Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 22ste Jaarg. Zondag 12 November 1899. No. 6545. bureau IJSofersfraaf 50. TWEEDE BLAD PRIJS VAS DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maandenf 1.50 Franco oer nost door geheel Nederland -2.— Afzonderiiike Nummers i - 0.05 PB IJS DER ADTERTENTIËN: Van 16 rsgeis i I 1 ƒ0.60 Elke gewone regel meer -0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. OFFICIEELE BERICHTEN. Kennisgeving. Burgemeester en Wethouders van ^hiedam, brengen ter algemeene kennis, dat door den ij®®' Minister van Waterstaat, Handel en ^Ijverheid, bij zijne beschikkingen van 3 ^?Zer No. 187, is aangewezen Dinsdag 21 fuwember 1899 als dag, waarop de ver- l zing, en Dinsdag 5 December 1899 als aS> waarop zoo noodig de herstem- ["'"g zal plaats hebben ter benoeming van 'eden der KAMERS VAN ARBEID voor d®, ALCOHOL INDUSTRIE, voor de VOE- J^INGs- en GENOTMIDDELEN en voor de BOUWBEDRIJVEN. Zij brengen tevens in herinnering de artl- 17, 18 en 41 der wet op de Kamers Vat> Arbeid, luidende c h i e d a m, den lOden Nov. 1899. Ur'jcrnecster en Wethoudersvan Schiedam, VERSTEEG. De Secretaris, VERNÈDE. Kennisge v i ng. Burgemeester van Schiedam Brengt bij deze ter kennis van de inge- zetenen de kohieren van de belasting op dezer^ 60 aa(^ere ink°msten No. 3 en 4 190q gemeente, over het dienstjaar 1899 door den heer directeur der directe te Rotterdam op den 9en 1899 executoir verklaard, op aan den ontvanger der directe tingen ter invordering is overgemaakt, ied rts wordt bij deze herinnerd, dat een dQ6r verpbcht is, zijnen aanslag op den bij datw®1 bepaalden voet te voldoen alsmede gaat de termijn van zes weken in- binnen welke de reclames tegen dezen ^slag behooren te worden ingediend. En het u hl©rvan afkondiging geschied, waar behoort, den llden November 1899. De Burgemeester voornoemd, VERSTEEG. Pastoor Wenneker. l n St. Baw, godsdienstig weekblad voor ®l bisdom van Haarlem, geeft de weleerw. W. van Nieuwenhof S. J. in de rubriek sionarissen uit het bisdom Haarlem Nederl.-Indië" een levensschets (met por tret) van onzen oud-stadgenoot den weleerw. pater K W. J. Wenneker, patoor te Batavia. Daaraan is het volgende ontleend Ware mij het lot zoo gunstig geweest, dat ik een paar maanden eerder deze schets had mogen schrijven, een minder bescheiden opschriftde Hoogwaardige Provicaris van Batavia had hier boven gestaan. Doch nu sinds October 11. Z. D. H. Mgr. E. S. Luypen bij zijne kudde jp teruggekeerd, heeft de Apostolisch Vicaris in eigen persoon zijne gewichtige taak weder opgenomen. Karei Willem Jan Wenneker zag te Schiedam het eerste levenslicht, den lOden September 1837. .Zijne lagere studiën volbracht hij in 't seminarie Hageveld, waar zijne onvermoeibare werklust en ijver zoo goed als zijn slagen hem naam maakten bij zijne medestudenten. 1 September 1872 te Maastricht tot de priesterlijke waardigheid verheven, legde hy zich een drietal jaren toe op het predikambt. Onverpoosde ernstige studie had hem voorbereid; zijne taal was hij meester, en zijn herhaald optreden, zoo in België als in Nederland, wekte de ver wachting, dat hij in de gewijde welsprekend heid zou uitmunten, gelijk hij 't in de godgeleerde studiën had gedaan. Hoezeer door geweldige aanvallen van hoofdpijn gekweld, verlangde hij naar de Missie van Nederl.