geen "officieel bericht ontvangen heeft van het doorsnuffelen van een koopvaarder in de Spaansche wateren door een Engelschen kruiser. Als het bericht waar blijkt te zijn, zal de regeering haar beklag indienen. De Duitschers hebben deKarolinen, Marri- ranen en Palau-eilanden, hun bij verdrag toegewezen, in bezit genomen. De Spaansche bezetting van de drie archipels is te Manilla aangekomen. In zijn boodschap aan het Congres gewaagt president Mac Kinley in 't bijzon der van de vriendschappelijke betrekkingen met Duitschland en de verhooging van de innige verstandhouding door den nieuwen telegraafkabel. Sprekende van het wan trouwen dat in Duitschland is betoond tegen de Amerikaansche voedingstoffen, uit hij de hoop dat de beide regeeringen zullen samenwerken om de deugdelijkheid van het van weerszijden ingevoerde voedsel te verzekeren. Hij verzoekt het Congres om hem te veroorloven, Duitsch land uit te noodigen om zitting te nemen in een gemeenschappelijke commissie van voedselkundigen. Overgaande tot Groot-Britannië en Ierland zegt Mac Kinley dat tusschen dat rijk en de Vereenigde Staten in alle opzichten de vriendschappelijkste gezindheid] heerscht. De Amerikaansche regeering blijft onzijdig in den Zuid-Afrikaanschen oorlog, en is trouw gebleven aan het voorschrift dat men bondgenootschappen moet vermijden waaruit gevaarlijke verplichtingen kunnen voortvloeien. Wat aangaat de aangelegenheden die Amerika niet rechtstreeks betreffen, ver meldt de Boodschap met genoegen het sluiten van het Samoa-verdrag. Ten aanzien van Cuba zegt de President dat Amerika het bewind zal overdragen aan het Cubaansche volk, als het eiland geheel tot rust is gekomen. Wat de toe komstige regeering van de Filippijnen zal zijn, heeft het Congres te beslissen. De eilanden kunnen niet opgegeven worden, en niet onafhankelijk zijn onder Ameri- kaansch protectoraat. De President voor zich is voor geleidelijke instelling van plaatselijke eigen administratie, maar de grootste zegen zou vooreerst zijn de spoedige beslissende nederlaag van Aguinaldo. Een afdoend protest. Als antwoord op de beschuldigingen van den socialist Fournière aan het adres van «ommige katholieke, door geestelijke Zus ters bestuurde liefdadigheids-instellingen in Frankrijk, voornamelijk die van Den Goeden Herder, heeft de eerw. overste te Mans in de Nouvelliste de la Sarthe het volgend protest gepubliceerd »De overste van het liefdadigheidsge sticht De Goede Herder te Mans, kennis genomen hebbend van de beschuldigingen, op de tribune der Kamer door den afge vaardigde Fournière uitgebracht tegen de instelling welke zij bestuurt, stelt tegenover deze beschuldigingen op alle punten het meest besliste démenti. Zij vreest onder geen opzicht, ja, zij verzoekt met aandrang, dat een onderzoek zal worden ingesteld waardoor de waarheid zal aan het licht komen." Geteekend Zuster Marie de Saint Ignace de Loyola. Aan het verlangen der eerw. overste is reeds voldaan. Vrijdag werd het gesticht bezocht door een centraal-commissaris en een commissaris van politie. ben een kijkje te nemen in zoovele ge zinnen, waar een allergezelligst huiselijk feest den dag besloot. Het is en blijft toch maar een echt na tionaal feest, dat St. Nicolaasfeest, door geen ander feest, hoe eerbiedwaardig in oorsprong ook, te vervangen, omdat die plant van vreemden bodem, niet wortelt in onze vaderlandsche traditie. St. Nicolaas is een feest voor oud en jong, voor ouders en kinderen, die elkaar wederkeerig ver blijden en zich meer dan ooit tot elkaar gevoelen aangetrokken een feest ook voor onze winkeliers, die al hun krachten in spannen om hun artikelen te doen bekijken en