Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
22ste Jaarg.
Zaterdagfj®9 December 1899.
No. 6568.
HJureau ^ofersfraaf 50.
De Drieberkenhof.
3
PRIJS TAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maandenf 1.50
Franco per post door geneei Nederiand 2.—
Aizonderiiike Nummers - 0.05
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
Van 16 regels/'0.60
Elke gewone regei meer-0.10
Voor herhaaide plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
AXGEMKEJÏ OVERZICHT.
8 December '99.
De oorlog in Zuid-Afrika.
berichten van het oorlogsterrein, hoe-
j* e' nog spaarzaam wat eigenlijk nieuws
etreft, geven toch iets meer omtrent den
°6stand in Natal. Zooals uit genoegzaam
^'trouwbare bron onder de oorlogsberichten
I is de toestand van Ladysmith in de
,atste dagen vooral zeer hachelijk geworden.
2elfs
*he;
Daily Grapte spreekt nu van een
*tleavily shelling", een hevig bombardement.
6 beschieting schijnt den 30n November
l°et vernieuwde kracht te zijn begonnen,
^teevens, de bekende correspondent van
6 Daily Mail te Ladysmith, zendt zeer
°Pgewekte telegrammen uit Ladysmith,
°°Pende tot den ln. Hij stelt het zóo voor,
s°i het garnizoen niets beters te doen heeft
an volop lekker eten en drinken, en zich
®n lljd kort met allerlei wedstrijden, café,
c antants, enz. Steevens seint, dat men
ee° gebrek heeft aan ouden portwijn en
cr>cket ballen, inaar de Gordons hadden volop
vvhiskey, toen zij St. Andries vierden, waar-
lJ White toostte, zeggende dat het zeker
°naangenaam was, beschoten te worden,
z°Qder zich te kunnen wreken door uit-
Vallen, maar zij wisten allen, dat het gar
nizoen in deze omstandigheden het best
e®d met een afwachtende houding aan te
bsaien.
Eeze dépêche van de Daily Mail is in
®cWpe tegenstelling met het telegram dat
6 Times eergisteren openbaar maakte, en
met andere berichten, volgens welke de
°6ren, die Ladysmith belegeren, weldra
®6tl aanval in den zin hebben, welke nog
espoedigd zou worden tengevolge van de
k®rvanging van Joubert, die het opperbevel
nedergelegd, omdat hij aan dysen-
teri
16 lijdt.
Een bericht uit het sHoofdlager bij Lady-
®tith", via Lourengo Marquez, in dato 30
°v> verzonden, meldt het volgende
Feuilleton.
Naar het Duitsch.
I.
Oberschwdben ligt ergens een dal,
°als er maar weinig zijn, zoo stil en
eedzaam, zoo geheel zegen en vrucht-
aa,'heid.
was een avond in Mei.
ka n eenen bergtop in het Westen weer-
s.aZste nog het gloeiend zonneoog zijn
s„,alen5 maar in het dal zonk reeds de
Schaduw neer.
v, an het woud, daar ginds in het Oosten,
hoe'de vlug eene beek naar het Westen, on-
otn°r r> maar 200 sne'' a's°f zijZ)Cb rePte
een laatsten liefdeblik der dalende zon.
sto ^ende slechts rimpels en golfjes bij
riQweer, en den naam sstiile beek" droeg
J met recht.
tich n ^eze z^e van het wouc* wendde zij
tas naar een soort meer, om dit echter
Ca weer te ontvlieden.
De commando's naderen de stad. Drie
zware stukken geschut zijn in nieuwe stel
lingen gebracht en hebben het vuur van
daar geopend.
De verwachting was, dat de burgers den
morgen van den 30n een algemeenen
aanval zouden doen, maar op het laatste
oogenblik werd de aanval afgelast. Een
hevige kanonnade duurde echter van vier
tot zes uur 's morgens. Generaal Joubert is
ongesteld.
In dato 2 December wordt nog uit
dezelfde bron gemeldDrie Fransche
militaire attachés en een Oostenrijk-
sche zijn hier aangekomen. De Duitsche
attachés zijn naar Toegela vertrokken,
waar er elk oogenblik een botsing verwacht
wordt.
De Londensche Times heeft een dépêche
van 2 dezer uit Ladysmith ontvangen
waarin de ernst van den toestand uitkomt.
