Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
X
-1st
Jaars:.
Donderdag 4 Augustus 1898.
No. 6160.
bureau ^oter&traat 50.
der wetenschap.
-'l?EEE berichten.
i
PRIJS VAN DIT BLAD:
g.^r ^cbi«dam per 3 maanden f 4.50
c° Per post door geheel Nederland - 2.—
z°nderiijke Nummers - 0.05
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regels ƒ0.60
Elke gewone regel meer l-0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
eï*iUsgeving.
Schietoefeningen.
0pEMEESTER van Schiedam
van den heer Commis
°p r de anin8'n in de provincie Zuid
llavo](,an^acht van belanghebbenden
lfict^0"terre^en^ bericht aan zeevarenden:
htaj'ï'a 'n San ^en Hoek-vaa-Holland 4e
hët *"'S Van ^en InsPec'eur over het
Sa' onv
OVERZICHT.
3 Augustus '98.
<1,
Ct°Verlijden
«n
JuitSc.-"J«cn van Bismarck.
keizer heett zich niet tevre-
hjn 4atl dniet ^6t rouwbetoon reeds door
V, dag SeleSd> Zeif heeft hy
- -
ip er Was j °n ^ulow en met gevolg. De
5t°öd°'lw'' S0?jadni'raa'snniforrn, de Keizerin
hiej,6D latl0g aten van het 32e regiment
Viji aatl de Sn WeS opgesteld. De trein
le ^l8njap°^rt Van het kasteel stil. De
b®t r,-. r° °ntving het keizerlijk paar
d« ,?dehe ten sterfhuize van den
igen. De Keizer en
j!6driebs 2l-jn' 8'steren-middag om 5.55
^i?6'a'ster vv1 ^nKekomen, begeleid door
op |J'ei' Keizer kuste graaf
hst e'(ïl de u'de WanSen en drukte graaf
kN0!' binlen and' Daarna ginS hiJ het
%ds v0or
s. ''^sr^ Keizer en de Keizerin te
het lijk
van Bismarck kon-
e,*illel o n.
Kebt
t»°eS ikV°0rees,.i,We' eens iemand iets ver-
®ept toetj j„re7en' dokter Macpherson
v.e8kesgah Ik 0eroemde dokter mij een
Vs> zich Le 00t'. dat de meeste ge-
Uk^ V n mins,;e eens in 't leven
'Na °°r
ÏS te Cb
^Kida ^r®1 °heb 't W6et niet' ze' Mac"
ÏU0geve,l6"maal ,ie.^and een
Ck1" Wïl doche't' Jaaraan hij bijna ge-
°b te Ch ,!t 2ien IiT Z1J? ei^en schuld'
<?ekerehnels«a en LT°1± jn. eeP7 ™°oi
hr, a neviff ao j Julst verlol had-
4 6>Ur e*an de b0l getrokken. Ik
b, L mii VoZag ?8n kleinen jongen
v; ®n halt uur'Z0C bij een zieke te
at scheeit h van mÜ woning.
eit den zieke vroeg ik den
den komen zien, is de kist reeds eergisteren
avond laat gesloten en verzegeld niet eens
de gipsafdruk, dien Begas op last van den
Keizer zou nemen, kon meer gemaakt wor
den. De familie verklaarde, dat Bismarck's
gelaat reeds veel te erg was ingevallen,
daar de balseming niet goed gelukt was.
De eergisteren aanwezige rijkskanselier
Hohenlohe heett den doode ook niet meer
gezien. Alle overigen vonden te Friedrichs-
ruh een gesloten kist of een heelemaal
niet of slechts noode geopende deur. Herbert
Bismarck verontschuldigt zich wegens on
gesteldheid. Onder zulke omstandigheden
blijft het voorloopig een raadsel, hoe de
pompeuse, openbare rouwplechtigheid, door
den Keizer te Berlijn op het plein van den
rijksdag beraamd, met een katafalk voor
Bismarck als middelpunt, nog zal kunnen
plaats hebben, zonder een koud pronkstuk
te blijven.
Terwijl keizer Wilhelm zich aldus be
ijvert azijn grooten Doode" te eeren, wreekt
die Doode zich feitelijk nog over het ver
meend onrecht hem eens door zijn jeugdi
gen keizerlijken meester aangedaan. De
Lokalanzeiger publiceert te midden van al
de rouwbetuigen met verlof der familie Bis
marck een document dat niet nalaten kan
alom een levendigen en vooral aan het keizer-
hof onaangenamen indruk te weeg te bren
gen, nl. den tot dusver nog niet openbaar
gemaakten tekst van den brief, waar bij de
prins den 18 Maart 1890 aan keizer Wil-
hem »den leider van den nieuwen koers"
zijn ontslag aanbood, naar aanleiding van
Bismarcks weigering om zijn toestemming
te verleenen tot intrekking vari de Kabi
netsorder van 1852, waarbij den ministers
verboden werd, den Keizer rapport uit te
brengen buiten de tegenwoordigheid van
den minister-president.
