Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
21ste Jaarg.
Dinsdag 19 April 1898.
No. 6073.
looierstraat 50.
Schieten Museum.
tichtflU' 6n aankooP van een hU'S t0t»in*
K g
ALGEMEEN OVERZICHT.
NIEUWE SCHIEDAM COURANT
PB IJS TAN DIT BLAD:
^oor Schiedam per 3 maandenf 1.50
Franco oer post door geheei Nederland
Afzonderlijke Nummers
2.
- 0.05
SEEK
PBIJS DEB ADYERTENTIËN:
Van 16 regels0.60
Elke gewone regel meer-0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
fytj -*~£
van morgen de voordracht van B. en
(w ^treffende de kwestie van 't te
i.
Is niet te hopen, dat de Raad in zijne
ver-
fcty,Wen ex-Gymnasium aanneemt. De be-
tegen deze regeling zijn van ver-
etlde zijden gevoeld en uitgesproken,
'6tlnand is met een schikking als nu voor-
is, tevreden. Doch het is te vreezen,
til Ve'e van onze raadsleden, wanneer ze
8te^lltnne beslissing gaan uitbrengen, vóór
'etl om maar van de zaak »af" te zijn,
°mdat ze de meening deelen der
(tl le'Jarnsche Courant, dat het beter is iets
^cdts) te krijgen, dan er alweer wie
lijdoe lang op te moeten wachten.
*W6riSch met enkele woorden tegen deze
ltlg°p te komen, en ik hoop, dat deze over-
dle8l"g ten minste geen der lactoren zij,
V0 eene eventueele aanneming van dit
j ste' zullen medewerken,
tnj' beginsel heett de Raad reeds uitge-
door een archivaris aan te stellen,
Va. v°°rzieningin den ongelukkigen toestand
°Oze oude bescheiden, dringend noodig
^'ie eenigszins op de hoogte is, welk
Vurige verwarring en verwaarloozing,
®en hopelooze chaos er bestaat, zoodra
d®2e materie van nabij gaat beschouwen^
4i
meening van den Raad volkomen
tfQ 11 komt het mij, ook naar ik uit be-
W^are bron mocht vernemen, onaanne-
voor, dat het Rijks-archief de daar
b 0r8en, en door den archivaris Mr. van
openbaar gebouw of een bureau voor den
burgerlijken stand
Betreurenswaardig is het, dat op den
vooravond van deze, voor onze gemeente
toch wel belangrijke beslissing, de Schiedam-
sche Courant is gaan zwenken, en nu
omdat van bevriende hand" haar werd
gezegd, dat ze te veel verlangde, dan
in 's hemelsnaam maar de aanneming van
't voorstel van B. en W., als het éénig
bereikbare, aanbeveelt.
Met kracht wensch ik den Raadsleden
er op te wijzen, dat ze bij aanneming van
dit voorstel een museum voor langen tijd
onmogelijk maken; dat ze ons archief
maar zeer weinig zullen opheffen uit den
toestand van verwaarloozing waarin 't ver
keert, door den archivaris een alleszins
geschikt gebouw te onthouden en tevens
indirect een groot deel der archieven buiten
te sluitendat ze tóch vroeg of laat
weer een plan zullen moeten goedkeuren
om der politie een ruimere localiteit te
verschaften. De bezwaren tegen de ver
plaatsing van de bureaux der afdeeling A.
noem ik niet eens.
Ik hoop, dat aanhouding der zaak, ont
werp van een nieuw plan, en daarna een
nieuw voorstel van B. en W. in den geest
zooals de Schied. Courant (27-28 Mrt. II.)
