Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
22ste Jaarg.
Zondag 1 Januari 1899.
No. 6285.
bureau lïèoter&tvaat 50.
TWEEDE BLAD.
Parijscke Kroniek.
bioexlaxd.
NIEUWE SCHIEOAMSGHE COURANT
PRIJS YAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maanden
Franco Der nost door geneei Nederland
Afzonderiiike Nummers
f 1.50
- 2. -
- 0.05
PRIJS DER ADYERTÏÏNTIÊN:
Van 16 regelsƒ0.00
Elke gewone regel meer-0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
Het blijde Kerstfeest bracht hier na zoo
vele maanden van onrust, haat en nadeel in
alle zaken, weder wat vrede en kalmte ir.
de gemoederen. Het kon zoo moeijelijk
langer blijvenmen hoorde nog maar altijd
over «de zaak" spreken en twisten, het
was als of die nachtmerrie, welke zoovele
vrienden in vijanden veranderde en de beste
relatiën verstoorde, nooit zoude eindigen.
Laten wij van dien wapenstilstand tusschen
de partijen want meer zal het, vrees ik,
niet zijn, zooveel mogelijk profiteeren, om
in den familiekring vreugde en nieuwe
levenslust te putten en bij de gedachten
welke het einde van elk jaar in ons doet
geboren worden, wat vertoeven ten einde
de droevige dagen welke wij daarin beleef
den met een traan en de vreugdevolle her
inneringen met een glimlach te gedenken-
De boulevards zien er in deze zonnige
winterdagen, de trottoirs met de traditio-
neele kraampjes bezet, als een groot mieren
nest uit. Duizenden en duizenden verdringen
zich om de laatste nieuwigheden op het
terrein van speelgoed en andere Parijsche
artikelen te bewonderen. Tusschen de
eeuwige vogelfluiten, hoort men een onaan
genaam geluid, hetwelk een schamele «Car-
melot" door aan een koordje aan een tinnen
doosje verhanden, te trekken, veroorzaakt,
dat hij als de «soupir de Dreyfus" te koop
aanbiedt. Moeders, kinderen, groote en
kleine, schuiven van het eene kraampje
naar bet andere en kijken met een onver
moeide aandacht naar allerhande snuiserijen
welke zij alle dagen en reeds jaren lang in
de bazars en groote magazijnen zagen. Voor
aardigheden van eenige souraken zij in
extase evenals voor een jongen Paganini die
zijn viooltje met talent staat te strijken.
Verder ontmoet men de uitvindingen dit
jaar in de mekaniek gedaan, stoomende en
fluitende locomotieven een oude concierge
wiens bezem aan het perpetuum mobile doet
denken, «Ie Désarmement", een worsteling
tusschen drie ijzeren automaten en een
schoenpoetser, die eenmaal opgedraaid, er lus
tig op doorwerkt. Het Groote Wiel, ȕa gran
de Roue de Paris", wordt als een nieuw spel
aangeboden. Een kleine levende onzichtbare
vogel brengt het wiel in beweging en het
nummer waarop het stil blijft staan duidt
den gelukkigen winner aan. Ik zoude ech
ter te lang worden zoo ik al de nouveautés
moest vermelden, want ze zijn legio.
Het scheppend talent der kleine kunste
naars van de Buttes-Chaumont endergroo-
tere fabrikanten uit de Marais, heeft dit
jaar wonderen gedaan. Talrijke oude mo
dellen zijn geheel veranderd zoodat ze voor
nieuwe kunnen doorgaan] en de «bepaald
nieuw uitgekomene" ontvingen een gunstig
onthaal. De garfons épiciers, kruideniers
bedienden, van de gelegenheid der drukste
dagen van het jaar in hun vak gebruik
makende; hebben zich gedeeltelijk, en grève
gesteld om zodoeade hunne patroons te
dwingen hunne eischen, waarvan er enkele
billijk zijn, in te willigen of wel de winkels
te sluiten. Een zekere Doublier staat aan
het hoofd der beweging. Niet zonder verstan
delijke ontwikkeling en met redenaarstalent
begaafd, heeft hij onder zijne collega' seene
eerste plaats] weten in te nemen. Bij de gaven
van het woord; bezit hij tevens een dichterlijk
vuur hetwelk eenmaal ontvlamd, niet gemak-
keijk weder uitdooft. Zoo is hij de maker
der «Marseillaise de 1'Epicerie", waarvan
ik voor de aardigheid hier één couplet
laat volgen
Debout! Debout! buttons sans trêve!