-Indië. Zijn verzoek vond ingang; hij vertrok m 1875 en zette den eersten dag van 't volgende jaar te Batavia voet aan wal. Drie maanden later vinden wij hem als hulppriester te Padarig op Sumatra. Daar vond hij pastoor Verbraak, een paar jaar vóór hem «uitgekomen," en den nog te Samarang werkzamen pastoor Smit. In de eerste maanden leed hij aan af mattende koorts, welke hem toch niet be lette, zich met de Padangsche toestanden op de hoogte te stellen. Weldra ontving hij bezoek van twee zijner reisgenooten van Samarang tot Batavia. De dochter verlangde katholiek te wordende moeder, eene zestigjarige inlandsche, volgde; da zoon, op Fort de Koek vertoevende, was mede be reid en de vader gaf hoop, niet lang meer achter te blijven. Nog onbezoldigd geeste lijke, mocht Wenneker geene dienstreizen ondernemen daarom trad hij in den arbeid zijner afwezige medepastoors en besteedde uren en dagen om veertien Chineesche kindertjes 'tOnze Vader, Weesgegroet en de voornaamste waarheden van den gods dienst voor te zingen. Den 4den Maart 1878 werd hij als onder pastoor te Padang erkend, doch reeds acht maanden later droeg zijne overheid hem de zorg op voor al de Katholieken van Suma tra's oostkust. 3 Dec. 1878 verliet hij het hem dierbaar gewerden Padang, waar hij twee en een half jaar een aangenamen en dikwerf troost- vollen werkkring met de pastoors Smit en Verbraak gedeeld had, om zich over Batavia naar zijne nieuwe standplaats, Deli, te begeven. Pastoor J. de Vries, die meermalen den Oosthoek bezocht had, bracht te Batavia den nieuwen pastoor op de hoogte. Er waren daar nog al eenige goede Katholieken, die nog aan bidden en Paaschplicht denken. Verder kath. Chineezen en Klingaleezen wier gezamenlijk getal, op Deli-Serdang en Langkat, tot 300 liep, maar door aankomst van elders dagelijks groeide. «Nu gij op Deli komt," voegde P.- de Vries er bij, «zullen meer Chineezen en Klingaleezen zich bekeeren, en is u djt niet genoeg, dan woont boven Deli eene uitgestrekte bevolking van heidensche Batakkers." De Klingaleezen waren uit Britsch-Indië, van de kusten van Coromandel en Malabar, waar Franciscus Xaverius gearbeid heeftzij zijn op Suma tra's oostkust zeer gewild, voor 't aanleggen van wegen, graven van kanalen enz., doch Engeland, dat ongaarne deze uitmuntende werkkrachten miste, had nu alle verdere emigratie verboden. Vol hoop en ijver ging pastoor Wenneker 20 December aan boord van de Sindoro naar Singapore. Gelukkig voor hem, werd Riouw aangedaan, en kon hij daar in de vroegte het Kerstleest vieren. Dien eigen avond kwam hij te Singapore, reeds, voor 't eerst van zijn leven, in een palakijn, voorzag zich van Chineesche boeken, en liet Singaleesche te Pondichery bestellen. De eerstelingen in zijn doopboek te Deli waren vier zwarte Klingaleesjes. In Januari kon hij om den aanhoudenden regen niet uitgaan. Hij sloeg het altaar op in zijne kamer, die op de voorgalerij uitkwam. Zondags werd zijne H. Mis bijgewoond door eenige Franschen, voor wie hij in hunne taal eene onderrichting hield, en door christen Klingaleezen, wien hij na de Mis, met behulp van een tolk, den Catechismus uitlegde. Toen hij uit kon gaan, bleek het leven daar zeer vermoeiend, dewijl er geen eigenlijke centrums bestonden, en de Christenen allen verspreid woonden langs de kust. De wegen waren slecht, en met een rijtuig onoverkomelijk. Hij moest alzoo te paard. Nu had pastoor Wenneker in Holland van alles geleerd, maar de edele rijkunst was hem een geheim gebleven. Zonderschroom begint hij een courshippique onder de bekwame leiding van een heiden- schen Klingalees. Dan dacht hij soms «Dit moesten mijne vrienden in Holland nu eens zien!" Maar spoedig zat hij recht in 't zadel, greep den teugel met vaste hand en reed «als een ridder, godvreezend en stout" naar zijne parochianen, door modder poelen zoo groot, als zijn oog zelfs in Indië nooit te zien had gekregen. Van lijd tot tijd veroorloofde hij zich, raad en troost te zoe ken bij zijn naastbij wonende medepriesters, op het aan Engeland behoorende Pinang. Te dikwijls kon hij zich evenwel deze weelde niet gunnen, want al bestond er ëen geregelde stoombootdienst tusschen Del i en Pinang, elk retourtje kostte Hem 24dollars