Dagblad voor Schiedam en Omstreken. -2ste Jaar Dinsdag 12 September 1899. No. 6493. ^ureau looierstraat 50. 9 schat in het moeras. cr OYËKZICHT. lijf Het 8en°emd naï^ mag e'sc^ van ^a^or' eUiiieton. 22) V. NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT PRIJS TAK DIT BLAD: '°°r Schiedam per 3 maandenf 1.50 'ranco per post door geneei Nederiana 2.— •Wonderlijke Nummers - 0.05 de De I; ï)e 11 September '99. 0oP van het proces te Rennes. PRIJS DER ADYBRTENTIgK Van 16 regeis i i \f0.60 Elke gewone regei meer '-0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. proceste Rennes, dat ruim vier weken ®reld in afloi en spanning hield, is geëindigd. °P van het proces, nog op den uvv UOCO, IlUg up uuil verrast' 8 der vorige week, heeft velen *r#eröd k'inkt de uitspraak niet 8andaCiltV0Qr ve'en die den loop der debatten achre.f v°'gden. Reeds voor eenige dagen 0, ooor tie een*"' ^assaSnac in zijn Autorité ,net van moreele bewijzen omstrikt, veroordeeling meer en meer Wi at bet schu|c( tnaterieel bewijs van Dreyfus' dee|etl staat niet aan ons te beoor- heeit o' Wa' a's zo°danig voor den krijgsraad ^danks^0'^601 werkeliik ^et borderel, vadersc^ a'^e P°g'ngen om Dreyfus van het Va° dit sluk 10 ontlasten, als ^ei j 6'^ee' bewijs heeft aangemerkt, dan *4arvan Versc^'"end« geheim-dossiers l'-in ove Öe stukken aan den krijgsraad ÖreyfUs. g0'egd, het stoffelijk bewijs van Sijn t Schuld gevonden heeftde stukken ^aar ln besloten zitting onderzocht. Materieel W°rden> <*at het buitenland het ^oetefl6 ^ewÜ3 van Dreyfus' schuld zou k®t v..- eVeren. Het corpus delicti van Vo11 de to raa(* bevindt raad ®eQdheid ter #ad bevindt zich in de handen van wier behoeve het vei- oincf6^'66^^' en w'e zou h,e niogendheid 'S*tl 0ver°Ze' ge'00ven> die overtuigingsstuk- hfieft te 'eggen Waar Duitschland niet ^ennesnetl toestaar'i dat Schwartzkoppen C0BE"niss V.Crscheenof zelfs maar bij rogatoire 2e'fs ,j^e 'n e'gen land gehoord werd, heeft ^°haan °^lcieele mededeeling in den ^etr®kki "eiyer dat Duitschland in geenerlei de Uitsn '0t Dreyfos heeft gestaan, voor 8een k van den krijgsraad o.i. terecht in schaal gelegd, want, 'e vraag of het verraad uit- behoeve van Duitschland is jongere broeders, 'n-twitlti ;g6 Jegens van achttien en een- en no» r we' Is waar niet, dat haar „.hare gerimpeld was geworden 'drukking °l? °°gen een zwaarmoediger en. g gekregen hadden, maar de hun ï6ld'2? opheldering had hen geruslge- blitVD'ck hunn »t6n Zij 00k gemeenschappelijk vi en lat.1 - gersteden op- Eenigeoogen- l rschaft h»a ^lrï^ °°k het vuur, dat hen licht donu3 100 stil' Ha' en ,daarna la8 de kleine 3v er aanh ar> a's was die slechts een poepen in a gSel geweest van de boom- aduwen t„ 'n tu'n> die zich als zwarte vu ck bleoMgen de 'uc*lt ffteekenden. vidien da^r wakker- De gebeurtenissen ^®n. en ''eten hem den slaap niet en hem eindelijk de oogen toe- gepleegd, blijven er nog andere veronder stellingen overdenken wij slechts aan de innige verstandhouding die er tusschen de mogendheden van het Drievoudig Verbond bestaat. Opmerkelijk ik het ook, dat Italië (Panizzardi) geen reden tot tusschenkomst heeft gevonden. Ronduit onze meening over de gevallen uitspraak zeggende, komt het ons ondenkbaar voor, dat een raad van loyale en rechtschapen mannen zooals Demange getuigde die als vakmannen het verraad beoordeeld hebben, die dus beter dan de burgerlijke rechter er den aard en de strekking van konden vatten, die beter dan iemand anders in staat waren te beoordeelen, wie tot dat verraad al of niet de noodige gegevens bezat, Dreyfus alleen uit partijdigheid of op losse grondslagen zou veroordeeld hebben. Met de uiterste spanning werd Zaterdag de uitspraak van den krijgsraad te Rennes verbeid. Maatregelen van orde voor de laatste zitting van den krijgsraad werden reeds van af 