verkoopen. Zij het vooral voor hen een goede en voordeelige St. Nicolaas geweest, die hen in staat stelt, bij hun zware lasten en zorgen, weder de rekening van het geheele jaar goed te maken 1 Zondag-avond heeft het 6 jarig dochtertje van den heer J. van Spijt, wonende aan de Hagastraat, door het omvallen van een koffiekan ernstige brandwonden bekomen. Tengevolge van dit ongeval is het kind gisterenavond overleden. Heden-nacht l'/i ure is de 55 jarige scharenslijper C. Nette aan de Schie nabij de Raamgracht te water geraakt. De man werd met eenige moeite gered door J. H. Huihoven en J. G. Verbrugge en daarna toevertrouwd aan de zorgen der politie, die hem in het wachtlokaal gele genheid gat zijn kleeren te drogen. Heden zijn alhier aangehoudeu twee personen in het Alg. Politieblad gesigna leerd. Door het betalen der verschuldigde boete hebben zij hechtenis voorkomen. Stads- en Gewestelijk Nieuws. Schiedam, 6 December 1899. St. Nicolaas. Onder begunstiging van goed weder heeft gisteren »St. Nicolaas-avond" weder het gewone opwekkende verloop gehad. Vooral in onze aloude winkelstraat was het reeds op den dag, maar vooral in den avond bijzonder druk. En toen later in den avond de buitengewone drukte in de stralen wat verminderde, zou 't de moeite geloond heb Gisteren-ochtend ten half zes is brand uitgebroken aan den Zwaanshals no. 23 B te Hillegersberg alwaar een kruidenierswin kel van J. E. v. Brugge gevestigd is. De bewoners man, vrouw en 3 kinderen die nog te bed lagen, moesten door het inslaan der ruiten gered worden door een neven- vertrek aan de straatkant. Het winkelhuis brandde geheel uit. Alles is geassureerd. Naar men zegt, is de schadevergoeding, welke mevr. de wed. J. Arendsen de Wolf vraagt van de Exploitatie-maatschappij wegens de ramp te Capelle, groot f 60.000, zijnde f 3000 lijfrente 's jaars. Maandag-avond 11 uur, viel te Maassluis een Scheveningsche visscher in de kom der haven tusschen twee bommen te water. De man genoot meer dan 10 minuten van het koude bad en zou dit zeker met den dood hebben bekocht, ware het niet aan de onvermoeide pogingen van den sluis wachter Wielaard gelukt den drenkeling, niettegenstaande de duisternis en de onge makkelijke positie waarin gewerkt moest worden, weder aan boord te halen. Door het fluiten van een vertrekkenden trein geraakte gisteren-ochtend omstreeks 6 uur het paard van de omnibus van 's Gravenzande naar Hoek-van-Holland aan het station van laatstgenoemde plaats op hol en rende het perron op. Gelukkig werd het dier bijtijds gegrepen daar het anders ongetwijfeld met wagen en al onder den trein was geraakt. Eenige ruiten van den omnibus waren gebroken. BINNENLAND. TWEEDE KAMER Zitting van Dinsdag 5 December. Bjj de beraadslaging over hoofdstuk III (buitenlandsche zaken) toonde de heer Schae pman zich door 's ministers ant woord onbevredigd. Uitvoerig bracht hij ter sprake het niet-uitnoodigen van den Paus en de Z.-A. Republieken) ter; Vredes conferentie. Z. i. verwart de minister twee zaken, het verzoeken van inlichtingen en het stellen van voorwaarden. De Minister had z. i. aan de Russische regeering moe- ten duidelijk maken, dat, hoe gaarne wij de Conferentie te 's-Gravenhage hadden, wij ons die eer niet konden gunnen, wanneer de Paus en de Z.