De S. Ct., die hem een zeer waardeerend
en gevoelvol woord wijdt, geeft verder van
den betreurden overledene de volgende
levensbijzonderheden
Simon Adrianus Vernède werd geboren
te Schiedam den 15 October 1847hij had
dus zijn 52ste jaar voltooid. Zijne ouders
behoorden beide tot die geslachten, welke
te Schiedam een goeden klank hebben zijn
vader was mr. A. Vernède, secretaris der
gemeente Schiedam, lid der Staten Provin
ciaal van Zuid-Holland.
Nadat de jonge Vernède het gewone
onderwijs voor kinderen uit den gegoeden
stand had gevolgd, werd hij al spoedig,
den 1 Juli 1861, op het Stadhuis geplaatst
en daar heeft hij zijn werkkring gevonden
tot zijn dood toe, opklimmende van den
laagsten rang tot den hoogsten, dien van
gemeente-secretaris, welken hij den 26
Februari 1891 bereikte.
Zijn noeste vlijt, zijn stalen ijver, zijn
zeldzame wil deden hem die kundigheden
verwerven, die voor zijn verschillende be
trekkingen ten Stadhuize vereischt werden,
en al had hij geen academische opleiding
gehad, ieder wist het, dat wij een knap
secretaris hadden, die in de doolhoven van
het burgerlijk-, het staats- en het admini-
Stratief-recht niet verdwaalde.
Gaf zich de overledene als secretaris der
gemeente zich aan zijne stadgenooten op
eene wijze, die onovertroffen is en is zijn
dood uit dien hoofde voor allen een zware
slag, als medeburger was hij der eersten
een, waar het gold het dienen van de
belangen van onderwijs, van kunst, van
wetenschap van gezellig verkeer.
Hij was lid en vice-voorzitter van de plaat
selijke commissie van toezicht op het Lager
Onderwijs, lid van het bestuur der afdeeling
Schiedam van «Volksonderwijs"bestuurslid
van het plaatselijk departement der M. t. N.
v. h. A., bestuurder van de Spaarbank dier
instelling en van de bewaarschoolvoorzitter
van de afdeeling der Mij. ter Bevordering
van Toonkunstmedeoprichter en secretaris
van de Muziekschoolbestuurder der zang-
vereeniging «Euterpe".
Voorts was hij regent van het Weeshuis
der Hervormden, terwijl hij vroeger was
geweest diaken der Nederduitsch Hervormde
Gemeente alhier regent eindelijk en secre
taris van het Oude Mannenhuis en ais zoo
danig administrateur van het fonds dier
instelling.
En al deze waardigheden, ook nog die
van voorzitter der sociëteit »de Vereeniging"
in «Musis Sacrum" bekleedde hij met nauw
gezetheid en met toewijding, gelijk hij in
alles wat hij deed, was correct en nauw
gezet.
I* een onzer vorige nummers deelden
wij mede dat de rekening der kiesvereeni-
ging «Schiedam" over het afgeloopen jaar
sloot met een belangrijk nadeelig saldo.
Naar de S. Ct. verneemt, is nog Dinsdag
avond in de bestuursvergadering, die na
de ledenvergadering werd gehouden, dit
nadeelig saldo door een oflervaardige
hand omgezet in een klein batig saldo.
Door den heer H. Rebers, boekhandelaar
alhier, wordt zooals uit achterstaande
advertentie blijkt verkrijgbaar gesteld de
«polyscoop", een toestelletje om op den
stereoscoop te zetten, waardoor het hinder
lijk uitnemen van de platen wordt vermeden.
Met behulp van dit toestelletje kan men
nagenoeg zonder moeite, alleen door een zeer
eenvoudige omdraaiing de fraaie gezichten
uit alle oorden der wereld bewonderen,
waarvan de debitant er een 3000 voor
handen heeft.
Dezer dagen vervoegden zich bij den
nachtportier van Grand Hotel Coomans aan
de Hoofdsteeg te Rotterdam, een kleine
Hollander en een lange Engelschman
(vreemde combinatie) om een kleine reke
ning te vereffenen. Het eenige geld, dat zij
bij zich hadden, was o.m. een Amerikaansch
bankbiljet van 20 dollar, hetwelk de portier
voor hun verzilverde. Toen de beide be
zoekers vertrokken waren, bemerkte de
portier, tot zijn nadeel dat het biljet waar
deloos was, aangezien het dateerde vóór
het sluiten van den vrede na den oorlog
tusschen Confedereerde Staten. Volgens
aanduiding op het biljet, dat het jaartal
1864 droeg, werden deze bankbiljetten
waardeloos 2 jaar na het sluiten van den
vrede. Bedoelde personen waren in het
bezit van meer dergelijke biljetten, men zij
dus öp zijn hoede. Door den portier is
bedoeld biljet gedeponneerd bij den politie
commissaris a in de 2e afdeeling, bureau
Lange Torenstraat. Natuurlijk zijn de op
lichters gesignaleerd.
