Dagblad voor Schiedam en Omstreken. eerste blad. 23ste Jaar» Zondag 25 Februari J90Ö. i\o. 6632. ^Bureau ~&oterstvaat 50. Drieberkenhof. Parijsche Kroniek. geut Het o n. PRIJS YAH DIT BLAD: 7oor Schiedam per 3 maanden ."ranee per posi door geheel Nederiand Aizonderiiike Nummers oorlof Z°Ude ze§sen, dat de Transvaalsche de k" e,?n Pran8cbe oorlog was, zoo volgt indacht bewogen teson j s de voordeelen en de onder A d00r de Boeren behaald en de BV°n 6n' den ^ranscben zeil aangaan terwiilT" :ervUÜen hen met weugde, J de anderen hen met droefheid slaan. spelV! da1 °°k We' het bootste schouw en nn a 6rt ®en eeuw onze °°gen trof niet bewondering afdwong, en zoo het zoud» onbescbaafd in de ooren klonk, «nemen™613 dCZe Str^d' Gen mooien oorlog voeM^ jöagd'.ik moet het bekennen, ge- Welk 6 h nie' di<>n h#at t6gen den oor'ogi No»,,6 1J mi-i iater is 8aan inboezemen, af egenstaande den afschrik die hij van VoelH6 r°egSte tidd®r' verwekt heeft, ge- enket 1060 W6' Wat Toor de °Pinie van kriJgslièdlnSgeeren Waarvan d® meesten geen een j WareD en waaronder er zelfs oorlof I0", W°rdt' Proudhon' die den bloedt Lg rfde ooemen en over dit ^hreef m tWe® Hjvige deelen v°l" recht h ,Maarschalk van Moltke die wel ïeide- an ln ziJn woordje mee te praten geen dr°0m C" "°S Ze"S beid'enanleidlng dat die plaag der mensch- te heh,mS Wat behoorlijks voor mij scheen oorloff Ti ,S Wel daarin te zoeken> dat de ontwerf gr°0te deugden eischt te to de gelegenheid aanbiedt moed bracht"611 g6Vaar' Ja zeifs den dood te WeldafWelke zaken> onvermijdelijk een tporaal f,nvloed °P de gewoonten en sch0uwri r menigte uit°efenen. Zoo be like d IS de oor'°g de zekerste school ®en m 6n menscb openstaat om werkelijk enthonf tS worden- Wie gevoelt geen 5555..^^^^ de Naar het Duitsch. 59) btariefji- beeft mij verteld van Berken- u verlor gestorven was, van Berken-Eva hem wél tn j^as voor bem, en van allen, die tot mi; adden gedaan. En toen heeft hij u "land »Z ^Broeder, ga naar Schwa- r>e,1g da° Z°ek den Brieberkenhof op en ^oenen-fep V6'e duizenden groeten van g"heenf tnds Zat Citroenen-Ander aan den Boven Ppel«ken disch. kÜde MarJat de ^vesperklok", zooals de ?d van j a sours genoemd werd, aan het an bet werl ,^bo®r en mijmerde er over, U od d» ds wil was, dat zij u Drieberkenhof zou overleven.. Brie XII. waren voorbij gegaan. f 1.50 PRIJS DER ADVERTENTIÈN: Van 16 regeis /'Ü.60 Elke gewone regei meer -0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. borst met medailles versierd, soms gewond doch met roem beladen na den strijd in z|jn Vaderland terugkeert, en die toen bij te velde trok maar een halt ontbolsterde boerenjongen was zonder moed en verre van in zijn schik zijn dorp te verlaten en de wijde wereld in te moeten. De oorlog heeft hem eigenschappen gegeven welke hij zonder hem nooit gekend zoude hebben. Sedert de jongelingsjaren voorbij zijn, ben ik er echter anders over gaan denken. De oorlog, zelfs voor een rechtvaardige zaak, voor een incident, een diplomatieke kwestie, eene uitbreiding van grondgebied of zelfs eene grensscheiding, of wel uit eergevoel of veroveringszucht, vertoont zich nu onder geheel andere kleeren dan vroe ger aan mijn geest, en komt mij thans voor als eene nuttelooze wreedheid of liever als eene onvergeeflijke barbaarsche domheid. Het bloed in den oorlog vergoten bederft mij de energie welke hij soms doet ge boren worden en de rekening makende, vind ik slechts eene aanleiding als uitzonde ring, doch overigens blijft het oorlogvoeren een beulenwerk waarbij geheel doelloos menschenlijken opeen gehoopt worden. Het is een uitdaging aan de beschaving gedaan, eene beleediging van