Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 22ste Jaars:. Zondag 31 December 1899. [No. 6585. bureau ^oter&itaai 50. EERSTE BLAD. De Drieberkenhof. Het nummer met de NIEUW J AARS WENSCHEN wordt heden (Zaterdag)«avond afgedrukt en zal in den ochtend van den Nieuwjaarsdag ver schijnen. Wegens den op Zaterdag inval lenden feestdag van HH. DRIE KONINGEN zal het eerstvol gend Zondagsnummer op aanst. Vrijdag-avond verschijnen Advertentiën voor dat num mer bestemd, moeten dus voor Vrijdag-middag 4 ure worden ingezonden. Parijsche Kroniek. Feuilleton. Wordt vervolgd.) PRIJS TAS DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maandenf 1.50 franco per post door geheel Nederland - 2. Afzonderlijke Nummers - 0.05 PRIJS D KR ADVBBTKNTI É|U Van 16 regeisƒ0.60 Elke gewone regei meer-0.10 Voor herhaalde piaatsing worden billijke overeenkomsten aangeeaan. De zitting van het Hooggerechtshof Woensdag den 20ste dezer gehouden, zal in de jaarboeken, als iets ongehoords, on vergetelijk en grootsch in aandoeningen, beurtelings bewondering en afkeer wekkende, aangeschreven blijven. Het was alsof wij tot de dagen der Conventie terugkeerden. •Deroulède, nog altijd lijdende, was op zijn stok leunende, wankelend naar de bank der beschuldigden gesukkeld, om daar, na eene afwezigheid van bijna veertien dagen, weder plaats te nemen. Door zedelijke verontwaar diging en physiek lijden overspannen, moest hij den presideut verzoeken, zittende te mogen zeggen wat hij wenschte mede te deelen en begon met zijn vriend en mede beschuldigde, Marcel Habert, dank te zeggen van hier teruggekomen te zijn, om de plaats, welke hij door ziekte had moeten Naar het Duitscli. 17) Uw vader en uw broer spitsen zich daar al lang opmaar wij koopen hem het woud voor den neus weg, 't mag kosten wat het wil. Laat uw vader u het kinds deel uitkeerenaan het geld van Marie kunnen ze niet aankomendan zullen we zien, wie het hoogst kan bieden I Laat L rits dan mijnentwege met de bedelarme Eva trouwen, wij lachen hen uit, alle beiden, ja, Johannes, wij lachen!" Zij lachte gillend en sprong op. Johannes had met ingehouden adem tot het einde toegeluisterd. Een enkele maal was er als een zonnestraal over zijn gelaat geschoten; een heerlijk lachje dwaalde over 21J'i wezen, als hij zich den rijkdom voor stelde. die hem wachtte en den toorn Van den gehaten broeder. Toen echter verlaten, in te nemen. Hij verzocht het Hof, de behandeling hunner zaak niet te splitsen, doch toe te staan dat zijn makker jn den strijd en in de veroordeeling naast hem mocht komen zitten. Mr. Chenu, Habert's verdediger, drong er evenzoo op aan, dat de zaak van zijn client tegelijk met die der andere beschuldigden zoude behandeld worden en droeg in dien geest zijne conclusie voor, doch, zooals men dit reeds gewend is, werden ook dezen verworpen, en nauwelijks heeft Mr. Chenu zijne repliek geëindigd, of Déroulède vraagt van zijn bank het woord en zegt Geen twijfel hoegenaamd ook hebbende over de gehoorzaamheid der rechters aan de bevelen der regeering. Oorverdoovend geweld der senatoren, die van hunne zetels opstaande de procureuren met vragende blikken aanstaren. De president: Mijnheer Déroulède ik verbied U verder te gaan. Doch Déroulède laat zich door niets meer tegenhouden. Door aandoening en pijnen opgewonden, klinkt zijn stem boven alles uit en naar de senatoren gekeerd roept hij «Ik heb mijn pijnen overwonnen en even zoo den zedelijken afkeer welke uw aanzien mij inboezemt." De president: >U beleedigt de rechterlijke macht." Déroulède: «Ja, zoowel de bepaalde als de gelegenheids rechtelijke