In dien brief schreef Bismarck aan Wil
helm o. a. het volgende
De afhankelijkheid van het hoofd der
regeering is een gevolg van de verant-
jongen, doch deze wist 't niet. Hij was
voorbij het huis gekomen, een oud man
had de deur geopend, hem een schelling
gegeven en hem bevolen zoodra mogelyk
den naastbijzijnden dokter te halen.
Maar ik woon toch niet het dichtstbij,
hernam ik. De jongen keek mij verwon
derd aan en zeiGij waart de eenige, dien
ik kende 1
Deze kinderlijk opmerking streelde mijne
eigenliefde, ik trok mijn overjas aan, schreef
't adres op, wat de jongen mij noemde en
begaf mij op weg.
Ik dacht, dat iemand plotseling iets over
komen was en daarom liep ik zoo snel
ik kon.
Toen ik 't bedoeld huis naderde, vond ik
het heelemaal duister en ik vroeg mij af,
of ik niet gefopt was geworden, te meer
toen ik na mijn bellen geen teeken van
leven bespeurde. Ik had gedacht het huis
in rep en roer te vinden en wilde mij om-
keeren, toen ik van binnen iemand de deur
hoorde naderen.
Een heer met een lamp in de hand
opende.
U is zeker de dokter vroeg hij
dKom binnen als je blief, naar boven."
woordelijkheid der ministers Zij is nutteloos,
dat is waar, als wij terugkeeren tot het
oude absolutismus. Maar ik, Bismarck, ben
er de man niet naar, mij zulk een capitis
diminutio (onthoofding) te laten welgevallen.
En verder merkte hij nog het volgende op
Als mer: het gezag van den kanselier
gaat beknibbelen, dan bereikt onder mijn
opvolgers de anarchie haar toppunt. Zij
immers zullen niet beschikken over mijn
invloed, die het gevolg is van mijn onder
vinding en van het vertrouwen mij ge
schonken door de keizers.
Maurice Busch, Bismarcks medearbeider
gedurende vele jaren, deze woorden relevee-
rende, voegt er aan toe, dat keizer Wilhelm
van Bismark de subordinatie vorderde van
een gewoon soldaat. Daarvoor was eer. kan
selier als hij niet te vinden.
De Times releveert harerzijds de laatste
woorden door Bismarck in zijn onderhoud
met den Keizer gesproken. Opstaande, zeide
hij in het EngelschThen I am in your
v>ay, sire. (Dus ik sta U in der, weg, sire
waarop de Keizer kort antwoorder yes.
De sterfkamer werd gisteren voor de in
zegening van het lijk met rouwversieringen
in een kleine doodenkapel veranderd, Zwarte
kleederen hangen aan den wand en dekken
den vloer. Aan den kant, waar het bed
heeft gestaan, is een bescheiden katafalk
opgericht. Daarop ligt de zwart gepolijste
eikenhouten kist met zilveren handvatsels
Daaromheen vier zwarte zuilen. Op
elke zuil branden twaalf kaarsen. Aan
het hoofdeneind staat een kruisbeeld.
(In Evangelisch-Luthersche kerken en kapel
len in Duitschland vindt het kruisbeeld
steeds eene eereplaats.) De heele kist en
het onderstuk is bedolven onder reusachtige
bloemkransen. Daaronder zijn er vier, uit
roode rozen bestaande, die dadelijk opvallen.
Zij zijn van Bismarck's kinderen. Houtvesters
uit Bismarck's dienst houden de dooden-
wacht.
In deze aldus tot doodenkapel herschapen
sterfkamer werd gisteren in tegenwoordig
heid van den Keizer en de Keizerin een lijk-
Ik was bang, dat de jongen u niet
zou gevonden hebben, ging hij voort, terwijl
we de trap opgingen en ik hem zei, dat
ik ver had moeten loopen.
Dat spijt mij, hernam hij, ik dacht,
dat hij kortbij een dokter zou gevonden
hebben; er zijn er toch, niet waar?
Zeker, doch de jongen scheen er geen
te kennen, hernam ik, en wij traden in de
kamer, waar ik te vergeefs naar een
zieke omkeek.
Het vertrek was smaakvol, bijna deftig
gemeubeld; op een tafel stonden twee gla
zen, een flesch cognac en een kist sigaren,
doch van een patiënt geen spoor.
