Oasblad voor Schiedam en Omstreken.
«r rro°,oei».
rïïis L"dsie
•%-S.ssr die wt"'
22ste Jaar«;.
Dinsdag 14 Maart 1899.
No. 6345.
!&xxveau l$otev&ixacd 50.
De Liefdezuster.
ALGEMEES OVEUZICUT.
"«■eb. rtd, ,s 1.»
spoorweg. p,0Jecteerden centraal
- 0.05
bfeef J P bij ZlJ" naam i doctl hij
Jricht00g'!n waren nog akoos °P de mÜne
mii nil; Wan miJ echter duidelijk dat hij
noi wel Zag' Z,el bewoonde dat lichaam
weTvlg?erglidlrhzijn' Zrtn
HE COURANT
PRIJS TAN DIT BLAD:
yoor Schiedam per 3 maanden
franco per post door geneei Nederland
A.izonderiiike Nummers
13 Maart '99.
6 UreedenW;'helmp heett Z«terdag.middag
°ntvangen. 6r ecil Rhodes in audiëntie
trekt de aandlrhfldiUS Rer]iJn toevend,
w«reld. Men k 6F gehee^e beschaafde
bet Ja®eson-inc^nen™ej de. berinnering aan
den Kaapschen N 76ltUS sympattiie voor
ïuiversta ,ype„ d®
Saksische ras te ziin energ>*k Angel-
geheele wereld direct' gereed staat de
schen. °f indirect te beheer
takend. HijTeefflJ,3", 'S' 's nu -enoe8
«id Noordspoorwee Afnkaanschen
KaaP naar Kairo zal v'° Verder van de
8eb'ed te leiden. Van <0?*"' d°°r Duitsch
nadruk 0p geleed i ^Cle6le ziJde wordt
de spoorlijn door °Duitsch "neer Rhodes
'eggen, deze natuurliikak Afr,ka wil
toez'<*t staande partic^f»6611 °nder Rtotsch
18 to beschouwen a onderneming
toordeelig 0f naH r noever de spoorlijn
miri'jin.'iHi' 'li' iiiuiuuiim
wtmm
PRIJS DER ADVKRTENTÏÈN:
Van 16 regeisƒ0.60
Elke gewone regel meer-0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
riliedkengdVealnla"llen dö Kölzer en Z1j*
°hderzoeken ne" Va° Abodes ernstig
bditonlandsche^aUlln^ der begrooting van
dag. deed Zaterd^'n Duitschen Rijks-
over het terdag R'chter een vraag
door Duitse?11 pan Spaansche ei'anden
Staatssecretaris 0P antwoordde de
*as hierover iet I hld n'et in 8taat
®n dat de Riiir elang mede te deelen,
Waarde z0u ««"'P weinig
sPrekinger. van de vraagt'"/e be"
Verwerving van deze of <4e Zul eVe"'Uee,e
Da.tsch.ands b.l^^^^*«
lnStemmi"g V°lgde" QP dit
Vrij uit het Franscii.
2)
aan rt„T ,mart bewoond, dacht ik weer
stem kathedraal, waar ik gisteren
Deto men LaCOrdalle boorde.
"chanSn §1 /an •Z,eken' met blJna doode
z°o riik miJ Taer denken aan de
Vorigen daJ°Hgfge men'gto van den
kwamen J! grasspiertje en het insekt
°agedacht«n r miJn gebeugen op. In
014,1 op züJ°"°uh bescbouwde ik dezen
•tonnen J t en lk moet het be-
de too' verhel m" n,6t l°t eer,
toenaden reden- predlkat,e var' den be-
doende toe rif scbeen mij hier onvol-
dan het «enie nl°e§ zeiven af: Ka»
fardé afdalen d t'cht genoeg tot de
to letten? En iff j °P het grasspiertje
Eu kan de adelaars-blik, die in
Bülow eindigde met te verklaren, dat de
toestanden eerst te overzien zullen zijn,
wanneer het Spaansche parlement het
Spaansch-Amerikaansche vredesverdrag zal
hebben aangenomen.
Volgens een officieele verklaring der
geneesheeren noodig geworden door
eenige phantastische geruchten omtrent
kanker in de borst en kanker in de maag
welke de ronden deden is koningin
Henriëtte van België aangetast geweest
door een longontsteking van ernstigen aard.
