verplichtend. Alle godsdiensten tullen ge
lijke bescherming en rechten genieten.
De officieele taal is het Griesch. Alle
Kretenzers kunnen tot openbare ambten
worden benoemd, voor zoover zij daartoe
de vereischte bekwaamheden bezitten.
De uitvoerende macht berust in handen
van prins George als regeeringscommis-
saris, bijgestaan door verantwoordelijke
raadgevers. De Kamer wordt samengesteld
uit door het volk te benoemen afgevaar
digden en tien leden die prins George
aanwijst.
De commissie door den president der
Noord-Amerikaansche Unie belast met een
onderzoek naar de handelingen van het
departement van oorlog heelt met algemeene
stemmen een rapport uitgebracht, waarin
generaal Miles beschuldigd wordt van
plichtsverzaking, door de voedingscommissie
te beschuldigen, bedorven vleesch aan de
troepen gezonden te hebben. De com
missie brengt minister Alger lof, maar
beveelt verschillende wijzigingen aan in den
dienst van het Departement.
Een ontzettende misdaad.
Te Rijssel (Frankrijk) is een ontzettende
misdaad aan 't licht gekomen. In een
Broederschool is het lijk van een der leer
lingen gevonden, die sinds eenige dagen
werd vermist. De knaap Gaston Foveau
genaamd is, 12 jaren oud en de eenige
zoon zijner ouders, was door verworging
om het leven gekomen, terwijl aanvanke
lijk werd gemeld, dat hij voor den moord
afschuwelijke mishandelingen had ondergaan.
Van deze misdaad wordt een der onder
wijzers broeder Flaminien, verdacht, die
dan ook in hechtenis is genomen en reeds
herhaaldelijk een verhoor onderging.
De zaak heelt in Rijsel natuurlijk groot
opzien gewekt en de anti-clericalen hebben
er handig gebruik van gemaakt om den
volkshartstocht tot een oproer op te zweepen.
Voor de Broederscholen en zelfs voor de
bureaux van de katholieke bladen hadden
rumoerige mamtestatien plaats, zoo zelfs,
dat de politie herhaalde malen handelend
moest optreden.
De verdachte blijft zijn onschuld volhou
den en de bladen zijn vol bijzonderheden
over dezen moord, die uit niet altijd even
vertrouwbare inlichtingen zijn verkregen en
daarom onder reserve behooren te worden
vermeld. Zoo wordt o. a. gemeld, dat bij
het lijk van den vermoorden knaap, die als
lid van een aldaar gevestigd patronaat den
Zondag-avond in het gesticht had doorge
bracht. een briefje werd gevonden, waarop
in hoofdzaak geschreven stond «Beschuldig
niet de gemeenschaper is slechts een
schuldige." De rechter van instructie Uelalé
heeft daarop in tegenwoordigheid van den
procureur der Republiek en den president
der rechtbank al de leden der communau-
teit en het dienstdoend personeel in tegen
woordigheid gebracht van het lijk en hen
de zoo even vermelde zinsneden doen neer
schrijven. Allen voldeden daaraan een der
broeders echter weigerde. Weldra rezen
van verschillende zijden tegen hem zulke
zware vermoedens, dat het gerecht aan
leiding vond hem te arresteeren. De ver
dachte, Isaie Hamez genaamd, geboortig
van Zeggers-Cappel en die in zijn congregatie
den naam droeg van Flaminien, is zes-
en-dertig jaar oud. Ofschoon hij tot dusver
geen bekentenis heeft afgelegd, weigert hij
in tegenwoordigheid van het lijk gebracht,
dit aan te zien.
Een omstandigheid die op de treurige
zaak geheel nieuw licht schijnt te werpen,
is het feit dat de vader van den vermoorden
knaap een brief ontvangen heeft, die onder
teekend is door»een vroegeren broeder,
thans vurig socialist". Deze brief luidt aldus
«Mijnheer Foveau, Het spijt mij dat ik
door uw zoon te worgen, u verdriet heb
veroorzaakt. Ik deed het alleen, omdat ik
de broeders niet lijden kan en vooral
broeder Maurits niet. Binnen eenige dagen
zult gij wel vernemen, hoe de misdaad
gepleegd is.