's ochtends vijf uur genomen. Om het Lyceum stonden sterke troepen- afdeelingen. het station was door soldaten bezet, overal stonden piketten, patrouilles doorkruisten de straten. Buiten het Lyceum leidden de prefect, de directeur van politie en de bevelhebber van de gendarmerie den veiligheidsdienst. Voor de zitting inspec teerde kolonel Jouaust den omtrek van het Lyceum. Bij het onderzoek van de zakken aan den ingang van het Lyceum werden vier revolvers in beslag genomen. Toen omstreeks 8 ure het 24ste regiment dragonders, dat als reserve dienst moest doen, de stad binnenreed, beval een rit meester de stad een groet te brengen met trompetgeschal, maar door den toe stand der gemoederen verwekte dat trom petgeschal niet alleen nieuwsgierigheid maar ook angst. Vele menschen kwamen uit de aangrenzende straten aangeloopen om te zien wat er gaande was. De kalmte keerde allengs terug bij het voorbij vielen, sloop Kate Winslow schalksch in zijne droomen. Hand in hand wandelde hij weer met haar over de groene prairie, en al waren het maar beuzelachtige dingen waarover zij spraken, zoo kon hij toch niet genoeg naar zijn zin, van haar vroolijke invallen hooren. Anders ging het met Cornely. Haar was de slaap geheel ontweken. In diepe ge dachten en gepeins staarde zij met open oogen in de duisternis. Zij zuchtte niet en klaagde niet en toch was er een groote strijd in haar binnenste. Was haar getrou we Abel nu nog maar in leven, om haar te raden en te helpen Buiten echter welfde de nachtelijke pracht over het donkere land schap. Geheimzinnig glansden en fonkelden de sterren en wierpen verstolen een blik in de stille hut, om zich in de tranen te spiegelen, die langzaam en zwaar over Cor- nely's wangen vloeiden. De lange zomerdag was ter nauwernood aangebroken, toen Cornely reeds bezig was in de oude blokhut en toen hare zoons een weinig later verschenen, wachtte hen het eenvoudig ontbijt. Vriendelijk als altijd, trekken van het regiment. De inwoners van Rennes, die, evenals de overgroote meerderheid van het Fransche volk, beslist anti-Dreyfusards zijn, heeft de uitspraak van den krijgsraad kalm vernomen. Bij de voortzetting van zijn pleidooi in de zitting van Zaterdag ochtend, heeft Demange getracht achtereenvolgens hetgeen tot overtuiging van Dreyius' schuld werd aangevoerd, in een nog lange pleitrede, af te breken. De advocaat vergat ook niet op het gevoel zijner toehoorders te werken. Mijne overtuiging komt uit het hart zegt Demange. Het is onmogelijk bij den twijfel die in den geest der rechters overgebleven moet zijn, dat zij Dreyfus veroordeelen, terwijl het beeld van den man aan de overzijde van het Kanaal (Esterhazy) voor hen staat (Met alle kracht had Demange, de herhaalde opmerking dat die man als strooman dienst moest doen, trachten te weerleggen). Het roerend slot van Demange's pleidooi werd in diepe stilte aangehoord. Wanneer gij, zegt hij, u in raadkamer begeeft, dan zult gij u hebben at te vragen of hij schuldig is en waarom. Gij zult u afvragen of hij het geweest is die de stukken geleverd heeft, waarvan men den inhoud niet kent. Gij zult overwegen dat daaronder dingen moeten zijn die hij niet geleverd kan hebben en dat het schrift van het borderel niet het zijne is. Op dat oogenblik zal er twijfel zijn in uw geest en die twijfel is mij genoeg. Demange vervolgt: Die twijfel is de vrij spraak. Die twijfel veroorlooft aan een op recht geweten niet, te zeggen: »Deze man is schuldig". Herinnert u zijn lijden op het Duivelseiland, zijn geestelijke en lichamelijke martelingen. Ondanks zijn lijden is hij een fier man gebleven. Is dat een verrader Is dat niet veeleer een eerlijk en loyaal soldaat Dreyfus aanbidt vrouw en kinderen en gij gelooft dat hij een aterling is Neen, gebruikte zij dit met hare drie zonen, maar haar gelaat