Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
eerste blad.
22ste Jaarg.
Zondag 26 November 1899.
No. 6557.
bureau l&oterstvaat 50.
Ierland in den vreemde.
PRIJS YAK DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maanden f 1.50
Franco Der oost door eeneei Nederland 2.-—
Afzonderiiike Nummers 0.05
PRIJS DER AD VERTKKTIËK:
Van 16 resets f 0.60
Elke gewone regel meer-0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
^egen overschatting van de betoogingen,
'e voor de Boeren hier te lande worden
8ehouden, heeft dezer dagen de Standaard
gewaarschuwd. Het blad meent, dat zoo
n,et bij allen, toch bij de groote massa
°ntbreekt dat zelf-onderzoek, dat tot schuld*
®sef brengt en steeds merkteeken was van
en waarachtigen ernst.
sWat heeft Nederland voor zijn kolonis-
en in Zuid-Afrika gedaan Het heeft ze,
*°nder dat er een enkele nationale kreet
legen opging, in den beginne dezer eeuw
Engeland overgelaten. Daarna heeft
et> tot 1880 toe, zich ternauwernood om
^at in Zuid-Afrika plaats greep bekreund.
'r' toen eindelijk in 1885 de reeds bij
•'kelen gewekte sympathie een meer alge
meen karakter aannam, heeft het de leden
^an het Driemanschap hier te lande, ja
e8®juicht, maar geweigerd of nagelaten
e doen wat plicht ware geweest. Het geld,
at Transvaal toentertijd noodig had, om
2lcb staande te houden, kreeg het hier
••'et. Toen de goudvelden ontdekt werden,
®oben we evenzoo niet getracht die in
®derlandsche handen te brengen. Zelfs nu
S is er geen Nederlandsche lijn van
•dsterdam op Lorenfo Marquez. Onze
^'"bulance vertrok in een schip onder
t'tsche vlag.
^Thans, het is zoo, worden er allerwegen
^auielingen gehouden, en niet onbelang-
Jke sommen worden bijeengebrachtmaar
es saamgenomen beloopen deze giften
cb nog van verre geen bedrag, dat ook
ar eenigszins aan Neerlands rijkdom
^ooV°nredigd is. Had men daarentegen in
i iets minder gejubeld en iets meer
*aken
voor Transvaal gedaan, hoe geheel
!^ers kon de uitkomst
wezen.
Feuilleton.
15)
fow ("beas-corpus akte strekte zich niet
Mat- end uit zoodat »de wet", die volgens
w aula-v 1) de krachtigste teugel was,
hee{en de wetgeving ooit der dwingelandij
'aria aangelegdde wet, die niet door
e oe omwegen, maar door rechtstreeksche
\ve| 0nverwijlde hulp de veiligheid en de
v0rdaart van eiken bewoner des rijks be-
Schp6rtbelangrijke wet door alle Engel-
bont/1 20nder onderscheid van partij in
>tiv£ j ^aarde gehouden" haar weldadigen
In a ln Ietiand niet gelden deed.
endoru °^c'eele redevoeringen van den
Wez a°ning werden de Katholieken aange-
'n ri° vöand> tegen wien alle partijen
oen staat in bondgenootschap moesten
«De Rand kon dan in Nederlandsche
handen zijn. De uitlanders goeddeels uit
Nederlandsche kolonisten bestaan. En de
handelsbetrekkingen goeddeels met Neder
landsche huizen zijn aangeknoopt."
Dat deze schuld van het verleden ons
thans zou moeten beletten, met heel ons
hart en heel onze ziel in wat nu plaats
grijpt mee te leven, dit wil De Standaard
niet zeggenmaar toch valt niet te
loochenen, dat onze nationale geestdrift op
dit oogenblik een ernstiger karakter zou
dragen, zoo allerwegen bleek dat we ons
door die schuld van het verleden aange
grepen gevoelden. Dit klemt vooral met
het oog op wat komen kan.
«Niemand kan zeggen tot wat algemeene
verwikkelingen de thans uitgebroken oorlog
leiden kan.
«Engeland heeft zoo goed als nergens
vrienden en bijna overal benijders. Zelfs
in Amerika houdt de Repubhkeinsche
pers met moeite de stilzwijgende alliantie
met Engeland op de been, maar de demo
craten, ten deze gesteund door Ieren,
Duit6chers en Hollanders staan er fel gekant
tegenover. En Japan is een bondgenoot, die
omloopt met het kleurenkompas. Houdt dus
de worsteling tr. Zuid-Afrika lang aan, en
begint ze zelfs Engelands reuzenkracht te
verzwakken, dan is het vrij zeker, dat de
gegadigden niet ontbreken zullen, die hier
van partjj willen trekken.