De rantsoenen zijn verminderd, de gewonden
zijn overgebracht naar het kamp aan de
rivier, het geschut der Boeren is dichterbij
gebracht en wordt goed bediend, zoodat
groote schade wordt toegebracht. Om de
stad heen zijn drie Creusot kanonnen van
6 Eng. duim opgesteld, vier houwitsers
van 4.7 duim en ander snelvuurgeschut,
waartegen het Britsche geschut niet is
opgewassen. Maar de kanonniers der
Boeren sparen de vlaggen van het Roode
Kruis niet
Uit het kamp te Frere wordt in dato 6
December nog gemeld
Een boodschapper, heden uit Ladysmith
aangekomen, bericht, dat daar alles wel is.
Het bombardement duurt voort, maar heeft
weinig uitwerking; enkel huizen worden
geiaakt.
Uit Frere verneemt de limes, dat een
Boerenmacht van 7000 man, met buit be
laden, Zondag door Weenen is getrokken,
ten noorden van de Toegela liggen thans
vijf kampen der Boeren.
Naar de Lokal-Anzeiger uit Londen ver-
Blijven wij m gedachten staan aan die
bocht. Van het woud in het Oosten kruipt
dicht struikgewas westwaarts, terwijl sleutel
bloemen en vergeetmijnietjes zich overbuigen
tot een vriendslijken groet aan 't groene
water.
Naar het Zuiden ligt het land open, en
rijke akkers rijen zich aan vette weiden,
en in het midden daarvan ligt de Drie
berkenhof.
Wij zien de drie slanke boomen boven
alles uitsteken. Zij zijn reeds oud en de
hot wordt al lang naardie boomen genoemd.
Het kan zijn, dat er vroeger andere hebben
gestaan, want reeds voor meerdere eeuwen
droeg de hofstede dien naam, zooals blijkt
uit de archieven van het dorp Blumenrain,
dat een half uur verder zuidelijk ligt en
waartoe de Drieberkenhof behoort.
Langs het elzenhout, dat diepe schaduwen
in het water werpt, glijdt langzaam eene
boot, zoo stii als het water, weggezonken in
de donkere schemering van den avond.
Het was een heerlijk beeld.
Alles zoo rustig en toch niet dood, alles
zoo vredig, zoo kalm,— een schuchter leven
in de stille eenzaamheid,
In de boot zitten de zonen van den
neemt, was den 29n November aan het
postkantoor te Dundee het bericht aange
plakt, dat Mafeking gevallen was.
Volgens een bericht aan de Daily Mail
uit Lourengo-Marquez, hebben de Boeren
die Mafeking belegerden versterking en
zwaar belegeringsgeschut gekregen. Het
zelfde blad verneemt uit Lissabon dat twee
Russische kolonels en een Fransche generaal
en kolonel naar Lourengo-Marquez vertrok
ken zijn. Leyds zou hen in dienst genomen
hebben om eventueel bij een beleg van
Pretoria bijstand te verleenen. De vier
officieren werden door den secretaris der
Fransche legatie aan boord gebracht.
De Times vei neemt uit Boelawajo, dat
aan de grens tusschen Selika en Middel
drift geen Boeren staan, rnaar dat een
sterke afdeeling Boeren bij Selika saam
getrokken is.
Een draad'oericht uit Kimberley, (in dato
1 December), waar de belegerden af en toe
uitvallen doen naar het kamp der Boeren,
die echter bljjkbaar hun stellingen hand
haven, meldt, dat alles wijst op een groot
gevecht bij Spijtfontein, waar de Boeren
zich op de kopjes verzamelen. Zij werken
hard aan het opstapelen van rotsblokken
ter verdediging en graven zich ligplaatsen
uit om te schieten. Ook de schansen op
Lazaretsnek worden versterkt en uitgebreid.
Te Kaapstad werd eergisteren officieel
bekend gemaakt; Lord Methuen meldt,
dat hij het bevel weder aanvaard heeft,
en 's nachts seinen wisselt met Kimberley.
De gezondheid der troepen is uitstekend.
Uit Modderrivier wordt in dato 4 December
gemeld, dat er berichten-wisseling met
Kimberley is verkregen. Maandag-avond werd
gemeld, dat daar alles wel is en de
inlichtingen die verschaft werden, worden
als bevredigend beschouwd. Gezegd wordt,
dat er voorraad in overvloed is. De
st^d is sinds 25 Nov. niet beschoten.