Mocht de schrijver van dezen brief, waar
van het schrift met dat van het op het lijk
gevonden stukje papier schijnt te verschillen,
inderdaad waarheid spreken en leiden tot
de ontdekking van den moordenaar, dan zou
hier dus een betreurenswaardige vergissing
hebben plaats gehad. De houding van den
verdachten broeder tegenover het lijk zou
dan ook zeer goed te verklaren zijn door
den diepen indruk welke de moord op hem
heeft gemaakt, vooral daar hij den knaap
goed mocht lijden en naar gemeld wordt
bij de ouders een bezoek van condoleance
heeft afgelegd ten prooi aan de diepste
smart.
De verdachte broeder heeft van de ver
deeling zijner bezigheden en het gebruik
van zijn tijd op den bewusten Zondag
voldoende en met de grootste kalmte reken
schap kunnen geven en zijn verklaringen
zijn ir. alle opzichten juist bevonden. Op
den avond van den moord heeft broeder
Flaminien van zes tot half negen het toe
zicht uitgeoefend overj de 100 kinderen,
knapen van 13 a 16 jaren, die hij te sur-
veilleeren had, terwijl de misdaad volgens
verklaring der geneeskundigen tusschen 6
en 7 uur moet zijn gepleegd. Bovenbedoelde
knapen hebben deze verklaring bevestigd,
en de algemeene uitroep der scholieren, toen
zij van de beschuldiging van broeder Flami
nien hoorden, was c'est impossible. (Dat is
onmogelijk). De broeder is slechts een half
uur weg geweest om te eten. Omtrent den
tijd waarop hij zich hiervoor verwijderde
zijn de leerlingen het niet eens, maar de
broeder-kok heeft verklaard, dat broeder Fla
minien als naar gewoonte gegeten had.
Volgens de Libre Parole is, behalve deze
broeder, nog een molenaar in hechtenis
genomen. Ook zou, volgens dat blad, de
knaap voor zijn dood de bovenbedoelde
afschuwelijke mishandeling niet hebben
ondergaan.
De vraag is ook gerezen of de moord
niet buiten het gesticht kan zijn gepleegd
en het ljjk daar binnen gesmokkeld. Van 5
uur 's morgens tot 11 uur 's avonds staan
de deuren open en de toegang is dus zeer
gemakkelijk. Men kan er binnengaan als in
een molen, meldt de Univers. Volgens de De
pêche werden sinds een maand driemaal pogin
gen aangewend om kinderen te ontvoeren en
hadden de directeuren der broederscholen aan
zegging gekregen, dateen schandaal tegen hen
op touw werd gezet. De Rijsselsche cor
respondent van de Verité schrijft in den
zelfden geest en vraagt zich af of de
broeder indien, hij werkelijk de misdadiger
is, het lijk wel naar de spreekkamer (waar
het gevonden werd) zou hebben gebracht,
terwijl hij het gemakkelijk in de rivier de
Deule had kunnen werpen, die over een
afstand van 50 meter langs het gesticht
loopt.
Opgemerkt wordt vervolgens, dat zich
eiken Zondag-avond tot omstreeks 10 uren
in alle deelen van het gesticht te zamen
een driehonderdtal personen bevinden, dat
de kamer van den broeder niet gelegen is
aan de zijde van het huis, waar zich de
spreekkamer bevindt en dat het voor den
verdachte onmogelijk was het lijk in de
kist alleen naar beneden te dragen langs
de moeilijk te beklimmen wenteltrap
die de vierde etage waar men veron
derstelt dat de moord zou hebben plaats
gehad verbindt met de benedenverdie
ping en de spreekkamer. Hoe is't mogelijk,
kan men vervolgens vragen, dat de aanwe
zigheid van het lijk, indien dit niet van
buiten in het gesticht is gebracht, zou zijn
ontgaan aan de aandacht en het zorgvuldig
onderzoek der politie, die tot tweemaal het
gesticht heeft doorzocht alvorens tot de
ontdekking te komen.