-A. Republieken werden uitge sloten, omdat lettende op den aard van ons volk en de gesteldheid der natie, er velen zyn die zich over de uitsluiting van den Paus gevoelig zouden toonen, en oud nationaliteitsgevoel zich gekwetst zou achten over de uitsluiting der Zuid-Afrikaansche Republieken. Wanneer de minister dit in hoffelijken vorm te St. Petersburg had kenbaar gemaakt, dan had de Russische regeering zich niet gekrenktkunnengevoelen, en evenmin was 't onmogelijk voor Neder land geweest elders de Conferentie bij te wonen, want de regeering had immers geen voorwaarden gesteld, maar slechts inlich tingen ingewonnen. Spreker had krachtiger taal onzerzijds verwacht en 's Ministers verdediging acht hij zwak, temeer daar Rusland den Paus wèl wilde uitnoodigen. Reeds de souvereiniteitsrechten van den Paus eischen vertegenwoordiging van den H. Stoel en Italië kan die wet niet schenden. Ook de rechtvaardiging van den Minister ten opzichte van de uitsluiting van de Z,-A. Republieken acht spreker niet bijzonder sterk. Ook hier blijkt z. i., dat de fout schuilt in het haastig aanvaarden van de uitnoodiging van den Tsaar. Hij betreurde 't, dat de minister z(jn vriend schap voor Transvaal vergeten had. Zij, die de Republieken niet wilden toelaten, zullen dit nu wel betreuren, dat zij die Republieken thans voor het oog van de geheele wereld als oorlogvoerende partij moeten erkennen. Voor beide zaken had de minister de waardigheid van Nederland, het land van godsdienstvrede, tegenover de mogendheden krachtiger moeten voorstaan. De heer Rink verklaart zich mede namens politieke vrienden ook niet ten volle bevredigd. De heer DeSavornin Lohman meent ook dat de minister een ander standpunt had kunnen innemen. Wat betreft de niet-uitnoodiging van den Paus, meent spr. dat een Nederlandsch minister den Paus niet officiëel kan uitnoodigen ter Conferentie, met het oog op ons karakter als protestantsche natie. De heer Mees meende, dat wij ons, wat de Transvaal betreft, niet konden blootstellen aan een échec, met het oog op den tegenstand van Engeland, en wat den Paus betreft, deze heeft met gelatenheid in de niet-uitnoodiging berust. De heer Van Karnebeek verdedigt 's Ministers beleid in zake de Vredesconfe rentie. De teleurstellende resultaten daarvan mogen niet leiden tot een onrechtvaardig oordeel over den Minister, die alle belangen met gematigdheid behartigde. Ook moest groote voorzichtigheid worden betracht, waar men er zeker van kon zijn, dat de andere mogendheden tegenover Engeland Neerlands verzoek om Transvaal toe te laten niet zouden steunen. Het voorzichtig beleid van den Minister acht spr. in 't belang var. ons en van Transvaal. Overigens verklaart spr., dat hij het houden van de Conferentie hier te lande van groot gewicht acht voor Nederland, o. a. als een middel om te geraken uit ons isolement. En ook beschouwt spr. 't als een werk waarin een klein land groot kan zijn Wat den uitslag van de Vredesconferentie betreft, zegt spr., aannemende dat er te weinig voor ontwapening gedaan is, men, lettende op de onmogelijkheid om een groote mogendheid het oorlogvoeren te beletten, moet erkennen, dat het werk der Confe rentie ten opzichte van het arbitrage-vraag stuk bepaald nuttig is geweest. Ook spr. raadt evenals de heer Mees groote voor zichtigheid aan ten aanzien van den Z.-Afr. krijg, niettegenstaande de ontroering hier te lande. Men vergete niet, dat het hemd nader is dan de rok en men bedenke, dat het Drievoudig Verbond zich wenscht te onthouden. De Minister van Buitenlandsche, zaken de heer De Beaufort, is door de beden kingen niet geschokt in zijn overtuiging dat het beleid der Regeering goed is geweest. Verwijzende naar zijn antwoord op de inter pellatieKuijper treedt de Minister in een korte weerlegging van de bedenkingen, zich aansluitende bij den heer Mees. Allereerst echter antwoordt hij den heer Van Kol, alles te zullen doen om uitzetting van Nederlanders uit Duitschland te verhinderen en hij deelt mede, dat binnen eenige dagen de officieele uitgaaf