Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
22ste Jaarg.
Zaterdag 28 Januari 1899.
"2Sureau "göofersfraaf 50.
Ida's Candidate!!.
No. 6307.
Feuilleton.
PEIJS TAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maandenf 1.50
Franco Der oosi door geheei Nederland 2.
.Vfzonderiiike Nummers 0-05
PR IJ 8 DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regeisƒ0.60
Elke gewone regei meer -0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
ALGEMEEN OVERZICHT.
27 Januari '99
De Spaansche ministerraad hield gisteren
een bijeenkomst, onder voorzitterschap van
Koningin-Regentes. De minister van
oorlog vvas er niet bij, men denkt wegens
beslissing van het Hoog Militair gei echts-
ter. aanzien van twee generaals. De
eer> is generaal Joudenez, die de overgaat
Vah Manilla heett geteekend. De generaal
voorloopig op vrije voeten maar is nu
'n de cellulaire gevangenis gezet. De andere
's generaal Toral die de overgaat van San-
tiago de Cuba heeft geteekend.
Uit een mededeeling in den Parijschen
Temps blijkt, dat de strafkamer van het
Hef van Cassatie stappen bij het ministerie
van justitie heeft gedaan om de verhooren,
d'e zij heeft afgenomen door de imprimerie
Nationale te laten drukken behoudens de
noodzakelijke waarborgen. Daar dit nog al
duur zou zijn, heeft de minister geantwoord,
dat enkele stukken welker belangrijkheid
niet in evenredigheid staan tot hun lengte,
niet zouden worden afgedrukt: Daarover is
uven nu aan het spreken. Waarschijnlijk ls
het de bedoeling aan de veihooren publici
teit te geven.
Eclair, Intransigeant en Gaulois bevatten
gelijkluidende mededeelingen omtrent de
onquéte ingesteld tegen de rechters van de
strafkamer van het Hof van Cassatie naar
sanleiding van de klachten van Quesnay de
Beaurepaire. Bard en Dumas zouden volgens
deze mededeelingen disciplinair worden be-
rispt en Loew en Manau zouden minstens
geblameerd zijn. Het rapport van den
raadsheer Daresie zou zeer streng zijn.
Een Reuter-depeche meldt echter dat
het onderzoek naar zekere feiten, toege
schreven aan sommige raadsheeren van het
Hot van Cassatie, nog niet is afgeloopen.
Bij den minister van justitie is no^ geen
rapport ingekomen.
De generaals, opgeroepen als getuigen in
het proces mad. Henry de Reinach, dat heden
waarschijnlijk voorkomt, hebben bevel
ontvangen, in civiel voor de rechtbank te
verschijnen en zijn met van het ambtsgeheim
ontheven. Officieren, niet als getuigen
opgeroepen, zullen zich niet naar het Paleis
van Justitie mogen begeven.
Zooals reeds met een enkel woord werd
gemeld, kwam eergisteren in den Duitschen
Rijksdag wederom het Centrumsvoorstel tot
opheffing der Jezuietenwet in behandeling.
Tevens waren ingekomen twee gelijkluiden
de voorstellen van de afgevaardigden graaf
zur Limburg Stirum en Rickert c. s.„ waar
bij niet de opheffing der geheele wet wordt
gevraagd, maar alleen die van de tweede
paragraaf, krachtens welke buitenlandscbe
Jezuieten, uit het land kunnen worden gezet
en in het Duitsche rijk voor de leden der
Sociëteit het recht om zich vrij te bewegen
tot bepaalde plaatsen kan beperkt worden (de
zoogenaamde interneering). De afgevaardig
den waren in aanzienlijk getal opgekomen,
ook de tribunes waren dicht bezetalleen
de tafel van den Bondsraad was leeg. Daar
schitterde men door afwezigheid.
draaf Hompesch lichtte het katholieke
voorstel toe. Het Centrum moet op eene
beslissing in deze gewichtige aangelegen
heid aandringen zeide hij, en beoogde door
zijn voorstel aan den Bondsraad een votum
te ontlokken en kleur te bekennen. Spr.
hoopte, dat de tegenwoordige Rijksdag in
reehtvaardigheidsbewustzijn niet zou achter
staan bij zijn voorgangers.
Namens Polen en Elzas Lotharingers
sloten prins Radswill en de afgevaardigde
Delsor zich bij het voorstei-Hompesch aan.