Verscheidene lijken van Boeren drijven in
eigenaar des hofs, Frits en Johannes.
Zij dragen nog de ouderwetsche boeren-
kleeding, want ons verhaal voert ons terug
in het midden der eerste heltt van deze
eeuw, toen het leven nog zoo geheel anders
was en de mode eea onbekende grootheid,
in dit dal althans.
Zij dragen de korte leeren hroek, die
zich aansluit aan sneeuwwitte kousen, waar
over de kaplaarzen halverwege heenreiken,
rood vest met blinkende knoopen (des
Zondags zijn het zilveren) en den ronden
zwarten hoed. Uit een kiemen zak ter lin
ker zijde steekt de zilveren greep des
Knickers", die bij geen rijken boer ont
breekt en op menig kerkelijk feest of jaar
markt in de twee uren verwijderd liggende
stad onheil sticht.
sDus morgen, Frits, heeft de verloving
plaats, en binnen vier weken bruiloft," sprak
Johannes, terwijl hij het vischsnoer uit het
water zwiepte.
Jij hebt geen visch gevangen", lachte
de oudere, smaar mij heett Gonda, de gaud-
visch, aangebeten!"
»Je bent vroolijk, jongen", antwoordde
Johannes, sen je weet waarom. De hof is
binnen een jaar aan u en Gonda is een trisscbe
de rivierhet Engelsche kamp is daarom
een mijl naar het Noorden verplaatst.
Naar officieel wordt medegedeeld, bericht
overste Kekevich van 3 Dec. dat het
aantal Boeren rondom Kimberley toeneemt
en van 4 December, dat de gewonden het
goed maken.
In dato 4 December wordt uit Pretoria
het volgende gemeld
Dordrecht (Kaapkolonie) is bij het gebied
van den Vrijstaat ingelijfd verklaard.
Een telegram van heden uit Colenso
bericht, dat de brug over de Toegela ge
heel vernield is. Het zal voor beide
oorlogvoerende partijen een werk van
grooten omvang zijn om haar te herstellen.
De Kaapsche bladen bevatten een cor
respondentie tusschen den Kaapschen
premier Schreiner en president Steyn,
waarvan de hoofdinhoud reeds bekend is.
De brief van Schreiner aan Steyn protes
teert tegen den inval der Vrijstaters in de
Kaapkolonie. Schreiner betwijfelt of Steyn
verlof tot den inval gegeven heeft, dien
het volk der Kaapkolonie in geen geval
verdiende. Schreiner stelt Steyn hiervoor
verantwoordelijk. In zijn antwoord wijst
Steyn die verantwoordelijkheid af.
De Engelschgezinde Kaapsche pers keurt
deze correspondentie van Schreiner met
den ryksvijand at.
Volgens een bericht in de Cape Argus
schreef president Steyn een brie! aan
Milner, waarin hij loochende, dat de Boeren
de parlementaire vlag misbruikenSteyn
beticht de Engelschen daarvan en verklaart,
dat hij er bij de vreemde consuls te Bloem
fontein tegen geprotesteerd heeft.
De Engelsche minister-president lord
Salisbury die ongesteld was en ook door
den dood zijner vrouw werd teruggehouden,
is weer in het politieke leven opgetreden.
Heden zou hij den ministerraad bijwonen.
Een telegram van Lloyd uit Bembridge,
o.p het eiland Wight meldt, dat het
deerne, alleen een beetje dik en doet
een beetje dik."
Zij heeft het, zij kan het!" was Frits
los daarheen geworpen antwoord. sJe zult
het goed kunnen stellen met de jonge
boerin, hoop ik."
sik zal haar een uur uit den weg gaan,
waar ik kan", antwoordde Johannes, ter
wijl een stille droefheid zijn oog omfloerste,
sik ben overal de minste en de laatste."
Het was een flinke borst, deze Johannes.
Van gestalte reikte hij niet tot de hoogte
van zijnen broeder, maar hij was flink ge
bouwd, zijne borst was breed, zijne armen
waren gespierd. Over het gelaat lag een
zachte tint en om den mond speelde een
vleugje van weemoed, die ook lag in het
oog, waarin een eigenaardig licht scheen,
als een geheimzinnig vuur, dat wel eens
een enkele maal kon opvlammen. Onder
den breedgeranden hoed drongen dichte
gekrulde lokken naar voren, van de kleur
der aren in Juli.
Wordt vervolgd.)