Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 22ste Jaar®:. Woensdag 30 Augustus 1899. No. 6482. xxveaxx !$otev$ivaai 50. iuu?r'r^8M- schat in het moeras. Gemeen overzicht. PRIJS TAN DIT BLAD: Schiedam per 3 maandenf 1.50 c° per Dost door ceneei Nederland ^oor 'rain ^Izonderiijke Nummers - 0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 16 regeisƒ0.60 Elke gewone regel meer-0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. 29 Augustus '99. Het Proces te Rennes. kr.I-'8s'-aadlSttgehouden zittinSen van den st b 1 te ^ennes zijn zeker niet de ge0de n8r,jke geweest. Minder de opvol- '"^ar o UlSenissen der schriftkundigen die besll3ttrent de herkomst van het borde- Vq S te8eispreken en wier verklaringen "iet-vat 'eden van den krijgsraad, als Z||lleu jj-annen» moeilijk te beoordeelen j^tst „J0' dan wel het getuigenis van de d«n e °0rde militaire getuigen, zal er toe 'ed«n bepaalde overtuiging bij de W#t fl 611 krijgsraad te vestigen, ^'"tair» agrante tegenspraak tusschen de juiste, IB^etu'8önl Wie is hier om het d® 'eug6 ^ar<^e woord te gebruiken ^r®j6tatt'4*f ^eneraa' Mercier of kapitein zÜn immers, terwijl de eerste in Cede atg«'egde getuigenis van °njUi£th;^ verklaard heeft, dat de van r*n4e v'er Verdachte (voor Dreyfus bezwa- ^'Zzardi''4''0^ Van 'let cÖfertelegram- v«rWitt|„(i,, (*Dreyf«s gearresteerd, spion b«t °p zijn bevel in '94 niet aan ka0tter a ltn d°ssier toegevoegd en in raad ^°Udt f d® rechters niet voorgelezen is, d«n toere^Siat,ter' een van de 'eden van d" teel ^ltIla''°en krijgsraad staande, dat *egt hij 61 ^eva' is geweest. Wat meer is, °°k djt!k "eb de geheime stukken Presid 6gram 'n handen gezien van baDdigin' 6nt' *£0'0ne' Maurel, die de over- Rrifüer Van e'k der documenten aan den Wte ''"'ens deed vergezeld gaan van "h'dede i Z6 bestrijdt beslist dat hij het f&an y'en der stukken, deed vergezeld c°mmentarenhij heeft slechts door de Z6'f Sjezen en deed de andere lin8 kü griffier voorlezen. Nog al zonder- S''chts 1 V6rder zijn verklaring, dat hij verstrooid naar de voorlezing der euiiiet o n. 14) r^2aarn beschouwde zij de magere de om gri-ize haar en baard. die, als vertrai, met haar nog een weinig n' '«mgzaam en ernstig naar haar de beiri arna rustten "aar blikken weer yan l J°nge menschen, die zoo moedig 3r°'gen „I e!?en kracht bewust, zich ge- uit 2iJ slec"ts den wensch behoef- gr°°ten spreken, om de prairie in een S(Slitlg mi? en het lee"jke moeras plot- of het «pu en weelderigsten bloementooi l »Het aduwrijkste bosch te zien prijken. lot »°U ,,èen vreemde beschi *.king van j. fluisterde zij, de gedachten LCb°°ne gestal?!nbK-ian d° beide JeuSd>ge. kan stalten by haar opwekten, »neen, »«lijk n_ 'et mogelijk wezen. Hoe vertrou- alen met elkander: maar jeugd stukken heeft geluisterd, omdat zij niets belangwekkend bevatten en zich verder niets weet te herinneren. Het spreekt van zelf, dat de verdediging met deze onderlinge flagrante tegenspraak tusschen de getuigen en de eigenaardige verklaring afgelegd door den president van den krijgsraad, die Dreyfus in 1894 veroor deelde, niet weinig haar voordeel hoopt te doen. Konden Du Paty, die in '94 de enveloppe met de geheime stukken naar den krijgsraad overgebracht en kolonel Sand- herr, die haar volgens Mercier sloot en dus den inhoud er van kende, maar te Rennes komen getuigen. Helaas, Du Paty zal niet verschijnen en Sandherr is dood Want het getuigenis van Freystatter, hoe gewichtig ook, komt niet geheel onver wacht. Reeds sedert eenigen tijd was het bekend dat hij, het zij dan terecht of ten onrechte, tot het kamp der Dreyfusards was overgeloopen en zich in besloten kring in dien zin met betrekking tot het gebeurde in 1894 had uitgelaten. Daar zijn intusschen toch zeker nog andere leden zoo niet alleen van den toenmaligen krijgsraad