Si les patrons n'veulent pas ceder,
Domme il uous restera la grêve,
Nous la ferons sans hésiter. (bis)
Nous quitterons la serpillière
Et nous lutterons jusqu' au bout
Afin qu' elle ne soit plus pour nous
Un lourd collier de peine et de misère.
Camarades, debout
Sans tarder groupons nous 1
Marchons, marchons
De 1' energie et nous triompherons 1
De loonkwestie is niet opgeworpen doch
de kruideniersjongens verlangen niet langer
dan twaalf uren per dag te werken
's morgens om ure beginnen en 's avonds
om 9 ure eindigen en daarvan een uur om
te dejeuneeren. Verder eischen zij die ge
trouwd zijn, 's avonds naar hunne vrou
wen te kunnen gaan en thuis te slapen
hetgeen tot hiertoe velen niet konden,
omdat zij bij de patroons logies hadden.
Deze bedienden zijn gewoonlijk niet van
onbeschaafden aard eerder wat galant
waartoe hun vak om veel met zoetigheden
en delicatessen om te gaan en bijna uit
sluitend vrouwen te bedienen, wel wat zal
bijdragen. Meestal is hij beleefd en na elk
artikel dat hij overhandigt, zegt hij, onver
anderlijk «Et avec fa In deze drie eenvou
dige woordjes legt hij naar de omstandig
heden en wie hij bedient, eene innemende
soms teedere of filosofisch onderworpen
uitdrukking. Et avec fa c' est tout.
Wanneer wij een vluchtigen blik over
het ten einde snellend jaar laten gaan, dan
zijn er eenige gebeurtenissen welke zeker
belangstelling wekken, zooals het tusschen-
beidentreden der groote Mogendheden in de
Kretakwestie en het beëindigen van den
Turksch-Griekschen oorlog. De nog altijd
onopgeloste Dreyfus-zaak, de Fashoda aan
gelegenheid tusschen Frankrijk en Engeland
enz.doch er is er zeker geene welke in
't algemeen zulk een gevoel van weerzin,
ja van verontwaardiging heeft veroorzaakt,
dan de brutaal onrechtvaardige oorlog, in
den loop van dit jaar door de Vereenigde
Staten van Noord-Amerika, Spanje in zijn
bezittingen aangedaan. Eerst dat kunst
matig opwekken en steunen der zoo wreede
opstandelingen in Havana en Cubahet
zoeken naar een casus-belli in het springen
van een Amerikaanschen bodem in de
Spaansche wateren, daarna het huichel
achtig voorgeven der Yankees dat hun tus-
schenkomst uitsluitend uit menschenliefde
geschiedde en zij geen veroveringsplannen
hoegenaamd ook in hun schild voerden. Met
al die humane bedoelingen schoten zij er
maar duchtig op los en vielen er dui
zenden of verdronken of stierven aan
de koortsen. Na zoo in eenige maanden
het reeds verzwakte Spanje verpletterd
te hebben, dwongen zij het een vrede op
waaraan een ieder die de goede trouw lief
heeft, zich ergerde. Want wat is er van de
schoone beloften Havana, Cuba, Portorico,
enz. hunne onafhankelijkheid en eigen be
stuur te zullen laten gekomen Niets, en
zij slikken «sans autre forme de proces"
de oproerige eilanden zelf in en nemen er
de Filippijnen bij. Deze noodlottige oorlog
en de daarop gevolgde gedwongen vrede
werd voor Spanje een bijna onherstelbare
slag en voor Europa die zulk een onrecht
vaardige daad stilzwijgend toeliet, een
schande en vernedering.
De Tsaar aller russen mocht al de mooi
klinkende voorstellen tot algemeene ont
wapening doen en van een wereldvrede
droomen, de voldongen feiten staan helaas
in al hunne treffende werkelijkheid tegen
over deze idealen en schokken het vaste
vertrouwen in een betere toekomst. De
overwinningen van het sluwe onder den
mantel der menschelijkheid verscholen egois
me der Amerikanen, heeft de beschaving
vele passen terug doen gaan, want wat zal
de wereld en de menschheid er door gewon
nen hebben, indien de Cubanen niet meer door
de Spanjaarden onderdrukt, doch^door hunne
zoogenaamde bevrijders zullen genegerd
worden
Het jaar dat wij tegemoet treden zal
wellicht reeds op deze en vele andere vragen
een antwoord geven. Laten wij de hoop
koesteren dat gedurende zijn loop veel on
recht hersteld en verder oorlogsgevaar
moge vermeden worden. Een ieder doe
zijn best het goede, ware en schoone zoo
veel in zijn vermogen is in alles te bevor
deren en te steunen, de liefde en verdraag
zaamheid in plaats van haat en njjd te
stellen, en den strijd voor het leven in den
waren christelijken zin te voeren, dan zal
het laatste, of zoo men wil, het voorlaatste
jaar der negentiende eeuw in alle opzichten
gezegend en gelukkig zijn.