De reis van de König.
Donderdag-avond te ruim zes uur kwam
het stoomschip König, dat de eerste ambu
lance heeft weggebracht, de Rotterdamsche
haven binnen het muziekkorps speelde het
Transvaalsche Volkslied, wat de geestdrift
wekte van veel zeelui en veel bootwerkers.
De kapitein vertelde aan een reporter der
IV. R. Ct. o. a. het volgende
»Op de heenreis waren tal van Engelsche
spionnen aan boord. Een van hen had zich
weldra vastgeklampt aan een Duitschen
scheikundige, die bestemd was voor de munt
in Pretoria. De spion zou den koffer van den
Duitscher opengebroken, de muntstempels er
uit genomen, en die door middel van den
Engelschen consul in Delagoabaai, mr. Russ,
heimelijk aan wal hebben laten brengen. En
bij aankomst zou hij onmiddelijk voor den
Duitschen chemicus een spoorkaart eerste
klas naar Natal hebben willen nemen. De
kapitein had zijn opzet echter doorzien, liet
den spion zijn revolver afnemen, en hem
zelfs door vier man naar den trein brengen.
«De König is gewend aan boeg de vlag
te hijschen van het grondgebied, waar ze
zich bevindt. Maar te Aden, waar het aan
gehouden en «gemaltracteerde" Duitsche
schip General lag, wilde zij noch de Engel
sche vlag hijschen, noch het Engelsche
volkslied spelen, wat de groote verontwaar
diging wekte van de Engelsche passagiers,
vooral van een neef van Lord Salisbury,
die zich ook aan bord bevond. Maar de
kapitein wilde streng neutraal" blijven, te
meer omdat hij Engelschen en Boeren aan
boord had, die zeer goed met elkander
omgingen, zoodat het plakkaat«Den passa
giers wordt verzocht, vooral aan tafel, geen
politieke gesprekken te voeren," viij wel
overbodig was. Toch was het gezelschap
zeer internationaalwant van Holland uit
gingen bijvoorbeeld de heeren Reitz en
Pretorius mee, Transvalers die hier te lande
hebben gestudeerd, en van Aden uit ver
scheiden Engelsche officieren.
«In alle havens, die de König aandeed,
was de stemming anti-Engelsch. En ook
had de kapitein van verschillende kanten
het gerucht vernomen, dat de z. g. Engelsche
spionnen, die bewerkt hadden dat de
Bundesraih en de Herzog in beslag ge
nomen werden, eenvoudig Boeren zouden
zijn geweest, wie het te doen was Engelseh-
Duitsche verwikkelingen uit te lokken.
«Op de terugreis had de kapitein onder
anderen den ex-Amerikaanschen gezant te
Pretoria, den heer Macrum, met zijn secre
taris den heer Easton, aan boord.
Te Rotterdam is naar de strafgevange
nis overgebracht zekere mej. II. (ongehuwd)
uit de Tollenstraat aldaar, die bij verschil
lende ingezetenen poging tot oplichting
pleegde door onder den naam van mej. de
Bruijn voor te geven, dat zij voor hare
17 jarige dochter eene naaimachine wilde
koopen, om daardoor in beider broodwinning
te voorzien.
Enkele weldadige menschen werden de
dupe van haar misdadig bedrijf.
Donderdag middag is bij het vertrek van
Rotterdam naar Pernis de vischsloep
Eersteling schipper Jan Van den Berg, op
het havenhoofd te Pernis geloopen, welk
hoofd daardoor grootendeels vernield werd.
Ook de sloep bekwam schade aan den
voorsteven.
De Gasfabriek te Maassluis is aan de
gemeente te koop aangeboden voor f120,000.
Aan het gemeentebestuur van Delft is,
bij Koninklijk Besluit vergunning verleend
om in het Krankzinnigengesticht in den
Klein-Vrijenbanschen polder in plaats van
172 voortaan 237 patiënten op te nemen,
en wel 117 mannen (31 meer) en 119
vrouwen (33 meer).
BINNENLAND.
EERSTE KAMER.
Zitting van Vrijdag 2 Februari.
