloot met allerlei Vele narnen- 6 fregatten, 9 schoeners, °P wii11 Cn a"er'ei soort van vaartuigen, leilen 6 dekken, touwwerk, masten, den a,enzH ™eer dan 600 matrozen wemel- i e Hollanders moesten verbeelden en gekleed waren in wit linnen, rood gestreepte buizen en broeken, roode gordels, spitse hoeden. Een klein getal hunner liep in broeken van blauwe zijde, met witte stree- pen, geelzijden buizen, blauwe gordels, blauwe en gele hoeden, en kousen van blauwe zijde. Een der groote schepen heet De Bucentaurus en moet we! 15,000 thaler gekost hebben. Maar het was ook van buiten en van binnen alles louter goud. En denk eens na, moeder, die geheele kostbare vloot, voor welke wij alle huizen van Seifen wel driemaal konden opbouwen, wordt na 4 weken bij het oud ijzer geworpen Nadat wij de groote zeevloot voorbij waren, kwamen wij bij eene andere, die wel is waar niet zulke groote schepen, maar er toch veel meer had dan de eerste. Op deze schepen heerschten niets dan pret en vreugde, ge woel en gejubel. Het waren enkel wijn-, bier-, koffie- en dansschepen met groote breede vlaggen, die alle wapperden, qm de menschen tot zich te lokken. Nauwfelijks waren wij door dit wilde Babel gevaren, of aan de linker oever der Elbe vertoonde zich een tafereel, bij hetwelk wij allen stijf van verbazing stonden te kijken. Zelfs Max hieU op met spotten en Truitje riep vol verwon» Mr. Demange zegt »De gelijkenis was treffend." Het publiek spreekt met opgewondenheid over het belangrijke feit, door Demange naar aanleiding van de verklaring van Sales uitgebracht. Sommigen gelooven, dat het getuigenis van Demange een revisie zal ten gevolge hebben, anderen betwisten hun dat de- bewijzen voor een revisie voldoende zou den zijn. Ranc beijvert zich om de goede trouw van Zola aan te toonen. Daarna wordt Jaurès gehoord. Hij ver klaart, dat het jammer is, dat deze zaak voor de verkiezingen aan de orde gekomen is en gaat daarna aldus voortAls de ge nerale staf niet met Esterhazy had geheuld, had men hem in hechtenis moeten nemen op den dag dat hij triumfantelijk aan kwam dragen met het geheime stuk op het minis terie van oorlog maar hij werd door groote chefs beschermd. Het blijkt uit alles dat het proces niet werd gevoerd om de handelingen van sommige militairen te rechtvaardigen. In het parlement beproefde men, maar zon der resultaat, opheldering te verkrijgen over dit stuk. Het is monsterachtig dat men in het land der vrijheid niet weet, of de wet geëerbiedigd of geschonden wordt. Maar ik wil het geheim van anderen schenden en zal zeggen, dat Decassé en Charles Dupuy mij hebben gezegd, dat generaal Mercier hun over niets anders dan het borderel had gesproken. Nu schijnt het, dat er nog iets anders was. Ondanks de schitterende dienst regeling is het onmogelijk dat men een der gelijk geheim voor zich kan houden en een dergelijke verantwoordelijkheid kan aan vaarden. Er ontstaat een zeer levendig incident tusschen de verdedigers en den president over de weigering van dezen laatsten om aan het ministerie van oorlog het overleggen van het geheime dossier te vragen. Daarna wordt Bertillon gehoord. Labori vraagt hem of het borderel kan geschreven zijn door een ander dan Dreyfus. dering uit«O menschenhanden Moeder, gij moogt het gelooven of niet, maar daar stond een kasteel, een betooverd slot, dat bijna tot in de wolken reikte en breeder was dan alle huizen van Seifen aan elkander geschoven. Dat reuzenkasteel had zoó vele vensters, poorten, deuren, pilaren, sieraden en andere wonderlijke zaken, dat men ze onmogelijk kon tellen. Naast de beide vleugels van het kasteel stonden twee hemelhooge palmboomen, waaronder eene vrouw, Fama geheeten, lag te rusten op kanonnen, geweren, degens, helmen, trom mels, keteltrommen en trompetten. Het zonderlingste echter van allen was, dat het kasteel, de palmen en al wat men zag, oogenbegoocheling was, daar het geheele werk slechts geschilderd was. Maar hoe. Gedurende 5 maanden hadden 200 timmerlie den aan het geraamte van dit tooverslot gear beid, hetwelk 8i el hoog en 200 breed is. Daarna heeft men het van onderen tot boven met wit linnen bekleed, hetwelk door 60 kunstenaars opzettelijk daartoe uit Frankrijk ontboden, beschilderd is. Verschrik niet, moeder, als ik u zeg, dat 6000 el linnen, geen el meer of minder, zijn geverwd geworden. 6000 elleno mijn hemelhoe vele hemden hingen aan dat houten ding Moeder! zoudt gij u wel kunnen voorstellen, hoe het er zou uitzien, als honderd bran dende lampen op eenen hoop bij elkander waren Als er nu eens tienmaal zoo veel, bijgevolg 1000 waren? Maar wat zegt gij daarvan, en blijft uw verstand niet stilstaan, als men u diets wilde maken, dat 500 maal duizend brandende lampen, neven en boven elkander hingen? En toch is het zoo. Ach, moederin dat reuzenkasteel mag geen mensch, niet eens eene rat of muis wonen, ofschoon 200 timmerlieden 5 maanden daaraan gearbeid en een heir schilders daaraan geverfd hebben. Had men in de plaats daarvan niet nog een Seifen kunnen bouwen met honderden woningen En wat doet men met die 6000 ellen beschilderd en doorgenageld linnen, nadat het bovendien met meer dan eene halve millioen lampen draden is doorboord geworden Ach, en de olie, de vele olie in dezen lampenstroom, die tien uren lang moet brandenAnder half tot twee duizend jaren, kwamen wij zomer en winter toe met dezen olie, zon der eenen enkelen spaander hout te moeten branden. (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1898 | | pagina 1