Deze en andere vragen zijn zoovele
waarschuwingen tegen een lichtvaardig oor
deel. Maar zelfs indien 't mocht blijken,
dat de verdachte broeder werkelijk de
schuldige is, bestaat er geen aanleiding
tot de wandaden waaraan het opgezweepte
volk van Rijssel, zijn woede aan kerken
en geestelijken koelende, zich overgaf
de misdaad van éen enkelen Judas kan der
katholieke Kerk r.iet deren, die afschuwelijke
misdaden als hier bedoeld ten strengste
veroordeelt, die niet alleen de schuldige
daad veroordeelt, maar ook leert, dat de
schuldige gedachte een zonde is, die de
straf des Hemels over den bedrijver afroept.
De katholieke pers kan dan ook deze
ontzettende misdaad onbedeesd beschouwen.
Het komt er slechts op aan, dat niet met
verkrachting der waarheid de zaak een
zijdig wordt voorgesteld, en dit scheen
onder den stortvloed der eerste berichten
wel het geval te zijn, zoodat eene afwach
tende houding alleszins was te raden.
Een eigenaardig licht over deze misdaad
werpt nog wat de Indépendance beige
vermeldtnl. dat de socialisten in de
Fransche Kamer van dit voorstel zouden
gebruik maken om een wetsvoorstel in te
dienen, waarbij het geven van onderricht
wordt verboden aan allen die de belofte van
kuischheid hebben afgelegd geheel in den
geest van den anoniemen briefschrijver, den
«vurigen socialist" die verklaarde den moord
te hebben gepleegd, «wijl hij de broeders
niet kon lijden".
De begrafenis van het zoo wreedaardig
vermoorde knaapje heeft Zaterdag-ochtend
onder een zeer grooten toevloed van publiek
plaats gehad. In den begrafenisstoet gingen
behalve de familie en de geestelijkheid de
prefect van het Noorderdepartement, de
officier van Justitie, de afgevaardigde van
Rijssel, leden van den algemeenen raad, de
burgemeester der stad met zijn adjudanten.
Voor de lijkkoets werden een vijftiental
witte kransen gedragen, enkele voorzien
van het «aan den kleinen martelaar", en
een met de opdracht: «aan onzen besten
leerling". Bij het voorbijgaan van de lijkkoets
heerschte een eerbiedige stille en ontblootten
allen het hoofd. Yele vrouwen weenden.
Tot gewelddaden is het niet gekomen.
Wel werd de geestelijkheid, die aan den
lijkstoet deelnam, door het gepeupel uitge
jouwd en was de militaire macht tot laat
in den avond op de been om eventueeie
rustverstoringen te onderdrukken.
Parijsche bladen melden, dat de rechter
van instructie, die den moord onderzoekt,
den beschuldigde «met geweld" gedwongen
heeft naar het lijk van den vermoorden
knaap te zien. De Siècle en de Aurore
protesteeren tegen deze moreele pijniging.
Naar aanleiding van den moord te Rijssel
is Zondag avond in het «Volkshuis" in de
Montmartre-buurt te Parijs een anti-clericale
bijeenkomst gehouden. Een groep van 200
individuen heeft van daar, gebruik makend
van ,de afwezigheid der politie, een aanval
op de kerk van het Allerh. Hart gedaan en
daar vele ruiten ingegooid.
Een hevige schermutseling heeft tenge
volge daarvan even later met de politie
plaats gehad, waarbij verscheidene agenten
onder den voet geraakten. Een brigadier
werd door een revolverschot in het been
gewond. De politie slaagde er ten slotte ir.
de manifestanten uiteen te drijven.
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Schiedam, 14 Februari 1899.
In verband met de gisteren gepubliceerde
kennisgeving inzake het straatschrobben is
het wellicht niet ondienstig er nog eens op
te wijzen, dat de betrokken verordening
drie dagen na afkondiging, d. i. a. s. Donder
dag, in werking treedt.
A. s. Zaterdag is dus het straatschrobben
reeds verboden.
Wij waren gisteren in de gelegenheid
boven de Beurs een voorproefje te nemen
van wat daar reeds was geëxposeerd aan
werken, vervaardigd op den cursus van
handenarbeid. Wat we daar zagen doet
ons met vertrouwen, allen die het welmeenen,
met dit nuttig onderwijs, die gaarne zien
dat onze jongens, en naar men voornemens
is ook spoedig onze meisjes, een deel van
hun of haar vrijen tijd aangenaam en tevens
practisch leeren besteden, opwekken de
openbare les te gaan bijwonen, die Woens
dag van 6 tot 8 uur 's avonds aldaar ge
houden zal worden.