den mensch zelf in hetgeen het edelst in hem i3. Een ieder, door geen nationale trots of belangen verblind, zal de strijd door de Boeren gevoerd, als eene wanhopende held haftige worsteling voor het behoud hunner onafhankelijkheid, rechtvaardigen, daar het wei het eenige geval mag heeten waarin de oorlog inderdaad heilig genoemd kan worden. Wanneer wij de verhalen er over lezen, dan is het alsof men den adem voelt welk de grjjsaards, vrouwen en kinderen bezielt, de strijders voor hun vrijheid in de verschansingen volgend om hen daar de patronen aan te reiken en zoodoende hun land nog van dienst te zijn. Zij vallen en sterven, zooals de soldaat van Virgilius, niet een laatsten blik, dat kleine doch Altijd nog stonden er topzware garven op de stoppellanden. De haver bewoog trillend de lange rissen in den avondwind, die barmhartig was op gestoken om de geblakerde arbeiders ver- frissching te brengen. Bij het vallen van den avond sleepte de hofboer, op een zwaren stok gesteund, zich naar buiten naar de zwarte" plek, waar de vreeselijke brand had gewoed. Mordax volgde zijnen meester. Daar, op die onzalige plaats, waar er reeds twee gewelddadig den dood hadden gevonden, verhief zich een nieuw gedenk- teeken, opgericht op kosten van den Drie berkenhof. Hier bleef de zwaar beproefde vader staan. »Wat geschied is, is geschied," fluisterde de Drieberkenboer, terwijl hij in de avondzon staarde tot zijn droef oog geheel verblind was van het licht. «Wat er gebeuren moet, zal zich wel schikken," voer hij zacht voort, terwijl hjj dacht aan den stam van den Drieberkenkof, die zoo onbarmhartig ontbladerd was. De oogen ter neer geslagen, kwam Gon- da van den Holenhof langzaam nader. dierbare vaderland groetende, hetwelk zij ongeschonden achterlieten. Ik weet niet hoe dit alles zal eindigen, doch de Boeren hebben wel verdiend, dat men het hun voor altijd laat behouden, want in hen ontvlamde het edele vuur, de hemelsche vonk van waren moed en doodsverachting. Bij hun moed toonen zij ook een medelijdend hart te bezitten. Zjj begraven godvruchtig hunne doode vijanden en verzorgen en eerbiedigen hunne gevangenen. Zij deelen hun zeker niet overvloedig brood met de ongelukkigen, die den vorigen dag nog op hen schoten, en laden hun geweer onder het zingen van een psalmvers. Welk een schouwspel en welk een les I Ja er is nog een heilige oorlog, en deze is ook de eenige waarvan men kan zeggenGod zelf wil hem. Op enkele interpellatiën na hield de Kamer zich met de begrooting bezig en benoemde eenige commissiën, waaronder die met het onderzoek der vervallen ver- karing van den afgevaardigde Paul Dérou léde als lid dier Kamer, belast, wel de aandacht verdient, daar zij onder haar leden den heer Leo Meillet telt, die een te mooie rol gespeeld heelt om haar niet werelkundig te maken. Deze in 1879 geamnestieerde Communard, presideerde den 17den Mei 1871 de Parijsche Commune en stelde daarin voor, de decreten van 7 April onmiddellijk ten uitvoer te brengen en dientengevolge werd besloten, dat de aartsbisschop van Parijs, Mgr. Darboy, de president van het Gerechtshot, Bonjeau, een groot getal geestelijken en eenige gen darmen ter dood zouden gebracht worden hetwelk, zooals men weet, ook inderdaad geschiedde. Eenige dagen daarna ontsnapte Leo Meillet door de vlucht aan de ver schrikkelijke verantwoordelijkheid dezer moorden. Terwijl Meillet zich door de Prui sische rijen heen redde, kwam Paul Dérou lède met de geregelde troepen Parijs binnen Hare eens zoo bloeiende wangen waren bleek geworden en een stille zwaarmoe digheid lag over het gelaat der vroeger met van ruwheid vrij te pleiten boeren deerne. De