Dagblad voor Schiedam en Omstreken. Op Re eeptie. -2ste Jaars. Woensdag 22 Februari 1899, No. 6328. ^Bureau ^ofersfraaf 50. 4 =0).- Vindon,"°fck baa' je, ik kan 't maar niet Ethel e. 'k- DaaroP traden we binnen. ?6vvorhgn iutusscben Ethel Holloway J» op b« PartU!T' J^euilleïon. 0VEKZ1CHT. e Presidentekenzc in Frankrijk. PRIJS DER ADVERTENTIÏ5N: Van 1—6 regels/'(J.eo >JaJ" URANT PRIJS TAN DIT BLAD: °or fcchieaam per 3 maanden franco per post door geheei Nederland Afzonderlijke Nummers 21 Februari '99. der Fran»'VSn den n'euwen president h°ofdteit l 6 ^epubllek is nog steeds het straks derr" dag' Nooit heeft in het eene presiri^T!8 bestaan der Republiek omstandigheden^T" P'aatS gehad °nder candidaat bij 3 Z'Cb nU voordeden een tegenover een te^16 steramir'g gekozen 21Jn oogenschijnidkenantdldaat' d'6 Z®lf V°°r ganda maakte De uit genstander ProPa- Verkiezing van a Ciemenceau de kerkten t„ beoaatsPresident be- hem die th geestverwanten vinden in groepen h t°pi 06 gunsteiing der linker- Wiens r ysee betrekt' den man voor c'esf ®tta s leuie; le clericalisme UikK ?Temi een® bu,terigewone bekoor de, .6Va5' dife vo'gens het getuigenis Pan eyfus"bladen ze'ven gedurende het tan.r^™68 t00nde 8een voldoende mil,- natuur, geen genoegzaam sterken 2oo ,en gefn; vaste hestuurshand te bezitten, otnst 'n P'aa's van te leiden door de merrfandjgheden zidn orageving geleid hanH V ma" ten slotte die biJ de he- 'n H6'n| eririterPe"atie Scheurer-Kerstner Oen Senaat blijken gaf van revisionisti- bet gevoe'ens; kortom zij beschouwen Lou- in a S 6en n'e* 'e versmaden bondgenoot kWas? St,rÖd t6gen SSabe' en wijwaters- Oitvo a'S 66n Sescd'kt element voor de bePaa'rU^ hunner plannen. Het is dan ook ie'ken 106 m6n Va" d'en kant zÜn hest doet' het h tS P3S en te onpas aan ieder die sident°0reU Wd' vertellen, dat deze pre mens 66,1 vo'komen onafhankelijk man is. niet e, naam 'n de Dreyfuszaak tot dusver 0emd werd, blijkbaar met het doel 1.50 - 0.05 Zi-e1,- Elke gewone regei meer -010 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. 2) (Slot.) dat ge6»1^'.' jroe8 hij weer, «geeft ge toe ^ie .1, s hij benadering niet meer weet, ïg zoohtte ik, «ik moet 't wel toegeven." k°maa 8 jhj kostelijk I" lachte hij, «Maar tijd hif'j W8 moeten opstappen, als we op valt 6 Seacombes willen zijn. Misschien onderweg mijn naam nog wel in." haam V0* 'k ms hoofd al afbeulde, die hi«t 't ongeluksnaam wou me maar h«m e hinnen schieten, en dit was voor sp0t ®ne hron van gedurigen, geestigen vap de'«?U' vroeg hij, toen we voor 't huis hltijd ni,,f?®0lnbes stonden, «weet ge 't nog H®Schikke Was en nu over mi'l'oenen k°n ttante n"' slond stralend vae geluk en n tegen een achtergrond van kost- om des te beter te kunnen afgeven op die hatelijke anti-revisionisten, die wel verre van een greintje sympathie slechts mis noegen met Loubets verkiezing aan den dag leggen. Intusschen bedriegt men met niet al die schoonklinkende phrasen het Fransche volk. Niet onduidelijk doet 't telkens uitkomen, dat de parlementaire atmosfeer een geheel andere is dan die waarin het volk ademt. Bij den afloop van het congres te Versailles kwam dit reeds duidelijk aan 't licht. De afgevaardigde, Gauthier, die bij het uitgaan van het congres de volksmenigte toeriep «Binnen zes maanden zijn wij terug, mijne vrienden", werd daverend toegejuicht. »Neen", riep Goujon, depute van de Seine- inferieure, gij ziet ons reeds binnen drie maanden weerik heb op mijn plaats in de Congreszaal een speld gestoken. (Schate rend gelach en handgeklap). Een ware manifestatie werd bereid aan Paul Derou- lède. Onder daverende toejuichingen verliet hij het paleis, de kretenVive Deroulède naar alle zijden vriendelijk beantwoordend. Maar daar komt het eskadron kurassiers