het heeft aangegeven, de vrucht zal zijn
van de discussie 's inde gemeenteraadzitting
van morgen,
S. S.
indertijd bijeengezochte stukken, zal
g. aan Kil aannpminfT van het voorse-
voor. dat het Rijks-archief de daar
rgen,
s ind
SU|,ar>, bij aanneming van het voorge-
li(1 6 plan. We missen zoodoende een be-
k{8rÜk deel in ons archief. En het is buiten
V *?at bÜ eventueele bespreking, het plan
0^ ®c1dedamsche Courant veel kans heeft
«ve Verwezenlijkt te worden, en daarbij
r'e®ns veel gunstiger resultaten zijn te
dj,Elften voor weinig meer geld, ook in
%Mcht-
atltleer echter de Schied. Courant gaat
#in elk 8eval iets' geen geVal
8 i laat zij zich op een dwaalspoor
O8®0, De toestand van ons archief, of
Pst
e»er
lPien
van de oude, zeer belangwekkende
van Oud Schiedam is zóódanig,
v°°rziening toch spoedig dringend noodig
eti zaleen archivaris is reeds be-
I - waarom dan geen verdere be-
pt ngen gehouden, die tot een meer
tlSch plan zullen leiden dan dat van
h' ,6tl W.f Waarom de zaak niet aange-
piadetl' en aan B. en W. opgedragen,
te ontwerpen tot een doelmatige
th„C van 't politiebureau tot archief en
nr~" oog daarbij, dat 't Oude Gymnasium,
tc>o
Mi
b®t verkocht wordt, zeer zeker een
8Un°etU*6 som za' opbrengen, daar 't uiterst
\y0 StlS gelegen is voor verhuring vatl
'ügen, gunstiger zeker, dan voor een
18 April '98.
Spanje en Amerika.
De eindbeslissing over oorlog of vrede is
nog altijd niet genomen. De oplossing der
brandende kwestie wordt echter van uit
Washington Terwacht. Zaterdag werd te
New York verwacht dat de beraadslagingen
van den Senaat te Washington over de
Cubaansche kwestie, op zijn vroegst Zater
dag-avond wellicht eerst Maandag zouden
afloopen. Inmiddels zag het Amerikaansche
volk met klimmend ongeduld het zoogenaamd
talmen van den Senaat aan, terwij) de geest
drift voor den oorlog al stijgt, De bekende
bazaarmaker Wanamaker biedt aan, een
geheel regiment te bekostigen en het zelf
aan te voeren. Zijn ondergeschikten, die er
in zouden dienst nemen, zou hij schadeloos
stellen. De candidaat der zilverenmannen uit
den jongsten verkiezingsstiijd Bryan was
Zaterdag te Washington en dreef de demo
cratische partij vooral in den Senaat aan
om de erkenning van Cuba's onafhankelijk
heid door te zetten.
De Senaat heeft aan die veelzijdige-
pressie niet langer kunnen weerstaan. Met
51 tegen 37 stemmen nam hij het amende
ment van den heer lur-pie aan, waarbij
de Cubaansche republiek wordt erkend.
Daarmede is echter de oorlog nog geens
zins verklaard, want de Kamer heeft zich
ditmaal wijzer dan de Senaat getoond. De
in de Kamer aangenomen motie blijkt veel
kalmer geredigeerd te zijn en enkel den
president te willen machtigen tot herstel
van orde en rust op Cuba zonder uitdruk
kelijk de Spaansche souvereimteit aan te
tasten. Voor alles zouden dus nog eerst de
twee uiteenloopende moties der beide
Kamers gelijkluidend moeten worden ge
maakt, daar anders de President ze onmo
gelijk kan uitvoeren. Is men het tot zóóver
eens, dan rest Mc Kinley nog het veto
recht en zelfs vooraf tien dagen bedenktijd,
waarvan hij echter onder de heerschende
agitatie geen gebruik zal maken. Ook ver
wacht men geen vetozoo slechts de «er
kenning der opstandelingen als oorlogvoe
rende partij in de moties vermedeu wordt,
wijl hij daar uitdrukkelijk tegen gewaar
schuwd heeft. Hij kan echter nog een wijl
lijdelijk blijven, en dan een ultimatum
met eenige speelruimte zenden, ook
de onderhandelingen voortzetten, en in het
eind nog een scheidsgerecht aanvaarden.
De Senaat te Washington hervatte Zater-
ig de discussie over de resoluties welke
door de commissie van buitenlandsche zaken
was ingediend. Ofschoon enkele heftige
redevoeringen werden gehouden, pleitten ver
scheidene senatoren voor het behoud van den
vrede, verklarende dat er geen goede reden
was voor een oorlog en Spanje niet geheel
en al verantwoordelijk kan worden gesteld
voor den toestand.
Gedurende het debat werden alleen be
langrijke verschillen ontvouwd over het
raadzame om de onafhankelijkheid der
Cubaansche republiek te erkenen.
Na de aanneming van het amendement
Turpie betreffende de erkenning der Cu
baansche republiek, nam de Senaat vervolgens
met 67 tegen 21 stemmen de resoluties
van de meerderheid der commissie van
buitenlandsche zaken aan met het amende
ment—Turpie.
