Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 22ste Jaar£. Zondag 24 December 1899. No. 6581. ISureau 1$ofersfraaf 50. EERSTE BLAD. De Drieberkenhof. KERSTMIS. PRIJS YJLN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maandenf 1.50 Franco per post door geheei Nederland - 2. Afzonderlijke Nummers - 0.05 PRIJS DER ADYERTENTIËi»: Van 1—6 regeis .....'li... \fO.GO Elke gewone regei meer l-0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. Wegens het KERSTFEEST zal de Nieuwe Schiedamsche Courant Maandag, en Dinsdagavond Diet verschijnen. NIEUWJAARS WENSCHEN van i—6 regels worden in het nummer dezer courant van 1 Januari 1900 geplaatst a 50 ct. Op den marmeren vloer van de grot te ethlehem, welke grot sedert vele eeuwen 'n een kapel herschapen is, staat in een r'Dg, waaruit zilveren stralen schieten, het eenvoudig, roerend opschrift»Hier werd ezus Christus geboren." Met hare verbeelding, is de gansche ristenheid in den nacht van het hoogheilig Kerstfeest bij dit opschrift vereenigd en herhaalt deze woorden met diep ontzag, Diet heiligen eerbied. He katholieke missionaris voor zijn draag baar altaar, opgericht te midden der onaf zienbare wildernis, de liefdezuster in het gasthuis bij het bed van den kranke, de vrome zeevaarder op den onmetelijken oceaan en de millioenen, die in den heiligen hacht aan de roepstem der klokketonen gehoor geven, herhalen de belijdenis van het oude, onwrikbare geloof, door de eeuwen heen uitgesproken»Het Woord is Vleesch geworden en het heeft onder ons gewoond." Wie kan aan het geheim der hoogste, her goddelijke liefde denken, zonder diep bewogen te worden Een Kind, de redder her gevallen menschheidengelen, de eere Gods zingende en den vrede op aarde ver kondigende arme herders, de lijfwacht van hen Zoon Gods, die op de wereld verscheen, Feuilleton. Naar het Duitsch. 13) Nu vlamde ook in den Holenhof-boer de corn op. Hij sloeg op de tafel en schreeuwde '«et schorre stem »Als je zóo praat met ons, nu, wij bedelen iet om jou Als je die overgewaaide dame eer waard is dar. mijne dochter, zeg het n maar, Frits var. den Drieberkenhof 1" zek®r 's ZÜ mij meer waard, als jij «et dan weten wiltkrijschte Frits, buiten 'icnzelven van woede en wijn. »En over- gewaaid is zij nietZij is een kind van Olijke lieden "Ja, dat is zij I" stemde Johannes bij. »H° hol" riep Lenz van den Holenhof, jVwyl hij zijn pijp neerwierp, sop den rieberkenhot gebeuren vroolijke dingen 1 aar groeien de narren als de hazelnoten, Q als er nog niet genoeg zijn, dan komen welke dreigde onder te gaan in een zee van zinnelijk genot, willekeur en gruwel daden. Alles is in het geheim van den Kerstnacht even wonderbaar en aantrekkelijk. De zwakheid blijkt hier de hoogste kracht, de vernedering de grootste verheffing, de zelfverloochening de grootste rijkdom. Het geschrei en geween van een arm, een hulpeloos Kind, dat aan de wereld van uit Zijne kribbe liefde en gerechtigheid predikt, is het meest afdoende antwoord op alle vragen des tijds en des levens. Liefde en gerechtigheid, zij alleen vermogen ook het grimmig maatschappelijk vraagstuk op te lossen. Zij alleen kunnen de menschheid zoowel als het individu het geluk schenken, waarnaar het hart zoo vurig, vaak zoo onstuimig verlangt. Neen, niet de trotsche, van God ver vreemde wetenschap vermocht dit. Hare ontdekkingen en berekeningen hebben het vraagstuk ingewikkelder, het leed smarte lijker en de oplossing moeielijker gemaakt. Het zoogenaamd vrije onderzoek, vrij als de krankzinnige poging om zonder kompas den oceaan te bezeilen, heeft op het gebied des geestes eene verwarring gesticht, die