Terwijl Rickert (van de Vrijzinnige ver-
eeniging) en de conservatief Limburg Stirum
de krachtens paragraat II der wet vast
gestelde bepalingen als onnoodig en onrecht
vaardig brandmerkten, verklaarde de laatste
daarom geen sympathie te kunnen gevoelen
voor het Centrumsvoorstel dat de algeheele
opheffing wilde, wijl hij door een weder
toelaten der Jesuïeten en hun machtige
organisatie den confessioneelen vrede be
dreigd achtte het oude liedje. Nadat
namens de Rijkspartij dr. Stokmann ver
klaard had, een weigerende houding te
blijven aannemen, hield de nationaal-liberale
Zwaab, dr. Hieber, leeraar aan het gym
nasium te Stuttgart en* oud-evangelisch
predikant een rede welke om haar woeste
heftigheid bij het Centrum nu eens storm
achtige protesten verwekte, die aan de
meest bewogen Rijksdagzittingen van den
Kulturkampf herinnerden, dan weer een
homerisch gelach deden opgaan en hem
zelfs van zijn eigen partij geen enkel
bravotje bezorgde.
Voor dr. Lieber, die de slotrede hield,
was het een zeer gemakkelijke taak. Hie-
bers tastbare onzin in al zijn erbarmelijk
heid aan de kaak te stellen, maar de wijze
waarop hij dit deed, schonk den Rijksdag
het genot een meesterstuk van parlemen
taire welsprekendheid te hooren. Het gevolg
was, dat het Centrumsvoorstel met groote
meerderheid werd aangenomen, terwijl de
heeren Rickert en Limburg Stirum voor
hun voorstellen nog meer stemmen ver
wierven. Behalve Centrum, Polen, Elzas-
sers, Vrijzinnige Volkspartij en sociaal
democraten sioten zich bij Rickert ook aan
een deel der conservatieven van de Rijks
partij en de Nationaal-liberalen.
Ofschoon omtrent het aftreden van baron
Banfly als Hongaarsch minister president
nog niets officieel bekend is geworden,
handhaaft de Boedapester berichtgever der
Indépendance Beige zijn daaromtrent ver
spreid draadbericht en voegt er bij, dat het
feit zal worden publiek gemaakt zoodra te
Boedapest het compromis tusschen de oppo
sitie en de meerderheid is tot stand ge
komen. Dit laatste zou aan den nieuwbe-
noemden premier Koloman Szell niet de
minste moeite kosten. Hij immers ge
lukkige die hij is! verklaart de formule
te hebben gevonden welke de goedkeuring
7)
Dat was nu wel de bedoelde persoon
"naar hij had zich de zaak toch anders ge
dacht. De professor en zijn vader hadden
hem de straf opgelegd om mede uit naam
zjjner kameraden Ida vergiffenis te vragen.
Bij Ida maar dat wilde toch zeggen, bij
hare mama. Zij scheen hem zoo vreemd,
zoo groot, zoo plotseling de kinderschoenen
ontgroeid, dat hij geheel in verwarring
geraakte, toen zij hem verzocht binnen te
komen.
Zij zelf toonde niet de minste verlegen
heid, maar gedroeg zich op en top als
eene dame.
»Mag ik u verzoeken hier binnen te
komen"? En tevens wees zij hem een
stoel aan.
Het viel hem vandaag in 't geheel niet
op, dat zij hem met »u" aansprak het
was beter zoo.
Hij zette zich op de punt van den stoel
en spoedig trad Ida weder binnen door hare
mama vergezeld.
Hij had intusschen een besluit genomen,
stond op en reikte mevrouw de hand. De
dame scheen er reeds alles van te weten
en lachte geheimzinnig.
3>Nu Alfred hoe is het afgeloopen dezen
morgen
De knaap werd zeer rood en blikte van
terzijde naar Ida die eveneens kleurde.
»Maar ik was er toch geen schuld van'
stotterde hij »Kuno had....
»Men mag de schuld niet altijd op ande
ren werpen Alfred.
»Neen.... neen.... maar ik heb het toch
niet expres gedaan."
Wat I"
»Ik ben op het ijs tegen Ida aangereden
ik had haar werkelijk niet gezien."
«Op het ijs?" Ida werd zeer verlegen.
»Ja.... en toen heett zij mij »dommejon
gen" genoemd."
»Ida!" sprak mama streng en zag haar
»Het ontviel mij zoo" verontschuldigde
zich het meisje.