met den presidentieelen landauer om den president naar het station te brengen. Voorafgegaan door de boden en gevolgd door al de minis ters, met groot militair en civiel escorte aldus nadert het rijtuig van den president, Dupuy, president van den ministerraad, zit aan de linkerzijde van president Loubet, die Poirson, prefect van Seine-et-Oise tegen over zich heeft. En nu zegt de Figaro «de bange tocht ving aan." Nauwelijks is het rijtuig gekomen op twintig meter afstand van het paleis, of daar begint het van alle kanten Weg met LoubetPanama Panama! Weg met Dreyfus! Bespuwt Loubet! en een oorverdoovend gefluit stijgt snerpend omhoog. De landauer moet stil houden, het escorte eveneens, want tengevolge van de gebrekkige politiemaatregelen dringt de menigte zoo op, dat de stoet een oogen- blik niet verder kan. Het vive 1' armee wife Dupuy J (die dezen laatsten kreet met een vriendelijk hoofdknikje beantwoordt, wisselen voortdurend af met het Conspuez Loubet Een zelfde ontvangst viel, zooals wij reeds meldden en latere berichten beves tigen den president in de hoofdstad ten deel. De vijandige manifestaties begonnen bij het station Saint Lazare, vervolgde den President tot het Elysee, waar hij een con- doleance bezoek bracht bij mevr. Faure en bleven aanhouden gedurende den rit langs den Faubourg Saint Honorè, op de Pont de la Concorde, tot aan het ministerie van buitenlandsche zaken op den Quai dOrsay, waar Loubet voor eenige oogenblikken ver- dween. Toen de nieuwe president dit gebouw verliet, om zich naar zijn familie op het Petit Luxembouvg te begeven, was het reeds donker en daar men het rijtuig niet herkenden en tevergeefs wachtte op de galakoets die naar de stallen van het Elysee was terug gezonden, werd de president gedurende dit laatste gedeelte van de «blijde incomste" niet uitgejouwd. Tot laat in den avond bleef het echter op de boulevards zeer woelig. Een '150-tal arrestaties hadden plaats. Terwijl de radicaal-socialistische Dreyfus pers juicht er, jubelt, zeggen de bladen van kalmer republikeinsch temperament onbe wimpeld, dat de nieuwe president, ni eet exces d honneur ni cette indignité verdient, daar zij hem nog een geniaal wetgever, noch een energiek hervormer, noch een invloedrijke vredestichter maar veeleer een ijverige, werkzame als jurist overigens zeer kundige en in politieke en administra tieve zaken alleszins door en door bedreven bare planten, terwijl de aanwezigen voor haar defileerden en hunne gelukwenschen aanboden Thans kwam ook mijn onbekende vriend aan de beurt en Ethel drukte hem hartelijk en beminnelijk de hand. Nauwelijks was hij van haar weg, of ik spoedde mij tot haar en fluisterde »Zeg me toch eens gauw, Ethel, pardon Mevrouw" verbeterde ik, wie is toch die jonge man «Die? en ze keek hem eens na, sik heb hem nog nooit gezien. Het zal een vriend van mijn man zijn. Wel, mevrouw Edwards," wendde ze zich tot een dame, «ik moet u wel vriendelijk bedanken en ze keek verder naar mij niet om. Ik vond mijn onbekenden vriend in de zijkamer bij t buflet, waar hij een glas champagne stond te drinken?" «Laten we de geschenken eens gaan bekijken, sprak hij, «dan kan ik ten minste komen Hjn0" mijne onbeschad'gd aange* «O zoo!" ik kreeg plotseling een goed idee »viat heb je dan toch gestuurd «Och een kleinigheid, een zilveren thee servies." «Kom, we gaan eens zien," sprak ik in blijde overtuiging, dat het aangehechte visitie kaartje me den naam van mijn onbekenden metgezel zou noemen. Hij scheen mijne gedachten te raden. «Maak je niet te gauw vroolijk," sprak hij, «ik heb er geen visitekaartje bij gestuurd." We kwamen in de zaal, waar de ge schenken tentoongesteld waren. Mijn blik zocht aanstonds een zilveren theeservies. Helaas! er stonden er wel