Daar echter de crisis gelukkig is doorstaan
en complicatiën zijn achterwege gebleven,
bestaat er veel hoop, dat de hooge lijderes
geheel zal herstellen. Gisteren reeds had
een consult der doctoren niet meer plaats.
De koninklijke familie ondervindt in deze
omstandigheden groote belangstelling van
alle Hoven van Europa.
Het bulletin omtrent den gezondsheids
toestand der koningin van België luidde
Zaterdagavond: »De nacht en de dag zijn
kalm geweest. De verbetering maakt voort
gang. De krachten nemen toe".
De kuningin werd Zaterdag met den
ernstigen toestand, waarin zij verkeerde in
kennis gesteld. Zij werd daardoor geenz'ins
ontmoedigd, dich gaf te kennen, dat zij
van haar genezing overtuigd was.
Esterhazy heeft een nijdigen brief ge
schreven aan den heer Drumont van de
Libre Parole, waarin hij o. a. zegt: Ik
e in e laatste twee jaren zooveel laag-
ie en gezien, dat één meer of minder er
met op aankomt. Ik moet echter erkennen,
at ik door de uwe getroffen en nog meer
verrast ben. Neen, mijnheer en gij weet
zulks beter dan iemand anders, het syndi
caat heeft mij niet omgekocht.
Het is een laagheid en een leugen, te
zeggen dat ik ben omgekocht. Men heeft
mij zeer verleidelijke aanbiedingen gedaan,
maar ofschoon ik honger had, heb ik ze
geweigerd".
En dan verder»Ik ben bang voor niets,
de zon staart, en schemering is van de
rint6 stTalen' het insekt niet onderscheiden
aat onder het grasspiertje sterft? Ik riep
o eei doof en zonder beweging als een blok.
scl?uilhóeke™*M,(St "zThld ,'rhbor«f"ate
hefehlJ'Cht ge/ucht- too licht als dat van
bewogen t^f d6n b°°m' door ee« windje
geluid dat ik n3'"''1 °r^i Dlt bi^na Onhoorbaar
zieke tot zich zelf It deeddetl
oogen ter zijde, zijn voorhoofd ÜeÖeT
k7fW?aCovere7eboSt
volgdezijn blik, en toen zag ik na^st mij
haar tt TT de Zle'togende had
God h aFSt vern°raen 1 De dienares van
geliik d« z,al weer wakker gemaakt,
J de onzichbare morgendauw de
zelfs niet voor den heer Gavaignac, en de be
sluiten, welke ik genomen heb, en waarvoor
ik reeds heb gewaarschuwd, zal ik ten
uitvoer brengen zooals ik dat wil."
De minister van oorlog heeft aan de
generaals Gonse en Pellieux de toestemming
geweigerd om te antwoorden op beschul
digingen, welke Esterhazy tegen hen heeft
uitgebracht.
De Matin meldt, dat de prinsen Esterhazy,
in Hongarije, voornemens zijn een rechtsge
ding in te stellen tegen Majoor Walsin
Esterhazy, om dezen te laten verbieden, hun
naam en hun wapen te voeren waarop hij
geen recht schijnt te hebben.
De Hongaarsche Kamer van afgevaar
digden schijnt den tijd dien zij verbruikt
heeft met kibbelen en levendmaken full
speed te willen inhalen. De voorloopige
overeenkomst met Oostenrijk is aangenomen
een gebeurtenis, die onder Banffy's regiem
tot de volstrekt onmogelijke zaken behoorde.
De overwinning van Szeil was reeds zeker
toen de afgevaardigde Polanyi de bespreking
der koninklijke beslissing omtrent Honga-
rye's grooter aandeel op de agenda ge
bracht wenschte te zien, maar de afgevaar
digden met groote meerderheid Kossuth
en zijn man bleven natuurlijk in de oppo-
titie dit voorstel verwierpen en hun
goedkeuring aan de verklaring van den
minister-president, dat de maatregel voor
schreven was geworden door de besliste
noodzakelijkheid om regeling te brengen
in den financieelen toestand die tengevolge
her oppositie in het honderd dreigde te
loopen.
Koning Alexander van Servie heeft het
voorbeeld gevolgd van den Chinees tegen
over Engeland en te St. Petersburg zoowel
door middel van den Servischen gezant als
bij eigenhandig tot den keizer gericht
schrijven, laten weten, dat met het niet
uitnoodigen van den Russischen gezant
Schadowski voor het hofdiner bij het jaar
feest der onafhankelijkheid, volstrekt geen
verdroogde plant weer doet herleven. De
legerstede naderende, veegde de arme dochter
des Heeren het koude zweet af, dat in groote
druppels op het voorhoofd van den soldaat
stond, en zich naar zijn oor buigende, zeide
zij met een fluisterende stem »Jozef, hoe
maakt gij 't vandaag
In dit hospitaal was hij voor iedereen No.