Bij het debat over de begrooting van
Financiën klaagde de heer Van Lier er
over dat de belastingambtenaren zich niet
storen aan de uitspraken van de Raden van
Beroep. Om eenheid te brengen wenschte
hij instelling van een raad van appel.
Dit kon volgens den Minister niet
beletten dat bekeuringen blijven bestaan
hoewel dit een uiterst middel is. Bij deregeling
der administratieve rechtspraak zal deze
quaestie echter ter sprake komen. De Mi
nister merkt voorts op, dat de Raden van
Beroep feilbaar zijn, dat de uitspraken
slechts voor een jaar geldenmaar voor
afwijking daarvan 's Ministers toestemming
noodig is.
Motiveering van alle uitspraken der Raden
van Beroep waarop de heer Fennema
aandrong, gaat niet. Diens klacht dat de
fiscus na vergelijking van nalatenschap
en aangifte bevelend optreedt tot aan
zuivering der vroeger betaalde sommen in
zake de vermogensbelasting, kan de Minister
niet deelen, want vragen is voor de Re
geering plicht. Echter zal vooraf opheldering
verzocht worden.
De begrooting voor Financiën, zoomede
Hoofdstuk XI (onvoorziene uitgaven) en de
Vestingbegrooting zijn goedgekeurd.
Bij het debat over de Oorlogsbegrooting
betoogde de heer Rutgers dat de klacht
over te hooge oorlogskosten onrechtvaardig
was, en hij drong aan op maatregelen tegen
verder verval van de cavalerie
wegens gemis aan vrijwiligers.
De heer Schimmelpennick v. d.
O y e, zich hierbij aansluitende, onthield
zich van algemeen debat, met het oog op
de aanhangige legerwet, hopende dat de
Ministers van Marine en Oorlog er in zullen
slagen tot stand te brengen een definitieve
regeling voor onze defensie te land en ter
zee, waarbij rekening wordt gehouden met
onze positie en draagkracht. Spreker vroeg
inlichtingen omtrent de bestemming van
het reserve-eskader in de toekomst. Van
groote beteekenis achtte hij het bevorderen
van schietoefeningen.
De heer Van Wij ck bestreed opdrijving
van het oorlogsbudget. Niettegenstaande
den oorlog in Zuid-Afrika verwacht hij van
de Vredesconferentie vruchten. Voor de
organisatie onzer strijdkrachten wenscht hij
een onvoordeeld onderzoek ter plaatse naar
het Zwitsersche stelsel.
De oorlogsbegrooting is aangenomen. De
minister, opdrijving der oorlogsuitgaven
ontkennende, verwachtte voor vrijwillige
dienstneming vee) van het openen van het
uitzicht aan militairen voor burgerlijke
betrekkingen.
Daarna was de begrooting van Water
staat aan de orde.
De heer MichielsvanKessenich
hield een pleidooi voor de door de Tweede
Kamer verworpen post van f 20.000 voor
werken tot verruiming van het profiel in
het rivierbed bij en aan de brug over de
Maas te Maaseijk.
De heer Röell kwam op tegen het
st«eds stijgend eindcijfer in dit hoofdstuk
en kon zich niet vereenigen met de op
schorting der betaling van de bijdragen in
de kosten der verlegging van den Maas
mond door het waterschap Noordoostelijk
Noordbrabant volgensovereenkomstverschul
digd.
De heeren Van der Does de Wil
le b o i s en de Minister brachten daar
tegen in, dat bedoeld waterschap niet bij
machte was te betalen en men dus een
mtstel van betaling gedurende een of twee
jaar niet mocht weigeren.
De heer Van der Laan kwam her
inneren aan de demping der zuiderzee, die
een eventueelen havenaanleg te Wieringen,
Elburg en Harderwijk z.i. overbodig zou
maken.
De heer Van Heek wenschte, dat de
regeering meer spoed zou maken met het
geven van concessies tot exploitatie van
kolenmijnen in Limburg, teneinde Nederland
zoo spoedig mogelijk van het buitenland
onafhankelijk te maken.
De beer Van Lier vroeg doorgaande
rijtuigen van Den Haag naar de verschil
lende streken des lands
De minister van Waterstaat, de heer
L e 1 y, antwoordde, beloofde den heer
Michiels bij suppletoire begrooting op be
doelde zaak terug te komen. De heer Van
Heek kon hij nog geen toezegging doen
een deskundig onderzoek moet voorafgaan.
Den heer Van Lier antwoordt hij, dat hij
mets tegen doorgaande rijtuigen heeft,
maar hij wenscht er de maatschappijen
niet toe te verplichten.