nood zakelijkerwijze haar treurigen terugslag hebben moest op het gebied van het maat schappelijk leven. De vrede, verzekerd aan de menschen van goeden wil, werd voor velen een kin derachtige zinsbegoocheling en boven dit lied des vredes klonk de schrille strijdkreet zalig zijn alleen de bezitters 1 Maar Goddank Nog telkens herinnert ons ieder jaar de Kerstnacht aan den heerlijken, bemoedigenden zang der engelen, de grond wet van het christelijk levenEere zij God in den hooge en vrede op aarde aan de menschen, die van goeden wille zijn. Nog telkens dalen ieder jaar op Kerstavond in 's menschen geest en hart de vonken van een levendig geloof, van een lichtende hoop en van eene verwarmende liefde, die hem ze uit Tyrol met den bedelzak en de bedel muziek Een geweldige vuist vloog om zijnen hals. Citroenen-Sepp hief den heftig tegenstreven- den schreeuwer met een krachtigen ruk van den grond en droeg hem naar het open raam, waardoor de »Weener" tijdig den terugtocht had aangenomen. Eén zwaai en de stamhouder van den Holenhof bevond zich in de open lucht, waar de dorpsjongens gereed stonden met hunne fakkels om »bij te lichten". Intusschen was ook de Drieberken-boer opgerezen. Jij behoeft ook niet te bedelen 1" riep hij. »Wij staan op goede voeten, en als ge 't liever wilt, behoud dan uwe Gonda 1 Wie op den Drieberkenhof schimpt, kome hier niet weer over den drempelEn daarmee basta 1" De Holenhof-boer had reeds zijne dochter bij de hand genomen en was verdwenen... De woonkamer was leeg I De huisgenooten zochten zonder gezamen lijk avondgebed, zelfs zonder nachtgroet, de respectieve legersteden op. Alleen de Drieberkenhof-boer zat nog lang dof peinzend te midden van de omge- opwekken om het oude beproefde pad des christelijken levens weder op te zoeken en te volgen. O, gij ongeloovige wijsgeer, die alles verwacht van het kennen en begrijpen der aardsche dingen, hebt gij er ooit ernstig aan gedacht, wat toch we) de oorzaak kon zijn van het verheven menschelijk doen Neen, zeg niet, dat de geleerdsten altijd de edelsten waren. Daar was een andere kracht dan die der wetenschap, welke zelfs den eenvoudigste onder de eenvoudigen aanspoorde tot de strengste plichtsbetrachting, tot den held- haftigsten moed, tot de verhevenste deugd. Die kracht was eene gave Gods en wordt geloof genoemd. Wie telt de grootsche stichtingen, de heerlijke daden, de krachtige persoonlijkheden, waarvan de Kribbe te Bethlehem de eigenlijke bakermat was? Het onwrikbaar en levendig geloof in het absoluut goede, waaraan de menschheid werkelijk behoefte gevoelt, de vastheid en zekerheid, waarnaar het menschelijk hart voor de wet van het zedelijk leven zoozeer verlangt, hebben in de geboorte van Christus hunne volle en ontzaglijke uitdrukking ge vonden. De verduistering van het menschelijk verstand door de zonde was de voorname oorzaak dat zelfs de besten en de edelsten de rede alleen niet meer geheel vertrouwbaar konden achten ter voorlichting van den te volgen levenswegbovendien zou eene lange redeneering de kracht van het heldhaftig doen verzwakken. Goddelijke wijsheid ligt dan ook in de beschikking, dat Christus zelf met Zijn heilig en onaantastbaar gezag op de wereld is nedergedaald. Voor hem, die gelooft in Zijne zending, heeft nu alle weiteling uit. Dat geloof heeft dan ook de achtereen volgende geslachten sedert achttien eeuwen bezield en een rijkdom van vruchten opge leverd, waarmede geen oogst ter wereld, op welk gebied ook, te vergelijken valt. Zalig Kerstfeest gooide flesschen en gebroken glazen, tot de lamp het opgaf en het rondom hem donker werd. Toen ging ook hij