r
I!
U
Dagblad s iii>r Schiedam en Omstreken.
bureau Tfroterstxaat 50.
Oud en Nieuw.
22ste J aars.
Zondag 1 Januari 1899.
No. 6285.
EERSTE BLAD.
fie Bloem des Geluks.
11
\0*.
OFFICIEELE BERICHTEN.
Kennisg eving.
Burgemeester en wethouders van
Kostelooze Inenting enHerin-
ënting tegen Pokken.
Feuilleton.
NIEUWE S
1 'M
EDAMSCHECOURANT
t
PRIJS TAS DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maandenf 1.50
Franco Der post door eeheei Nederiand - ,2. -
Afzonderlijke Nummers
- 0.05
PRIJS DEK ADVKRTENTIËN:
Van 1—6 regels ƒ0.60
Elke gewone regei meer-0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
Schiedam,
Gelet op art. 18 der wet van den 4den
December 1872 Staatsblad no. 134), tot
Voorziening tegen besmettelijke ziekten
Brengen bij deze ter kennis van de inge
tetenen, dat ten huize van den stadsheel
meester, den heer N. F. Elzevier Dom aan de
Lange Haven no. 87, driemaandelijks en wel
°p den eersten Dinsdag van elk kwartaal,
gelegenheid zal bestaan tot
Schiedam, den 31sten December 1898.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VISSER, X. B.
De Secretaris,
VERNÈDE.
Op de grensscheiding van twee jaren,
het oude, dat met al zijne herinneringen
toet al het lief en leed in den loop van een
geheelen jaarkring ondervonden, weldra
geheel verdwijnt, en het nieuwe dat met
den blijden lach der onschuld op de lippen,
hiet zijn nog geheel duistere toekomst en
wat het raadselachtigs bergt in zijnen
Schoot weder voor ons staat, past het ons
®en oogenblik stil te staan, nog eens even
®en terugblik te werpen op den afgesponnen
tijdkring om daarna weder met nieuwen
tooed voort te gaan.
Veel is er in het afgeloopen jaar op ver
schillend gebied gebeurt. Wat ieder in
eigen kring ondervonden heeft, de blijde of
smartelijke ervaringen in iederen familie
kring staat zeker in deze oogenblikken ieder
Eene Kerstvertelling.
Naar het Duitsch van Helene Busch.
Vrij vertaald door/J. W. Heinink.
6) IV.
Tuist had het vier uur geslagen. In de
kinderkamer brandde nog geen licht.
Arthur klauterde op eenen stoel voor het
toam en beproefde de zacht neerdwarre
lde sneeuwvlokken te tellen. Hij kwam
jtosrmede echter niet heel ver, want tel
kens onderbrak hij zich zeiven met onge
u'dig te vragen isGreta, komt oom Walther
•°g niet?"
Greta zat bij de kachel en haakte bij het
linkere licht iets van fijne witte wol.
*Oor 't KerstkindjeDaarmee sneed zij
r6 nieuwsgierige vragen van de kinde-
hen omtrent het doel van dien arbeid den
af.
levendig voor den geest. De tijd doet dit
alles wel niet geheel of voor goed, maar
toch eenigermate vergeten trede ook vooral
nier de tijd als wondheeler en leedver-
goeder op.
Maar ook op meer algemeen gebied is
het afgeloopen jaar rijk aan gebeurtenissen
geweest. In 't bijzonder voor ons Vaderland
was het jaar 1898 een zeer merkwaardig
en heuglijk jaar. Zij die zoolang Neerlands
hoop voor de toekomst werd genoemd, de
koninklijke Spruit wierheerlijkeontwikkeling
wij met klimmende belangstelling beschouw
den, heeft eindelijk tot wasdom gekórnen,
den troon Harer Vaderen bestegen, de
regeering aanvaard over het vrije volk-
der lage landen en zijne bezittingen aan
gene zijde der wijde van zijn roem ge
tuigende zee.
Met een zeldzame opgewektheid met een
ongekende geestdrift, die zelfs de omringende
bewoners niet koud liet, is dit heuglijk feit
in Nederland en In,sulinde begroet en vooral
de gelukkige omstandigheid opgemerkt, dat
Zij kwam in vrede en te midden eenei
heerlijke weersgesteldheid, die Indië voor
Nederland deed vergeten. Deze gebeurtenis
en de omstandigheden waaronder zij plaats
had, doet het Kroningsjaar voor immer
merkwaardig blijven.