Dat al mijne lezers dit mogen ondervin
den is mijn oprecht gemeende wensch.
Fidélius.
Parijs, 17-31 Dec. 1898.
ecu grof lianen voorschoot.
EERSTE KAMER.
Zitting van Vrijdag 30 December.
Bij het voortgezet debat over de I n -
dische Begrooting lichtte de heer
Fransen v. d. Putte zijn eergisteren
voorgestelde motie toe om de Kamer als
haar oordeel te doen uitspreken dat nadere
overweging van de reorganisatievan
het binnenlands chbest uur vooral
wat de inlandsche ambtenaren betreft, aan
de invoering dient vooraf te gaan. De voor
steller wijzigde de slot-alinea van de motie
in dien zin, dat niet gesproken wordt van
«sluit de beraadslaging" maar van «gaat
over tot de orde van den dag". Voorop
stellende dat de motie vrij is van alle smet
ten, van politieken of welken aard ook,
achtte spreker de Kamer volkomen bevoegd
om een oordeel in deze aangelegenheid uit
te spreken. De bedoeling van de motie is
volstrekt niet om de begrooting niet te doen
voortgaan. Aanneming of verwerping van
den post hindert het begrootingswerk niet
De post op de begrooting is een krediet,
volstrekt geen dwangbevel tot uitvoering.
Nogmaals ontwikkelde de heer v. d. Putte
zijn bedenkingen tegen de reorganisatie.
Na een nieuw onderzoek kan bij een af
zonderlijk wetsontwerp deze reorganisatie
worden behandeld. Spreker blijft zich tegen
het doordrijven van den Minister verzetten.
De heer Van der Biesen acht deze
motie een gevaarlijk middel. Hij
vreest er een conflict van tusschen de
Tweede Kamer die den post toestond en
de Eerste Kamer die den Minister dwingt
de zaak onuitgevoerd te laten. Royaler was
geweest de begrooting at te stemmen. Hij
zal tegen de motie stemmen. Wanneer de
Minister niet weerlegt de beschuldiging dat
door de reorganisatie gedane beloften en
verkregen rechten geschonden worden en
niet in 's lands belang is zal spreker tegen
de begrooting stemmen. Zonder aanzien
des persoons weegt bij spreker 's lands
belang 't zwaarst.
De heer V i r u 1 y stelde voldoende ver
trouwen in het beleid van den Minister,
om de paotie overbodig te achten, waaraan
hij en verschillende zijner medeleden hun
stem dan ook zullen onthouden.
De heer VanAschvanWijck meent
dat het besluit van de Tweede Kamer niet
zoo bindend is, dat een nieuw onderzoek
van deze gewichtige aangelegenheid onmo
gelijk kon zijn. Hij meent dat de regent
schappen niet verminderd moeten worden,
ook al zijn de andere voorstellen noodig
daar verbetering van de positie van de
ambtenaren ook door spreker gewenscht
wordt. Zijns inziens moeten de bezwaren
ontleend aan het Regeeringsreglement aan
den minister aanleiding geven om de zaak
nader te overwegenen afgaande op het
gezag van een beoordeelaar als v. d. Putte,
die van inkrimping van de regentschappen
vreest verzwakking van den band tusschen
de inlandsche bevolking en het gouverne
ment, acht spreker voldoende reden aan
wezig voor de motie, waaraan hy zijn stem
zal geven. Hij hoopt dat de minister zal
handelen overeenkomstig den wensch der
Kamer. De minister blijft ook, na aanneming
van de motie, vrij te handelen zooals hij meent
dat 's lands belang zulks eischt maar spreker
hoopt dat de Minister alsdan de reorgani
satie voorloopig zal laten rusten.
De heer R e 11 verdedigde de voorge
nomen bestuursorganisatie, welke in over
eenstemming is met de voorstellen van den
Gouverneur Generaal en waarover de
regenten en de inlandsche ambtenaren zijn
gehoord. Ook spreker is voor een klein
goed bezoldigd ambtenaarskorps en z. i.
worden door inkrimping van het aantal
regenten, waar 'slands belang dit vordert,
geen rechten geschonden.
Echter afgescheiden van motie geeft
spreker den Minister in overweging, alsvorens
tot invoering der reorganisatie over te gaan,
eerst de bezwaren van den heer Fransen
van de Putte in Indië te doen onderzoeken.
De Minister, allereerst erkennende
dat de Gouverneur-Generaal ten volle zijne
instemming aan het tegenwoordig plan van