Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
21ste Jaars.
Woensdag 16 Februari 1898.
No. 6022.
"bureau "glofersfraaf 50.
9
ALGEMEEN OVEI1Z1CHT.
da:
NIEUWE SCHIEDAMSGHE COURANT
PRIJS VAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maanden
Franco per post door geheel Nederland
Afzonderlijke Nummers
1.50
- 2.
- 0.05
l'llllll'.UniHli'IIUI'IIIIHi
PRIJS DER ADYERTENTIËN:
Van 16 regelsƒ0.60
Elke gewone regel meer-0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
15 Februari '98,
Het proces Zola.
Be belangstelling in het geruchtmakend
Pföces blijkt door den langen duur te ver
hinderen. Het aantal nieuwsgierigen neemt
a* en de opgewonden betoogingen, waarvan
*°°rtdurend melding werd gemaakt, hadden
gisteren niet meer plaats. Onder de nieuws
gierigen jn (jen orïltrek Van het paleis van
Justitie werd gisteren ook prins Henri van
r'eans opgemerktde prins trachtte het
Puleis aan den Boulevard du palais binnen
gaan, doch werd teruggehouden. De
Prins en zijn vrienden drongen daarop niet
Verder aan en gingen weg.
dit oogenblik weerklonk een vreeselijk
§eschreeuw van den Pont Neufhet rijtuig
Van ^°'a was in aantocht. Dadelijk hielden
^genten van polite de nieuwsgierigen tegen.
Het publiek op den Quai des Orfèvre werd
teruggedrongen naar den kant van den
°ulevard du Palais, terwijl het rijtuig
z°nder hinder opreed. Het publiek bleek
hinder belangstellend te wezen, want men
2ag bier en daar gapingen in de zaal. Het
'unentreden van Zola lokte geen betoog van
goed- of afkeuring uit.
den aanvang der zitting brengt de
Voorzitter de toespeling in herinnering door
aurès gemaakt op een vertrouwelijke mede-
eeling, die Papillaud hem gedaan zou
ebben (dat Esterhazy, toen de Matin het
°rderel openbaar maakte, uitgeroepen zou
ebben Ik ben verloren Red.) en leest
ar°P een brief voor van Le Prevost de
aunay, behelzende dat Papillaud hem een
jurecht tegenovergestelde mededeeling
eeft gedaan. De voorzitter deelt dan nog
®en telegram van Papillaud mede, waarin
eze Zegt, dat hij nooit de woorden gesproken
e®f die Jaurès hem in den mond legt. La-
orb protesteerende tegen de aanvallen van
e Libre Parole en de Intransigeantdie
eWeren, dat hij van Duitschen oorsprong,
dat zijn vrouw een jodin is, zegt dat
*\)n vader een Elzasser is, dat hij den veld-
ocht van '70 heeft meegemaakt, en het
^egioen
kruis werd hem door generaal de Bois-
effre ter hand gesteld. Warme toejui
c lt!gen begroeten deze woorden.
Jaurès zegt te betreuren, dat Papillaud's
§®zondheidstoestand hem belet, voor het
0 te verschijnenik zou hem anders
bge dwingen> de juistheid van mijn
j^Wering te erkennen, verklaart Jaurès.
^upillaud zou zelts aan Jaurès gezegd hebben
at bij zijn vrienden van de Libre Parole
raad had gegeven, Esterhazy Diet langer
datVOlSen' 111 ^"jP'^Jaurès ten slotte,
men er belang bij heeft, mijn woorden
gen te spreken, maar ik houd vol dat ze
barheid bevatten.
baf!erop vol2en de verklaringen van Hub
tii|o °.V8.r 8esPrekken met zijn neef Ber-
Dietn" verklaarde van Bertillon's schema
veel te hebben begrepen. Generaal
Jur.g zei hem eens, dat wat er in de bureaux
van den generalen staf was gedaan, af
schuwelijk was. Langdurige beweging.)
Yvers Guyot, daarna gehoord, zegt, dat
Bertillon hem gezegd heeft, dat het schrift
van Dreyfus rechts was en dat van het
bordereel links. Hij zegt verder dat
het proces tegen Esterhazy een bespotting
van de gerechtigheid was. Bij de buiten-
landsche regeeringen weet men precies wat
men van de zaak-Esterhazy moet denken.
Belangrijk was daarna de verklaring van den
deskundige Bertillon. Bertillon zegt, dat hij,
na er over nagedacht te hebben, geen ver
gunning meent te moeten vragen om de
fotografiën die hij gemaakt heeft, over te
leggen. Ik heb begrepen, zegt hij, dat ik
deze demonstratie niet kon doen.