«Niet, dit versta men wel, om het be
dreigde Transvaal te hulp te komen. Doet
Engeland evenredige consessies aan Rusland,
Frankrijk en Duitschland op ander gebied,
dan zal ter wille van Transvaal geen bajonet
op de tromp worden gezet.
«Maar bet kan ook zijn, dat Engeland
die concessies weigert, en dan ligt er
brandstof te over Opgehoopt, om den
reeds zoolang dreigenden wereld-oorlog te
doen uitbreken.
«In dat geval nu kunnen ook wij voor
de keuze worden geplaatst tusschen een
treden. Nog in 1745 legde de Lord-Kanse-
lier van Ierland eene verklaring af, welke
door de hoogste leden van het staatslichaam
plechtig herhaald werd dat de wetten van
het koninkrijk zelfs niet het bestaan van
een Ierschen papist veronderstelden.
De protestansche adel, die de macht in
handen had, kon de katholieke pachters niet
uitstaanen dewijl zij feitelijk niemand
verantwoording schuldig waren, wierpen
zij hen naar willekeur in de gevangenis,
brachten hen met de grootste dwingelandij
tot armoede en stelden ze bloot aan onbe
schrijfelijke ellenden. Den huurder werd
geen veilig bezit gegund, van hetgeen het
zijne was. Eene uitdrukkelijke bepaling
hield in, dat wanneer te eeniger tijd de
opbrengsten hooger gingen dan een derde
van de te betalen rente, eike Protestant
het recht had den katholieken pachter van
deze hoeve af te zetten om zelf zijne plaats
in te nemen. Had zijn rustelooze arbeid
een moerasgrond bruikbaar of een dorre
vlakte vruchtbaar gemaakt, zoo kon hij
iederen dag een protestantschen nabuur
verwachten, die het tot een plicht van
godsdienst rekenen zou den nijveren landman
de vruchten van zyn zweet te ontrooven
uiterst gevaarlijken oorlog en een weinig
eervolle neutraliteit.
«Dan kan ons koloniaal bezit in gevaar
komen, onze handel kan verstoord worden,
de bron van onze welvaart tijdelijk worden
gestopt, en zelfs ons land worden be
dreigd.
«En dan zal het erop aankomen, of in
het Nederlandsche volk metterdaad iets van
de energie en van den hoogen moed der
Transvalers en Vrijstaters leeft, en of we
dan voor een hooger idee van recht en trouw
dien nationalen inzet durven wagen.
«En daarvoor nu is hooger en degelijker
ernst noodig dan dusver in de volksagitatie
openbaar werd.
«En juist hiermede is het, dat de Staten-
Generaal te rekenen hebben.
«Waren we een groote Mogendheid met
een vloot en met een leger, die meetelden,
zoo zou op de verantwoordelijkheid niet
zoo scherp te letten zijn. Maar dat zijn we
niet. Onze middelen van aanval en verde
diging zijn pijnlijk klein. En juist daarom
moet op die nationale verantwoordelijkheid
voor de toekomst zoo volle nadruk worden
gelegd.
«En in dit licht bezien, is het onze vaste
overtuiging, dat de agitatie, die thans onder
ons volk bestaat, en waarin we ten volle
deelen, ja, die wij van harte toejuichen,
toch nog allerminst aan de Staten-Generaal
den plicht kan opleggen, om in naam des
volks op te treden."
Stads- en Gewestelijk Xieuws.
Schiedam, 25 November 1899.
Abbé Daens.
Zooals reeds uit het slot van ons verslag
der voordracht Schaper bleek, zal aanst.
Maandag-avond in eene openbare vergadering
van de afd. Schiedam van de S. D. A. P.
in «Musis" spreken abbé Daens, wiens op
treden in verschillende steden van ons land
zooveel opspraak heeft verwekt.
en hem meedoogenloos, zonder recht van
verwering of beroep van zijn erf te jagen.