macht, deze en gene, en zijn hand wijst den procureur en de senatoren aan." De procureur bleek van ontsteltenis, richt zich op en begint zijn requisitoir, maar Déroulède valt hem in de rede. «Ik wil veroordeeld worden en neem waarde voor mijn geld. Ik zeg wat ik van die ellendigen denk." De geheele zaal is opgestaan. Teneinde de krachtige stem van Déroulède niet te hooren, schreeuwen, brullen de veriatoren als schooljongens, doch vruchteloos want Déroulède gaat voort. «Ik verklaar deze Gonda ten slotte Eva noemde, die hij in geval van zijn huwelijk op den Holenhof aan zijn mededinger zou moeten overlaten toen vlamde de naijver als een ver teerend vuur weer op. «Nooit, nooit!" riep hij, terwijl hij uit de boot sprong en voor het meisje ging staan. »Ik kan niet, ik laat haar met los Ha! hem! hem!" de opgewondenheid benam hem den adem. «Neen, neen, hem zou ik haar verschacheren om eenen hot? Zij is mijn leven, en dat is meer dan al het geld en goed van de wereld!" Zijne oogen schoten vonken en zijne lippen konden niet meer uitbrengen wat er in hem kookte en bruiste. Gonda was doodsbleek geworden. Hare hand had krampachtig den hals der flesch omvat zoodat zij brak en haar de scherven in de vingers drongen. Het bloed druppelde langs hare kleeren, zij voelde het niet. Zoo staat het met u perste zij einde lijk tussehen de knarsende tanden heen. «Dat- is dus uw antwoord Zoo. waait uit dien hoek u beiden de wederzijdsche haat aan Dat kan nog wat fraais geven je breekt elkaar misschien den nek nog om die bedeldeernedet zal slecht eindigen, vergadering als eerloos. Gij zijt de dienaars der ongerechtigheid." De procureur, steeds bleeker wordende, slaagt er in deze woorden te doen verstaan. «Deze worsteling tussehen de opstand en «de wet moet eindigen en zie hier op welke «wijze. Ik vraag toepassing van artikel 22 «voor beleediging van een rechtspersoon en «de uitzetting voor zoovele zittingen als het «hof zal goedvinden." Déroulède. «Vijf jaren gevangenis, vergist U niet in de toepassing." De procureur. «In naam der Justitie." Déroulède. «Hier bestaat geen justi tie. Het is het hooggerechtshof van het onrecht." Het leven wordt onbeschrytelijk, de tribu nes applaudiseeren. De procureur. «Reeds bij de eerste zitting werd de president der Republiek beleedigd." Déroulède. «De pre sident is der Republiek onwaardig en gij onteert Frankrijk." «Hoe meer ik door U geslagen word, des te meer zal het land mij vereeren" en zich tot de senatoren wendende. «Bandieten, ellendelingen. Men zoude ge neigd zyn te gelooven dat de procureur-gene raal een roode vlag geworden is. Gij kruipt er voor neer. Het is de wettige Commune, de anarchie, de schande." Mr. Reuiller, die Déroulède als advokaat bijstaat, verklaart dat hij hetgeen Déroulède gedaan heeft niet behoeft te verdedigen, daar deze het zijn plicht als burger beschouwt te zeggen wat hij gezegd heeft en met hem te verdedigen, zoude ik hem en mij zelf verminderen. De beschuldigde Barillier roept hierop tot besluitLeve Déroulède, leve de repu bliek des Volks De president. «Het hof gaat beraad slagen, Gardes voert de beschuldigden weg." Twee uren isng delibereerden de senato ren-rechters hoe zij zich op dezen ontem- baren patriot, die zyn land ten verderve ziende gaan, niet langer heeft kunnen dat grapjeTot jou zeg ik ten slotte, nar, dat Gonda van den Holenhof nooit meer tot je spreekt, vóór je met uitgestrekte armen er om smeekt 1" Als een opgejaagd stuk wild vloog zij door de struiken het woud in, zoodat de twijgen haar in 't gezicht sloegen. Johannes zag haar als verlamd na, lang, star en