Zoo werd Alfred van een beklaagde plot
seling een aanklager, en daar de bordjes
verhangen waren, kwam hij zoo tamelijk
juist met de zaak voor het licht.
Ida was diep beschaamd en bitter boos
op den jongen.
Alfred verzocht het meisje toen nog
namens zijne zuster, den avond bij hen
thuis door te brengen rr.aar Ida wilde dade
lijk bedanken. Dat stond echter hare mama
niet toe en beslist zeide zij Ida zal komen
ge kunt haar om zeven uur afhalen. Wil
tevens je papa, mama en juftrouw Agnes
vriendelijk namens ons groeten."
De zaak was dus goed afgeloopen. Lustig
fluitend ging Afred heen en vertelde op
straat aan eenige kameraden met veel
drukte, hoe hij in plaats van excuus te
moeten maken, Ida er singebracht" had.
En toch was hij niet recht tevreden, inte
gendeel hij gevoelde dat het voorgevallene
hem nog meer van het meisje vervreemd
had. Toen hij haar dien avond afhaalde
gewaardigde zij hem dan ook met geen blik,
en ook onderweg spraken zij geen woord,
I totdat mijnheer Keil hun achter opkwam
moet wegdragen van alle partijen, wijl zij
rekening houdt met aller belangen en deze
op de meest voldoende wijze tot hun recht
doet komen. Welke geniaal in elkaar ge
zette tooverformule dit wel wezen mag,
blijkt tot heden niet.
De tweede mededeeling der Russische
regeering aan de mogendheden over de
ontwapeningsconferentie behelst, behalve
het bekende voorloopig program nog de
vraag, of de mogendheden het tegenwoor
dig oogenblik geschikt achten voor de
bijeenkomst van de vredesconferentie en
een uiteenzetting van de redenen waarom
het beter is de conferentie niet te doen
plaats hebben in de hoofdstad van een
grooten staat. Deze mededeelingen zijn,
20 Dec. verzonden.
Het communiqué in de Russische Staats
courant, dat bovenstaande bijzonderheden
vermeldt, begint met de verklaring, dat het
plan om een conferentie bijeen te roepen
om middelen te beramen »ter verzekering
van een algemeenen vrede" door de buiten-
landsche regeeringen met levendige sym
pathie is ontvangen en deze zich bereid
toonden om mede te werken tot verwe
zenlijking van het grootsche plan var.
den Tsaar.
De nieuwe republiek der Filippijnsche
eilanden heeft reeds een eigen orgaan. Het
regeeringsblad Republica meldt
Het congres te Malolos heeft de grondwet
aangenomen, zijn vertrouwen uilgesproken
in Aguinaldo en dezen gemachtigd om den
Amerikanen den oorlog te verklaren, zoodra
hij het raadzaam acht.
Een Amerikaansche schildwacht bij den
voorpost Tondo te Manilla heeft een kapitein
van de Fillippijnsche artillerie doodgescho
ten. De Fillippijnsche pers is daarover hoogst
verontwaardigd en noemt het een laffen
moord.
Volgens een nader bericht trachtten
Zaterdagavond, om den dood van den kapi
tein te wreken, vijf Fillippijners door de
en zich bij hen aansloot. Dat bracht Ida in
een betere stemming en zij begon druk
met hem te praten, zoodat Alfred zich
ergerde, dat hij in het geheel geen woorden
kon vinden. Tevergeefs brak hij zich het
hoofd ermede hoe zich in het gesprek te
mengen, maar er wilde hem niets invallen
en toen nu zelfs de advocaat hem met zijne
straf" begon te plagen, scheelde het maar
weinig of hij was van kwaadheid in tranen
uitgebarsten. Ida gichelde en dat ergerde
hem nog meer. Goddank, dat zij eindelijk
thuis waren. De avond werd echter niet
beter want allen, papa, mama, Agnes, Keil
en Ida waren tegen hem. Maar ook Ida
ergerde zich wijl men haar naast Alfred
gezet en hen beiden een »net paartje" ge
noemd had. Agnes echter was overgelukkig,
daar Keil haar als het ware overlaadde met
allerlei attenties.
Daar Ida vroegtijdig naar huis terug moest,
nam Keil eveneens afscheid om haar te
geleiden, nadat hij eerst nog had moeten
beloven heel spoedig terug te komen.
Wordt vervolgd
NIEUWE SCHIEDAMSGHE GDURANT
»stOTt