Behoeft het nog gezegd, dat dit systeem
den landbouw knakte en den arbeider tot
de diepste ellende bracht Niet ten onrechte
werden ze in de geschriften dier dagen
voorgesteld als naakte slaven, die werken
zonder loon, en zonder huis of dak, bloot
staan aan de zweepslagen van hardvochtige
en wreede opzichters. Er lag snijdende spot
in de Pariementsakte, welke de weilanden
van tienden opbrengst onthief. Want daar
door behoefden de rijke protestansche
landeigenaren niets at te zonderen voor
hunne eigen geestelijkheid, en bleven de
kleine katholieke pachters in de macht
der tienden-hefïers, die hen met harpijen
woede plunderden om een weelderig bestaan
te verschaffen aan de vreemde bedienaren
van een godsdienst, welke niet de hunne was.
Of de handel des lands aan 't kwijnen
sloeg? Swift heeft de opmerking gemaakt,
dat de havens en aanlegplaatsen, waarmee
de natuur Ierland zoo mild begiftigd heeft,
voor de katholieke bewoners van geen
gfooter nut waren dan een lachend uitzicht
voor den gevangene op een toren. Leed
een Iersche protestant eenige schade van
Wie abbé Daens is, behoeven we nauwe
lijks voor onze lezers uiteen te zetten.
Het is een ongelukkig verdoolde Belgische
priester, die zich openlijk en meermalen
tegen zijn wettigen overste, wien hij als
priester gehoorzaamheid verschuldigd is (den
Bisschop van Gent) heeft verzet, en ten
slotte, toen die overste hem niet meer
sparen kon, gestraft werd met de schorsing,
waarbij hem het opdragen der H. Mis is
verboden.
Nog onlangs heeft Mgr. Stillemans, bis
schop van Gent, hem het dragen van het
geestelijk kleed moeten verbieden, omdat
hij het onteert door het te sleuren in bijeen
komsten, waar het zeker allerminst moest
gezien worden. En ondanks dit verbod gaat
de geschorste geestelijke voort, dit kleed
onwettig te dragen, zich in dit geval ten
onrechte beroepend op het hooger kerkelijk
gezag te Rome.
Het is een volksman, die gevaar loopt
geheel bij de sociaal-democraten te belanden.
Het is een man, die zegt te staan op den
bodem van de Encycliek over het arbeiders
vraagstuk. Hij alleen weet hoe die beroemde
encycliek moet verklaard en uitgelegd wor-
denjjgeen enkele priester, zelfs geen bisschop,
weet er iets van. Beter dan de Paus zeit
verklaart bij haren zin te vatten. Intusschen
toont hij er de eerste letter niet van te
begrijpen, waar hij blijkbaar voorbijziet, dat
alles wat de Paus goeds in het arbeiders
vraagstuk wil verricht zien, moet geschieden
onder de leiding en naar het voorbeeld
der Bisschoppen volgens de eigen woorden
der Encycliek.
Behoeven we nog meer te zeggen om
het treurig beeld te schetsen van dezen
ongelukkigen, verdoolden priester, die zich
niet ontziet op zijn ouden dag in verzet te
komen tegen de Kerk, die hem in den
persoon van den Bisschop eerst na tal
van liefdevolle vermaningen heeft gestraft.
Op verschillende plaatsen, waar abbé
Daens is opgetreden, heeft ds geestelijke
vijandelijke vrijbuiters in een tijd, dat Enge
land met een katholieke mogendheid in
oorlog was, dan moest er van de Katholieken in
dat district eene schatting geheven om het
verlies raildeiijk te vergoeden. Werd een
Protestant bestolen, en viel de verden
king op een papist strenge bewijzen
vroeg men niet dan werd de schade
eigenmachtig uit de goederen der katho
lieke naburen hersteld.
Mr. Bushe verhaalde in de Parlementszitting
van 1782 het volgende geval. Een protes-
tansch edelman in het graafschap Kilkenny
ten nadeele van wiens eigendom een diefstal
was gepleegd, deed zich schadeloos stellen
uit de bezittigen der omwonende Katho
lieken. Kort daarop vond men den dief, die
protestant bleek te zijn doch van terug
gave aan de benadeelde Katholieken of ver
goeding van het aangedane onrecht kwam
geen sprake. Mr. Bushe voegde hier zelfs
bij, dat het bij de rechters voor regel gold,
wanneer de dief met Ierschen tongval
sprak, moest hij ontwijfelDaar papist wezen.
Wordt vervolgd.)
NIEUWE SGHIEDAMSCHE COURANT
Geschiedenis van Engeland III. p. 3.