stil tot op eenmaal Eva voor hem stond. Zij wilde verschrikt terug wijken, toen zij zoo plotseling de ontmoeting deed, maar de jonge man trad haar in den weg. Met een blik van onuitsprekelijke liefde zag hij tot de schoone gestalte op en sprak ondoor dachte, onsamenhangende woorden, die uitliepen op een vormelijke verklaring. Eva was in het eerst geheel overweldigd. Op eens echter, aan een plotselinge op welling gehoor gevend, sprong zij in de boot en stiet van wal, zoodat het ranke vaartuig naar het midden der beek schoot. Johannes geheel verrast, had geen tijd gevonden om haar te weerhouden. Hij maakte reeds aanstalten om zich in liet water te werpen, toen Eva hem toeriep «Johannes, dat geeft een ongeluk ik sla je met den riem op het hoofd, als je mjj nakomt zwijgen, zullen wreken en de Senaat, of liever het Hooggerechtshof, veroordeelde hem tot twee jaren gevangenisstraf en uit sluiting der verdere zittingen tot den dag dat de eisch zal voorgedragen worden. Deze veroordeeling ontneemt aan Déroulède zijne burgerlijke en staatkundige rechten en wel licht zijn kruis van eer op zoo schitterende wijze in 1870/71, tegenover den vijand ver kregen. Het was in die zitting van 20 dezer, alsof de ware schuldigen de rechters zelf waren en Déroulède als procureur-generaal voor geheel Frankrijk, dat als Hooggerechts hof fungeerde, optrad. De helft der senaatsleden moet den 4den Januari aftreden en met het oop hierop, hebben de president en procureur-generaal alles gedaan om voor die fatale datum met het Hooggerechtsproces klaar te komen en Dinsdag heeft deze laatste zijn requisitoir begonnen. Tegen zes der beschuldigden trekt hij zijn aanklacht in, hetwelk wel de zwakte er van bewijst en ook vraagt een ieder zich af waarom niet de geheele zaak losgelaten? Indien hier de politiek niet in plaats der justitie zoogenaamd recht moest spreken, dan waren al de beschuldigden reeds sedert lang in vrijheid gesteld, doch nu? Het einde des jaars met zijn korte sombere dagen is wel geschikt om alles van den minst opwekkenden kant te beziendoch hoe optimistisch men ook moge zijn, toch moet erkend worden, dat het negen-en-negen- tigste jaar dezer eeuw, vele iilusiën in het geen de menschheid inderdaad een groote stap in het goede vooruit had doen gaan, zoo niet geheel heeft ontnomen, dan toch zeker op treurige wijze verminkte. De Vredes-Conferentie met al hare kleine ongerechtigheden, uitsluitingen en onopge lost gebleven vraagpunten heeft de zwakke hoop dat zij ten minste nog eenig praktisch nut voor de toekomst zoude gesticht hebben, geheel in rook doen vergaan, want de on- Hij bleef staan en keek met doffen blik naar het kranige meisje, dat met opgeheven riem in de schommelende boot stond. «Zoo en nu kan ik u mijn antwoord geven". Er klonk een toon van medelijden in hare stem, want de jonkman stond daar als een beeld der wanhoop. «Johannes, wees een manriep Eva uit. «Laat toch het hart niet met bet hoofd op den loop gaan I" Johannes stond daar op dezelfde plek, waar straks Gonda hdd gestaan en hij wachtte daar nu op zijne beurt, alsof het een misdaad gold, zijn vonnis af. «Luister bedaard, mijn vriend I Voor mij is er geen sprake van liefde en trouwen ik ben voor den ongehuwden staat bestemd, ik kan u niet zeggen, waarom, maar het zal zoo zijn. Zet u daarom alle gedachten aan mij uit het hoofd en bederf er uw jeugdig leven niet mede. Ik kan geen ja-woord geven en smeek u dat alles te laten rusten, dan zal ik ook zwijgen. Als gij het echter niet doet, ga ik weg ver van hier.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1899 | | pagina 1