in leven, de nood zakelijkheid ligt dus voor de hand deze evenzeer op te roepen ten einde uit te maken aan welke zijde hier de waarheid is betreffende een feit, het welk overigens Freystatter getuigt het zelf op het oordeel der rechters slechts een geringen invloed heeft uitgeoefend. De Gaulois weet dan ook reeds mede te deelen, dat bij Ca lais, lid van den krijgsraad van 1894 stappen worden gedaan om de verklaring van Frey statter te bevestigen. Intusschen zou, naar gemeld wordt, ook van Du Paty nog eenig licht in de altijd nog duistere zaak opgaan. In de Figaro doet de zoon van kolonel Du Paty de Clam mededeeling van het zenden van een me morie door zijn vader aan den krijgsraad, waardoor licht wordt gebracht, zonder zich op te houden met dengeen waaruit het voegt zich altijd bij jeugd. Zij zal met haar opgeruimden, kinderlijken lach, mijn armen Dick misschien zijne rust ontnemen en toch mag dat niet gebeuren." Zij had zich opgericht en zag er met spanning naar, hoe Kate haar metgezel aan den vader voorstelde, hoe beiden elkander vriendschappelijk begroeten en zich daarna alle drie naar de bron begaven. Kate ging tusschen de beide mannen, en het was een lust om te zien, hoe zij bijna uitsluitend het woord voerde en hare ontmoeting met de vriendin van haar vader schilderde. Eindelijk waren zij op de bepaalde plaats Comely ontving den vriend der jeugd zittend. Deze reikte haar de hand en zette zich tegenover haar neer, het aan de jonge lieden overlatend waar zij eene plaats wilden kiezen. «Hoevele winters Comely, zijn er over onze hoofden heengegaan, sedert wij elkan der voor de laatste maal zagen," zoo opende Winslow zonder aarzelen het gesprek, ter wijl hij in het diep gerimpelde gelaat naar de sporen van haar vroegere schoonheid zocht, «en hoezeer zijn wij beiden ver anderd." «Ja, John, veranderd zyn wij wel, ant zal schijnen. Op verzoek van den regeerings- commissaris Carrière zal een rogatoire commissie naar Parijs gaan om Du Paty de Clam ten zijnent te hooren. In de zitting van gister-ochtend er was ditmaal in het begin niet veel publiek en alleen de persplaatsen waren bezet ging de teekenaar Parat Javal voort met zijn bestrydig van Bertillons stelsel. Hij verweet den expert het schrift van Ester- hazy niet aan een zelfde reeks proeven te hebben onderworpen als dat van Dreyfus, en maakte de opmerking, dat men in Ester hazy's handschrift een veel grooter aantal onregelmatigheden aantreft. De grond slag van Bertillon's stelsel is valsch, zeide hij, en daardoor stort het geheele gebouw ineen. Bertillon acht hij wel-is-waar een schrander man, maar wien het door zijn eigen liefde moeilijk wordt gemaakt een dwaling te erkennen. Bernard weerlegt vooral dat gedeelte van de proefneming van Bertillon, dat op ver keerde berekeningen steunt. Hij verbaast zich er over, dat Bertillon heeft gemeend zijn toevlucht tot psychologische redenen te nemen om aan te toonen dat het bor derel vervalscht was en dat het procédé dat heeft kunnnen dienen om zekere woor den van het borderel te schrijven, tegen Dreyfus getuigende. Nadat Bernard betoogd heeft, dat het borderel geen vervalscht document is, zegt hij dat het een langs natuurlijken weg verkregen stuk is. Bernard toont den leden van den krijgs raad een plaat, die een bladzijde schrift bevat. Als Bertillon die zelf onderzocht, zegt Bernard, zou hij bevinden, dat ze zeker eigenaardigheden bevat, die hij zelfs op een getal van 50 millioen stukken in geen enkel zou terugvinden. Bertillon zou dus kunnen zeggen, dat het met een op zettelijk daartoe uitgevonden schrift ge schreven was. Hij zou zich vergissen, want ik heb deze bladzijde uit het rapport woordde Cornely ernstig, doch niet onvrien delijk, «toen het leven nog voor mij lag, kwam het mij voor alsof het eene eeuwig heid