Wij komen op deze zaak, en wel wat
betreft de inrichting van het onderwijs nog
eens terug. Voorshands bepalen we ons tot
deze aansporingmen toone zijne belang
stelling voor deze zaak, die dit alleszins
waardig is.
Vrijdagavond te 7 uur werd door de
rijksambtenaren alhier, een meesterknecht
in het bezit van ongedekt gedistilleerd aan
gehouden, waarmede hij kwam uit de
branderij van zijn patroon.
Een 5-jarig kind van Van der Kampt
wonende in het Klein Groenendaal, werd
Zaterdag door een buurman op een groen
tewagen medegenomen naar Overschie,
zonder dat hij de ouders daarvan schijnt te
hebben kennis gegeven. Men kan zich de
ongerustheid van dezen voorstellen toen de
man met hun kind eerst des avonds te 8
uur terugkeerde. (S. Cf.)
Eenige weker, geleden zou de landbouwer
Coenraad Quarpel te IJselmonde een varken
verkoopen aan den tuinder Arie Sparreboom
en was de koop reeds nagenoeg gesloten.
Een paar dagen later vernam Sparreboom
evenwel dat Q. het varken voor een rijks
daalder meer aan een ander verkocht had,
waardoor een hevige twist moet ontstaan
zijn in de schuur van Q. en werd Sparre
boom, vreeselijk verwond met een hooivork
aan de gevolgen waarvan hij eergisteren
overleden is.
Q. ontkent ten eenenmale dat hij S.
verwond zou hebben, zeggende dat S. met
zijn gelaat in de hooivork is gevallen, wat
nogal in twijfel wordt getrokken.
Zondag was de justitie uit Dordrecht ter
plaatse, Arrestatiëu hadden niet plaats. S.
was gehuwd en vader van een kind.
Gisteren-middag had onder veel deelneming
de teraardbestelling plaats.
De 34-jarige bootwerker J. de Herder,
wonende in de Brouwerstraat te Rotterdam,
werkzaam op het stoomschip Pelotas, lig
gende aan de Spoorweghaven O. Z. is
gisterenmiddag getroffen door eenige balen
koffie door het breken van een stalen tros.
Hij was onmiddelijk een lijk.
Hij was gehuwd en vader van 3 kinderen.
De 65-jarige P. v. B. had eergisteren,
terwijl hij zich op jacht (stroopen) bevond
aan de Zwet, nabij Overschie, het ongeluk
dat het geladen geweer sprong, waardoor
hij de geheele lading in de hand kreeg. In
het gasthuis te Delft werd de hand afgezet.
BINNENLAND.
Een Kon. besluit beveelt de oprichting
van een Kamer van Arbeid voor de gemeenten
Maastricht en Meerssen, waarin vertegen
woordigd zullen zijnhet vervaardigen van
aardewerk, glas, glaswerk, porselein, tegels
of steenen.
De zetel der Kamer, die den naam zal
dragen van Kamer van Arbeid voor de aarde-
werkfabricage te Maastricht is gevestigd te
Maastricht. Tien leden zullen er zitting
in hebben.
Adjunetinspectrices van den arbeid.
De minister van Waterstaat, Handel en
Nijverheid brengt in de St.-Ct. ter kennis
van belanghebbenden, dat zij, die op 1
Januari 1899 haar 26ste doch nog niet haar
36ste levensjaar waren ingetreden, en i"
aanmerking wenschen te komen voor de
betrekking van adjunct-inspectrice van den
arbeid aan welke betrekking eene
jaarwedde is verbonden van f1500, die bjj
gebleken geschiktheid kan opklimmen tof
f 2500 zich vóór 1 Maart a.s. bij gezegeld
adres aan zijn Departement kunnen aan
melden onder overlegging van hare geboorte
akte en van diploma's en verdere stukken,
waaruit kan blijken, waar zij hare theore
tische kennis hebben verkregen en aan
welke inrichting zij werkzaam zijn of zij0
geweest.
Om ter benoeming te kunnen worde"
voorgedragen, moet bij een geneeskundig