De verdediging protesteert. Bertillon
blijtt bij zijne meening. De verdedigers
antwoordende, spreekt hij zijn overtuiging
uit, dat het borderel niet van Esterhazy is.
Labori, verzoekt hem, ten aanhoore var,
heel Europa uit te leggen, op welke redenen
ijne overtuiging berustte, toen hij in den
krijgsraad aantoonde, dat het borderel van
Dreyfus was maar Bertillon antwoordt, dat
hij de stukken niet meer bij de hand heeft om
dat bewijs te leveren Labori vraagt hem
of het borderel geschreven was in loopend
schrift of dat de woorden een voor een
overgebracht waren. Bertillon zegt, dat hij
onmogelijk op die vraag kan antwoorden.
De voorzitter stelt dezelfde vraag, maar
krijgt geen antwoord.
Clemenceau verzoekt nu den advocaat-
generaal den getuige te dwingen om te
antwoorden, maar de advocaat-generaal
verroert zich niet. Bertillon zegt, dat hij
noch ja noch neen kan zeggen. Eindelijk
maakt Labori de opmerking dat de gezwo
renen onthouden zullen, dat de getuige niet
heeft geantwoord.
Nadat Bertillon zijn verklaring had af
gelegd, stond Labori met levendigheid op
riep, op Bertillon wijzende, uit: Ik
kan maar een ding zeggen aan de jury
»Het proces van 1894, daar hebt gij het".
Bertillon was de voornaamste deskundige,
op wiens getuigenis Dreyfus veroordeeld is
[Beweging.)
Teyssonnières wordt daarna gehoordhij
is deskundige in schrift en heeft overeen
komst opgemerkt tusschen het schrift van
het borderel en dat van den veroordeelde.
Het facsimile van het borderel zou verminkt
zijn, om het te doen gelijken op het schrift
van Esterhazy. Ook aan het cliché is ge
knoeid, om eenige gelijkenis met het schrift
te krijgen.
Teyssonnières spreekt vervolgens van een
poging tot verleiding, op hem beproefd door
den grafoloog Janin, dien hij met veront
waardiging heeft afgewezen.
De president vat het gesprokene samen
en zegt, dat dus Teyssoniéres' technische
conclusiën in het nadeel van Dreyfus zou
den zijn geweest, waarop men hem geld
zou hebben aangeboden om een rapport uit
te brengen van tegenovergestelde strekking.
De getuige meent dit uit het gebeurde te
hebben moeten opmaken.
Labori vraagt hem of hij onder eede zeg
gen kan, wie hem geld heeft aangeboden.
Teyssonnières antwoordt, dat men hem heel
zachtjes te verstaan gaf, dat hij in zijn
rapport een dwaling zou hebben kunnen
begaan. Daarbij zei men hem, wat hij heeft
meegedeeld.
Hij geeft vervolgens nog bijzonderheden
over het borderel ten beste en zegt dat hij
het dossier nog in zijn bezit heeft. Ook
erkent hij dus thuis een dossier te hebben,
dat daar niet zijn moest.
Nu wordt Trarieux weder geroepen, en
deelt bijzonderheden mede over Teysson
nières, die trachtte hem van de schuld van
Dreyfus te overtuigen. »Ik vond verschil in
het schrift van Dreyfus en dat van het stuk.
Maar Teyssonnières antwoordde, dat de ver
rader zijn sehrift met opzet had veranderd.
Trarieux verklaart verder, dat hij in '95 toen
hij minister was, een bezoek heeft ontvangen
van den afgevaardigden van Corrêze, Des-
cubes, die hem verzocht Teyssonnières te
ontvangen. Na de mededeelingen van Des-
cubes, wist Trarieux te verkrijgen, dat de
loopbaan van Teyssonnières, die voor een
misgreep in den dienst gestraft was, niet
werd gebroken. Later sprak Teyssonnières
den getuige over de zaak Dreytus en trachtte
hij den getuige van Dreytus'schuld te over
tuigen xwaaraan zegt Trarieux ik
twijfelde, sinds ik wist dat een geheim stuk
was medegedeeld. Eenigen tijd daarna deelde
Teyssonnières mij zijn dossier over de zaak
mede. Dat was in Juni van het vorige jaar.
Hij wilde allen twijfel bij mij opheffen.