hond sloeg aan, toen zij nader kwam. Zij zond de groote oogen vragend rond en schrikte, toen zij den vijandelijken buur man zoo onverwachts ontwaarde. De Drieberkenboer herkende haar niet dadelijk, want zijne oogen waren zwak geworden, en zijne gedachten verwijlden elders en waren verward. Gonda nam een heldhaftig besluit en trad op den ouden hofboer toe. «Goeden avond, buurman," sprak zij hem eenigszins verlegen aan. Zoo, ben jij het was het korte weder woord van den Drieberkenboer, die zich nauwelijks scheen te verwonderen. «Wat kom je hier zoo alleen uitvoeren? Wil je uwen bruidegom een gebed nazenden in de eeuwigheid?" Hij hoestte en zag naar boven, »Ja, zeker, dat wilde ik doen!" was het antwoord. Men kan wel tegelijk voor de dooden en voor de levenden bidden. Waarom zou ik niet voor Frits en Johan- en werd daarbij, zoo ik mij niet bedrieg, gewond. Heden zijn de rollen omgekeerd. Leo Meillet presideert de Commune niet meer, doch de commissie welke het voorstel deed Paul Déroulède als député vervallen te ver klaren. De vluchteling en moordenaar der gijzelaars van 1871 is in het parlement gekomen en zal er den patriot Déroulède, doen uitzetten. Zulke ergerlijke contrasten bezorgt ons het onzinnige algemeen stem recht, waarbij het niet tot de onmogelijk heden behoort, dat een rechter door een vroeger veroordeelde terecht gesteld wordt. Het hooggerechtshof is nu voor de tweede maal vereenigd en wel om den vriend van Déroulède, den heer Marcel Habert, evenzoo afgevaardigde, te oordeelen. In plaats van ruim 200 senatoren zal hij slechts 140 rechters hebben, doch het komt mij voor dit hof nog meer eene comédie is als het vorige, en dat het stuk met een vrijspraak zal eindigen. En dat zal recht zijn. In Rome geweest en de Paus niet gezien, zegt men gewoonlijk van iemand die een stad of land bezocht en er het voornaamste niet van zag. Sedert ik nu een paar dagen geleden de «American Biograph" in de galerie Georges Petit 8 Rue de Sèze be zocht, kan ik dien zin omkeeren en ver klaren, den Paus gezien te hebben en niet in Rome te zijn geweest. In geanimeerde fotografiën krijgt men daar, na eenige be roemde gezichten in Rome, den Heiligen Vader levensgroot, zittend, pratend, wande lend en zegenend te zien, alsof men Leo XIII inderdaad voor zich heeft en de illusie is zoo sterk, dat toen Hij op een steenen bank plaats genomen had, zijn hoed afzette, zijn bril aan een zijner secretarissen gaf, met zijn hand het voorhoofd afveegde en daarna beminnelijk lachend den zegen gaf, er vele godvruchtige zielen die rond mij zaten, heel devoot het kruisteeken maakten. nes beiden een goed woord doen bij God «Zoo Dat is goed, dat is braaf. kuchtte de hofboer en tracht te de gebogen gestalte met den ouden ruk omhoog te richten, maar het ging niet meer. Het vermolmde lichaam was en bleef gebogen en stramer was geen levenskracht meer in te storten, evenmin als in den eik. waartegen hij leunde, die door den adem des vuurs was geblakerd. «Wat gebeurd is, is gebeurd", sprak hij als in zich zeiven en boorde met den knoestigen stok in den grond. Gonda bad het fluisterend woord ver staan. «Er ligt veel lijden, veel smart, ;maar ook veel hoop en troost in dat woord", sprak zij bedeesd. «Mij is ook veel over het hoofd gegaan, maar dat zal mij wel voorbestemd zijn geweest door de Voorzie nigheid. «Jou over het hoofd gegaan «Veel, zeer veel I Nog gisteren viel een nieuwe slag. Vader heeft eene bloed spuwing gekregen, en zal er helaas wel niet meer van opkomen." Wordt vervolgd.) NIEUWE SCHIEOAMSGHE COURANT Mp: r iuwmmiiii

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1900 | | pagina 1