Leg uw overjas af en ga zitten, zei
de oude heer. U zult toch niet een glas
cognac versmaden
Dit zeggende ging hij zitten en vulde de
glazen.
Pardon, zei ik verwonderd, ik wou
eerst den patiënt zien.
Hij keek mij verbaasd aan en her
nam De patiënt ben ik
Ik stond verbluft, want hij zag er uit als
de gezondheid zelve.
Gaat u zitten, ik zal u alles zeggen,
gir.g hij bedaard voort. Ik lijd hevig aan
dienst gehouden door pfarier Westphal uit
het naburige Brunsdorf, die 's voormiddags
al met de familie bij den lijkdienst het
avondmaal bediend had en aanstonds een
inzegeningspreek begon. Als tekst koos hij
I Kor. I 15 53, 54. 55 en 57. De tekst
was indertijd door Bismarck zelf voor zijn
lijkdienst uitgekozen.
De geheele plechtigheid, die slechts door
de naaste familie, eenige van de oudste be
ambten en het keizerlijk paar werd bijge
woond, duurde maar heel kort. Om zes uren
waren de Keizer en Keizerin gekomen en
om half zeven was alles afgeloopen. Het
keizerlijk paar nam dadelijk daarop afscheid,
waarbij de Keizer Herbert weder tweemaal
kust; ten tien ure 'savonds waren zij weer
te Potsdam.
De Keizer heeft zijn plan om te Berlijn
voor het gebouw van den Rijksdag een
groote openbaren lijkdienst te houden, op
gegeven, toen hij gehoord had van den
laatsten wil van Bismarck betreffende zijne
begrafenis en heeft nu last gegeven,
Donderdag in de Iiaiser Wilhelm Gedacht-
nisskirclie te Berlijn een stillen kerkelijken
doodendienst te houden. Daartoe worden de
volksvertegenwoordigers, hooge ambtenaren
enz. uitgenoodigd.
In politieke kringen heeft de onverwachte
openbaarmaking van Bismarck's verzoek om
ontslag een buitengewoon mishagen teweeg
gebracht. Blijkbaar vreest men verdere
onthullingen en tracht deze te voorkomen,
doordat men het stuk reeds na een politieke
zonde tendenzieus tegen den Keizer gericht,
van twijfelachtige echtheid noemt en ver
zekert, dat noch wijlen Bismarck, noch diens
nagelaten betrekkingen er hun toestemming
toe hadden gegeven.
Friedrichsruh, op bevel van den Keizer
door een eerewacht omringd, wordt door
soldaten en politie zoo streng afgezet, dat
het den indruk maakt of de doodendienst
geheel aan de openbaarheid moet worden
onttrokken. Zelfs de staatssecretaris Posa-
slapeloosheid. Gij weet niet wat het is, den
ganschen nacht wakker te blijven, terwijl
de anderen slapen. Niet een ziel, waarmee
men spreken kan. Ik vrees, dat ik er krank
zinnig van zal worden.
Ja, dat is lasfig, hernam ik tamelijk
wrevelig, maar 't is toch geneesbaar.
Doch dezen nacht zal alles mij geen
zier baten, ik ben overtuigd, dat ik geen
oog dicht zal doen. Daarom heb ik een
dokter laten roepen, en 't spijt mij, dat u
zoo ver heeft moeten loopen.
'tls goed, dat ik een slaapminde! he b
meegebracht, zei ik, *ik zal u iets voor
dezen nacht geven, doch gij moet den
sterken drank en 't rooken opgeven en veel
beweging hebben, indien gij weer gezond
wilt worden."
De oude heer schudde treurig het hoofd
en hernam
Slaapmiddelen, heer dokter, werken
bij mij niet meer, ik heb reeds alles ge
probeerd.
Slot volgt.)
nieuwe schiedam
OURANT
1/
l October 1898,
k°Q£te ^°^erdamschen Waterweg, 4e Dis-
Ja- 8en So'1 en ®e District, do. 27 Juli jl.
//'i tp, ^Ogustustot den ln
8p}f lilge
?!e toetle errein zal worden aangegeven doer
'e Xi A'tit n aan 8en N.-kant, en groene tonne»
^No1,' °efeajn Taa het fort aan den Hoek van
5cn plaats hebben met ongeladen
Krt
e j. 218> 202).
m. d Augustus 1898.
~^e Burgemeester voornoemd,
VISSER, L. B.
j»
Will-
b
2®kp„ e'»ea Pr, "-'U« ui eei: uiuui
k> Wp6? lacht I twee dienstboden.
Sde !,rd hevi.Vdat die juist verlof had-