ot 60 gulden. Intusschen was de oude lust voor taal studie bij Pastoor Wenneker ontwaakt, en ofschoon hij de handen vol had met het Chineesch, bezat het Tamael der Klinga leezen voor hem eene bijzondere aantrek kelijkheid. Hij noemt het eer,e der schoonste en rijkste talen der wereld, niet minder belangrijk dan het Sanskrit, en vond er, bij nauwkeurige vergelijking, Grieksche. Latijn- sche, zelfs Fransche en Hollandsche woord stammen in terug. De Klingaleezen zeiven hebben hunne taal lief en zitten 's avonds, na volbrachten arbeid, luid op te lezen. Verder bespreekt de schets van pater Nieuwenhoff het zeer lezenswaardig opstel over De taal der Klingaleezen van pastoor Wenneker in het Tijdschrift Studiën enz. Jrg. XIII deel II bl. 90—'98 opgenomen. Plaatsgebrek belet ons dit gedeelte der schets, over te nemen. Vervolg Binnenland. De Minister van Justitie verleent de volgende week geen audiëntie. De Londensehe correspondent van de lel. schrijft Ik bezocht gisteren den Nederlandschen gezant te Londen, baron von Golstein en en vroeg of hij mij wellicht, om een einde te maken aan allerlei geruchten, kon zeggen om welke redenen hij ontslag had aange vraagd. Z.Exc. deed mij antwoorden, dat hij voor alsnog deze redenen niet publiek wenschfe te maken, maar alleen als feit gaf, dat hij zijn ontslag werkelijk had aangevraagd. Met de meeste stelligheid van de Arnh. Ct. verzekeren, dit het gerucht, waarvan het Dagblad melding maakte, dat de heer jhr. A. P. C. van Karnebeek, lid der Tweede Kamer en eerste gedelegeerde van Neder land op de Vredesconferentie van den af- geloopen zomer, zou zijn aangezocht voor het vervullen van den post van gezant te Londen, van allen grond is ontbloot. Indië wordt sinds een paar maanden overstroomd met groote hoeveelheden nieuw lijkende rijksdaalders. Bij aandachtige be schouwing ziet men echter, dat de jaartallen al op eer. leeftijd van meer dan vijf en twintig jaren wijzen, dat er nog sporen zijn van vroegere brandwonden en dat zich hier en daar butsen vertoonen. Het zijn de Lombok-rijksdaalders, die bij 's Rijks Munt te Utrecht een vernieu wingsproces hebben ondergaan, hetwelk echter de herkomst niet geheel heelt kunnen uitwisschen. (Loc.) Een groot gedeelte van de miliciens der infanterie van de in Maart jl- opgekomen lichting wordt den 14n dezer in het genot van winterverlof gesteld. De Nederlandsche Handelmaatschappij houdt eene veiling te Amsterdam, op Don derdag 30 November 1899, des voorm. te 10£ uur, van ongeveer: 27.000 blokken NIEUWE SCHIEDAMSBHE COURANT Art. X7. Het hoofd of de bestuurder van een be- rijf of eene onderneming, waarin personen die op kiezerslijst voor eene Kamer van arbeid zijn ge- P'aatst, arbeid verrichten in fabrieken en werkplaatsen, s verplicht t; zorgen dat ieder van dezen gedurende n minste twee achtereenvolgende uren van den 0or de stemming bepaalden tijd gelegenheid viude 0,11 mede te werken tot de keuze waartoe hij bevoegd is. 'Gt. 18. jjet hoofd of de bestuurder in het voor- Kaande artikel bedoeld is verplicht te zorgen, dat in 'Jne fabriek of werkplaats, op eene plaats waar arbeid j0r®t verricht, gedurende twee werkdagen vóór en tij - e?s de tot stemming bepaalde uren, op eene zichtbare dè^e 0P8®kangen eene door hem onderteekende lijst, nren iu bet voorbaande artikel bedoeld vermeldende °r e'k afzonderlijk of groepsgewijze of voor allen gezamenlijk j P de woorden arbeid" en „fabrieken" en „werk- 8atsen" in dit en in het vorige artikel is l der eidswet, met nitzondering van het laatste lid van 2, toepasselijk. 41. Overtreding van art. 17 of 18 wordt ge- 8elb met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of "Oete van ten hoogste vijf en zeventig gulden. sflËWflMi in

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 5