Nadat hiermede de begrooting van Water
staat was afgedaan, werden ten besluit ook
nog de begrootingen van Koloniën, Suriname
en Curasao aangenomen.
De heer Van Asch van Wijck gaf
daarbij eenige opmerkingen over Suriname
ten beste welke de Minister beloofde te
overwegen. Alleen wilde deze niet de sub
sidie voor wetenschappelijke onderzoekingen
aan een ander dan de heer Capelle ge*e|j'
voor wien de Minister ze heeft gevraagd'
De Kamer ging daarna uiteen na in vi®
dagen de heele Staatsbegrooting te hebb®
afgehandeld.
Op de in Limburg gebruikelijke wij^®
heeft de heer De Ras zich bij de kiez®rS
voor eene herbenoeming als lid der Tweed®
Kamer aanbevolen.
Naar wij hebben medegedeeld, wordt d®
heer Bihourd als Fransch gezant in D®°
Haag opgevolgd door den heer de Monbeh
thans gezant te Tanger.
Anders dan de heer Bihourd, die °'s
prefect begonnen en in de diplomatie over
gegaan is, heeft de heer de Monbel altoos
tot deze laatste behoord. Hij is als attache
van de legatie te Peking begonnen. Daarn®
is hij vijf jaar in Japan geweest, en ver
volgens, via Kopenhagen en Weenen, a's
raad van het gezantschap bij het Vatic aan
gekomen. Te Tanger moet hij goede dien
sten hebben bewezen Hij is thans ongeveer
drie en-vijftig jaar, van middelbare groot'®
en donker. Zeer gezien te Parijs in de
hoogere kringen, lid van de Jockey club enz-»
ongehuwd, en sportsman eigenaar van een
renstal.
Schuttevaer.
De schippersvereeniging «Schuttevaer"
hield Woensdag te Sliedrecht haar 37®
jaarvergadering.
Onder meer werd op voorstel van den
voorzitter, den heer mr. Smeenge, besloten
het langdurig gesloten houden der spoor
wegbruggen met kracht onder de aandacht
der regeering te brengen.
Nog werd besloten andermaal bij de
regeen'ng aan te dringen op verbetering
van het Hellegat, een voorstel dat met
groote instemming werd ontvangen. D®
aandrang zal geschieden in het algemeen
en wel zoo dat de verbetering niet langer
kan wachten, wat ook de reden zij van
de vertraging.
De afdeeling Sommelsdijk stelde voor
opnieuw de zaak der «luchthaven aan het
Krammer ter hand te nemen.
De heer Karsten brak een lans voor een
dergelijke vluchthaven. Het vorige jaar »s
dit afgestuit op den waterweg van Dordrecht»
doch voor dit jaar zijn er gronden om t®
handelen, daar de motieven van toen niet
gelden. Hoezeer spr. Dordrecht van hart®
een goeden waterweg gunt, maar wanneer
men met een waterweg van 52 palm 60%
achteruitgaat, dan pleit dit niet zoo erg of
er millioenen voor uit te geven. Spreker
wijst op de menschenlevens die het vaar
water reeds heeft gekost, en ook in verband
met de stoomtram acht hij het noodzakelijk»
dat de vluchthaven er komt.
Ook de afgevaardigde van «Oude Tonge"
achtte de vluchthaven zeer wenschelijk. HÜ
kwam op tegen het denkbeeld, dat de Oud®
Tongers als zoodanig persoonlijk voorde®'
van de haven zouden hebben. Ook d®
stoomtram niet, die drie kwartier gaans van
de vluchthaven afblijft. Het geldt hier echt®r
een levenskwestie voor de schipperij.
Het voorstel werd daarop met applauS
aangenomen.
Goedgekeurd werd eveneens het voorstel'
Sommelsdijk, om den minister van waterstad
te verzoeken, om betere bebakening van d®
blinde dammen van Zuid-Beierland tot NU'
mansdorp.
Op voorstel van 's Gravenhage zal aan h®'
gemeentebestuur van Schiedam verzoet'1
worden de eigenaars van de perceel®0»
waarvan uitstekende punten, als boute0»
teugels enz. in het vaarwater uitsteken, te
verplichten, die te verwijderen.
Restte nog een punt, dat van Maasslu'3»
om te verzoeken dat aan de baggermolen3
in den Rotterdamschen waterweg de ve°'
plichting worde opgelegd om door sein®"
en lichten aan te wijzen, aan welke zijde
diepgaande schepen moeten voorbijvaren.
punt zal nog nader onder de oogen word®'1
gezien.