Door het aannemen van het amendement
Turpie heeft de resolutie zulke belangrijke
beteekenis gekregen, dat als zij ten uitvoer
wordt gebracht, Spanje geen oorlog meer
kan ontgaan, tenzij het zich in het stof
buigt, wat vooralsnog niet te verwachten is.
De resolutie, zooals zij was ingediend,
door de meerderheid der commissie van
buitenlandsche zaken, heeft dezen inhoud
«Overwegende, dat de afschuwwekkende
toestanden welke langer dan drie jaar heb
ben bestaan op het eiland Cuba, zoo dicht
aan onze grenzen, het zedelijk gevoel van
het volk der Yereenigde Staten, hebben
geschokt en een schande zijn geweest voor
de christelijke beschaving en hun hoogste
punt hebben bereikt in de vernietiging van
een oorlogschip der Vereenigde Staten, met
tweehonderd zes en zestig officieren er.
manschappen, terwijl het een vriendschap
pelijk bezoek bracht aan de haven van
Havana, niet langer kunnen worden geduld,
zooals door den president der Vereenigde
Staten is uiteen gezet in zijn Boodschap
aan het Congres van 11 April 1898, waar
over net oordeel van het Congres werd
l gevraagd:
Dientengevolge werd besloten
1. Dat de bevolking van het eiland Cuba
is en rechtens behoort te zijn, vrij en onaf
hankelijk.
2. Dat het de plicht is der Vereenigde
Staten om te eischen zooals de regeering
der Vereenigde Staten hierbij eichst, dat
de regeering van Spanje onmiddelijk afstand
doet van zijn autoriteit en het bewind
over het eiland Cuba en de troepen zijner
land- en zeemacht van Cuba en uit Cu
baansche wateren terugtrekke.
3. Dat de president der Vereenigde Sta
ten gemachtigd zij, en hierbij gemachtigd
en gerechtigd is, om gebruik te maken van
de gansche land- en zeemacht der Vereenigde
Staten en tot den werkelijken dienst op te
roepen de militie der verschillende staten
voor zoover zulks noodig mocht blijken om
deze besluiten ten uitvoer te brengen."
Het amendement van den heer Turpie
iat nog iets verder dan bovengenoemd e
resolutie. Dit amendement belichaamt de
gedachten van de minderheid, welke in den
Senaat de meerderheid bleek te zijn.
Het zegt: «De ondeigeteekende leden van
de commissie voor buitenlandsche zaken gaan
mede met het rapport omtrent de op Cuba
betrekking hebbende resoluties, maar wij
verklaren ons ten gunste van de onmiddel
lijke erkenning der republiek op Cuba, zoo
als die op het eiland georganiseerd is, als
een vrije en onafhankelijke souvereine mo
gendheid onder de naties der wereld."
Na aanneming der resolutie van de meer
derheid der commissie voor buitenlandsche
zaken heett de Senaat tevens aangenomen
een amendement van den heer Davis,
waarin wordt ontkend, dat de Vereenigde
Staten het voornemen hebben souvereiniteit
rechtsmacht of toezicht op het eiland uit
te oefenen met een ander doel dan het
herstellen van den vrede, en dat zij besloten
zijn de regeering van het eiland vervolgens
over te laten aan de bevolking.
De Kamer zal heden, Maandag, bijeen
komen ter behandeling van de resolutie met
de amendementen.
Zaterdag scheen een conflict tusschen de
beide Huizen waarschijnlijk. Er bestaan
aanwijzingen welke duiden op een erken
ning van de zijde der wetgevende macht,
van de onafhankelijkheid en de regeering
der opstandelingen.
In draadberichten uit Washington wordt
de toestand ondanks de dreigende Senaats
motie nog al optimistisch opgevat. Reuter
seint aan de Tel. het volgende
De heer De Berr.abé, de Spaansche gezant,
zal hier blijven tot de door het Congres
aangenomen resoluties door den president
onderteekend zijn, van welken aard zij ook
mogen zijn. De heer Woodford zal eveneens
te Madrid blijven. Het aannemen van de
resolutie van den Senaat, welke ten minste
een uitstel toelaat, schijnt een factor te
zijn ten gunste van den vrede.
De groote heftigheid zal waarschijnlijk
ten slotte ten einde zijn, want behalve de
waarschijnlijkheid, dat er een deadlock