Nog meer kwam de gelukkige toestand
in Nederland uit bij al wat in de omringende
landen met dien toestand zoo'n scherp contrast
opleverde. België beroerd door de verdeeld
heid in den boezem der partijen, die straks
de éene zelfs in een verbond van liberalen
en socialisten heil doet zoeken. Frankrijk,
inwendig verscheurd door de partijschappen
die de ongelukkige Dreyfus-zaak in 't leven
riep, van buiten gewelddadig bedreigd door
het Damocleszwaard, dat in de beruchte Fasjo-
da-kwestie haar boven het hoofd hangt.
Duitschland in zijn eenheid bedreigd door
een toenemend particularisme, door machts
misbruik in regeeringskringen gevoed, weldra
wellicht niet meer in zijne noodlottige
gevolgen te keeren. Oostenrijk door den
den rassenstrijd ondermijnd, alleen nog
slechts door den personeelen band die het
sinds een halve eeuw verbindt, bijeen te
houden. Italië, als groote mogendheid weldra
Uitgediend, al zijne krachten slechts ver
zamelend om de smeulende vlam des
oproers in eigen boezem te dooven. Spanje
door een noodlottigen oorlog en een dreigen
den burgerkrijg wellicht spoedig den onder
gang nabij gebracht. De Scandinavische
Unie binnen niet al te langen tijd ontbonden
de Balkan-staten nauw voor het oorlogsvuur
gespaard de Zieke Man met kunstmidde
len op de been gehouden en Rusland
met steeds meer moeite door het despotisme
beheerscht, dat is het beeld dat de meeste
Europeesche Staten op het eind van 1898
aanbieden, waarbij de nog overige een min
of meer gunstige uitzondering vormen.
Voeg bij dit alles het tot waanzin opge
dreven militairisme ten spijt van Nicolai's
vredesconferentie, die evenmin als Umberto's
anarchisten-congres het gewenscht gevolg
'al hebben, en gij kunt u den toestand van
Europa nagenoeg aan het eind der negen
tiende eeuw eenigszms voorstellen.
Ook de andere werelddeelen boden onder
staatkundig opzicht weinig opbeurends. Azië,
weldra door den strijd om de hegemonie
tusschen Rusland en Engeland verscheurd
China allicht ondergaand in den hervormings
strijd" dien het zoowel in eigen boezem als
met de Mogendheden heeft te voeren.
Amerika, in het noorden bedreigd door de
uitspattingen van het imperialisme, in het
zuiden ondermijnd door de voortdurende
oorlogkoorts en den eeuwigen revolutiegeest
der tallooze republieken. Afrika weldra der.
laatsten kamp strijdend tusschen het onge
lukkig nageslacht van den vermetelen
vaderhooner en de nieuw ingekomen vol
ken van Europa, en Australië in een niet
ver verwijderde toekomst de autonome
Engelsche koloniën geheel losmakend van
het Moederland. Dat zijn de toestanden in
Met zachte stem verhaalde zij aan Frits
en Klaartje de reeds ontelbare malen ge
hoorde en toch altijd opnieuw gevraagde
geschiedenis van de herders in de velden
van Bethlehem, aar. wie in den Kerstnacht
de engelen de verschijning van den lang
verbelden Heiland op aarde verkondigden.
Als muziek klonk hare stem, teeder en
zacht, en de vlammen knetterden en de
theeketel zong. Daar werd buiten een haas
tige tred hoorbaar. Reeds had Arthur de
deur open geworpen, en nu voerde hij zijnen
nieuwen vriend trioinfeerend in de kamer.
Spoedig straalde thans de hanglamp in 't
volle licht, en zij zaten als den vorigen avond
vertrouwelijk bij elkander.
In sprakeiooze, ademlooze bewondering
bogen zich de drie kinderkopjes, nauw aan
elkaar gevleid, over het rijkgekleurde pren
tenboek heen de belofte was vervuld
Wather zat in gepeins en staarde Greta
aan. terwijl zij vlijtig aan haar handwerkje
bezig was.
Nu zag zij op, ontmoette zijnen blik
en de bleeke wangen werden rood gekleurd.
»Geef mij," sprak hij, ïgeef mij antwoord
op twee vragen, welker oplossing mij reeds
den ganschen dag heeft bezig gehouden.
Zijt ge dan altijd, altijd alleen met de kin
deren, alleen in 't stille dennenwoud, alleen
hier boven in de afgelegen kamer, altijd
alleen als een verstooten prinses
Zij lachte en schudde het hoofd.