moet duren, voordat mijne zoons mij tot hulp zouden kunnen zijn, en nu verbeeld ik mij, dat slechts eenige dagen mij van dien tijd scheiden." «Gij hebt mijn brief ontvangen, Cornely," ging Winslow voort, jen nu ik u hier vindt geldt mij dit als een bewijs, dat gij einde lijk meer geneigd zijt, om tot mijn voorstel toe te trede.n" «Het bewijs van het tegendeel, dat ik eenmaal uitgesproken heb, geldt voor de eeuwigheid," hernam Cornely schijnbaar onverschillig. «Toen onze vaders «Laten wij dit alles vooreerst rusten," viel Winslow haar haastig in de rede, en hij wierp een voor Cornely bemerkbaren blik op Kate, wier oogen in groote spanning aan de lippen van de oude vrouw hingen, «ja Cornely, laat het nu rusten. Hier zijn onze kinderen. Welk belang kunnen die in onze berinneringen stellen. Wij daarentegen nu wij thans waarschijnlijk wel scheiden zullen, zonder hoop elkander ooit weer te zien, mogen later in een praatuurtje nog eenmaal de dagen in onzen geest terug dat Bertillon zelf geschreven heeft. Scha terend gelach.) Bertillon wil antwoorden, maar de voor zitter zegt, dat hij de deskundigen aiieen zal antwoorden als het een persoonlijk feit geldt. Bertillon zegt«Het is voor een persoonlijk feit", maar als hij een paar woorden gezegd heeft, legt de voorzitter hem het stilzwijgen op en gaat hij zijn plaats midden in de zaal hernemen onder algemeen gelach. De schriftkundige Teyssonières houdt vol dat zijn rapport van 29 October 1894 vol komen vlekkeloos was, concludeerende, dat het schrift van het geincrimineerde stuk van dezelfde hand afkomstig is, als die de vergelijkingsstukken schreef, welke bij den beschuldigde in beslag zijn genomen. Gedurende de verklaringen van getuige bestudeert de raad de stukken van verge lijking. Teyssonières besluit zijn verklaring met te zeggen, dat hy punten van overeen komst tusschen het schrift van het borderel en dat van Dreyfus heeft geconstateerd en hij haalt onderscheidene voorbeelden daar van aan. Het is mijn vaste overtuiging zegt hij«en ik hoop dat deze zal worden gedeeld", Op de vraag van een lid van den krijgs raad zegt getuige, dat hij nooit een stuk heeft te onderzoeken gehad dat door Dreyfus als dictee is opgeschreven Bewe gingHet stuk wordt den getuige voorge legd, die zegt dat hij drie dagen zal noodig hebben om het te onderzoeken. Dreyfus verklaart, dat de waarnemingen van Teyssonières hem geheel en al onjuist schijnen om daaraan waarde te hechten, zou hij de stukken onder de oogen moeten hebben.In verband met de kwestie der alinea's zegt hijeiken keer als ik een nieuwe gedachte begin neer te schrijven, begin ik een alinea. De voorzitter zegt nu, dat de stukken ter vergelijking aan de verdediging zullen worden medegedeeld. Te 9.25 wordt de zitting geschorst. roepen, waarin onze vaders als goede buren en vrienden naast elkander woonden. Wij zijn daartoe niet alleen gerechtigd, maar ook verplicht neen, neen, bljjt nier," wendde hij zich tot Dick en Kate, toen deze wilden opstaan, «wij ouden hebben zulk een haast niet met onze wederzijdsche mede- deelingen ook zouden wij gestoord worden door de wagens en de runderen, die mij op den voet volgenja, Cornely, ik heb mijne wilde dochter vooruit laten gaan, wijl zij ongeduldig werd, ik vrees echter dat zij u met haar levendigheid last zal veroorzaakt hebben." «Mrs Watson, ben ik lastig en opdringend geweest?" vroeg Kate haastig, voordat Cornely kon antwoorden," «was ik niet even stil en bescheiden als deze bloemen, die ik het liefst op uw hoed zou willen steken?" waarna zij haastig eenige vergeetmijnietjes, die in menigte aan den kant van het water bloeiden, afplukte, «of heb ik misschien het aan den noodigen eerbied laten om breken Wordl vet ouiAja.j NIEUWE SCHIEDAM» COURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1