naar bed. Ook ter rust? Zóo eindigde de zoo vroolijk begonnen feestavond I III. De drie Berken gloeiden in het herfstrood als groote vlammen, en gouden bladeren lieten zich langzaam los en dwarrelden als najaarsvlinders naar den grond. Nog scheen de Octoberzon zomerwarra van den blauwen hemel op de aarde, die in heerlijke geuren gehuld en door zwevende weefsels omsponnen was. De asters bloeiden haar leven af, en van den zuidelijken muur van den Drieberkenhot keken de blauwe druiven als zoovele trouwe oogen de schoone wereld in. Op de beek speelden de zonnestralen, en de muggen hielden er haar laatsten dans. Alles was doodstil, zoo geheel stilals een versteende lijkbaar strekte de hof zijn muren uit langs den oever van het stille water. ALGEMEEN OVERZICHT. 23 December '99. De oorlog in Zuid-Afrika. Nieuwe berichten omtrent den oorlog zijn er weinig of geen. We moeten ons dut in hoofdzaak bepalen tot enkele mededee- lingen omtrent de vroegere krijgsverrich tingen. Van den slag bij Colenso komen nog eenige verspreide bijzonderheden uit de verslagen van correspondenten van Engelsche bladen. Die van de Daily Chronicle meldt: De infan terie links en in het centrum ondervonden iets vreeselijks. Zij rukten op de Toegela aan over geheel open veld. Geen Boer was er te zier., tot de rivier was bereikt. Toen kwam er een regen van kog6ls uit de rijen schansen op de helling van de kopjes aan den overkant op hen neer. Er was niets om dekking achter te zoeken en de hoofden der Boeren kon men alleen van tijd tot tijd zien. De afstand, van waar de Boeren schoten, was tusschen de 450 en 600 M. De schansen van de Boeren waren listig verborgen met gras en takken. De Engel- schen hielden het 2| uur. Toen klonk het sein om terug te trekken. De stelling der Boeren was bijna ontoe gankelijk en hadden de Engelschen de scheepskanonnen niet gehad, het geschut der Boeren ware zelfs niet te bereiken geweest. Het korps bereden infanterie en de vrijwilligers trachtten rechts met twee batterijen den vijand te overvleugelen. Zij bereikten de rijbrug en kwamen er over, maar het vuur van de kopjes was te hevig. Eén batterij werd in den sieek gelaten de paarden er. rijders waren als konijnen neergeschoten. Het fort Wylie, waar de Boeren kanonnen hadden geposteerd, werd door de lyddiet-granaten van het scheeps geschut plat geschoten. De Boeren hadden ook rechts een Maxim-Nordenfeldt-snelvuur- der en links op een heuvel een zwaar stuk Uit geen glasraam keek een vroolijk oog naar buiten, en geen stem deed leven ver moeden in de ledigheid van den eenzamen hof. Zoo kropen de dagen voorbij en keken nieuwsgierig door de wingerdranken, maar daar binnen bleef alles stil en doodsch. Het dienstpersoneel deed overal zoo goed en kwaad het ging zijn dagwerk, en keerde eerst in de avondschemering huiswaarts. In de verte klonken de bellen, en de herder waakte over de kudde met droomend oog. En toch klopten menschenharten in deze eenzaamheid, en juist op dit oogenblik kwam er iemand van de richting van het dorp op den hof af. De wandelaar droeg eenvoudige zwarte kleeren. Een kenner van het menschelijk gelaat, als de openbaring des geestes, moest tot de overtuiging komen, dat hij hier een belangwekkend gezicht voor zich had. Onder de volle wenksbrauwen schitterde een lichtgrijs oog, vol levenslust en goedheid. Hoog welfde het voorhoofd, waar van de laatste haarsporen verdwenen waren de haviksneus boog koen op den kleinen mond, en de kin sloot bijna vierkant het energieke gelaat af. Deze man moest de rekening bereids hebben NIEUWE SCHI OURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1