twee dozijn, verbeeld u. en ik had er zelf ook nog wel een willen sturen 1 Intusschen beschouwde mijn vriend de geschenken. «Kijk eens", riep hij, «wat een prachtig halssnoer! O, van Hauwerstein 1 Die kan zulke cadeautjes wel betalen. En dit parelsnoer dan, van wie mag dat wel wezen O zoo, van Miss Newcombe. Jawel die zit er ook warmpjes bij, daar kan 'took wel at I" *®cb>" zei ik, «mij interesseert dit moois niet veel, en ik keerde mij om en ging weer naar de buffetzaal. Een minuut of tien daarna, onder 't genot van een fijn glaasje tikte iemand mij plotseling op den schouder, 'twas mijn onbekende vriend. «Kom een oogenblikje mee," «fluisterde hij en knipte me veelbeteekenend een oogje. Nieuwsgierig volgde ik hem. Hij bracht me naar een klein afgelegen ka mertje en sloot de deur zorgvuldig achter ons dicht. Verbaasd zag ik hem aan. «Wat heeft dat te beteekenen vroeg ik «Dat heeft te beteekenen," riep hij uit geworden middelmatigheid zien, die noch aan de vrees van den eenen noch aan de hoopvolle verwachtingen van den anderen zal beantwoorden «Jawel, zegt de Verité, datzelfde geschipper, diezelfde balanceer- politiek, die nu reeds twintig jaar lang het dagelijksch brood is van het opportunisme en bijvoorbeeld zeer goed het leven kan schenken aan een ministerie Ribot—Barthou Poincaré,dat de lex.-Dupuy intrekt ten bate der Dreyfusionistische camarilla I" Bij uitstek vriendelijk is de welkomstgroet van de Libre Parole bij monde van Drault uitgesproken. Zij luidt als volgt: De ellendeling (Loubet) heeft dan aan zijn zijde 483 afgevaardigden en senatoren, die voor het meerendeel gestolen hebben of zich lieten omkoopen en 1500 Dreyfusards die men reeds 18 maanden lang over ons den baas liet spelen, dank zij de milüoenen van de Joodsche en vreemde bankiers. Maar tegen zich heeft hij Frankrijk. Geloof ons, Loubet, de partijen staan niet gelijk en zelfs te Montelimar zou men u thans uitfl liten. Goujon heeft het gezegd, en het is waar, wij zullen binnen drie maanden in het Congres terugkeeren. Neem daarom uw ontslag^ verhuis niet naar het Elysee. Gij zoudt er immers binnen een paar weken toch worden uitgeschopt. Arm Frankrijk, waar de partijhartstocht zich in de dergelijke bewoordingen uit! In de couloirs van den Franschen Senaat houdt men zich druk bezig met de vraag, wie den heer Loubet als president zal op volgen. Men benoemt de heerer, Barbey en Sarrien, oud minister, eri Franck Chauveau, eerste vice president. Na een levendige beraadslaging heeft de Fransche Kamer gisteren met 463 tegen 62 stemmen een nationale begrafenis toe gestaan voor Felix Faure. Hierna is der regeering een voorloopig twaalfde toegestaan. De Parijsche correspondent der Neue Freie «dat gij gesnapt zijt. Generaal Seacombe is van alles onderricht. Hij zal aanstonds hier zijn en zich van de waarheid kunnen overtuigen." «Maar mensch," riep ik uit «ben je gek waar ziet ge mij voor aan «Voor dat wat ge zijt, voor een dief 1" «Een dief!" schreeuwde ik en wilde mij met opgeheven vuist op den onverlaat werpen. Hij haalde echter een revolver voor den dag en riep dreigend «Sta, of ik schiet 1" Op het zelfde oogenblik werd er op de deur geklopt. «Kom binnen," riep de ander en hij opende de deur, zonder mij evenwei uit het oog te verliezen. «Weinul vroeg hij der. binnentredenden generaal. »U heeft gelijk," stamelde deze. «Het parelsnoer en het diamanten halssnoer zijn verdwenen. Wie kan die gestolen hebben «Wie? «Daar staat de dief!" en hij wees op mij. «Foei, mijnheer I riep ik en wilde mij ten tweeden male op hem werpen. «Gij vergist u, mijnheer," sprak generaal Seacombe. Mijnheer Welly is tot zoo iets niet in staat." «Niet hernam de ander. »Ln wat zegt

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1