was bleek, als van iemand die een groot verdriet heeft, zoodat het hare kinderen bijna angstig maakte. Zij stelde hen gerust door te zeggen, dat zij geen goeden nacht had gehad en een rit in de koele morgenlucht haar goed zou doen. Daarna toen zij de werkzaamheden voor den dag met hun besproken had, gebood zij de jonge mannen een paard voor haar te zadelen. Wel zag Dick haar verwonderd aan doch hij las in hare trekken, dat zij in hare oogenblikkelijke stemming niet zeer toegankelijk was voor vragen, en zoo ging bij dus naar buiten om een paard uit de weide te halen. Zoodra Cornely zich alleen bevond, ging zij naar een gesloten kisten, en toen zij die geopend had, nam zij tusschen andere voorwerpen daar een doos zonder deksel uit. Een ais een pakje samengevouwen papier lag daarin. Zij nam het zoo voor zichtig op alsof het slechts spinrag was en zij vreesde het te breken, en toen zij het losgevouwen had beschouwde zij het zoo lang, dat haar eindelijk de oogen overliepen. En toch was het slechts een lok donkerblond, reeds sterk met grijs vermengd haar, maar zijn onschuld behoef ik niet uit te roepen. Gij zijt ingelichtde mannen van '94 waren het niet. Zij hadden het schrift van Ester hazy niet. Gij hebt het nu. Het is uw leidraad Ik bid God, roept Demange uit, zijn handen ten hemel heffende, dat hij uwen geest verlichte Ik bid God aan Frankrijk de eensgezindheid te hergeven, waaraan het zooveel behoefte heeft.(Langdurige bewe ging.) Zich tot het publiek wendend, roept hij uit: Wij zijn Franschen I Laten wij ver bonden zijn door denzelfden band van liefde voor het vaderland, liefde voor de gerech tigheid, liefde voor het legerLangdurige beweging Volgens den particulieren correspondent der N. R. Cf. was Dreyfus bij dat pleidooi kalm gebleven tot het laatste oogenblik hij snikte in zijn zakdoek. Labori zag van het woord af. Carrière vroeg voor zijn repliek verdaging tot drie uur. Bij het heengaan van Dreyfus hoorde men harde schreeuwen van Jaurès en zijn omgeving »Moed! Moed!" Bij de hervatting der zitting 's middags te 3 uren, spreekt de regeerings-commissaris slechts tien minuten. Majoor Carrière zegt in zijn repliek, dat hij niet meer in een moeitevolle, lange gedachtenwisse- ling wii treden. Weegt de belangrijk heid van de twee categorieën van getuigen vóór en tegen af en oordeelt dan in de onafhankelijkheid van uw karakter met de flinkheid van soldaten. Het bewijs is overal, zegt Carrière. Frankrijk wacht verlangend op uw oordeel. Ik handhaaf mijne conclusies en eisch toepassing van de art. 76 en 267 van de Code Militaire. Opschudding Demange, ook slecht een tiental minuten spiekend, zegt met een stem heasch van vermoeienis »Gij zijt van uw vonnis slechts rekenschap schuldig aan God. Dit is mijn laatste woord. Ik weet dat gij eerlijke rechtvaardige mannen zijt. Gij zult nimmer mogelijkheden en vermoedens tot de hoogte het was een lok van het hoofd van haar onvergetelijken Abel, een lok, die zy weg genomen had toen hij stil en vreedzaam voor haar op zijn sterfbed lag. Eindelijk slaakte zij een diepen zucht. Hare lippen bewogen zich, en zacht als om iemand, niet in zijn slaap te storen, zeide zij op die lok neerziendeAbel ik heb een besluit genomen. Ik houd u haar hier in mijne handen en mijn hart klopt rustig. Dit zal een teeken voor mij zijn, dat gij evenzoo zoudtgehandeld hebben" en lang nog beschouwde zij het dierbaar aandenken, voordat zij het weer voorzichtig m de kist wegborg. De hoefslag van een paard deed haar naar liet voorplein gaan Dick was juist bezig, den zadelriem vast te maken, terwijl zijne broeders zich moeite gaven, om het borstelig haar, van het aan hard werken gewende paard, zoo goed mogelijk glad te strijken. Met Dick's hulp zette zij zich in den zadel. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1