Dagblad voor Schiedam en Omstreken. §cf)iebams ouösfe tngesefeite ^ste Jaarg. Dinsdag 15 Augustus 1899. No. 6470. "g&uveaxx !$oter$ixaat 50. Heil U, die een eeuw zag varen Langs Uw zilverlokkig hoofd Heil UZiet, in breede •scharen, Juichen we om Uw krans van jaren, Krans, wiens luister nimmer dooft De eeuw van kracht, van voorwaarts streven De eeuw van rusteloozen spoed, Is aan 't einde van zijn leven Maar gij houdt nog 't hoofd geheven, Overleeft onze eeuw met moed Moed Want tot op deze dagen, Was U de arbeid immer zoet! De eeuwkrans, om Uw hoofd geslagen, Laat hij zwaar zijn om te dragen, Hij wordt licht door levens-moed En die moed is Uw victorie: God behoud^ U dien lang! 'tOud Schiedam, in zijn historie Viert U als een één'ge glorie Met een blijden eere-zang! PRIJS YAN DIT BLAD: °°r Schiedam per 3 maanden ^rajlCo per post door eeneei Nederland ■Mionderiijke Nummers PRIJS DER ADVERTKNTIÈN Van i6 regeislil... f0.60 Elke gewone regei meer-0.10 Voor herhaaide piaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. wiens kort bestuur Dreyfus voor de eerste maal terechtstond en veroordeeld werd. In den aanvang van zijn verhoor zegt Casimir- PerierGij vraagt mij de waarheid te zeggen, de gansche waarheid. Ik heb dat gezworen en ik zal haar zeggen zonder eenige verzwijging. Het is niet waar, dat ik niet alles gezegd heb wat de justitie belang had te weten. Hij zal de volle waarheid zeggen, maar hij weet niets dat hij niet reeds gezegd heeft of dat hij niet zou mogen zeggen. Daarna gaat hij voortGeneraal Mercier heeft er mij in kennis gesteld, dat er stukken verdwenen waren uit den generalen staf en dat het document waaruit het verraad bleek, in een vreemde ambassade was gevonden. Mercier zeide mjj ook dat er een stuk met ce canaille de D. aan den krijgsraad was overlegd, maar ik heb daaruit niet be grepen, dat dit stuk uitsluitend aan de rechters was ter hand gesteld. Perier verhaalt daarop van het bezoek van den ambassadeur. In de door dezen overgelegde dépêche van Hohenlohe werd gevraagd waarom de Duitsche ambassade in de zaak-Dreyfus betrokken werd. Men verlangde een formeel dementi. Ik zeide den ambassadeur; dat het borderel in de ambassade gevonden was, maar dat wij het gelukkig niet zeer belangrijk achten en ik zoomin als de regeering, de Duitsche am bassade bij de zaak dachten te betrekken. Ik voegde er aan toe, dat het feit zelf dat men in een vreemde ambassade een stuk vond, hetwelk men van een Fransch officier afkomstig achtte, voldoende was om de schuld van dien officier aan te toonen. De ambassadeur drong toen aan op het pu- bliceeeren eener zeer stellige nota, waarin de ambassade buiten de zaak zou worden gesteld. Daarop deed ik den ambassadeur op merken dat zijn stap eenigszins ongewoon was, dat ik een onverantwoordelijk hoofd van den staat was en het normaal zou zijn deze zaak te behandelen met den verant woordelijken minister of bij dien afwezigheid met den minister-president, maar dat, aangezien er een beroep werd gedaan op mijn loyauteit als privaatpersoon, ik den ambassadeur alles zou zeggen. Daarna sprak Perier over het in de ambassade gevonden stuk. Niets in het voorgevallene met de Duitsche ambassade vervolgt Perier kan aanleiding geven tot de indiening van mijn ontslag. Deze verklaring zoo roept hij uit, was ik schuldig aan een rechtbank van sol daten, die hier de vertegenwoordigers zijn van de hoogste nationale waardigheid. Ik zal de gansche waarheid zeggen. Ik verzeker, dat Mercier mij niet over een bekentenis van Dreyfus gesproken heeft dan na mijn onderhoud met Lebrun-Renaud. Eerst vijf dagen daarna sprak hij daarover in den ministerraad. Voor het Hof van Cassatie had ik slechts te antwoorden op de vragen die mij gesteld werden, maar de omstandigheden waaronder ALGEMEES OYEBZICHT. 14 Augustus '99. Het proces te Bennes. De groote, volgens velen beslissende dag van het proces te Rennes was Zaterdag aangebroken, nadat de openbare zittingen na het vierdaagsche huis clos waren hervat. Ook aan de houding van het publiek was het te bemerken dat deze zitting van groot belang werd geacht. Er heerschte groote levendigheid, een aanzienlijke menigte was reeds vroeg op de been. Om zes ure stroomde het publiek de zaal van den krijgsraad binnen. Zonder incident werd daarna Dreyfus binnengeleid. Achtereen volgens kwamen de generaals Billot, Mercier de Saint-Germain en Chamoin als ook Casimier-Perier aan. Mercier werd met de kreten Leve het leger begroet. Overste Picquart werd begroet met levegeroep van eenige zijner vrienden. Omstreeks half zeven wordt daarna de terechtzitting geopend. Nadat aan Dreyfus nog een vraag gesteld is over het borderel, wordt voorlezing gedaan van het rapport van dr. Ranson betrekkelijk de maatregelen die voorgeschreven waren voor de bewaking van Dreyfus gedurende diens overbrenging naar Cayenne. Het rapport behelst, dat niemand het woord mocht richten tot Dreyfus, dien men aan boord tranen zag storten. De voorzitter maakt er Dreyfus opmerk zaam op, dat de commandant van het eiland Saint-Martin-de Ré, den 19 Januari 1895 in zijn zak een copie van het borderel vond. Dreytus antwoordt. Dat was om den tekst van het borderel in mijn herinnering te bewaren. De voorzitter erkent, dat dit Dreyfus' recht was. Het getuigenverhoor begint met den ambassade secretaris te Berlijn, Delaroche- Vernet. Deze zegt in 1894 als tusschen persoon gediend te hebben tusschen de ministeries van oorlog en buitenlandsche zaken, in de dagen dat er gewerkt werd aan de overzetting (uit cijferschrift) van een telegram. Nadat er een aantal ontwerp gemaakt waren, werd een tekst vastgesteld. Het gold het cijfer-telegram van 2 Novem ber 1894, van Pannizardi aan zijn regeering. Paléologue wordt met dezen getuige gecon fronteerd. Hij zegt, dat er twijfel bestaat nopens de vraag, of beide (verschillende teksten) aan den minister van oorlog wer den ter hand gesteld. Maar zeker is het, dat er olflcieel slechts éen tekst gegeven is. Op de vraag van Labori verklaart Paléologue, dat of het woord sbewijs" of het woord betrekkingen" uit het cijfer schrift kan worden afgeleid, maar nooit beide woorden tegelijk. Of het een of het ander. Vervolgens wordt gehoord de oud-presi dent der republiek Casimir-Pener onder Wegens den feestdag van O. L. VROUW HEMELVAART zal de Wieuwe ScMedamsche Courant Dinsdag avond niet verse li ij n e n. NIEUWE SGHIEOAMSCHE COURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1