»0 neen onze strenge terugetrokkenheid
heeft haren grond in de aanwezigheid van
gasten. De barones houdt er niet van, dat
wij de heeren in de weg loopen. Nog dezen
morgen ontving ik het hernieuwde bevel om
op de derde verdieping te blijven en tevens
een scherp verwijt, omdat ik gisteren met
de kinderen de speelzaal was voorbij geko
men, waarbij verschillende gasten ons had
den gezien. Zij is bang, dat de kinderen de
heeren lastig zullen vallen. Maar vertel mij
nu eens van de toebereidselen voor het
groote feest. Er wordt zeker een wonder
bare pracht ontwikkeld En tante zal allen
overstralen, niet waar zij is zoo wonder
schoon
Hij zag haar aan, zonder te antwoorden.
Misschien vergeleek hij in gedachten de
fiere, zelfbewuste verschijning, de schitte
rende schoonheid der kokette dame met de
edele, gracieuze betoovering, welke Greta's
jeugdige, lieflijke gestalte omgaf
ïU antwoordt niet", voer zij voort»heeft
de andere werelddeelen wier ontwikkelii
wij aan het eind van deze of in het beg
der volgende eeuw zullen aanschouwen.
Dat de nieuwe toestanden die zich allen,
alom vestigen zoowel op maatschappeli:
als op staatkundig gebied zonder al ie
groote schokken mogen tot stand kome
wenschen zeker met ons allen die het m
het Vaderland in 't bijzonder, met ons werel
deel in 't algemeen, maar ook de gehee v.
menschelijke samenleving onder welke uite
lijke gedaante of onder welken vorm i
zich ook openbaart, wel meenen.
Hopen wij, dat ook voor onze vee-
beproefde stad in de naaste toekom-
nieuwe toestanden zich mogen ontwikkel?
die een eind maken aan de kwijning e:i
achteruitgang, die wij reeds sedert zoovei
jaren te betreuren hebben. Kome onze goec
stad weer tot nieuwen bloei, allereerst doe
eene opbeuring van onze aloude industri
Deze industrie, hoe verschillend ook beooi
deeld, is toch de hoofdbron van ons bestaa,
en heeft zeker, waar zij in hare verschillenc
producten de Vaaerlandsche nijverheid e
landbouw ten goede komt, recht op bc
scherming van den Staat. Moge zich naa;
onze oude industrie steeds meer nieuwe, z-L
het ook kleinere industriën, ontwikkelen
Worde ook de scheepvaartbeweging en h( f
handelsverkeer door aller medewerking
vooral ook met behulp van de nieuw aa».
te leggen werken, uitgebreid Worde al duL
langs verschillende kanalen de bronnen va
bestaan en welvaart voor onze stad ge
voed, waar 't blijkt dat langs het éen
groote kanaal ons 't meest noodige niet mee
alleen kan toevloeien! Moge daartoe voort'
de geest van onderlinge hulp en eensgezind
samenwerking veld winnen
Brenge het nieuwe jaar dus verbeterin
in den moeilijken toestand onzer stad e
doe 't haar vroegere welvaart wederkeerer
Geve 'taan het Vaderland de zoo noodig
rust en vrede om onder den scepter zijne
jeugdige heerscheres op kalme en geleide
u geen oogen gehad voor de heerlijkhei
beneden, of zijn uwe gedachten er dusdam
mee bezig, dat u bij de herrinr.ering er aa
mijne vraag vergat
«Vergeef mij, juffrouw Gretau wee
dat ik niet tot dien schitterenden kring be
hoor, dat ik eigenlijk vreemd ben aan di
glansrijke sfeer. Ik ben voor de voornam
lieden immers slechts een betaalde arbeider
meer niets! Wat de barones betreft, uw<
schoone tante, ik blijf verder van haar dar
wie ook.... want ik weet, hoe menige fraai'
argelooze vlinder zich aan hare gevaarlijk»
schoonheid de vleugels heeft gebrand. -
Doch laten we liever met onze gedachte;
hier boven in vertrouwelijken kring blij vei
en beantwoordt mij mijne tweede vraag
dan uw oom in zijn testament geene be
schikking omtrent zijne lieveling gemaakt
Me dunkt, het moest zijn goed hart smar
telijk aandoen, indien hij wist, dat zijn'
»Rita" hier boven in stille afzondering leeft
terwijl beneden, waar ongetwijfeld zijt''
liefde u een blijven asyl wilde bereiden
vroolijk gelachen en geschetst wordt er bi-
de schitterende feesten het verweesde ei.
verwezen kind vergeten blijft."
Wordt vervolgd