Welnu, ik heb dat dossier zeer nauwkeurig
bestudeerd, al de stukken afzonderlijk, en
in hun verband. En na dat onderzoek van
de stukken afzonderlijk werd ik getroffen
door het verschil in het schrift. Het schritt
van Dreyfus was regelmatig."
Eenigen tijd na mij zijn dossier te hebben
medegedeeld zoo gaat Trarieux voort
vertelde Teyssonnières mij een zonderling
feit.Zijn keuken- of zijn werkmeid had onder de
deur van zijn woning het dossier Dreyfus gevon
den en hij wist niet te verklaren hoe dat daar
bij hem gekomen was. De Joden wille me
in leelijke zaken betrekken, zie hij. Ik
antwoorddeWelnu, weet u wat u doen
moet, breng het dossier ergens in veiligheid,
totdat u hebt ondekt wie het daar heeft
neergelegd, en u hem heeft aangewezen
aan dejustitie. Hij antwoordde toestemmend
en vertelde later erg slecht op het ministerie
van oorlog te zijn ontvangen.
»Eenigen tijd daarna heeft iemand die
met den minister in nauwe betrekking staat,
mij laten zeggen, dat Teyssonnières verdacht
werd, de fotografie of het borderel te hebben
gegeven aan de Matin. Ik waarschuwde
toen Descubes"
Zijn getuigenis voortzettende, zegt Trari
eux, dat volgens Teyssonnières Bertillon een
zonderling getuigenis vóór den krijgsraad
zou hebben afgelegd en dat zijn, Teysson-
i nières' expertise,toen gelukkig de overtuiging
van den krijgsraad heeft kunnen vestigen.
Teyssonnières geeft deze uitlegging, dat
hij meende aan den krijgsraad al de stuk
ken van zijn dossier te hebben overgelegd.,
tegelijk met zijn rapport. Toen hij later zijn
verwondering er over te kennen gaf,
daar dit bleek niet het geval te zijn
geweest, antwoordde men hem aan het
ministerie van oorlog, dat er geen belang
bij het dossier was en dat het rapport vol
doende was. Zoo heeft hij de stukken in
zijn bezit gehouden.
De verdediging »Uit uw verklaring
volgt, dat de leden van den krijgsraad de
stukken niet hebben vergeleken met de uit
eenzetting in het rapport."
Antwoord Ongetwijfeld.
Hierop wordt Charavey gehoord, die wei
gert te antwoorden.
Labori geeft aan de jury een beschrijving
van het facsimile van het borderel en van
het schrift van Esterhazy. Hij vraagt aan
Charavey of het schrift van het borderel
gewoon is of verdraaid. Charavey weigert
te antwoorden. Labori vraagt hem, of hij
iemand enkel op een schriftonderzoek zou
veroordeelen.
De president weigert deze vraag te stellen,
Labori protesteert. Wilt u den beklaagde
terstond doen vrijspreken, mij ook goed, zegt
Labori.
Hierop machtigt de president Charavey
te spreken.
Charavey zegt, dat hij nooit iemand ver
oordeelen zou enkel op een schriftonderzoek,
zonder moreelen bewijsgrond.
Hierop wordt de expert Pelletier gehoord,
die verklaart dat het schift van het borderel
niet verdraaid was. Hij wil zijn rapport
voorlezen, doch de president valt hem in de
rede om hem de voorlezing te beletten.
Labori protesteert.
De president machtigt Pelletier een ré
sumé van zijn rapport te geven. De con
clusie is, dat er in het borderel niet dan
oppervlakkige punten van overeenkomst
zijn. Niets geeft het recht, het borderel toe
te schrijven, hetzij aan Dreyfus, hetzij aan
Esterhazy.
Hierop werden nog gehoord de experts
Gobert, Conard en Bellami, die zich achter
het ambtsgeheim verschuilen.
Labori roept uitIk houd vol dat
het oorspronkelijk borderel hetzelfde is als
het facsimile.
Teekenen van protest.
LaboriO laat men maar protesteeren.
Dat hindert me niet
Tier. minuten vóór vijven wordt de zitting
opgeheven.
Na afloop der rechtszitting is het buiten
het paleis van justitie vrij kalm. De Quai
des Orfèvres wordt bewaakt door soldaten
van de republikeinsche wacht, en op bevel
van den prefect van politie geheel schoon
geveegd. Men laat enkele journalisten door
die daarvoor kaarten hebben. Dank zij deze
maatregelen stonden er hoogstens honderd
menschen voor de deur, waar Zola altoos
uitkomt.