23voor mij zelfs was hij nooit een ander
geweest dan de cavalerist Meyer voor haar
was tiij Jozef.
Jozef! met dien famiiiaren naam
noemde zijn moeder hem, toen hij nog
leefde onder het rieten dak van zijn dorp
aan dien naam, door den armen soldaat
zelf bijna vergeten, waren de dierbaarste
herinneringen van zijn leven verbonden
zijn zorgelooze kinderjaren in de bosschen
van den Eizas, de jongensspelen, de pretjes
Jozef had men hem genoemd, toen men
hem als kleinen jongen het kroezelige haar
glad srteek, toen eindelijk de schreiende
familie hem zag vertrekken. Jozef
Niemand had hem ooit zoo genoemd dan
zijn broers en zustets, zijn vader en moeder
alleen op het dorp kenden de oude vrienden
Jozef nog. JozefDat was ook zijn naam
in den Hemelde priester had hem dien
beleediging was bedoeld. Men had immers
uit sommige gezegden moeten opmaken,
dat een ontmoeting met den vader des
konings, Milan, die natuurlijk ook van de
partij zoude zijn en voor wien Schadowski
een diepe minachting koestert hem niet
anders dan onaangenaam kon wezen en
van daar dat men Schadowski maar niet
eens een uitnoodiging had gezonden.
Koning Milan onderneemt een inspectiereis
welke vermoedelijk vier maanden zal duren
naar de devisië.i van Nisch Zaitschai, Kraga-
jeval en Valeja. Deze langdurige afwezigheid
uit de hoofdstad wordt opgevat dat daarin
een bewijs moet worden gezien, dat Milan
zich niet met regeeringszaken bemoeit.
De Italianen iaten zich blijkbaar door de
aanvankelijke weigering van China om een
deel van den Chineeschen buit ook aan
Italië te vergunnen, niet uit het veld
slaan. De Italiaansche gezant Mortino heeft
eergisteren avond het jTsoeng-li-jamen een
nota toegezonden, waarin hij het uitnoodigt
op de Italiaansche nota betreffende de
San-moen-baai te antwoorden. Indien Italië's
verzoek toegestaan wordt, wil de Italiaansche
regeering vriendschappelijke onderhandelin
gen openen betreffende de bijzonderheden.
De nota staat een uitstel van vier dagen
toe. Hoewel men verzekert, dat de nota
van Martino in hoffelijke bewoordingen is
gesteld, stellen de Chineezen haar met een
ultimatum gelijk. Het antwoord zal ver
moedelijk bevestigend luiden.
De correspondent van de Times te Peking
bevestigt het bericht, dat Rusland zijn
verzet in zake den Noord-Chineeschen spoor
weg intrekt, de Russische regeering verklaart
desniettemin er akte van te nemen, dat dit
contract de overeenkomst tusschen Rusland
en China schendt.
Met het oog op China 's oppositie tegen
vergrooting van de Fransche factory te
Shangai hebben de Russische en de Fransche
consuls aldaar last ontvangen, zich ook te
verzetten tegen alle uitbreiding van deze
gegeven, toen hij hem een patroonheilige
gaf naast den troon van God.
De cavalerist Meyer had zijn kapitein niet
herkend de christen mensch Jozet herkende
wel de zuster van liefde.
Na hem eenige oogenblikken beschouwd
te hebben met die angstige zorg, waarmee
eene moeder haar ziek kind beschouwt,
maakte de zuster een blank servet, dat zij
meegebracht had, open, haalde daar versche
bloemen uit en strooide die over het bed
van Jozef. De zieke kwam heel en al weer
bij, zijne oogen blonken van vreugde en
zijne handen frommelden blijde in de bloe
men, die over het dek gestrooid lagen. En
toen eerst scheen de liefdezuster mij te
bespeuren. Toen zij zag, dat ik een officier
van het 't leger was, begreep zij dat 't om
zoo te zeggen, bekend volk was, en zonder
iets ander tot mij te zeggen, zeide
zij mij
»Jozef was tuinman, voor dat hij onder
dienst ging."
Wordt vervolgd.)