van de stukken der Vredesconferentie kon worden verwacht. Wat de niet-uitnoodiging van den Paus aangaat, wijst spr. er dr. Schaepman op, dat eenige jaren geleden op de te Brussel ge houden Slavernij-Conferentie evenmin de H. Stoel vertegenwoordigd was en dat in 1871, toen in Frankrijk op een conferentie een Pauselijk afgevaardigde was, deze g zant is toegelaten onder voorwaarde, da dit geen precedent zou stellen. Deze voo waarde was het gevolg van een protes van Italië. Het schrijven van de Koningin aan de Paus was niet om s/6 van de natie te vreden te stellen. De heer Kuyper stelt deze motie voo De Kamer, van oordeel dat ter ge'e8®" heid van de Vredes-conferentie niet ten d hoeve van de ons stamverwante republiek0 is geschied wat had kunnen geschiede gaat over tot de orde van den dag. Na repliek van den heer Lohman1 het debat verdaagd tot héden-ochtend 11 ure' De debatten over de begrooting voor Buitenlandsche Zaken in de Tweede Kam0r werden eergisteren in de diplomaten-log0 bijgewoond door eenig dames van led00 van het corps diplomatiquedoor den m0t verlof aanwezigen gezant te Weenen,jhr- Van der Hoevendoor den Belgischen gezant door de zaakgelastigden van Frankrijk e" Groot-Brittannie, en door den attaché van het Russische gezantschap. De Staatscourant bevat een verslag oiö" trent een onderzoek naar miltvuurkiena00 in buitenlandsch graan, opgemaakt door den districtsveearts J. F Laméris en den plaatsvervangend districtsveearts dr. D. A- de Jong Jzn. Dezer dagen is vanwege het minister10 van justitie aan alle commissarissen van politie in ons land een portret van H. de Koningin gezonden om dit in een d0f lokalen van hun commissariaat op te hangen Naar het Dagblad verneemt, is aan baron H. A. Clifford, hofmaarschalk van H. M. de Koningin, door Z. M. den Keizef van Duitschland de Pruisische Kroonorde le klasse geschonken. Atjeh. Blijkens van den gouverneur van Atjeh ontvangen telegrafische berichten zijn s0" dert de jongste mededeelmgen in de Neder' landsche Staatscourant van 20 Sept. 189" bij de krijgsverrichtingen aldaar gesneu veld: de fuseliers J. van Beek, W. Speek- houdt, D. Wagner en C. Jansen, en d0 geniesoldaat A. van Wijngaarden; levens gevaarlijk gewondde kapitein der infanterie H. Tn. van IJsseldijk en d0 fuseliers Th. Bos en A. G. Hensen ni0t levensgevaarlijk gewond de le luitenants der infanterie E. van Harencarspel, C. G. G. van Doom en J. L. van Nu0s (schampschot); terwijl, blijkens van d0° gouverneur-generaal van Nederl.-Indië ont vangen telegrafische berichten de fuseli0" P. G. Leverdingen bij een excursie de Lima Kota (Sumatra) verdronken en de vuurwerkers A. van Bavel en Voorhout zijn overleden aan bij h0 afwerken van een lichtkogel bekom01 wonden. Het Pamslamisme in onze Oost. De correspondent der N. R. Ct. Konstantinopel schrijft ons d.d. 2 dezer De Turksche couranten meldden gister0" dat 35.000 moslims in de Nederlandse'1 Indische Bezittingen tot de Porte verzoek hebben gericht om Ottomans0 onderdaan te worden. Verzoeken va" gelijken aard zouden eveneens ontvang0" zijn van vele duizenden moslims in and0 deelen van Indië en Afrika. De bladen melden niet, welk antw0°r de Porte op die verzoeken heeft geg0VÊl1 Nederland en Transvaal Het door het Dbld verspreid bericht a»0_ gaande het uitzenden van militaire attaC, a tot bijwoning van den oorlog in Zuid-Ar1 is voorbarig, zegt men. Erg voorbarig de benoeming anders niet wezen, zeg1 haar beurt de Rsb. Aan een particuliere correspondent, d0^ een stadgenoot ontvangen van een der op renden aan boord van de König, waarm0^ de eerste Hollandsche ambulance naar

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 2